ZOMER OPRUIMING
D00DEMANS ROTS.
DE POLITIEKE TOESTAND
KARDINAAL VAN ROSSUM
HOLLANDSCH VLIEGTUIG
IN ZEE GESTORT
FELLE BRAND TE
'S-GRAVENDEEL
Kranig werk der
blusschers
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
DE GR00TE LES VOOR
DE S.D.A.P.
DE HOOFDSTEDELIJKE
SCHOUWBURG
Tal van plannen reeds
ingediend
FEUILLETON.
Een conferentie op Huis ten Bosch.
II. M. de Koningin heeft heden in ver
hand met de Kabinetscrisis op Huis ten
Bosch ter conferentie ontvangen den
voorzitter der Tweede Kamerfractie's, der
'Anti-Revolutionnaire partij en van de Chr.-
Historische Unie onderscheidelijk Minister
van Staat Mgr. Dr. Nolens, Minitser van
Staat, Mr. Heemskerk en Mr. Schokking.
Gouden priesterfeest in het
homend najaar
Huldiging in Holland
Kardinaal van Rossum viert het komende
najaar zijn gouden priesterfeest.
In de eerste week van September aldus
het Dagbl. v. N.-Br. hoopt hij een bezoek
ie brengen aan zijn vaderland en bij die ge
legenheid in de Sint YVillebrord te Am
sterdam een pontificale H. Mis van dank
baarheid op te dragen, waarna de jubilee-
rende kerkvorst gehuldigd zal worden in
een daartoe belegde feestvergadering en
hem namens katholiek Nederland een
feestgave zal worden aangeboden.
De aartsbisschop eo de bisschoppen van
Nederland hebben bereids in het eere-co-
mité zitting genomen, welke samenstelling
evenals die van het uitgebreid huidigings-
comité. overigens nog niet bekend is.
De leden van het uitvoerend comité zijn
jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck. voor
zitter. mgr. dr. A. C Schaepman, mgr. dr.
B. Eras, mgr. prof. dr. I. Hoogveld, de heer
W. J. R. Dreesmann en dr. Th. Verhoeven
deze reis 474 passagiers eerste klasse aan
boord.
Tengevolge van een gering mankement
aan een der turbines, dat het schip op de
vorige reis heeft opgedaan en dat nog niet
hersteld kon worden, kwam do „Staten
dam" 's avonds om zes uur aan in plaats
van 's morgens. De duur van de reis is er
derhalve niet veel door vertraagd. Het schip
heeft over het traject New York—Rotter
dam tien uur langer gevaron dan het an
ders gedaan zou hebben.
POGING TOT MOORD.
Tot drie jaar veroordeeld.
De 40-jarige kellner. die op 12 April zijn
vrouw, die echtscheiding had aangevraagd,
op den Hoofdweg te Amsterdam met een
mes een tiental messteken toebracht en te
gen wien vier jaar gevangenisstraf wegens
poging tot moord was geëischt, werd heden
door de Vijfde Kamer der Rechtbank ver
oordeeld wegens poging tot moord tot drie
iaar gevangenisstraf.
OOST
VIERDE NEDERLANDSGHE ESPERANTO-
CONGRES TE ARNHEM.
Men meldt ons: Zooal.s reeds is medege
deeld, zal op 21 cn 22 September a.s. te
Arnhem het. 4e Nederlandsche F.speranto-
congres worden gehouden, waarvoor de
belangstelling reeds groot is.
Het voorloopig programma verme'dt.
naast do gebruikelijke uitstapjes in den
omtrek, een grootc propaganda-avond, die
voor iedereen toegankelijk is.
Men verwacht ook vele bezoekers van
over de grens, vooral uit het Rijnland.
VERKIEZING GEDEPUTEERDE STATEN.
Tot buitengewoon lid der Gedep. Staten
van Limburg is benoemd de heer E. R. N.
Regout, aftredend, met 36 van de 43 stem
men.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot burgemeester van Angerlo
Jhr. R. M. F. L. van Grotenhuis.
