«SHEÖSFOÖKTSCH DAGD1AB
DE RECHTSCHE PERS EN DE KABINETS
FORMATIE
ZOMER OPRUIMING
D00DEMANS ROTS.
Dinsdag 16 Juli 1929
.DE EEMLANDEft-j
28e Jaargang No. 14
HINDERNISSEN EN OVER
EENSTEMMING
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
ZEVEN WONINGEN
AFGEBRAND
Ook een postkantoortje
in vlammen
GROOTE BOSCHBRANDEN
OP DE VELUWE
FEUILLETON.
PERSO VERZICHT
L)c Standaard icijsl op de
moeilijkheden van hel
financieels vraagstuk
In verband niet de aan jhi. Ruys do
Beerenbrouck verstrekte opdracht om een
Kabinet te formeel en, steunende op de
rechterzijde, schrijft „De Standaard".
„Wij zijn van oordeel, dal de nu ver
strekte opdracht moet worden toegejuicht.
Men kan nu wel zeggen, hetgeen in som
mige persorganen metterdaad geschiedde,
dat zulk een opdracht niét reëel geacht
moest worden, omdat de L -II candidafen
tijdens de verkiezingscampagne hebben na
gelaten dit perspectief voor hunne kiezers
bloot te leggen, maar dit argument is (och
van geringe beteekenis. Ze hebben ook het
omgekeerde niet nadrukkelijk gezegd en
zich dus een groote' mate van vrijheid voor
behouden. Bovendien zijn we van oordeel,
dat het eindresultaat der verkiezingen niet
.veel anders geweest zou zijn, indien de
C.-H. zich duidelijker uitgesproken hadden.
[Wellicht zouden wij dan enkele duizenden
stemmen meer hebben gehad en de C.-H.
een gelijk aantal minder 't Zou zelfs zeer
de vraag zijn, of het aantal zetels er wijzi
ging door zou hebben ondergaan.
Maar (en slotte kunnen wij dit alles
Slechts als bijzaak zien.
De hoofdvraag is en blijft, of men,
"ter behoudenis van ons constitutioncel-par-
lemenlair leven, op een normaal parlemen
tair Kabinet wil aansturen, ja dan neen!
Voor ons is de beantwoording dier vraag
niet moeilijk. Wij laten een zeer beslist ja
booren
„Nu zijn er theoretisch wel is waar
twee oplossngen denkbaar, maar practisch
geiboven we, dat er maar één is: een Kabi
net steunende op de Rechterzijde.
Daarom is het juist gezien, dat deze op
lossing beproefd wordt.
Wat intusschen allerminst zeggen wil,
dat de proefnemng slagen zal. Want. het
zou tot niets dienon om het te verbergen,
er zullen bijzonder groote moeilijkheden te'
overwinnen zijn.
Op' één ervan wijst het blad, namelijk
het financieele vraagstuk
„Het budgelaire perspectief is niet gun
stig. Minister De Geer koesterde de hoop,
dat de door hem voorgestelde en inmiddels
aangenomen maatregelen \an verschillen
den aard gedekt zouden kunnen worden uit
de normale toeneming der middelen.
Wij achten dit uitgesloten. Veeleer mee
nt-n we, dat men in 1931 voor een tekort
zal komen te staan, ook al wordt geen
enkele nieuwe maatregel, die geld moet
kosten voorgesteld. Komen er echter enkele
van zulke nieuwe maatregelen bij, dan
wordt dat tekort aanzienlijk cn zit men
weer midden in moeilijkheden van de
minst aangename soort. Want men vergete
niet, dat hier en daar groote verwachtin
gen gewekt zijn.
Het zal dus eer. eerste eisch zijn, dat men
'op dit punt beide oogen open houdt cn
alleen op scherp accoord is zee gaal.
