Rubriek van Go n Key
VAN EEN KAT, DL
DA EEN AST;
Je Prinses en de
Schildknaap
VOOR DE KLEINTJES
OOST WEST, THUIS BEST
i
De vorige week, toeji ik jelui mijn in
schreef uit Valkenburg, Leloof.le ik je ook
deze week van mijn vacant ie i» i
mij le laten hmn-ni. Aks ik ii r
schrijf, ben ik al\\nl; m Yt
I-inibc:'.^ v 1 "We 1 jY
was ziog blJzomYa mooi, zo .dal j
te genieten was Maar non alk komt -•
einde, ook aan och prettig ae:miie-\ ctUHiI
Nu zou ik jenïi wol hom -I.m 11 n-m y<
lellen van alles, wat Ik'daar in Vaikcrtfjurg
cn verder Zuid Limburg heb en
gemaakt, maar daarvoor m ik op 'i n r
blik geen gele.-vnln id. fi -uv
heb ik jelui ook al lie-1 v 1 M
de geschiedenis en van >i - n le
den, die aan hot ..land .nn al! i
zijn verbonden. Ik heb 1 1
.van de oude ruïne, een overblijfsel y,an het
eens zoo machtige cn .«t k -
oudtijds de edele ridder--
allerlei tournooien en i me lon werrb.-o
gehouden Die rt:ïnc is th: us r.u-.r 1
de meest belangrijke li an
het stadje. Telkens weer Y> je m >1 volu
men vreemdelingen naar bovoh 1 rekken om
de oude resten van het sim in 00 gen-a-houw
te gaan nemen. Natuurlijk hel» ik dat zelf
ook gedaan, niet alleen nmdai ik hef we!
eens interessant vond te zien hoe on - ui-
ouders daar in dat oude kaste.1 - ,rl
hadden, maar vooral nok omdat men vanaf
de ruïne zulk een magnifiek êh uitgestrekt
vergiezicht heefi over de omgeving van hot
geheele Geuldal. En onwillekeurig zie je
dan in gedachte het Y 1 r
je, zooals hel (laar vroeger iuvfi yiYnan.
te midden van de donkere bosschen. walv
in in die j ireii heel wai hoeven en -in.uk-
roovers huisden. Een van dl 1 r - nh inh 0
noemden zich de ..Bokkenrijders Over di«
„Bokkenrijders" is heel wal geschreven. Er
werd zelfs een tooi)pel111 k ungiwoerd. dut
over déze schavuiten handelde, laren 1 mg
hebben die Bokkenrijders Valk' nbiirg en
omstreken onveilig gemankt en tui van lie
den zijn in handen gevallen van ro.
vers. Maar daarover zal ik jehli la
wel eens wat meer vertellen.
Nu neem ik afscheid van jelui 1 1 \Y
gen de week. Dan b-enik weer in ,\m
terug ui zal ik weer jelui 1 m 1 ank-
woorden.
OOM KARBL.
hét pi'in- j „Kun jij misschien beter het
weer voorspel h-u dan onze geleerde astro
loog
„Neen, Uwe Hoogheid, ik weet er ook
j niets'.van™ verontschuldigde zich-de vrouw.
..'■iaar mijn poes schijnt het beter te weten.
Die chijnt hèt altijd te weten, als er spoe
dig regen zal komen, zelfs al is het weer
nog zoo schoon en de lucht helder..."
„Maar hoe kan een poes dit nu vooruit
weten vroeg het prinsesje.'
,.r.n .toch is hel vaar, Uwe Hoogheid",
vri het.aui.woord. „Want altijd als mijn
.pöe's'zich met liet 1 vhtervoorpootje achter
haar rch ter oortje J-mbt. komt er binnen
een, paar uur beslist een flinke regenbui.
Let u maar rans op, Hooghmd, on u zult
Vip it dat ik de waarheid spreek...."
Eii wal. (Ie kamervrouw tot het prinsesje
had {jf/.Hgd, kwnrn beter uit uit dan de ho
cus-pocus \an den sterrenwichelaar. Want
het prinsesje, dat niet aan haar oordén
geloofde, ging toch uit in jglar open lcoets.
