S^HERSFÖÖRIBCH DAGBLAD
BINNENLAND.
Nieuwe Viithoeden voor de reis.
Verhuring van Lips safe-loketten
WILLEM GROENHUIZEN
Maison de Jager Zn.
DOODEMANS ROTS.
Vrijdag 19 Juli 1929
.DE EEMlAMDEftj
28e Jaargang No. 17
DE „LEERDAM" WEER
THUIS
Repareer en bij Wilton
DE ZAAK LIEBERMANN
N.V. COMPAGNIE LYONNIASE
N.V. MIDDENSTANDS-BANK
Deskundige voorlichting bij
den aan- en verkoop
van Effecten.
Verzilveren van coupons
Handelscredieten
Incasseeringen
Spaar-deposito's-rente.4
JUWELIER.
Gedipl. Horlogemaker
EEN PAKHUISBRAND TE
ROTTERDAM
EEN VOORSTEL VAN DEN
RIJKS- BEMIDDELAAR
Vruchten-Koekjes en Bonbons
en Chocolade Nootjes.
FEUILLETON.
IIel verhaal van de
gestoorde reis
Het stoomschip Leerdam van de Hol
landAmerlkalijn, welk schip op de Cu
baMexico-lijn vaart en dat op 7 Juli bij
Fayal op de rotsen is gevaren, is gisteren
te Rotterdam met schade aan den bodem
aangekomen om te repareeren.
Dg gezagvoerder, kapitein J. van Duiken,
heeft over de stranding het volgende mee
gedeeld:
Het stoomschip Leerdam was den vierden
Juli van Vigo vertrokken met bestemming
naar Havannah. De route loopt langs de
Azoren. tusschen de eilanden Pico en San
Jorge. Op den voormiddag van den 7den
Juli bevond het schip zich bij den Oost
kant van het eiland San Jorge, waar het
Topo-eiland ligt. Bij het passeeren hier
van is, vermoedelijk door den harden
stroom het schip uit den koers geraakt en
zoodoende aan den grond gevaren.
Onmiddellijk werden voor alle mogelijk
heden de passagiers en een gedeelte van de
bemanning in de sloepen naar het eiland
San Jorge gebracht, hetgeen in de beste
orde en vlug geschiedde. De bemanning
toonde zich volkomen rustig, zoodat ook
bij de passagiers de goede orde niet werd
verstoord.
Nadat kort na den middag de Leerdam
met eigen middeleij was vlot gebracht en
er geen gevaar was voor het schip werden
de passagiers wederom ingescheept en
daarna werd naar Horta op het eiland
Fayal gestoomd, waar dien avond om 10
uur werd geankerd. Hier is het schip twee
dagen blijven liggen. Daarna werd naar
Ponta Delgada op het eiland San Miguel
gevaren, om de passagiers in afwachting
van het stoomschip Spaarndam, dat met
spoed naar Ponta Delgada was gedirigeerd,
om de passagiers verder naar Havannah
en Mexico te vervoeren, daar tijdelijk aan
wal onder te brengen.
Het schip moest voor reparatie van de
bekomen schade naar Rotterdam terug, het
is 12 Juli van Ponta Delgade vertrokken
en gistermorgen vroeg in Rotterdam aan
gekomen, zonder dat zich op deze terugreis
eenige bijzonderheden hebben voorgedaan.
Tot zoover het relaas van kapitein J. van
Duiken.
Naar de N.R.Ct. verneemt zal de Leerdam
bij de werf Wilton repareeren.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd voor het studiejaar 1929—1930
tot rector-magnificus der Rijksuniversiteit
te Leiden Dr. N. v. Wijk
te Utrecht Dr. A. A. Pulle
te Groningen Dr. W. J. Aalders
tijd. benoemd tot leeraar der R. H. B. S.
te Oud-Beijerland W. Ploeg Jr. te den Hel
der
op verzoek eervol ontslagen met dank
met ingang van 1 September, Ir. S. Nien-
huijs Mulders, als hoofd-ingenieur der Tele
grafie en Telephonie te 's-Gravenhage
Het hoofd van het 4e district der arbeids
inspectie te Utrecht zal van 29 Juli tot en
met 24 Augustus 1929 als zoodanig worden
vervangen door den hoofdinspecteur van
den arbeid ingenieur J. H. J. Huygens te
's-Gravenhage.
