STADSNIEUWS.
E"
Voor de Reis.
Groole sorteering blikjes Bisquits
Rescues Zuurtjes.
Doozen en Doosjes Bonbons.
Fa, M.R.N. OOSTERVEEN
RAADSVERSLAG
Oucretet is één der oudste maar ook één der beste Radiotoestellen. Vertegenwoordiger:
UTRECHTSCHESTRAAT 15 F.H.LOM m 3eta,'ng 'n over,e9 met kooper
BEL483
F. H. LOMANS
VOOR ONZc
HUISVROUWEN
Openbare vergadering van den Raad der
gemeente Amersfoort op Dinsdag 30 Juli
des avonds 7 uur.
Voorzitter: de Burgemeester.
Afwezig de lieeren Boas, en Nieuwen-
liuysen.
Na opening der vergadering worden de
notulen der vorige .vergadering vastgesteld
zooals ze ter visie hebben gelegen.
Agenda
1. Ingekomen zijn o.a. de volgende stuk
ken en mededeelingen.
Adres d.d. Juli 1929 van het Plaatselijk
Comité van Overheidspersoneel om het
voorstel a an Burgemeester en Wethouders
terzake van ontslag aan de gehuwde amb
tenares niet aan te nemen.
Te behandelen bij punt i van de agenda.
Schrijven d.d. 27 Juli 1920 van het be
stuur der afd. Amersfoort van de Ned. Ver.
van Staatsburgeressen, waarbij wordt toe
gezonden liet verzoek van Burgemeester en
Wethouders tot uitstel van behandeling
van de aan den Raad gerichte voordracht
inzake ontslag van huwende vrouwelijke
ambtenaren.
Te behandelen bij punt 4 van de agenda.
Rapport d.d. 19 Juli 1929 van den Veri-
ficateur over de opname van kas en bere
ken bij de Centrale Boekhouding.
Kennisgeving.
Proces-verbaal van dc opneming van kas
*n boeken van den gemeente-ontvanger ou
19 Juli 1929 door den Verificateur.
Kennisgeving.
Adres ingekomen 11 Juli 1929 van G. J.
Peper en andere eigenaren van grond aan
den Woestijgerweg en Everard Meyster-
weg, waarbij zij mededeelon bereid te zijn
grond af te staan mit9 vóór of op 1 Maart
1930 met verbetering van deze wegen be
gonnen wordt.
Advies Burgemeester en Wethouders.
Verzoek d.d. 19 Juli 1929 van den ge
meente-Secretaris om verlof van 10 Augus
tus e.k. tot en met I Sept. '29.
Toegestaan.
Verzoek d.d. 11 Juli 1929 \an G. v. d.
Horst en andere agenten van Politie om in
aanmerking te mogen komen voor een
gratificatie, aangezien zij hun zilveren ju
bileum hebben gehad.
Te behandelen bij punt 5 van de agenda.
De heer Spiekermann vraagt of het
niet juister is, dit verzoek geheel los van
het voorstel te behandelen en het om prae-
advie9 te zenden.
De Voorzitter vindt dat het heter is
den loop der behandeling af te wachten.
Verzoek, ingekomen 12 Juli 1929 van H.
i. Hassink cn andere gemeentewerklieden,
die hun zilveren jubileum hebben gehad,
om in aanmerking te mogen komen \oor
een gratificatie.
Te behandelen bij punt 5 van de agenda.
Schrijven d.d. 13 Juli 1929 van G. v. d.
Klashorst waarbij hij verzoekt een uit
spraak van den Raad naar aanleiding van
le afwijzende beschikking van Burgemees
ter en Wethouders op zijn verzoek om res
titutie van 10 betaald voor het weghalen
van bedrijfsvuil in het dienstjaar Novem
ber 1927November 1928, terwijl er geen
extra vuil mee te geven was.
Als zijnde ongezegeld wordt dit sluk ter
zijde gelegd.
Schrijven d.d. 25 Juli 1929 van het be
stuur van het Burger Weeshuis, waarbij
wordt aangeboden de rekening over 1928.
Schrijven d.d. 29 Juli 1929 van het be
stuur der Chr. Nat. Scholen, houdende
verzoek gelden beschikbaar te stellen voor
het betegelen van de speelplaats van de
school aan de Rozenstraat.
Advies Burgemeester en Wethouders.