Maar 1-ze in het bosch aan hetbloe-
ihefn plukken was, brak jer jz'üïk een felle
reepbui los, dat zij'druipnat werd. En aan
schuil n wns '.cn d'cnktnV: ze was ook al
zoo héél ver het bosch in gëgaari. Doornat,
onfi ar zijden kleedje en de hoed met vee-
ren geheel bedorven, kwam ze eenige uren
later thuis. Zoo nat als ze was.- liep ze toen
tiaar de vertrekken van den koning, en
vro hem op ontevreden, toon: „Vader,
wat doet u toch met zoon sterrenwiche
laar, dien u zoo duur moet.betalen, in uw
paleis Waarom houdt u toch dien dom-
men man in uw dienst? Die domoor weet
immers nog véél wincfèr dan een kat
TANTE JOH.
sterrenwichelaar.
■,.i,P....v.!TVTpaTO
Prins
van de
.le
^ter-
duur
't Was in den goeden, oud 11 tijd,
menschen nog geloofden aan in.
heksen, en zelfs vorsten er een u
renwichelaaj* op nahielden. Yi
moesten betalen voor alle voer -
andere hocus-pocus, die i j hu
te, dat een prinses aan den si ie
laar van haar vader vro 1
van het weer, gij wijze ma v! Zou dm
geheelen dag zoo sein »u bli;\'•'•'ai
wil straks in de-open kot na: i
rijden en dnar^uin wande
plukken. En-krijg ik nu «.ndm -
genbui, dan bederven mijn 1
mijn hoed piet veeren. Ilc wil a fS
er regen komt
De astroloog staarde bij deze vraag e'en
poosje door een gi'ooten Li;]; nar Y
lucht, vroeg daarna wat i 1 di
het prinsesje niet verstond, aan
kraai, die op zijn linker,- r
toen de kraai daarna luid i -
sen, schreef de man - - -».
stuk perkament, begon deze uil
rekenen en sprak, na een la s en
eindelijk „Droog en helder blijft vahdftag
het weer, Uwe Hoogheid. L'
rijden in Uw open koels en blo yY -
lcen in het bosch, zond d
kleedoren zal bedorven. Do cijf rs, Y
en mijn tooverkraai voor-;" 1'-u i '-
nen dag
Zich; reeds verheugende op de ilijk»
wandeling, die zij straks in h« Y -■ h zou
maken, liep het prltusesje na ir 1 -
trekken terne en sprak één Y
vrouwen „Zeg, dat de open 1 i - over
een half uur moet vnorko- on on l",v mom
grooten hoed met veeivn .-»L l'
gaan rijden naqr het lx» li cn dm al
wandelende, bloemen plukken.
„Uwe Hoogheid moest liever 'e
niet uitgaan in de open koet- w no
de do vrouw. „U zult onderweg een linke
regenbui krijgen en doornat woirdi
„Hoe kun jij dit nu toch we n spotte
es Myra leunde uit het boogvenster
groote kamejvwaar ze dag aan dag
Sell ter het spinnewiel zat, het wieltje liet
snorren, snorren, tot ze er moe en verve
lend van werd,
De mooie rose i'ozen,-die langs het boog-
vona c 1" groeiden, geurden, zoetekes en vol
welbehagen -snoof Prinses Myra die zoete
ëeuren op.
Over de verre, lauden scheen stralend de
s,
wan iiii'ldagzpn „en zette alles in kleur
„O, wat is het'schoon builen", fluisterde
Piin-rs Myrt^ „Wat zou ik gaarne willen
loopen ussclien het rijpende koren en de
geur opsnuiven vah h'et pas geneden gras.
Maar ik moet spinhen, spinnen, heel den
zomtigim blijeVi dag. Jk mag alleende
schoone .natuur zien uit dft boogvenster,
verder niets."
Primas Myra was door .den vijand van
haar vader, den koning van het land waar-
meé'h' 'r land in oorlog was, gevangen
genomen cn naar een afgezonderd kasteel
gebracht, waar ze streng bewaakt werd
dóór'een oud° dienstbode, die er uitzag als
een heks cn de arme achttienjarige prinses
fep eer sinuwcn dan goede woorden gaf.