STAKENDE LANDARBEIDERS EN
KOSTELOOZE RIJWIELBELASTING-
MERKEN.
Mededeeling van den mi
nister van financiën.
De minister van financiën heeft het
hoofdbestuur van den Nederl. Landarbei-
dersbond meegedeeld, dat hy geen bezwaar
heeft tegen uitreiking van kostelooze rij-
wielbelastingmerken aan de stakende ar
beiders omdat een staking iets van tijde-
lijken aard is, en het personen betreft, die
een vasten werkgever hebben, zoodat het
mogelijk is na te gaan, of«de afstand, dien
zij hebben af te leggen om hun werk te
bereiken, het gebruik van een rijwiel wet
tigt.
GROOT VERLOF VOORJAARS-
PLOEG
Weoscb van Ter Laan
niet ingewilligd
Op de vraag van den heer K. ter Laan
betreffende den datum van het vertrek
met groot verlof van dienstplichtigen, wier
opkomst is uitgesteld in verband met de
in het afgeloopen jaar heerschende griep,
luidende
Is de Minister bereid, de dienstplichti
gen van de voorjaarsploeg 1929, die ten ge
volge van de toen heerschende koude en
om ziekte voorkomen niet werden opge
roepen op de oorspronkelijk aangewezen
dagen, waarop zij reeds gerekend hadden,
doch enkele weken later, toch met groot
verlof te laten gaan op de aanvankelijk
daarvoor vastgestelde dagen
heeft de Minister van Defensie, Larabooy,
het volgende geantwoord
Er bestaat overwegend bezwaar te
gen, aan den in de vraag opgesloten
wensch gevolg te geven, omdat daar
door de geoefendhied van de dienst
plichtigen, over wie het hier gaat, be
neden het vereischte minimum zou
blijven.
Verdachte en O.M. in hooger
beroep
Men meldt on3 uit Amsterdam:
Naar wij vernemen is Salomon Lieber.
mann, die in verband met de bekende af
faire der V eendammer Hypotheekbank
door de Vierde Kamer der Amsterdamsche
Rechtbank is veroordeeld tot drie jaren ge
vangenisstraf van dit vonnis in hooger be
roep gegaan.
Ook de Ambtenaar van het O.M., mr. Rei-
lingh, heeft appèl aangeteekend.
Bij de nieuwe behandeling der zaak dooi
het Amsterdamsche Gerechtshof zullen
mrs. F. A. Kokosky te Amsterdam en J. E.
W. Wuys te den Haag Liebermann als
raadslieden bijstaan.
Bij de behandeling der zaak door d6
Rechtbank was Liebermann naar men weet
verdedigd door mr D. Giltay Veth.
VERDUISTERING
Een expediteur te Amsterdam had zijn
knecht met een auto, ter waarde van 1500
naar Nijmegen gestuurd om daar machi
nes ter waarde van 2500 te halen. Daar
de knecht niet is teruggekeerd, deed hij
aangifte van verduistering.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 AMERSFOORT
voor Amersf°ort en Omstreken
Langegracht No. 4 - Telefoon 304
AMERSFOORT
Directie: A. H. MARTENS.
Tel. 852. LANGESTRAAT 43
Gevestigd 1885
Eenige branden geven de Roltcr-
damsche brandweer druk werk
Het blusschingswerk bemoeilijkt
De Rotlerdamsche brandweer heeft gis
teravond het weer eens buitengewoon druk
gehad. Reeds in den middag brak er brand
uit in een stapel spoorwegbiels, die als
onderstopping diende voor een in aanbouw
zijnde electrische draaischijf op het spoor
wegemplacement aan de Tweede Rose-
straat. Deze brand, die ontstaan is door
vonken van een steekvlam, is met een
drietal stralen gebluscht. De brandweer
ondervond hierbij buitengewoon veel be
lemmering door de omstandigheid, dat op
spoorwegemplacementen in Rotterdam,
waar uit den aard der zaak vaak groote
hoeveelheden brandbare stoffen aanwezig
zijn, geen brandkranen zijn. Men moest
hier dus, zooals altijd, honderden meters
slang uitleggen om de beschikking te krij
gen over het noodige water.