2. Benoeming van ccn leerares in de
lichamelijke oefening aan de Handelsscho
len.
Benoemd wordt Mej. H. J. H. van Emden
tp Utrecht.
Daarna legt de heer W. Froger, benoemd
tot gemeenteontvanger, de bij de wet \er-
eischte eeden af.
De voorzitter feliciteerde den heer
Fröger met zijn benoeming waarna dezo
lankt voor het in hem gestelde vertrou
wen.
3. Voorstel \an B. en W. om den heer
F. Wesseling eervol te ontheffen van de
tijdelijke waarneming van de betrekking
\an leeraar in de Aardrijkskunde aan het
Gymnasium.
Aangenomen.
4. Voorstel van B. en W. tot het verke
nen van ontslag aan vrouwelijk personeel
in gemeentedienst bij het aangaan van een
huwelijk.
De heer Hofkamp-
De uitslag van de gehouden stemming
in de Commissie van Georganiseerd Overleg
met betrekking tot het vraagstuk geeft geen
sterke meerderheid te zien:
5 Organisaties stemden er voor, 4 tegen
en één bond stemde blanco. Blijft nog de
vraag of die stemming ons wel veel zegt
en een juist beeld geeft van het aantal
voor- en tegenstanders dat echter elke or
ganisatie staat.
Wij hebben hier dus geen algerneene
en zeker ook geen groote instemming. Op
een voorstel uit die vergadering werden
geen discussies gehouden en ging men di
rect tot stemming over, zoodat we de ar
gumenten van vóór- en tegenstanders niet
kc-nnen. Daardoor mist de Raad wel het
een en ander wat hem bij de beoordeeling
zou kunnen dienen. Het voorstel schijnt
mij van te meer belang, omdat het ook
toepassing zal vinden op het in functie
zijndi» personeel. Er wordt dus een nieuwe
bepaling toegevoegd aan de voorwaarden,
waarop zij worden benoemd.
Het gaat hier als bij zoovele andere
zaken. Er is iets vóór, er zijn ook bezwa
ren die niet voorbij gezien mogen worden.
Kan Uw College ons ook nader inlichten
omtrent de gehouden stemming, door b.v.
mede te deelen welke organisaties tegen
«temden en hoeveel ambtenaren en werk
lieden zij vertebenwoordigen, vergeleken
tegen dat aantal der voorstanders? Het zou
kunnen zijn, dat de gehouden stemmin;
dan in een ander licht kwam.
Ik zal in elk geval de hesp \mgen in
den Raad moeten afwach* alvorens
mijn standpunt te kunnen bcjialen.
Bij het aangehechte tweede besluit mag
ik opmerken, dat daar onder sub. 2 zal
worden bepaald, dat op voordracht van
B. cn W., het ontslag telkens voor een
jaar kan worden opgeschort, dus zonder
grens, terwijl bij sul». 3 van het eerste be
sluit dit nader wordt omschreven met de
woorden: „doch niet meer dan drie maal
uitstellen."
De heer Van Beurden zal voor het
voorstel stemmen. Het vraagstuk der ge
huwde vrouw in de school is al van alle
kanten bekeken, zoodat ieder er wel een
vaste meening over zal hebben. Dat de
vrouw verstandelijk gelijk staat rnet den
man is waar, maar de vrouw verzuimt
meer wegens ziekte. Dat het niet wensche-
lijk is de gravida in school te hebben, zal
moeten worden erkend; daar er ernstige
bezwaren tegen zijn.
De heer Noordowier verzoekt eerst
te stemmen over liet adres der Ver. van
Staatsburgeressen om het verzoek tot uit
stel. Het voorstel tast de rechten der
vrouw aan en dan is het billijk haar in de
gelegenheid te stellen de bezwaren ken
baar te maken. Spreker stelt dan ook voor
het voorstel aan te houden.
De heer Stadig zou voor het verzoek
tot uitstel wat voelen als het niet ging om
een materie, waarin ieder zijn standpunt
heeft. Daarom was het zoo juist van hel
georganiseerd overleg er geen discussie
over te voeren. De argumenten zijn vol
doende bekend, het is een afgesappeld on
derwerp. Daarom is er geen reden tot aan
houding.
Het voorstel-Noordewier tot aanhouding
wordt verworpen met 9 tegen 12 stemmen.
(Links tegen rechts).