Ver. van haar geboorteland, in onzeker
heid of haar lieve ouders nog leefden,
bvachf Prinses M' ra nu al drie maanden
iri .Volslagen eenzaamheid door in het oude
boü\vvallige kasteel.
..D, .kwam er toch maar redding opda
cn Yzuchlte zij. llebhen dan al onze
ti-oinve onderdanen me vergeten? Waarom
5 er mand die me is gaan zoeken?"
T 11 klonk een zacht, ijl stemmetje op
eü 't was of het kwam uit de rozen, rlie
lanes het boogvenster opklommen.
„Ik ben eekomen om je te redden, PriD
r. maar je kunt. me niet zien, je moet
nié zoeken, zoeken!"
Prinses Myra dacht, dat ze droomde on
haar mooie, blauwe oog,en dwaalden vér-
ivard langs de klimrozen.
,d); zal' je terug brengen in je land, zoek
me dan toch!" klonk dringevder nog liet
ijle stemmetje.
..Waar moet ik ie zoeken?" vroeg in wan
hoop Prinses Myra. „Tk mag het kasteel
niet tut. O. zeg. liet toch. laat me niet in
onzekerheid!"
..Ik kan het je niet zeggen, je moet zelf
hitvindon waar ik ben. Geef je oogen den
kost.'"
De prinses' k-eek langs de rozen, die
i.inkten langs den muur en ze keek van
bov::) naar beneden, rpaar ze zag nielsi
„VYn je een roos. een blaadje," een lak?
rt je cn bijtje, een vogeltje, een rups'
.0. wiit ben je?"
T'.r kwam geen antwoord en de arme,
jor c prinses^)egde het-moede hoofd in de
handen en snikte zacht.
„Zie het kleinte niet voorbij, Prinses Myra
Jo jogciL waren ..ewend alleen te kijken
onaanzienlijke, Jiet zwakke, mismaakte,
stond je tegen. Heb je niet met je speelge-
nooten, den kleinen, gebochelden en zwak
ken tuinmansjongen gehoond en uitge
lachen, die door je va delfts goedheid in
dienst genomen \y'as? Die hen ik. Zoek me
dan!"
„O! 0!" huilde de prinses. „Ja, ik weet hel
Ik heb je uitgelachen, arme, mismaakt"
Winny. Maar. och. ik hen genoeg gestraft
Die drie maanden in dit kasteel zijn een
marteling geweest en denk, eens aan de,
smart die ik heb, nu ik zoo -wreed geschei-
Ion hen van mijn lieve punacs. I-Ielp mo
tori 1, Winny. Vergeet 'en vergeef en red
„Zoek me dan, Prinses Myra met de gou
den haren en dé mooie blauwe oogen. Zoek
me. Prinses Myra, geef je mooie oogen den
kost en xw< het kleïnr», onaanzienlijke te
vinden
Hand - i'nMcm.P boog de prinses zich
verder nog uit het venster.
..Ach ik vind hem niet." weeklaagde ze.
.Hoe zou hij ook te vinden zijn, tusschen
Je rozen."
„En toch kun ie er me vinden, mijn blon
de prinses. Tusschen de voll^, rosé rozen,
die je hun geuren toezenden kun je den
verschrompelden, kleinen Winny vinden.
Zoek dan!"
Alsof haat- oogen er heen getrokken wér
den zoo keek Prinses Myra opeens naar het
ééne dorre verschrompelde blaadje, dat aan
een tak vol rozen en frissche bladen zat. En
terwijl ér volkomen windstilte was en alle
rozen en rozenbladeren onbewogen waren,
begon plotseling dit eene verdorde blad. drit
groezelig aandeed uisMhen alle frischlmid.
te' bewegen.
Toen strekte Prinses Myra. haar kleine, j
blanke hand uit en streelde ze 'zacht over
het verschrompelde blad. Er voer een ril
ling doorhéén en het viel naar beneden in
den hof.
En ophetzelfde oogenblik, dat het blad
naar beneden viel, stond voor Prinses'My-
ra's verbaash.' blikken een luiter te paard
in den ,-hof en een hanr welbekende stem
zei
„Spring 1 nar beneden. Prinses Myra, ik
vang }'e op!"