In den loop van den avond hebben ver
der nog een drietal kleine brandjes ge
woed, die alle met betrekkelijk geringe
middelen één slang op de waterleiding
konden worden gebluscht.
Doch omstreeks half één vannacht zag
zij zich geplaatst voor een brand van ern
stiger aard. Deze brand brak uit in het pak
huis van den koopman L. v. Zanten, ge
vestigd aan de Hoogstraat 144, waarin
groote hoeveelheden ongeregelde goederen
lagen opgeslagen. Na den brand bij van
Reeuwijk, aan de Kipstraat,' heeft koop
man Van Zanten verschillende beschadigde
goederen uit deze brand opgekocht, waarna
het toeval wilde, dat enkele weken daarna
in zijn eigen pakhuis brand uitbrak en
deze goederen gedeeltelijk weer verbrand
den.
Enkele weken geleden had Van Zanten
een partij goederen opgekocht, die afkom
stig waren van den brand van de fa. E. en
L. aan het Haagsche Veer. Met deze goede
ren was zijn zaak nu gevuld toen voor db
tweede maal in korten tijd bij hem brand
uitbrak. De brandweer stond hier voor een
zeer moeilijke taak. Het bewuste pand ligt
geheel ingebouwd, zoodat niet alleen hier
door de vuurhaard moeilijk te bereiken
was, maar ook door het feit, dat het pak
huis zoo overvol was, dat de kisten zelfs
op de trappen stonden opgestapeld.
De brand is uitgebroken op de eerste
etage. Do eerste slang is zoo goed en kwaad
als het ging langs de trap naar boven ge
leid, nadat men de deur had opengebro
ken, de tweede slang is door den winkel
naar achter geleid, een derde is aan de
voorzijde omhoog gericht, twee slangen
konden door een belendend perceel, een
lampekappenzaak, die zeer veel waterscha
de kreeg, naar boven worden geleid, ter
wijl ten slotte een zesde slang werd uiige
legd in den Groenendaal, de straat, die
achter de Hoogstraat loopt.
De motorspuit werd in reserve gehouden,
waarbij het zoeklicht in het nachtelijk duis
ter goede diensten bewees. Na een uur
was men den brand meester. De situatie in
het perceel trok sterk de aandacht van de
aanwezige brandweerautoriteiten. Men ver
wonderde zich zelfs erover, dat er verze
keringen waren afgesloten op de goederen,
die op dusdanige wijze in een uiterst brand
baar pand waren opgestapeld.
De eerste verdieping is vrijwel uitge
brand, een groote partij goederen ging ver
loren, Verzekering dekt de schade.
BEZOEK AAN DE ZUIDERZEEWERKEN.
Woensdagmorgen worden de Zuiderzee
werken op Wieringen door ongeveer 2000
personen bezocht.
MALVERSATIES BIJ EEN BANK.
Ze loopcn over tonnen.
Woensdagmiddag werd ter Beurze van Am
sterdam druk besproken een geval van
ontdekte malversaties bij een der groote
bankinstellingen daar ter stede. Nadat een
hoofdambtenaar van de .desbetreffende
Bank was overleden, zijn in diens admini
stratie de verduisteringen ontdekt. Zij zijn
gepleegd in een groot aantal jaren en
moeten veie tonnen gouds bedragen. De di
rectie, door het Hbl. naar het gebeurde ge
vraagd, zei dat alles nog wordt nagegaan en
eerst over eenigen* lijd de geheelc omvang
der gepleegde fraude kan worden overzien.
Nader wordt ons uit Amsterdam gemeld,
dat de in het bovenstaande bericht be
doelde instelling de Amsterdamsche Bank
is en dat het tekort meer dan 3 ton be
draagt. De verduisteringen moeten over
een tijdsverloop van circa 10 jaar ge
pleegd zijn.
AUTO TEGEN EEN BOOM
Een 3-jarig kind ernstig
gewond.
Aan den Volgerweg te Deemster i Woens
dagmorgen een auto in volle vaart tegen.etj
boom gereden.
De auto werd totaal vernield. Van do in-
zitende 3 personen werd een kindje van
3 jaar ernstig aan het hoofd gewond.
DOOR EEN AUTO GEDOOD
Te Iverkrade is Wocnsdagmid. de 14-jarige
J. M. door een auto overreden en gedood.
AUTO IN HET
NOORD-HOLLANDSCH KANAAL.