De heer Fremou w zou met eenige
schroom stelling tegen het voorstel nemen
als in het georg. overleg overeenstemming
was bereikt. De stemming was zoo, dat 4
organisaties tegen en 5 voor waren, ter
wijl een organisatie blanco stemde. Uit de
ze stemming blijkt, dat liet allergrootste
deel dei- geofganiseerden tegen het voor
stel is. Spreker meent dat het overweging
verdient de categorische vcrecniging uit het
georganiseerd overleg te houdon. Maar dit
i* thans niet aan de orde.
Spreker gaat de adviezen na van de ver
schillende onderwijs-organisaties. De com
missie van toezicht op het handelsonder
wijs is voor ontslag: curatoren van het
gymnasium eveneens, met dien verstande,
dat de maatregel niet zal gelden voor thans
in 'unctie zijnde leeraressen. Het rijks-
scliooltoezicht ziet een groot voordeel in de
verwijdering van de gehuwde vrouw uit de
school. De andere corpomties zijn er tegen.
Jarenlang is gestreden tegen de oude op
vatting dat de man is de heer der schep
ping en de vrouw er is om hem te dienen
Zij die zoo denken hebben echter niet be
zwaar gemaakt als de vrouw werd gebruikt
nis tendenz tot loondrukking. De grondwet
heeft de vrouw gelijk gesteld met den rnan.
Met het voorstel van B. en W. wordt nu ge
probeerd de vrouw weer in die oude positie
van afhankelijkheid terug te brengen. Door
dit voorstel is te vreezen dat een premie
wordt gesteld op de vrije verbintenis.
B. en W. schrijven dat het niet in liet be
lang is van het onderwijs dat het gegeven
wordt door gehuwde leerkrachten, daar ze
meer afwezig zijn dan de ongehuwden.
Wanneer een ambtenares haar werk niet
naar behooren doet, dan moet ze ontslagen
worden. Maar de ongehuwde onderwijzers
moet niet in eeri uitzonderingspositie wor
den geplaatst. Een gehuwde onderwijzeres
zal de kinderziel beter begrijpen. De soc.-
dern. fractie moet zich tegen het voorstel
verklaren, omdat de gehuwde vrouw over
haar eigen lot moet kunnen beslissen.
De heer Verhey meent dat het lot van
het voorstel wel zal zijn beslist. Het komt
hem voor, dat het voor sommige gehuwde
vrouwen heel goed kan zijn als ze in de
school werkzaam zijn. Daarom wil hij een
kleine wijziging, n.l. om te schrappen dat
het ontslag driemaal kan worden uitgesteld
De Voorzitter: Dat ziet op den 65-
jarigen, leeftijd, dan kan het ontslag 3 maal
een jaar worden uitgesteld.
De heer Verhey: Dan heb ik dat ver
keerd gelezen, maar gaarne geef ik mijn
idee in overweging.
De heer Stadig komt er tegen op, dot
de voorstanders van dit voorstel niet voor
de gelijkstelling van man en vrouw zouden
zijn. Ook moet men de tegenstelling link*
tegen rechts laten varen. De heer Fremouw
moet zijn licht maar eens opsteken bij den
heer Henri Polak, die zwiept met zweep
slagen de gevolgen van den arbeid der ge
huwde vrouw voor de omgeving en dat in
termen die niet voor tweeerlei uitleg vat
baar zijn.
De heer Noordowier meent dat de
oorzaak van het voorstel een beetje dieper
ligt dan in het voorstel staat. Wat is het
belang van het onderwijs? Als een onder
wijzeres huwt wordt ze dan minder ge
schikt om onderwijs te geven? Het zou
royaler zijn geweest als men had gezegd:
Wij zijn tegenstanders van den arbeid der
gehuwde vrouw cn daarom doen we dit
voorstel. Dat zou eerlijker zijn geweest. In
't algemeen erkent spreker dat de vrouw
hoort in het huisgezin, dat erkent ook Ilenri
Polak. Maar mijnheer Stadig citeert hem
verkeerd. Hij keert zich tegen de wijze
waarop de vrouw te werk wordt gesteld in
fabriek en werkplaats. Maar principieel is
geen aanhaling te citeeren an Henri Po
lak dat hij tegen den arbeid der gehuwde
vrouw is. Eigenaardig is het, dat de hceren
die er zoo voor zijn, in Armbestuur e.d.. er
niet tegen zijn om arme weduwvrouwen
uit haar huis te sturen om te werken voor
Weigert uw electris-- licht
DIE DOET ZIJM PLICHT
UTRECHTSCHES TKAAT 15
de dames die niets anders tc doen hebben
dan theevisites te ontvangen.