Benoemd tot sécretaris van het hoofdbe
stuur van het Nederl. Roodc Kruis de heer
Jhr. II. Beelaerts van Blokland.
Op verzoek eervol ontslagen uit den mi
litairen dienst, de le luitenant H J. Pele-
tier van het le regiment infanterie.
Overgeplaatst met 1 Augustus in rang cn
ouderdom van rang bij den Generalen Staf
de kapitein V. E. Wilmar van het 3c regi
ment veld-artilleric.
Benoemd tot adj. commissie bij de Rijks
Werven de klerken geplaatst bij de Rijks
werf te Willemsoord: J. C. Brens, T. W. Zijp,
T. D. Mahieu.
Toegekend de zilveren eere-meclaille der
Oranje Nassau Orde aan Mejuffrouw J. Kar-
reman, juffrouw van gezelschap bij mevrouw
de. weduwe Thijssens Verheggen te Nijme
gen.
Bij beschikking van de minister van fi
nanciën is de inspecteur der Directe Belas
tingen M. J. H. Smeets, hoofd der inspec
tie te Hans weert, verplaatst naar 's Graven-
hage en tijdelijk werkzaam gesteld aan het
Departement van Financiën.
DE „STATENDAM".
Nog altijd een mankement
aan de turbines.
De „Statendam" is Zondag te Rotterdam
aangekomen met 150 deelnemers aan het
congres der Internationale Iv. v. K. aan
boord, die per extratrein van Rotterdam
naar Amsterdam vertrokken zijn. Meegere
kend het aantal, dat in Engeland en Frank
rijk van boord gegaan is, had het schip op
De bestuurder en
de waarnemer
veronge i
rukt
Woonhuis en schuur een prooi
der vlammen.
Men meldde ons gisteravond uit Den
Helder
Het Fokkerverkenningsvliegtuig Type C
1 en genummerd 547, steeg gistermiddag
op voor een dfenstvlucht. Het vliegtuig
werd bestuurd door den eersten luitenant
vlieger D. Brugma, terwijl als waarnemer
fungeerde de sergeant-vlieger A. Flick, bei
den uit Soesterberg. Op de hoogte van de
badplaats Huisduinen boven zee, geraakte
het vliegtuig in een vrille en stortte in zee.
Van af enkele marine- en andere vaartui
gen werd bel ongeluk waargenomen. Zij
snelden onmiddellijk* ter hulp. Men slaagde
erin den sergeant-vlieger Flick te vinden;
hij werd aan boord van Hr. Ms. „Gruno"
gebracht, waar slechts kon worden gecon
stateerd, dat hij reeds was overleden ten
gevolge van een schedelbreuk.
Men mocht er echter niet in slagen ook
den luitenant-vlieger Brugma te vinden.
Het onderzoek wordt met kracht voortge
zet.
Omtrent het vliegongeluk vernemen wij
nog het volgende
Het vliegtuig 547 was op het vliegkamp
de Kooij gedetacheerd voor het houden van
de jaarlijkschc oefeningen- schieten cn
bommen werpen en was 's middags voor
een dienslvlucht opgestegen.
Toen het vliegtuig de oppervlakte van de
zee raakte, verdween het onmiddellijk in
de diepte. Slechts een olievlek gaf de plaats
aan, waar het vliegtuig was gezonken.
De luilenant-vliegev D. Brugma was ge
huwd en had één kind en was 30 jaar oud,
terwijl de 20-jarige sergeant-vlieger A. Flick
ongehuwd was.
liruine, ministers van Bumenlandschc Za
ken en Laiidbouw en van Arbeid, Handel
en Nijverheid, geantwoord, dat noch bij
hem, noch bij de directie der Zuiderzeewer
ken en bij de aannemers der werken, noch
bij den burgemeester van Wieringen, iets
bekend is, dat er op zou wijzen, dat een
noodlottige gebeurtenis als in de vragen be-
ioeld, zoude hebben plaats gehad.