En_ toen ij.'hanr A-.ig weifelen, drong hij.
aap
Vlug, spring! ik. ving ie!"
Ze'liet zich vallen en kwam juist zoo te
recht. dat ze voor hem in het zadel kwam
te zitten.
Ilij gaf hel dier. de sporen en voort, voort
snelde het in wilden ren tot het eindelijk
stil hield voor h kasteel van Prinses My-
ra's vader.
Toen tilde de ruiter h'aar van het pahrd
en hij droeg haat" binnen on toog mgt z'n
lichte last .-regelrecht naar de groote zaal
waar eenzaam eri bedroefd haai' Ouders za
ten.
„Vader! Moeder!" kreet de prinses en
topn omsloten;hanr de-armen van de geluk
kige-ouders en voelde ze zich veilig in de
koestering! van dit warme nestje.
„We hebben dén vijand overwonnen, ons
land is behouden, maar onze grootste schat
moesten we missen," zei de koning cn z'n
slem trilde van ontroering nu ze die groote
schat weer de hunne mochten noemen.
-V,Winny 1" riep, hij den koenen ruiter tot
zich, die hem zijn kind terug gebracht had.
„Kom hier. mijn brave knaap, voortaan zul
je mijn schildknaap zijn."
En Prinses Myra, zich naar hem ioe kee-
rend zei: .Winny. ik dank je voor mijn red
ding cn ik,dank je ook, voor de les. die je
me gegeven hebt. Ik geloof niet, dal ik ooit
in m'n leven me 1 spotten zal met... met..."
Ze wilde zeggen, met mismaaktheid, toen
ze plotseling zaï'. hoe de zijne geheel ver
dwenen .\vas 11 hij als een fieren, van lijf
én leden rechten kna -p voor ha.^v stond.
..Prinses Myra," zei hij. terwijl hij zich
Öiep. voor haar boog, „de feeën hebben ons
beiden ech 'geschenk gegeven. Ze gaven 'li de
macht, om mei één beweging van uw zachte
hand mij van een verschrompeld, dor
bin a l ie te veranderen in een man die de
krachten welke - hein geschonken zijn tot
z'n Inatsten n lerntocht in dienst zal stellen
van z'n blonde .prinses en zijn. geliefd Vor-
sienhuis."
Achterwaarts loopend verliet hij de zaal,
de gelukkige ouders met hun weergevonden
dochter keken hem vriendelijk lachend na.
(IIoll. Revue).
door
C. E DE LILLE HOGERWAABD.
Een stoel met open leuning,
Een kleuter slaat er vóór.
Een ander, vreemd, klein meisje
Kijkt er van achter door.
Zij zijn bei' wat verlegen
Kijken elkaar eens aan
Zouden die twee nu samen
Niet eens aan 't babb'len gaan
Plots houdt de één haar mondje
Vlak vóór de open reet.
Wat denk je, dat de ander
Toen wel heel ylugjes deed
Zij houdt haar kleine snuitje
Vlak bij de opening
Kijkt oolijk naar de ander
En zie het kleine cling
-i
Geeft t buurtje fluks een kusje
Ze lachen van de pret
En zijn nu twee vriendinnen.
Bravo, Manet}' en Jet
I11 den dierentuin, waar voor alle dieren
zoo goed mogelijk wordt gezorgd en waar
ze altijd volop van voedsel worden voor
zien, was in de afdeeling van de vogels den
l.ritsten lijd ontevredenheid te bespeuren.
De oppassers hadden het nog niet gemerkt;
die hadden .liet te druk met het schoonhou
den van.de hokken, liet harken van de
grintpaden en het korthouden van de gras
velden. De hoofdgrief van de vogels vond
haar oorzaak in de eentonigheid van hun
bestaan. Ze wilden 'n avontuur, ze wilden
meer van de wereld zien.
liet was Maart en het voorjaar was in
aantocht. De lust tot reizen ontwaakte bij
de dieren. Zoo hadden drie vogels zoo lang
zamerhand een vaste club gevormd. Leden
van deze club waren een eidergans, een
ekster cn een eend. Zoo dikwijls de gele
genheid zich maar voordeed, waren die
aan het mopperen cn aan het klagen over
do vrijheidsberooving in den dierentuin.