Wij laten de vrouwen toe op alle onder
wijsinrichtingen. Dat kost schatten geld.
Waarom doen we dat? Orn straks de men
schen te hebben die de plaatsen kunnen be
zetten om de welvaart tc behoudon cn uit
to breiden. Maar dan is bet toch een zot
ternij als die vrouwen gaan trouwen, te
zeggen: ga nu maar in je huis kousen stop
pen enz. Spr. wenscht do ..uw.niet achter
gesteld zien bij den man. liet is een smoesje
te zeggen, dat de vrouw minder waard is
voor het onderwijs. Het is zuiver een finan
cieel belang.
De heer Van Lonkh u yzen meent dat
do vraag moet bezien worden hieruit: Wat
is do vrouw? De studie is niet weg als de
onderwijzeres trouwt, in het gezin wordt
de wereld gevormd en daar kan ze haar
studie gebruiken. De vrouw moet een man
hebben die voor haar kan zorgen en nu is
het toch te gek. w/.ar we arbeid te kort
hebben, dat die vrouw ook nog een plaats
moet bezetten.
De heer Fremouw merkt op, dat de
plichtgetrouwe ambtenares ook haar plicht
voelt voor het gezin. Het zijn meestal betere
moeders dan de bourgeois vrouwen, die haar
tijd verdoen met danspartijtjes, autotocht
jes e. d. Het doet eigenaardig aan dat nu
wordt gesproken van de werkgelegenheid.
Maar die wordt niet minder, want dc ge
huwde onderwijzeres moet een hulp in
haar huishouding hebben. Het inkomen
mag geen maatstaf zijn bij het ontslag.
De heer van Lonkhu ijzen: Dat heb
ik niet gezegd: een ander iets ontnemen
heb ik gezegd.
De heer Fremouw: Men ontneemt een
ander niets. Dan moet ook iemand worden
ontslagen die een rijke vrouw heeft ge
trouwd. Het ontslag moet geheel los staan
van het inkomen.
De heer Graaff komt er togen op dat
de Nederlandsche regeering hier toestan
den zou toelaten, die in het buitenland niet
toelaatbaar zijn.
De heer Noordewier: Wie heeft dal
gezegd?
De hear Graaft: Er is gezegd dat de
regeering 9 jaar tijd heeft gehad maatrege
len tc nemen voor de gehuwde vrouw. Op
de internationale congressen te Genève cn
Washington is toegegeven, dat Nederland
met zijn bescherming van het kind en de
gehuwde vrouw aan de spits staat
De heer Noordewier wijst er op, dat
de Christelijke re geering 9 jaar de macht
heeft gehad maatregelen te nemen tegen
den arbeid der gehuwde vrouw, maar ze
heeft het niet gedaan. Dat is de grief.
Wethouder Thien herinnert er aan, dat
de kwestie der gehuwde ambtenares reeds
in 1927 in de commissie voor bet onderwijs
is ter sprake gekomen. Daarna is ze geko
men in de Commissie voor het Georg. Over
leg en deze heeft er niet over gediscus
sieerd, maar alleen er over gestemd.
Dat het een aanslag *.»u zijn op de rech
ten der vi*ouw kan spreker niet inzien. Spr.
is er groote voorstander van dat over dc
geheele linie de arbeid van de gehuwde
vrouw moet verdwijnen. Er is gesproken
van concubinaat en celibaat. Die tegenstel
ling is een beetje beneden peil.
Uitzonderingen kunnen moeilijk gemaakt
worden. Maar als er tijdelijke leerkrachten
moeten zijn. zal spreker zich niet verzetten
dat er gehuwden worden benoemd. liet
geldt hier geen financieel belang; de ethi
sche kwestie staat op den voorgrond. Prof.
Kohlbrugge zegt, dat de arbeid van de ge*
huwde ambtenares den man tot egoist
maakt. Ook wijst hij er op dat de gehuwde
vrouw een plaats inneemt, terwijl zooveel
mannen hunkeren naar werk. In Amster
dam, Don Haag en Rotterdam zijn de ver
zuimen der gehuwde ambtenaressen veel
grootcr dan die der anderen.