Er zijn meer punten, die zorgvuldige be
spreking zullen eischen, maar die behoeven
we hier niet nader aan te duiden. Alleen
mogen we riog wel eens zeggen, dat geen
enkel Kabinet op onzen steun zou kunnen
rekenen, dat niet met beslistheid positie
zou kiezen in zake de handhaving van de
Christelijke grondslagen van ons volksle
ven. De ontkerstening van ons volk. die
zich niet in hel minst ook openbaart in de
oiitzedelijking der volksmassa, roept oiu
een krachtig optreden der Overheid, en
een Ministerie, dat ons op dit punt geen
voldoening zou schenken, zou van Anti
revolutionairen geen steun ontvangen.
Nu zijn we omtrent dit laatste bij Jhr.
teuys vrij gerust. Vooral als hij voor de
betrokken Departementen goede medewer
kers weet Ie vinden.
Maar in hel financieel beheer bleek in
het verleden zijn sterkste zijde niet te lig
gen En daarom zal bet gewenscht zijn
ditmaal hieraan bijzondere aandacht te
schenken. Wij, Antirevolutionairen, hebben
zeker geen aanleiding om er naar (e ver
langen, dat we nog eens een tweede maal
betrokken zouden worden bij de reddering
van den financieelen toestand, als het weer
eens mis liep.
„D e Nederlander'1 betoogt dat in pa
raatheid tot verdediging van onze natio
nale zelfstandigheid en tot handhaving van
sezonde sociaal-economische politiek, de
drie groepen der Rcchterzzijde één waren.
Dan gaat het blad voort
„Bij het vormen van een kabinet, steu
nend op bepaalde groepen, kan echter niet
worden volstaan mei éénheid in het be
strijden; er moet ook eenheid, blijken in
opbouw en voortbouw, na welgelukte af
wending van het gevaar. Hier staat de aan
gewezen kabinetsformateur voor zeer moei
lijke vragen. Wij willen niet gaan snuffelen
in de uitvoerige verkiezingsmanifesten der
drie Rechtsche groepen. Er zijn punten van
overeenstemming, maar er zijn zeker ook
ounten van verschil.
Als wij de terreinen overzien, op welke,
in de komende vier jaren, waarschijnlijk de
meest belangrijke beslissingen zullen val
len, dan blijkt op twee terreinen van
groot meeningsverschil.
óp het torrein der buitenlandsche poli
tiek, speciaal ten aanzien der verhouding
tot België, vreezen wij niet voor sprekende
tegenstellingen. Daartoe zou zich, omtrent
inhoud en loon van het jongste regeerings-
memorandum aan Belgié, in Nederland
meer meeningsverschil hebben moeten
openbaren, dan thans het geval was.
Moeilijker wordt het op het terrein der
Koloniale politiek. Hier staan Roomschen
en Christelijk-Historischen, in groote meer
derheid. achter het voorzichtig en vooruit
ziend regeerin2sbeleid van minister en
gouverneur-generaal. Het jongste geschrift
en de parlementaire redevoeringen van den
heer Colijn duiden echter od afwijkende
meening in het A.-R. kamp
Bezwaarlijker nog wordt het op sociaal
terrein. De tegenstelling: ..behoudend en
vooruitstrevend" biedt hier niet de groote
moeilijkheid. Althans. zoowel in de
Roomsch-Katholieke Staatspartij, als in de
Christelijk-Historische Unie, maakte de
uitbouw tot Christelijke Volkspartij on
miskenbaar vordering. De moeilijkheid ligt
hier in de toenemende overtuiging, aan
Christelijk-Historische zijde, dat er ge\aar
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
dreigt voor onze nationale volkskracht, in
dien de gedachte der verbizondering
d.i. der splitsing naar kerkelijke en gods
dienstige onderscheiding werd doorge
voerd in die mate, als dit door Roomschen
en anti-revolutionairen wordt bepleit.