Te 's-Gravendeel ontstond gisteravond
omstreeks half twaalf brand in een vlas
schuur van de gebr. Reedijk aan de Kerk
straat. De brand nam in korten tijd in hevig
heid toe cn tastte ook de panden van C. de
Geus en A. de Geus en een onbewoond huis.
dat als bergplaats gebruikt wordt, aan. De
centrale brandal&ribéèriftgs-inrichting, die
sedert 1 Juli in dienst is, werkte goed. zoo
dat binnen enkele minuten na het alarm de
beide motorspuiten bij den brand waren
aangekomen en in dienst gesteld. Onmid
dellijk werd met vijf stralen water gegeven,
terwijl later nog een zesde straal op de
brandkraan werd gezet.
Te ongeveer een uur in den nacht was
men de biond meester cn kon worden vol
staan met het nablusschcn. De woning van
gebr. Reedijk, die door een zoogenaamde
brandgeve) van do aangebouwde schuur is
gescheiden, kreeg alkecn waterschade. Ook
de woning van A. de Geus werd slechts
weinig beschadigd. De woning van C. de
Geus is evenwel geheel afgebrand, evenals
het onbewconde pand. Ook dc schuren cn
andere nijgebouwen van de verschillende
woningen gingen verloren. De 's-Graven-
deelsche brandweer, die sinds 1 Juli gereor
ganiseerd is, heeft rnet weinig personeel (20
man) kranig werk geleverd. Omtrent de oor
zaak van den brand tast men in het duister
Met grootste deel der schade word door ver
zekering gedekt.
UTRSCHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
Geen reden om op vooruitgang
ie stoffen.
„Het Volk' tegen een
zakenkabinet
HET PROCES WARD HERMANS-
WOUTERS.
Uitgesteld tot October.
De correspondent van de N. R. Ct te
Brussel meldt, dat de behandeling van het
proces wegens eerroof, door Ward Hermans,
het Kamerlid voor Mechelen, ingespannen
tegen den wethouder Wouters, te Heist-
op-den-Berg. die hem ervan beschuldigde,
in verband mot de door het Utrechtsch Dag
blad gepubliceerde documenten, 40,000 frank
van Duitschland te hebben ontvangen, tot
i October is verdaagd.
NOODLOTTIGE GEBEURTENIS DIE NIET
HEEFT PLAATS GEHAD.
Vragen van het Kamerlid
Gorhard beantwoord door
minister v. d. Vegte.
Hel kamerlid Gerhard heeft in verband
rnet een volgens dagbladbcrichten plaats
gehad hebbende gebeurtenis op Wieringen,
onder arbeiders bij de Zuiderzeewerken de
volgende vragen gesteld:
1. ITebben de ministers kennis genomen
van de noodlottige gebeurtenis, welke vol
gens de dagbladbcrichten heeft plaats ge
vonden op Wieringen, onder arbeiders, ver
bonden aan de Zuiderzeewerken?
2. Zoo ja, i? dan bij onderzoek gebleken,
dat de mogelijkheid van drankmisbruik
hiervan de oorzaak is?
3. Is het dan niet dringend noodig, dat,
betzij door een volstrekt verbod van drank
verkoop. hetzij door andere maatregelen,
afdoende bestrijding van het drankgevaar
worde bewerkslelligd-
jj.
Minister van der Vegle heeft, mede na
mens de lieeren Kan en Slotemaker de
Een studiecommissie lieden
geïnstalleerd.
„De Socialist", het weekblad van den lin
kervleugel der S.D.A.P., schrijft
Wij vinden den vooruitgang (der SD.A.P.)
allerminst „ontzaglijk" of „geweldig" Inte
gendeel wij vinden dit resultaat, ronduit
gezegd, in hooge mate teleurstellend.
Een groote, historische socialistische par
lij kan noch mag met een dergelijkon
„vooruitgang" tevreden zijn. Het is niet
voldoende, dat. zij zich „ongeschokt hand
haaft", zoolang zij nog in de minderheid is.
Voor haar staat stilstand, of zelfs iets meer
dan stilstand, gelijk aan een nederlaag.