De overheid heeft in deze een zekere
taak. Het gezin is de cel waaruit de maat
schappij wordt opgebouwd. De overheid
moet het gevaar keeren, als de vrouw in
overheidsdienst een te zware taak vervult.
Het voorstel inzake ontslag bij het berei
ken van den Go-jarigen leeftijd wordt met
algerneene stemmen aangenomen.
Het voorstel tot ontslag der gehuwde
ambtenares wordt aangenomen met 12 te
gen 9 stemmen (Rechts tegen Links).
Voorstel van B. en W. tot vaststelling
ecper verordening regelende het verleenen
van een gratificatie wegens diensttijd aan
ambtenaren cn werklieden.
De heer Hofkamp: Met het beginsel in
dit voorstel kan ik meegaan, omdat het vrij
algerneene instemming vindt en de gratifi
catie voor het eerst zal worden toegekend
bij 25-jarigen diensttijd cn niet. reeds eer
der. In dit geval werd het voorstel in de
Commissie van Georganiseerd Overleg met
groote waardeering ontvangen, anders dus
dan bij het vorig punt van onze agenda.
Dat onderwijzers niet in deze gratifica
tie-regeling betrokken kunnen worden, kan
bij hem eenige teleurstelling wekken, maar
daar is op grond van de missive van den
Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen niets am te doen. Met instem
ming constateer ik, dat het politie-personeel*
daarin wel participeert en dat we een ge
lijke gratificatie-regeling zullen krijgen
voor alle ambtenaren en werklieden.
Bij de enkele bezwafen, die in het G. O
naar voren zijn gebracht., sta ik geheel aan
de zijde dier leden. Wij moeten m. I er voor
zorgen, dat onbillijkheden ten opzichte van
hen, die hun 25-, respectievelijk 40-jarig ju
bileum reeds gepasseerd zijn, worden voor
komen cn ik meen daarvoor een redelijke
oplossing bij amendement op dit voorstel
te mogen aanbevelen. Ben ik goed georiën
teerd, dan is er geen groot aantal personen
bij de voorgestelde regeling betrokken, die
gerubriceerd moeten werden onder t^e te
leurgestelde». Ik heb alle vertrouwen, dat
uw College en ook do Raad mijn amende
ment willen overnemen. De Raad verklaart
zich dan accoord met het voorstel van B. en
W., geamendeerd met:
Voor hen, die hun 25-, respectievelijk 40-
jarig jubileum reeds gepasseerd zijn, zal de
daaraan verbonuen gratificatie alsnog wor
den uitgekeerd bij 30-, respectievelijk 45-
jarigen diensttijd, eventueel bij het vroeger
verlaten van den dienst op dien datum
Bezwaren daartegen zie ik niet, onbillijk
heden worden vermeden, en de uitgaven
voor de gemeente komen geleidelijk ten
laste van meerdere boekjaren.
Indien eenigszins mogelijk, is het toch
beter dat allen ingenomen kunnen zijn
met deze nieuwe regeling, die blijkbaar
reeds ruime instemming vindt.
Üe heer van Koetsveld stelt op den
voorgrond, dat dit voorstel hem bijzonder
sympathiek is, ook al bestaat er geen enkel
recht voor. Er rust op den Raad geen ver
plichting dit voorstel te doen. Toch juicht
spreker dit voorstel toe. Dat particulieren
bij jubilea aan hun personeel gratificaties
verleenen, juicht spreker van harte toe en
de overheid moet daarin volgen. Hij gaat er
volkomen mee accoord dat zij, die hun 40-
jarig jubileum reeds vierden, de gratificatie
krijgen bij hun 45-jarig jubileum. Waarom
nu echter voor de zilveren jubilarissen een
andere regeling ontworpen. Spr. wil voor
stellen dat ambtenaren, die hun 25-jarig ju
bileum al hebben herdacht, de gratificatie
zullen ontvangen bij 30-jarige dienstvervul
ling.
De heer F r e m o u vv wijst er op, dat
adressen zijn ingekomen van menschen
die buiten deze regeling vallen. Zelfs droe
gen adressen handteekenigen van men
schen wier organisaties betrokken zijn bij
het Georg. Overleg. Dat is te betreuren cn
toont aan hoe weinig inzicht die menschen
in het G. O. hebben. Maar B. en W. hebben
zelf aanleiding er toe gegeven. De User
Hofkamp komt nu met een amendement
maar daarmee is de onbillijkheid niet op
geheven. Dan moet men ook eens denkon
aan de gepensionneerden. Beter !s het zich
te houden aan het door het G. Overleg aan
genomen voorstel.