Met afstemmen van de subsidie voor
eene afzonderlijke Roomsche Handelshoo-
geschool te Tilburg, naast of tegenover de
voor-allen toegankelijke school te Rotter
dam, was geen toevalligheid. Het was re
sultaat van wèl-overwogcn principieel be
zwaar.
Hier liggen hindernissen op den weg
van den kabinetsformateur
Toch doet de uitdrukking „steunende op
de Rechterzijde" ons volk niet vreemd aan.
Geleerden mogen er om lachen, machti
gen mogen er minachtend de schouders
over ophalen, de rechtsche groepen zelf
mogen hare onvolkomenheid cn zwakheid
erkennen (och leeft in ons volk het be
sef. dat er voor het volksleven groote
waarde ligt in de gehoorzaamheid aan
Gods geboden Het geloof, dat aan de be
oefening dezer gehoorzaamheid zegen ver
bonden is voor het volksleven, leeft (zij
het in onderscheiden ontwikkeling) bij de
drie politieke groepen der Rechterzijde.
Er ligt een sterke drang tot oplossing
der problemen zoowel voor het persoonlijk
leven als voor het volksleven, in allerlei
belangen en eischcn. die het leven zelf op
werpt. Maar sterker dan al deze belangen
cn eischcn is de kracht der gehoorzaam
heid aan normen en geboden, gesteld door
hooger Macht dan mcnschelijke wijsheid.
Tegenover de vele stemmen, die luide
verkondigen, dat het Christendom zijne
waarde, als grondslag voor het verrichten
van daden, verloor, schijnt het bijna over
moedig of onnooze! in deze waarde te
blijven geloovcn.
En toch. zal dit geloof de voorwaarde zijn
voor de eenig-mgoelijke parlementaire op
lossing van de (hans-bestaande kabinets
crisis".
])c Jordaan van Amby'
In het dorp Amby in de nabijheid van
Maastricht gelegen, brak gistermiddag te
omstreeks 2 uur door pnbekende oorzaak
brand uit in een blok van zeven huizen.
Het huizencomplex draa&t in den volks
mond de naam van „Jordaan van
Amby". De zeven woningen, waaron
der het postkantoortje, werden een
prooi der vlammen. Het grootste ge
deelte van het huisraad kon worden ge
red, behalve een deel, dat zich op de bo
venverdiepingen bevond. Persoonlijke on
gelukken kwamen niet voor.
De Maastrichtsche brandweer was spoe
dig met een stoomspuit ter plaatse. Onge
veer half zes was de brand in zooverre ge-
bluscht, dat gevaar voor uitbreiding was
\oorkomen. Verzekering dekt gedeeltelijk
de schade.
ITet blok buizen behoorde toe aan den
lieer Van Subel. Zij werden bewoond door
de familie's Klisters, Braken, Muller, Klis
sen (de kantoorhouder van het postkan
toor) Kuiper en de wed. Perron.
DE TORPEDOBOOTEN Z. 5 EN Z. 6.
Blijkens een aan het departement van
defensie ontvangen bericht zijn ITr. Ms.
torpedobooten Z. 5 cn Z. U 15 Juli van Go
tenborg vertrokken.
Ongeveer -100 Hectaren verbrand.
Tusschen Hoenderloo en
Woeste Hoeve
Tusschen Hoenderloo en Woeste Hoeve
heeft Zondagmiddag een zware boschbrand
gewoed. Omstreeks 3 uur in den middag
stegen plotseling zware rookkolommen op
Het bleek al spoedig dat in de buurtschap
Keienberg, liggende plm. 12 K. M. van
Apeldoorn, uitgestrekte bosschen een prooi
der vlammen werden.
De brand woedde tusschen de Keienberg
cn Hoenderloo Er is ongeveer 400 hectaren
bosch verbrand. De brand is, door nog on
bekende oorzaak, ontstaan aan l fietspad
van Beekbergen naar Hoenderloo De ver
brande bosschen waren van dr. J Ooster te
Beekbergen, mevrouw Van Schayk, Den
Maag en van baron Van der Ilorch van
Verwolde te Eefde.