En het ergste wat zulk een Partij kan
gebeuren is, dat zij dit niet wil zien, dat
zij voor de feilen de oogen sluit en dus
zou weigeren de lessen te trekken, die voor
het succes van haar tockomsiige politiek
noodzakelijk zijn.
Te grooter is de teleurstelling, als wij in
het oog houden dat er door geen enkele
Partij zoo hard, zoo volhardend en zoo' en
thousiast is gewerkt als door de onze. In
derdaad, de ontzaglijke werkkracht, die het
kader onzer Partij in de verkiezingsdagen
heeft ontwikkeld, maakt het voor ons nog
méér noodzakelijk om do dingen te zien en
te zeggen, zooals ze zijn
Zeker, Amsterdam geeft reden tot groote
verheuging. In Zeeland en Groningen kon
(linken vooruitgang worden geboekt. Maar
daartegenover staat achteruitgang in een
aantal groote plaatsen. Den Haag, Utrecht,
Arnhem. Nijmegen, enz
Dat voorts het bezetten en hanteeren van
„machtsposities" do Partij wel eens van den
wal in de sloot helpt, bleek in Zaandam,
waar ons percentage van 53 in 1925 daalde
tot 41.2 in 1929.
Maar bovenal teleurstellend is onze ne
derlaag in Limburg en Brabant (met do
goede uitzondering van Eindhoven)
„En concludeert „De Socialist - als
er dan toch van overwinnaars en overwon
nenen bij deze verkiezingen moet worden-
gesproken, dan zijn het vooral de Katho
lieken, die als overwinnaars uit dezen strijd
te voorschijn komen. Hierin zit voor ons de
groote les dezer verkiezingen!"
Do Kabinetscrisis.
Het „Volk" is het niet eens met de N. R.
Ct. om maar dadelijk af te sturen op een
extra parlementair zakenkabinet onder lei
ding van den heer De Geer. Het advies van
het Rotterdamsche liberale blad moet min
der worden opgevat als de uitkomst van
een objectief onderzoek naar de beteekenis
van,den verkiezingsuitslag dan wel als een
uitdrukking van de politieke wenschen van,
het conservatieve liberalisme, meent het
soc.-dem. hoofdorgaan.
Het „Volk" somt verschillende bezwaren
op, die de redactie tegen een extra-parle
mentair kabinet heeft, cn concludeert dan:
Het is dan ook onze meening, dat
begonnen moet worden, ter oplossing
van de kabinetscrisis, door het aftre
den van het intermezzo-kabinet De
Geer ontstaan, de kabinetsvorming vol
gens parlementair-conslitutioneele
practijk op te dragen aan den leider
van die partij, weike krachtens den
verkiezingsuitslag geacht moet worden
de aangewezene te zijn. om lo pogen
een parlementaire meerderheid rondom
zich te verzamelen.
Die partij is dc R.K. Staatspartij: haar
parlementaire leider is mgr. Nolens.
De door Burgemeester en Wethouders
van Amsterdam ingestelde commissie ter
bestudeering van het Schouwburg-vraag
stuk te Amsterdam weid gistermiddag ten
stadhuize geïnstalleerd door den wethou
der voor de Kunstzaken, den heer Th. M.
Ketelaar.
In zijn rede verklaarde de wethouder,
dat het de taak der commissie zal zijn het
schouwburg vraagstuk le Amsterdam in
zijn algemeenheid te bestudeeren en over
de oplossing hiervan advies aan .Burge
meester en Wethouders uit te brengen. Zij
zal daartoe o. m. de volgende vragen moe
ten behandelen:
le. Aan welke schouwb'urgruimte be
staat Le Amsterdam behoefte?
2e. Moet hierin worden voorzien door
den bouw van één of meer schouwburgen?
3e. Hoe groot moeten deze schouwbur
gen zijn?
4e. Op welke plaats of plaatsen moeten
deze worden gesticht?