De heer Kraan is ei ook voor liet
voorstel aan te nemen, zooals het door het
Georg. Overleg is gedaan. Wil men onbil
lijkheden wegnemen laat men dan een
voorstel doen en dat kan dan eerst weer
naar het Georg. Overleg worden gezonden.
De heer Van Galen Last meent als
er onbillijkheden in het voorstel voorko
in en, de Raad deze onder de oogen moet
zien. Het voorstel is Spr. zeer sympathiek
maai- als het wordt aangevuld met het
amendement-van Koetsveld dan heeft het
zijn volle sympathie.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en
W. het voorstel van Koetsveld inzake den
25-jarigen dienst overnemen.
Het voorstel wordt aangenomen.
0. Voorstel van B. en W. tot wijziging
van de verordening regelende het verlee
nen van wachtgeld aan tijdelijk personeel.
Aangenomen.
7. Voorstel van B. en W. tot regeling van
de loonen voor de jeugdige werklieden.
Aangenomen.
8. Voorstel van B. en W. tot het onder
brengen in toongroepen van personeel van
het openbaar slachthuis.
Aangenomen.
9. Voorstel van B. cn W. betreffende toe
kenning van een gratificatie aan gemeen
te-personeel bij het behalen van diploma's
De heer Ilofkam p: Wordt dit voorstel
aangenomen, dan zou ik toch in overwe
ging willen geven het bedrag der gratifi
catie voor alle diploma's gelijk te stel
len. Ieder vindt zijn eigen diploma het be
langrijkst en dat is verklaarbaar. Onder
scheid te maken in de diploma's cn dit uit
le drukken in het bedrag der gratificatie,
schijnt mij zeer moeilijk en dus niet wen-
schelijk. Het zal buitendien wel de bedoe
ling zijn, dat het voor een gratificatie in
aanmerking komende diploma, a oor wat
den aard betreft, behoort te correspondee-
ren op de taak welke den houder van dat
diploma in Gemeentedienst is opgedragen.
Dat verband kan niet gemist worden.
De Voorzitter moet zich daar ten
sterkste tegen verklaren.
De heer Van Koetsveld ontraadt
gratificatie te geven \oor het blooie bezit
van diploma's.
Het voorstel wordt aangenomen.
10. Voorstel van B. en W. tot aanvulling
der Verordening op de heffing van rechten
voor het gebruik van den openbaren weg,
enz. in verband met te maken huisaanslui-
tingen op de gemeente-riolen.
De lieer Van Beurden vraagt of de
aanvragers nog materiaal ter beschikking
moeten stellen.
Wethouder Ruitenberg: Er staat: al
les inclusief de buizen.
Het vorostel wordt aangenomen.
11. Voorstel van B. en VV. tot wijziging
van de Verordening tot heffjng van een
recht voor het meten van schepen in ver
band met den meetbrief
Aangenomen.
12. Voorstel van B. en W. om goedkeu
ring te vragen van verlenging van de hef
fing van vuur-, haven- on tongeld.
Aangenomen.
13. Voorstel var B en \V. om een cre-
diet te verleenen voor het achteruit zetten
van een gedeelte muur bij de brug Bloe-
niendalsche poort.
Aangenomen.
li. Voorstel van B. en W. tot aankoop
van een veegauto voor de Reiniging.
Aangenomen. -
Koffietafel:
Sandwiches met komkommer
Middagtafel:
Groote boon en.
Ham met gebakken eieren.
Aardappelen.
Drie in de pan.
LARGESTRAAT 42
TEL. 77
15. Voorstel van B. en W. tot vaststelling
van een Werkliedonreglemcnt.
De heer Hofkamp heeft met groote
belangstelling dit lang verwachte regle
ment ontvangen. Bij de artikelen zal hij
nog enkele wijzigingen voorstellen.
Bij art. G subs b. geeft de heer Hofkamp
in overweging het 37e levensjaar te vervan
gen door het 36e.
Dit wordt niet voldoende ondersteund.
Bij punt C. wordt gesproken van licha
melijk geschikt zijn, moet hier ook niet bij
geestelijk?