De brandweercorpsen van Uclielen, De
Eendracht, Apeldoorn, Eefde cn Loet*en
waren uitgerukt. Een 50-tal cadetten der
K. M. A. uit de Harskamp hielpen even
eens mee.
Behalve de rijks- en gemeente-poli tie
was ook de hoofdopzichter van de Heide-
Moatschappij aanwezig. Groot was do me
dewerking der pension-gasten uit de om
geving bij het blusschingswerk.
Ook in rle buurt van het Uddelermeer
zijn vele hectaren bosch verbrand. Deze
brand is gebluscht door de manschappen
van de remonte-depót Mi Hingen.
MILITAIRE MUTATIES.
De kapitein I. Engers van het 22ste regi
ment infanterie is met ingang van 1 October
1929 overgeplaatst bij het Ode regiment in
fanterie te Breda.
De kapitein P. Keg van het 3de regi
ment is met ingang van 15 Juli 1929 be
noemd tot adjudant van het korp.
De eerste-luitenant C. F. J. Boers van het
20ste regiment infanterie is overgeplaatst
bij de s2de compagnie hospitaal-soldaten te
Utrecht.
De majoor J. J. Wittermans van het
9e regiment infanterie is met ingang van
1 Augustus 1929 op non-activiteit gesteld
krachtens art. 70, punt 5, van de Bevorde-
ringswet voor de landmacht 1902.
De majoor K. Boet van het 11de regi
ment infanterie is met ingang van 1 Augus
tus 1929 overgeplaatst bij het 9de regiment
infanterie, met bestemming voor de functie
van hoofdinstructeur bij het korps.
HET HUIS TEN BOSCH.
Het paleis Huis Ten Bosch is-van af lie
den, wederom tot nadere aankondiging te
bezichtigen.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij K. B. is toestemming verleend tot het
aannemen le 'Nan de versierselen van Offi
cier der Orde van de Kroon van België en
van Ridder le klasse der Orde van St. Olaf
van Noorwegen, aan J. Warner, lid van het
Nederlandsch Olympisch Comité te Zwolle;
2e van de benoeming tot „Officier de l'In-
struction publique" aan mevr. J. IT. M. Beu
kers, geboren van Ogtrop te Amsterdam.
Vanwege de N.V. Textile-Export Co. I.
L. Lassen wordt medegedeeld:
De zich in liquidatie bevindende Jacob en
Richter cn Siegmund Strauss Jr. Vereingte
Spitzenhauser A. G. Berlin und Frankfurt
am Main, is met ingang van 1 Juli gesplitst
in Jacob en Richter. Berlijn en Siegmund
Strauss Jr. A. G.t Frankfurt, van welke laat
ste de naamlooze vennootschap Textile-Ex
port Co. J. L. Lassen, Den Haag. de meer
derheid der aandeelen heeft overgenomen.
ALTIJD PRIJS.
Alle rechten voorbehouden).
Stel U voor: van één der Uwen
Zegt de arts: ,,'t Js T.B.C.
Naar de lighal. Dat brengt moog'lijk,
Weer herstel, genezing mee".
U gaat hoopvol Snformeeren.
Doch dan zegt 1 het bestuur:
"t Gaat niet door gebrek aan ruimte."
Goede raad cn hulp blijkt duur.
Wachten tot er eindlijk plaats komt.
Als men U berichten gaat:
„Stuurt U Uw patient", o, dank eens
Dat het dan is juist te laat
De „Vereen'ging er besrijding
De gevreesde T.B.C
Deelt ons Zaterdag in 't „Dagblad"
In een klein berichtje mee,
Dat de ruimte voor patiënten
In de toekomst schiet te kort
En terecht vindt hij het noortig,
Dat dit kwaad verholpon wordt.