Woensdagmorgen reed de heer P. W. Bak
ker, boekhouder te Purmerend, met zijn
luxe auto, waarin ook zijn vrouw en zoontje
zaten, links van den weg tegen een boom
tusschen Purmerend en Ilpendam. De bot
sing was van dien aard, dat hij aan de
rechterzijde van den weg het Noord-Hol-
landsch kanaal inreed. Een van de omwo
nenden, de heer Kramer, was onmiddellijk
ter plaatse en slaagde erin den heer B. en
het kind vrijwel ongedeerd uit de auto te
halen; mevrouw B. werd ernstig gewond
door Kramer uit de auto gehaal. Alle drie
zijn naar het gasthuis te Purmerend ver
voerd.
Verhooging van de loonen der
losse arbeiders met 50 cent
Het Zaansche ccaflict
Gistermiddag heeft te Zaandam op uit^
noodiging van den waarnemend Rijksbé-
middelaar voor District II de heer H. A.
IJsselstein een conferentie plaats gehad
met het bestuur van den bond van werk-*
gevers in het houtbedrijf eenerzijds en af-<
gevaardigden van de vier in het houtbe
drijf samenwerkende organisaties ander
zijds, ter bespreking van het conflict van
d* Zaansche houtindustrie. Na beëindiging
van de bespreking, heeft de Rijksbemidde
laar partijen in overweging gegeven de
loonen van de losse arbeiders met 50 cent
te verhoogen en de tarieven, dienovereen
komstig op te voeren. Aan beide partijen is
verzocht uiterlijk Maandag 22 dezer den
Rijksbemiddelaar mededeeling te doen of
dit voorstel wordt aanvaard.
DE KONINGIN NAAR SOESTDIJK.
Bezoek aan de Koningin-
Moeder.
De Koningin heeft gisteren per auto een
tocht gemaakt naar Soestdijk voor een be
zoek aan de Koningin-Moeder. In den loop'
van den middag werd II.M. op het Huis
ten Bosch terugverwacht.
De Koningin zou heden weer naar liet
Loo vertrekken
MGR. A. TH. PANKEN. -j- J
Te Geffen is naar „De Msb" meldt,
overleden mgr. A. Th. Panken, kanunnik
van het kathedraal kapittel van het bis
dom s-Hertogenbosch en emeritus-regent
van het klein-seminarie te St. Michielsge
stel.
DUITSCHER BIJ ESSEN IN ARREST
GESTELD.
Verdacht van diefstal te Arnhem.
Dezer dagen werd te Arnhem bij een
weduwe diefstal gepleegd. Ongeveer 400,
oen dameshorloge en een rijwiel, werden
ontvreemd. De Arnhemsche recherche waar
schuwde do Duitsche politie, die thans,
volgens de Tel., een Duitsclier in de buurt
van Essen heeft aangehouden en gevan
gen genomen. Hij had het rijwiel, het hor
loge en het grootste gedeelte van het ont
vreemde geld nog in bezit.
GEMEENTE-AUTOBUS BEKNELD.
Groote matorieele schade.
Een tramtrein komende van do Weesper-
zijde in Amsterdam was midden op de
Nieuwe Amstelbrug genoodzaakt voor een
passeerendo auto te stoppen, zoodat de
tramtrein stroomloos stond De bestuurder
van een gemeente-autobus, die achter den
tramtrein opreed, had dit niet tijdig ge
noeg opgemerkt, zoodat de autobus tus
schen bijwagen en verhoogd voetpad be
kneld geraakte. Er was groote materieele
schade.
GEM. SLACHTHUIS TE NIJMEGEN.
De gemeenteraad van Nijmegen heeft bei
noemd tot directeur van het gemeentelijk
slachthuis aldaar de heer dr. R. van San
ten, sedert 1 Juli 1922 adj.-directeur van
genoemde inrichting.
Langestraat 56 Telef. 115.