5e. Op welke wijze kan de bouw en de
exploitatie van deze schouwburgen gefi
nancierd worden? Zal do bouw en de ex
ploitatie dienen te geschieden door de ge
meente, door particulieren, dan wel door
particulieren met steun van de gemeente?
Reeds vóór den brand van het Paleis
voor Volksvlijt bestonden verschillende
plannen voor den bouw van schouwburgen.
De brand van het. Paleis voor Volksvlijt
heeft bevruchtend gewerkt op de vinding
rijkheid van tal van personen en combina
ties; het aantal door particulieren te berde
gebrachte denkbeelden en plannen is sinds
dien in hooge male gestegen; tot heden
zijn bij de afdeelingen Publieke Werken
en Kunstzaken een tiental meer of minder
uitgewerkte plannen ingekomen. Ook door
Raadsleden zijn verschillende voorstellen
hetrcffende den schouwburgbouw inge
diend, waaromtrent Burgemeester en Wet
houders prae-advies zullen uitbrengen.
Het komt Burgemeester en Wethouders
aangewezen voor, dat de commissie, nadat
zij zich over de oplossing van het schouw-
burgvraagstuk eenige algemeene richtlij
nen heeft gesteld, in de eerste plaats de
bij cle gemeente ingediende voorstellen en
plannen aan een nauwkeurig onderzoek
onderwerpt en voorstellers cn belangheb
benden in de gelegenheid stelt hun denk
beelden voor de commissie nader toe te
lichten. Alle stukken, die het gemeentebe
stuur inzake den,bouw van schouwburgen
den laatsten tijd hebben bereikt, derhalve
ook de aanvrage voor den bouw van een
nood-schouwburg, zullen daartoe voor U
ter inzage worden gelegd.
De mogelijkheid bestaat, dat de Comipis-
sie zich met een of meer der ingediende
plannen, hetzij in ongewijzigden, hetzij in
gewijzigden vorm kan vereenigen. De com
missie zal den Burgemeester en Wethou
ders adviseeren aan den Raad voor te stel
len een of meer dezer plannen te doen uii-
voeren.
Mocht geen der ingediende plannen de
instemming der Commissie kunnen ver
werven. dan zal zij een eigen voorstel kun
nen indienen. De commissie is thans als
volgt samengesteld'
Voorzitter: de Wethouder voor de Kunst
zaken, de lieer Th. M. Ketelaar.
Leden: de stadsarchitect, de heer Ir. A,
R. Ilulshoff, de directeur van den Stads
schouwburg, de heer mr. II. M Merkelbach,
de heer E. Verkade, directeur der N.V. Ver-
eenigd Tooneel. de heer T. Sternheim,
secretaris der Nederlandsche kunstenaars
vereniging, de architect II. Th. Wijdeveld,
de heer mr. II. A. van Nierop, directeur der
Amsterdamsche Bank.
Lid-secretaresse: de referendaris der af-
deeling Kunstzaken, mevr. mr. II. van Dam
van IsselL
Na de installatie heeft de Commissie een
aanvang gemaakt met haar werkzaamhe
den.
Naar het Engelscb van
A. T. pUILLER—COUCH.
.0
Toen ik klaar was liep ik hard naar be
neden naar den koestal. Er was niemand
aan geweest. Met bevende vingers maakte
ik de steenen en de losgaande kalk los en
haalde er mijn schat uit.
De gesp glom in het licht, dat door de
deur binnen viel. Alles was nog precies
eender als ik het achtergelaten had.
Ik hield mijn schat goed vast en liep
terug naar het huis waar vrouw Busvar
gus bezig was de tafel te dekken voor het
middagmaal. Voor dat dit afgeloopen was
wist ik wel dat oom Loveday het geheim
niet onderzoeken zou. Hij zat buiten, in den
voortuin zijn pijp te rooken, heel plechtig;
ik zag de rookwolkjes door de open deur
binnendrijven; de geheele kamer rook er
naar.