„Je zoudt er van aan het kwijnen raken,"
merkte de ekster wijsgeerig op. „Ik zou het
haast besterven van eentonigheid; 't. is
hier alle dagen ook precies hetzelfde Kom,
zoodra zich een goede gelegenheid voor
doet, gaan we de wereld in vreemde ste
den on landen bezoeken, dat moet heerlijk
zijn
De eend cn de eidergans leenden gewil
lig gehoor aan de oproerige praatjes van
do wn-anwijze ekster en op een vroegen
morgen van een heerlijken lentedag zagen
ze hun kans schoon en wisten met hun
drietjes ongemerkt te ontsnappen.
Nu waren ze vrij en gingen een prettigen
tijd tegemoet. Ze spraken af, altijd bij ef-
lcaar te zullen blijven en zoo gezamenlijk
te genieten onder de uitdrukkelijke voor
waarde, dat ze nergens zouden blijven, zoo-
dra één hunner, om welke reden dan ook,
het minder prettig zou vinden. En zoo to
gen ze op pad. Het duurde niet lang. of zij
kwamen voorbij een poelierszaak en waf
ze daar zagen, vervulde onze eend met ont
zetting. Allerlei vogels lagen daar in de
etalage cn op een groot, bord stond te le
zen „Eendvogels,.majsch en vet."
..Hier wil ik niet blijven.' kwaakte de
eend angstig. ..laten we. deze plaats van
moordenaars direct verlaten."
De eidergans en de ekster konden niet an
ders dan aan hel billijk verlangen voldoen
cn zoo trokken ze verder. Eerst toen de
poelierswinkel en de stad ver achter hen
lagen, voelde de eend zich weer veilig. Ze
waren nu hèelemaal op het platteland.
„En we zouden toch vreemde steden be
kijken." klapte de ekster.
Dan maar weer naar een andere stad.
Ook daar veranderde hun bezoek spoedig
in een overhaaste vlucht, want terwijl ze
stonden le kijken voor een winkel met de
kens en beddegoed, zagen ze ecu mooie
dikke deken uitgestald, waaraan een kaart
hing met de woorden: „Prima deken, ge
garandeerd dons van de eidergans".
Nu sloeg onze eidergans de schrik om
het hart en noodzaakte zij tot vertrekken.
„Denken ze hier soms, dat ik me laat pluk
ken vroeg ze verontwaardigd.
Toen ze weer goed cn wel huiten de
stadspoorten waren gekomen, begon de
ekster zich 'smalend uit te laten over haai'
tochtgenoot en. Wat zijn jullie toch benauw
de stumpers. Voor een onnoozel bordje in
een winkel laat je je bang maken en staat
te trillen op je poolen als een juffershond
je. Komt. moed'gevat, we gaan verder."
En zoo gebeurde hei, dat ze weer een
andere stad opzochten en daar terecht kwa
men voor het raam van een drogist. Ze
keken hun oogen uit, wat stonden daar een
mooie dingen, allerlei doosjes en potjes
met zalf eri vele andere zaken. Tot onze
parmantige ekster op eens een leuk doosje
zag, waarbij vermeld stond „Ekstei oogen-
pleister, uitstekend in het gebruik. In drie
dagen zijn eksteroogen totaal verdwenen".
„Zijn ze hier gek, ik wil mijn oogen niet
missen. Denken ze, dat ik blind wil wor
den mompelde onze praatjesmaakster,
nu bedeesd geworden. En op haar verlangen
verlieten ze ten derde male een plaats,
waar ze gedacht hadden veel moois te zul
len zien.
Wat nu gedaan? Langzamerhand begon
nen zo trek in eten te krijgen cn verlang
den zij naar de lekkere schoteltjes, welke
steeds precies op tijd door den oppasser
werden voorgezet.
Toen werd besloten, terug te keeren naar
den dierentuin. Met veel moeite wist de
club na een vermoeiende reis dien weer te
bereiken. Uitgeput en hongerig slopen ze
terug naar hunne hokken en waren wat blij.
toen ze weer veilig thuis waren. Oost West.'
thuis best.
y. A.