Naar het Engelsch van
A. T. QUILLER—COUCH.
Na een paar uur, scheen het mij toe,
maakte Peter mij wakker; hij schudde mij
aan mijn arm en zei dat het tijd was op
weg te gaan, wanneer wij op den top van
den berg de zon wilden zien opgaan. De
maan was nog schitterend licht toen wij
op weg gingen om de drie mijlen af te leg
gen, die wij nog van den top verwijderd
waren. Daarna moesten wij nog een stroom
of rivier over: liet water schitterde in het
maanlicht, zoodat het onze oogen verblind-
daarna weer een rotsachtige rivierzoom
over. En eindelijk begon het ernst te wor
den met de klimpartij. Eerst door een don
ker woud, dat uitliep op een smal voetpad
dat al steiler en steiler werd en nog steeds
door bosschen. Het maanlicht kon hier niet
doordringen, de gidsen staken dus fakkels
aan, die flikkerden en lange schaduwen
wierpen op den rotsachtigen wand. Lang
zamerhand ging het pad in een smal water
loopje, waar wij achter elkaar moesten op
klauteren. Het was zoo smal, dat twee
mannen elkaar haast niet konden passee
ren en de planten groeiden zoo weelderig,
dat de fakkels de overhangende varens
.schroeiden. Peter liep vooruit, ik volgde
hem op den voet, maar telkens hoorden wij
.«door een plof of een kreet van Paul achter
£di dat wij een aardklomp hadden losge
maakt die naar beneden rolde. Behalve dat
en onze voetstappen hoorden wij geen en
kel geluid.
Wij kwamen maar heel langzaam
vooruit, want het werk van den vori-
gen dag had onze krachten bijna geheel
uitgeput, maar eindelijk kwamen wij toch
weer in het maanlicht en klauterden een
rotsachtig paadje op halverwege den berg.
Hier voelden wij eon frisschen wind, die
ons bezweet lichaam deed rillen, zoodat wij
blij waren weer voort te kunnen loopen.
Wij wierpen een blik in den afgrond be
neden ons, die zich baadde in het maan
licht, staken nieuwe fakkels aan en zetten
den tocht voort. Hier was geen planten
groei meer, niets dan een naakte rots. Aan
den voet van de Piek gekomen, riep Peter
ons toe halt te houden en wee9 ons de
kettingen aan die aan de rots bevestigd
waren. Als die er niet geweest waren, had
ik de bestijging nooit aangedurfd. Het
danste mij voor de oogen en ;k was duize
lig van vermoeidheid toen ik als een vlieg
tegen den steilen wand aanhing. Maar
wanhopig de kettingen vasthoudende, die
in de rots waren bevestigd, heesch ik mij
zelf achter Peter omhoog en zonk eindelijk
uitgeput op den rand neer.
Het zou nu niet lang meer duren voordat
de zon opging. Toen ik mijn krachten ver
zamelde voor de laatste inspanning, her
innerde ik mij dat tusschen de struiken,
waar wij nu door heen moesten, de boom
met de zeven stammen moest staan, waar
ik op moest letten. Maar ik had niet veel
kans het te kunnen onderscheiden bij deze
flikkerende fakkels, waarbij alle3 er heel
anders uitzag en iedere boom wel duizend
fantastische vormen aannam. Ik moest mijn
onderzoek uitstellen tot wij den volgenden
dag den berg afdaalden; in ieder geval zou
ik den top eerst bestijgen voordat ik mijn
onderzoek aanving.
Wij waren in een labyrinth van rhodo
dendrons gekomen, de rose bloemen kwa
men zonderling uit bij het fakkellicht en
ik was verdiept in deze overdenkingen,
toen plotseling mijn enkel glipte en ik voor
over viel. Mijn twee gidsen waren dadelijk
bij mij en hielpen mij dadelijk op de been.
„Mooi zoo!" zei Peter, „gelukkig, dat het
niet ergens anders gebeurd is. Maar pas op
bij den laatsten ketting. Maar wat heeft
hij
Dat mocht hij wel vragen, want daar vlak
bij mij zag ik met gespannen aandacht
maar toch twijfelend een dikken stam in
zevenen gespleten, ja zeven, met takken die
weer in elkaar waren gegroeid en een dicht
gebladerte vormden. Dat was mijns vaders
boom.