Ik ging naar boven naar mijn moeders
kamer en trad eerbiedig de half donkere
kamer binnen. Ze hadden de twee perso
nen, die elkaar zoo zeer hadden liefgehad,
naast elkaar op het bed gelegd. Vreedzaam
sliepen zij den slaap waarin zij elkaar we-
dergevonden haddenvreedzaam, alsot
geen wreede hand een einde had gemaakt
aan hun leven. Ik kon er nu rustig naar
kijken. Mijn vader had zijn erfdeel veria
ten, het huis van zijn ouders. Een erfdeel,
»eer verschillend van hetgeen hij nu ver
worven had. Maar ik aanvaardde die erfe
nis. I-Iadden zij in den hemel begrepen den
vollen omvang van die erfenis, zouden ze
mij dan niet een teeken gegeven hebben,
terwijl ik hun doodc lippen kuste, om die
erfenis niet to aanvaarden? Had ik gewe
ten, terwijl ik mij over hen heen boog,
waartoe de eed in mijn hart mij zou voe
ren, zou ik er dan misschien voor bedankt
hebben? Ik kan het niet zeggen. De doode
lippen zwegen, en wij levende mcnschcn
weten niet wat er gebeuren zal.
Oom Loveday zat al aan tafel, toen ik
beneden kwam. Maar veel trek in eten
hadden wij niet. Vrouw Busvargus wel is
waar had door het verdriet haar eetlust
nog niet verloren, maar zij was gewoon
aan zulke tooneelen en zij was zoo gemeen
zaam met den Dood, dat zij hern behandel
de, zooals zij een klant in haar mans her
berg behandelen zou. Oom Loveday deed
zijn best, om nog wat opgewektheid te too-
nen, maar het gelukte niet al te goed. Hij
wou zijn eigen gebrek aan eetlust en opge
wektheid bedekken door mijn bord op te
stapelen met eten, mijn bord leek wel een
toren van Babel door al die spijzen, maar
juffrouw Busvargus maakte er een eind
aan cn nam de tafel af en verdween in de-
keuken om af te wasscken en wij zagen
haar niet terug maar hoorden nu en dan
wel water plassen alsof zij een fontein had
gevonden, waarin zij een verjongingskuur
wou ondergaan.
Toen wij alleen warén, zwegen wij een
poos; oom Loveday stopte zijn pijp opnieuw,
stak die op, toen zat hij weer in gedachten
verdiept naar de balken te kijken. Of zijn
overdenkingen hem iets aan de hand had
den gedaan of dat de tabak hem voldoende
had gekalmeerd, hij wendde zich ten minste
tot mij en vroeg „Heb je het pakje ge
haald?"
Ik haalde het uit mijn zak. Hij trok zijn
grootcn rooden zakdoek uit zijn zak, legde
hem uit op tafel en begon langzaam het
touw los te maken. De gesp, de brief cn
het blikken doosje werden er op gc-legd en
toen \roeg hij
„Was dit alles bij elkaar toen de man het
je gaf?"
„Neen, de brief was apart.. Ik heb hem
onder het touwtje gestoken om hem niet.
le verliezen'
En toen hij zijn bril had opgezet en het
papier opengevouwen, zei hij „Het lijkt
mij onleesbaar schrift, of tenminste bijna
onleesbaar. Dit papier is zeker doorweekt
geweest met zout water. Kom eens hier cn
kijk of jij met je jonge oogen het ontcijfe
ren kunt".
Wij bogen ons samen over het duistere
handschrift, maar dc letters waren ondui
delijk en slecht geschreven, terwijl hier cn
daar een dikke streep of krill de schoon
heid van het geschrift ontsierde. Door die
dikke strepen was de inkt uiteengevloeid,
hetgeen het nog moeilijker maakte. Het
kostte groote moeite er achter tc komen,
maar na herhaalde pogingen maakten wij
er het volgende uit op
„DeWelc huis Basbican
Plymo.