Ze tracht door een loterijtje,
Jn dit euvel te voorzien.
En vraagt daarom „Koop een lootje,
öruve Amersfoortsche Hén!"
Ik zou zeggen, ieder doet dat
t Blijft een absolutcn eisch
In dit loten-loterijtje
Is een nietje ook een prijs.
Als ge onverhoopt, moet vragen
Als hier boven is bedoeld.
Zeg dan eens hoe rijk, gelukkig,
U zich bij het antwoord voelt,
Als men zegt: „Zendt Uw patient maar,
Plaatsgebrek is hier voorbij.
Dank zij het hulpvaardig off'ren
Van de Stadsche burgerij!"
Ook al hebt g'een niet getrokken.
Krijgt ge hier nog het bewijs,
Dat het lot, met dat van and'ren
Gaf den allerhoogsten prijs!!
GROEGROE.
UIT DE STAATSCOURANT.
Voornaamste Kon. besluiten enz.
uit de Staatscourant.
Toegekend de eeremedaille Oranje Nas-
sau-orde in zilver aan Jan v. Goudszwaard,
te Stroodorp, gem. VVissekerker. voorwer
ker bij het landbouwbedrijf Steenhoven al
daar;
in brons aan C. de Graaf, landarbeider op
de boerderij Landlust te Strook-Kolhoorn,
gem. Barsingerhorn.
Toegekend de eeremedaille in de orde van
Oranje-Nassau in zilver aan J. van
Goudszwaard te Stroodorp, gemeente Wisse-
kerke, voorwerker bij het landbouwbedrijf
„Steenhove" aldaar;
in brons aan C. de Graaf, landarbeider op
de boerderij „Landlust" te Strook-Holhoorn,
gemeente Barsingerhorn.
J. FOLKERTS. t
IJveraar voor het onderling
verzekeringssysteem.
Te 's Gravenhage is in den ouderdom
van 76 jaar overleden de heer J. Folkerts,
oprichter cn directeur der Eerste Neder-
landsche Onderlinge Paarden- en Veever-
zekemig Maatschappij, gevestigd te s-Gra-
venhago.
Een ziekbed van enkele dagoti maakte
een einde aan zijn werkzaam leven.
De overledene, die een groot deel van zijn
leven geijverd heeft voor het onderlinge
verzekeringssysteem, richtte in 1900 boven
genoemde maatschappij op, waarvan hij
vanaf de oprichting de directie voerde.
De begrafenis zal Donderdag plaats heb
ben op Oud Eik cn Duinen.
Naar het Engelscb van
I A. T. QUILLICR COUCH.
C-I
„ITij zal de misdaad uer vaderen bezoe
ken aan de kinderen tot in het derde en
vierde geslacht" (Bij dit zonderlinge docu
ment was een brief gevoegd door een an
dere hand geschreven) „Er is geen twijfel
•an of de Robijn die nu in liet bezit is van
den heer Amos Trenoweth de echte Groote
Robijn is waarvan de reiziger Marco Polo
melding maakt Maar wat er ook van zij,
ik weet, want ik heb het met eigen oogen
gezien, dat de steen van onschatbare waar
de is. van een zeldzame kleur en veel groo-
ter dari eenige robijn dien ik ooit gezien
heb Van dien steen wordt melding ge
maakt. behalve door de schrijvers, door
den heer Trenoweth genoemd, door den
monnik Jordanus 'in de 11e eeuw', die
vermeldt „hij is zoo groot dat rncn hem
niet in zijn gesloten hand kan nemen En
zoo zou ik nog tal van getuigenissen kun
nen noemen, alle even verwonderlijk
De heer Trenoweth is zoo verstandig ge
weest hem aan geen enkelen juwelier te
laten zien Het is de grootste steen dien ik
ooit heb aanschouivd. En de Boeddhapries
ter van wien de heer Trenoweth den steen
ontvangen heeft betuigt, dat. pr geen twij
fel aan is of het is „De groote Robijn van
Ceylon.