Dus tot zoover sprak het perkament
waarheid. Dit was de boom, opmerkens
waardig, men kon er zich niet in vergissen
en niet meer dan dertig voetstappen van
de plek waar ik stond lag de sleutel tot
den schat waarvoor ik zulk een afmatten
de reis had gedaan. Maar het was nog geen
tijd om met het onderzoek te beginnen. Bij
klaarlichten dag en alleen moest ik het ge
heim opsporen. Ik moest nog eenige uren
wachten. Mijn zenuwachtige spanning, die
mijn beide reisgenooten zoozeer verbaasd
had, was gelukkig verdwenen; ik bekeek
den boom zoo aandachtig mogelijk, zoodat
ik de plek goed in mijn geheugen had en
gaf het signaal om verder te gaan. Wij
liepen dus voort in dezelfde volgorde van
zoo even en om niets te verzuimen telde ik
de voetstappen. Ik was al bij zes honderd
twintig ofschoon als ik het lastigo pad
en de duisternis in aanmerking nam, dacht
dat dit misschien niet veel zou helpen,
toen wij bij de tweede serie kettingen kwa
men. Mijn voet begon mij al pijn te doen,
maar zelfs zonder die pijn en in de gun
stigste omstandigheden zou dit gedeelte
toch verreweg het moeilijkste gedeelte van
den tocht geweest zijn. Overal een dichte
duisternis, zoover wij het onderscheiden
konden een dikke mist tot in een onpeil
bare diepte. De rots voor ons liep bijna
loodrecht naar boven. Aan de neiging naar
beneden te kijken was het haast onmoge
lijk weestand te bieden, maar Peter in de
voorhoede riep voortdurend: „Haast u!" en
de stem van Paul achter mij herhaalde
dien wenk, zoodat ik zwoegend en hijgend
en op het punt flauw te vallen, mijn vin
gers geklemd om den ketting, totdat het
vel er af hing, iedere zenuw van mijn
lichaam, iedere spier gespannen, ik voort-
klauterde, klauterde totdat ik mij met een
laatste krachtsinspanning omhoog zwaaide,
en het laatste eindje van de rota meer op
strompelde dan liep en toen mijn gidsen
knielden en met uitgestrekte handen den
kreet aanhieven: „Saadoo! Saadoo!" viel ik
uitgeput voor het Boeddhabeeld neder.
Toen ik bijkwam zag ik juist boven mij
de open reliquiënkast op een verhoogte
staan, met een laag muurtje er omheen, op
een paar meter afstands een hutje, waarin
de priesters wonen; verder niets dan lucht,
lucht, lucht! De dag begon aan te breken,
reeds vertoonde zich het bleeke licht aan
de oosterkimme en een paar vurige stre
pen kondigden de zon aan. De priesters
waren opgestaan om de pelgrims te ont
vangen en toen Paul mij naar den rand
van het plateau leidde zag ik heel in de
verte beneden mij de fakkels van den stoet
pelgrims, die den berg bestegen. Er waren
er reeds eenigen gekomen, zij stonden hui
verend in hun dun gewaad rondom den
top van den berg.
Weldra hoorde men in de verte het go-
zang der vrome mannen, nu eens zachter
dan harder. En toen plotseling verscheen
de zon in al haar majesteit, een vloed van,
gouden licht. Ik zal u den indruk niet be
schrijven, dien de zonsopgang daar hoven
op ons maakte, de eerbiedige bewondering
van de vrome menigte, die daar met ge
bogen hoofd nederknielde, „Saadoo! Saa
doo!" roepende. Zelfs ik, de eenige Euro
peaan, kon niet nalaten het hoofd te bui
gen en de handen op te heffen, zoover werd
ik meegesleept door het vurige geloof van
deze schare.
Terwijl ik dit zonderlinge tooneel stond
gade te slaan, trok Peter mij aan de mouw
en wees naar het Westen. Ik keek om en.
al de wonderen die ik had aanschouwd
zonken in het niet. Want daar ginds, on
opgemerkt door de menigie, maar niette
min duidelijk en helder, vertoonde zich een.
andere plek, nog half in 't duister aan den
Westelijken hemel. Trotsch verhief zij ziclr
ten hemel en terwijl ik vol ontzag naderde
totdat het scheen of zij zich op mij zou
neerstorten was zij in eens verdwenen.
Was het de schaduw van iets dat dagen
lang op mijn ziel had gedrukt en er nu
van was afgenomen? Zou ik er nu einde
lijk van bevrijd zijn? Ik twijfel er aan.
(Wordt vervolgd). 1