„Beste Jack ik hoop dat ge dezen brief
in den besten welstand moogt ontvangen,
van mij zelf kan ik je de beste berichten
zenden. Ook moet ik je zeggen, dat ik SU
mon als gezelschap heb op deze reis, die
een goede vriend van mij is. rnaar meer o"k
niet. zooals ie wel weet. Ilii kwam mij hef
hof maken. Maar het kan niet andersen
de drank ik hoop in 's hemels naam dal
er gelukkiger dagen zullen aanbreken. Met
den handel gaat bet maar slap en ik weet
nietMet de kleine Jenny gaat het best,
ze weet wat ze op school geleerd heeft. Zij
houdt de boeken al bij, dat een groot ge
mak isZe komt dikwijls eens aan en
komt in do karner zitten. Zij wantrouwt
Simon, ik zeg dat dit verkeerd is, want hij
is het die hem aangeraden heeft en waar
schuwde tegen den drank; hij drinkt zelf
nooit. Jenny is dol op haar boeken, dat zal
een groote troost voor haar zijn, nu jij zoo
lang weg blijft, ze zegt dat ze jou wil lec-
ren schrijven als je thuis komt, want je
blijft altijd zoo lang weg en dan hooren wij
niets. En ik doe wonderen door haar on
derwijs, dat. zal ze je zeker-wel schrijven
in den brief die hier bij ingesloten wordt.
Simon schrijft ook aan jou, maar
hij is geleerd, natuurlijk op het kantoor
Het verwondert mij altijd dat hij niet op het
kantoor gebleven is, want hij heeft nooit
van de zee gehouden Ik vergat je nog :e
vertellenheel vreemd toen hij vertrok
maar wat een onrust of ik gehad heb het
verbaast mij dat ik zoo gewoon tegen je
praten kanop een afstand. Maar nu
niet meer \an je liefhebbende vrouw
Lucie Railton.
Jenny zegt dat ze het niet wil verande
ren, omdat het meer natuurlijk is van je
liefhebbende vrouw
Dit was alles, veel was het niet en ik
dacht dat het niet veel licht wierp op het
raadsel dat voor ons lag. Oom Loveday las
het twee of drie maal over; toen vouwde
hii den brief op cn keek mij aan, over zijn
bril heen.
„Zei je niet, dat die vent. die moordenaar,
Rhodojanl, Engelsch sprak?"
„Net zoo goed als ik. Hij cn die andere
spraken aldoor Engelsch samen."
„En sprak hij over Jenny?"
„Hij zei zoo iets als Jenny, die geen man
kon krijgen, en toen gaf John Railton hem
een slag."
„Dan is het zoo klaar als de dag, dat hij
Simon heette en niet Georgio. En dan zou
ik er ook heel wat voor willen verwedden,
ofschoon ik niet van wedden houd, dat hij
evenmin Rhodojani heet als ik Methusa-
lem."
Hij zweeg een oogenblik, in gepeins ver
zonken; toen resumeerde hij
„Deze Lucy is de vrouw van John Railton
en houdt een herberg, „Welkom thuis" ge-
hceten, te Plymouth. Simon, dat is te zeg
gen Rhodojani, was verliefd op Lucy Rail
ton cn zijn gedrag was vreemd, zegt zij,
voor zijn vertrek; maar hij beweerde de
vriend le wezen van John Railton en uit
hetgeen je zegt, moet hij verbazenden in
vloed gehad hebben op den ongelukkigen
man. Simon, hooren wij, is een geleerde",
cring mijn oom voort, na den brief nog eens
ingekeken te hebben cn ik zie hier het
woord „kantoor", zoodot hij waarschijnlijk
klerk was en op zee ging om de een of
andere particuliere reden cn haalde Rail
ton over om met hem mee te gaan, mis
schien met hetzelfde plan, misschien om
een andere reden. In ieder geval, het schijnt
dat het hoog tijd voor Railton was om er
gens naar toe te gaan, want behalve de
toespeling op drank, en dat komt overeen
met Simons woorden op de Doodemans
Rots, lezen wij ook de onheilspellende woor
den „het lawaai"; mij dunkt, dat bepa
lend lidwoord is niet zonder beteekenis."
(Wordt vervolgd).