De Voorzitter meent dat dit zoo ruim
mogelijk moet worden genomen.
De heer Van Koetsveld vraagt bij
art. 10 waarom een los werkman niet lan
ger dan een jaar in dienst mag zijn.
De heer Hofkamp meent, dat liet be
ter is in de tweede alinea van dit artikel
de woorden „in overleg met" te veranderen
in „onder goedkeuring van".
Wethouder Ruitenberg: De bedoeling
is iemand die een jaar in dienst is vast
aan te stellen. Om een zekere groep los
personeel in dienst te nemen, dat moet «?j»r.
ontraden.
Wethouder Veis Heijn vindt het heel
goed dat overleg wordt gepleegd met den
betrokken wethouder, maar do verantwoor
delijkheid moet bij den directeur blijven.
De heer Ver li e ij komt op tegen de be
paling: Het hoofd van den dienst verzoekt.,
als het belang van den dienst dit toelaat de
gemaakte overuren in vrijen tijd. Dit is een
beperking van de vrijheid van den man.
Menschen die iets hij moeten verdienen,
verplicht men hierdoor te gaan wandelen.
Het gaat hier om het beginsel der vrijheid
van den man, om zelf te kiezen tusschen
loon en vdijen tijd.
De heer Fremou w moet zich hierte
gen verzetten. De heer Verheij is er voor
de vrijheid, maar het gevaar bestaat, dat
een groote meerderheid wordt geknot tegen
een kleine minderheid. In *t algemeen steit
men de 48-urige werkweek te hoog op prijs
dan dat men deze door dergelijke maat
regelen wil te niet doen.
De heer Van Lonkh uyzen kan vol
komen meegaan met de voorgestelde re
dactie. Het komt inderdaad voor, dat enkele
kortzichtigcn op overuren aansturen.
Wethouder Ruitenberg zegt, dat er
oen klein deel der werklieden is. dat er
op aanstuurt. Die menschen zeggen: we
zullen zien te halen wat er te halen is cn
daar kan het college niet in meegaan.
De heer Verheij verzoekt aanteekening
dat. hij tegen dit artikel is.
Het werkliedenreglement wordt aangeno
men met algerneene stemmen.
1G. Voorstel van B cn W. tot het verlee
nen van een aanvullingscrediet voor het
ontwerpen van een plan voor den bouw
van een gymnasium.
Aangenomen.
17. Voorstel van B. en W. om over te
gaan tot verbetering van de bestrating van
de Kleine Koppel.
De heer Van Galen Last is voor ver
betering der bestrating van den KI. Koppel,
maar geeft in overweging de zaak eerst bij
de begrooting te overzien.
De lieer Stadig heeft hetzelfde bezwaai
De verbetering is niet zoo noodzakelijk dat
ze dringend is. Het hoeft op het plan ge
staan en nu is er eenige ruimte in de fi-
nancie en nu wil men het doen. Dut is een
politiek die spr. niet kan deelen; Zoo tus-
schentijds als er een meevallertje is, maar
weer eens wat te verbeteren is je reinste
dwaasheid.
Wethouder Ruitenberg geeft toe, dat
het op de begrooting heeft gestaan. Na de
besnoeiing in de commissie voor opsnb.
werken moest er nog 36000 af„ ook de
post van 16000 voor de Kleine Koppel. Nu
is het geld er en de hoofdzaak is, dat een
werk waarvan we allen o\ertuigd zijn ge
daan moet worden.
De heer Stadig merkt op, dat liet een
zuivere financieele kwestie is. B. en W.
kunnen wel zeggen het kan wel, maar de
Raad wil zelf beoordeelen en zoo midden
in den tijd kan de Raad niet zoo maar re-
aliseeren hoe het met de middelen staat.
Daarom moeten we hot behandelen bij de
begrooting.
De heer Van Galen Last wijst er op,
dat het bezwaar geldt, dat midden in 't
jaar zulke groote grepen komen en dan
mist de Raad het overzicht.
Dp heer Hebenkamp vraagt het ad
vies der commissie van op-nb. werkc-
De heer Noord man zegt dat het niet
in de commissie is geweest en vraagt of
dit nog niet mogelijk is.
De Voorzitter meent, dat het meer
een kwestie is van financieel beleid.
Wethouder Thien zet uiteen, dat door
het gunstig beloop der belastingen ecnig
geld disponibel kwam en nu maakt het