F.
Toen ik alles gelezen had, sloeg ik de
oogen op pji zag dat mr. Sanderson mij
aandachtig aankeek.
„Welnu?", zei hij.
Ik schoof liet perkament naar hem toe
en stopte mijn pijp. Ilij las alles heel lang
zaaro door zonder een spier te vertrekken;
toen gaf hij liet mij terug maar sprak nog
steeds geen woord.
„Welnu?" vroeg ik na eenig stilzwijgen.
„Wat denkt u er van?"
„Wel, in de eerste plaats dat mijn vader
een wonderlijk eerlijk man was cn de uwe,
mijnheer Trenoweth. een zeer onverstan
dig man. En ten tweede, dat u even onver
standig is als hij en het is een^eluk voor
u. dat ik even eerlijk ben als nnjn vader."
Ik lachte.
..Ja. ge kunt lachen; maar let op mijn
woorden, mijnheer Trenoweth U heeft iets
in uw rnam'vat doen dat v.- trouwen
wekt en dat trekt mij in u aan; maar het
zou mij zeer verwonderen als u ooit dien
robijn in handen kreeg".
HOOFDSTUK IX.
Bevat het tweede deel van m ij n
vaders dagboek, een voortzet
ting v a n z ij n avonturen op het
eiland C e y 1 o n V
29 September ISIS. Het is wel vreemd
dat ik den dag na mijn vaders opdracht ge
lezen te hebben, mij zeer ter neergeslagen
gevoelde en in den toestand gebracht waar
in ik nu nog verkeer. Maar liet is zoo. En
nu, vier maanden nadat ik begonnen ben
dit dagboek te schrijven, ben ik nauwelijks
in staat een pen vast te houden om voort
te gaan met mijn verslag. Zoover ik mij
herinner, want mijn hoofd is soms droevig
in de war. gebeurde het op de volgende ma
nier. Nadat ik den 23sten Mei een groot
gedeelte van den dag had besteed met
schrijven van mijn journal en met mijn
eersten brief aari mijn lieve vrouw, wan
delde ik in den lekker koelen avond naar
de stad om mijn brief op de post te doen.
Dat deed ik en ik wou terugkeeren naar
bet huis van mijnheer Sanderson, maar
bleef even staan om de zon te zien onder
gaan in die prachtige golf van Bengalen.
Ik leunde over een muurtje en keek uit
naar de zee en de met palmen begroeide
oevers, toen plotseling de zon overging in
een vurige vlam: de lucht werd zwaar cn
ik zag bloed en toen wist ik niets meer.
Ik was moorddadig van achteren aangeval
len. Ik werd gevonden naar alle waar
schijnlijkheid dood. met een heel leelijke
zigzag wond op mijn schedel, mijn zakken
waren opengescheurd (of de moordenaar
dat gedaan had of de inboorlingen, die mij
gevonden hadden, is onzeker) eindelijk
werd er onderzoek naar mij gedaan en ik
werd naar het huis van den heer Sander
son gebracht, die zich ongerust had ge
maakt en onderzoek naar mij liet doen;
eerst één maand, toen wertl het twee maan
den. scheen mijn leven aan een zijden
draad te hangen cn mijn herstel heb ik al
leen aan den heer Sanderson te danken,
die altijd even vriendelijk voor mij was en
de leedersle zorgen voor mij had Maar dit
alles heb ik pas later vernomen. Op
't oogenblik kan ik niet meer schrijven.
3 October. Ik word langzamerhand be
ter Mijn denkvermogen komt langzaam te
rug. nadat, de koorts ten gevolge van de
wond verminderde. Ik denk bijna den ge
heelen dag na waf. de reden geweest zou zijn
van dezen moorddadigen aanval, maar kan
er nog geen oorzaak voor vinden. Stelen
kan het doel niet geweest zijn, want ik zie
er niet uit als een rijk man. Mijnheer San
derson heeft een vermoeden, maar ik kan
het op dat punt niet met hem eens zijn,
want niemand, behalve wij beiden, wist
iets van mijn vaders manuscript. In ieder
geval is het maar een geluk, dat ik het in
de kist heb gelegd met dit dagboek, voor
dat ik een wandeling ging doen naar Bom
bay Margery heeft mijn brief nu zeker al
ontvangen, mijnheer Sanderson was zoo
verstandig te wachten tot na den afloop
van mijn ziekte er haar niets van te vertel
len en haar niet ongerust te maken. Nu be
hoeft zij er niets van le weten voordat wij
elkaar weerzien.
2i O c t o b e r. Mijnbeer Sanderson is een e»
al goedheid voor mij: ais ik zijn broeder
geweest was. hij zou niet meer bezorgd
kunnen wezen. Maar hij blijft er bij den
aanval in verband te brengen met den
grooten Robijn van Ceylon: bet is zeker
een merkwaardige samenloop van omstan
digheden. dat dit duistere hoofdstuk in
mijn levensgeschiedenis onmiddellijk volgt
op mijn vaders waarschuwing, maar dat is
ook alles wat men er van zeggen kan. Hem
trachten le overtuigen zal ik maar op
geven.
31 October. Ik ben nu veel beter Mijn
krachten en mijn geheugen komen langza
merhand weer terug. Ik ben blij dat ik dat
zeggen kan. Eerst was het of ik mij niets
van mijn vorig leven herinneren kon. maar
nu herinner ik mij alles tot op het oogen
blik van den aanval. Van, hetgeen er daar
na is gebeurd weet ik niets meer, dat is
wel een tijdsverloop van drie maanden Ik
kan nu een klein beetje loopen. mijnheer
Sanderson beeft een paar keer een tochtje
met mij gedaan Het is wel vreemd, maar
ik dacht zeker dat ik gisteren John Rail ton
zag loopen. Ik heb mij waarschijnlijk ver
gist. maar toen verbaasde het mij niet dat
hij nog hier was, daar ik mij dien tusschen-
tijd van drie maanden niet herinnerde. Als
het John Railton geweest is. heeft hij ze
ker werk gekregen in Bombay; maar het
is een schande dat hij zijn arme vrouw
zoo lang alleen laat. Ik doe helaas niet
veel heter, maar de hemel weet hoe graag
ik weg wou gaan, doch mijnheer Sander
son wil er op 't oogenblik nog niets van
hooren. Hij heeft mij beloofd een schip
voor mij le zoeken, zoodra hij denkt dat ik
in staat ben mijn reis voort le zetten.
4 Novembe r. Ik heb mij toch niet ver
gist. Het was John Railton dien ik gezien
heb op de Apollo Band. Ik heb hem van
daag ontmoet toen hij daar bijna op de
zelfde plek rondliep en ik heb met hem
gesproken, maar het schijnt dat hij mij niet
verstond. Ik wou hem vragen naar mijn
vriend Colliver, ik geloof dat hij al even
weinig van hem af weet als ik. Mijnheer
Sanderson zegt dat ik over een week wel
voldoende hersteld zal zijn om op reis te
gaan Ik hoop het. want dat wachten hin
dert mij vreeselijk.
21 November Eindelijk heeft mijnheer
Sanderson een schip voor mij gevonden. Ik
moet over vijf dagen naar Colombo met
den schoener „Campaspe": de kapitein is
een vriend, een zakenvriend van mijn gast
heer Ik zal de eenige passagier wezen en
mijnheer Sanderson heeft kapitein Dodge
een volledige opdracht gegeven om voor mij
te zorgen. Maar ik gevoel mij nu sterk ge
noeg en tot alles in staat.
(Wordt vervolgd).