STADSNIEUWS. E" Voor de Reis. Groole sorteering blikjes Bisquits Rescues Zuurtjes. Doozen en Doosjes Bonbons. Fa, M.R.N. OOSTERVEEN RAADSVERSLAG Oucretet is één der oudste maar ook één der beste Radiotoestellen. Vertegenwoordiger: UTRECHTSCHESTRAAT 15 F.H.LOM m 3eta,'ng 'n over,e9 met kooper BEL483 F. H. LOMANS VOOR ONZc HUISVROUWEN Openbare vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort op Dinsdag 30 Juli des avonds 7 uur. Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig de lieeren Boas, en Nieuwen- liuysen. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige .vergadering vastgesteld zooals ze ter visie hebben gelegen. Agenda 1. Ingekomen zijn o.a. de volgende stuk ken en mededeelingen. Adres d.d. Juli 1929 van het Plaatselijk Comité van Overheidspersoneel om het voorstel a an Burgemeester en Wethouders terzake van ontslag aan de gehuwde amb tenares niet aan te nemen. Te behandelen bij punt i van de agenda. Schrijven d.d. 27 Juli 1920 van het be stuur der afd. Amersfoort van de Ned. Ver. van Staatsburgeressen, waarbij wordt toe gezonden liet verzoek van Burgemeester en Wethouders tot uitstel van behandeling van de aan den Raad gerichte voordracht inzake ontslag van huwende vrouwelijke ambtenaren. Te behandelen bij punt 4 van de agenda. Rapport d.d. 19 Juli 1929 van den Veri- ficateur over de opname van kas en bere ken bij de Centrale Boekhouding. Kennisgeving. Proces-verbaal van dc opneming van kas *n boeken van den gemeente-ontvanger ou 19 Juli 1929 door den Verificateur. Kennisgeving. Adres ingekomen 11 Juli 1929 van G. J. Peper en andere eigenaren van grond aan den Woestijgerweg en Everard Meyster- weg, waarbij zij mededeelon bereid te zijn grond af te staan mit9 vóór of op 1 Maart 1930 met verbetering van deze wegen be gonnen wordt. Advies Burgemeester en Wethouders. Verzoek d.d. 19 Juli 1929 van den ge meente-Secretaris om verlof van 10 Augus tus e.k. tot en met I Sept. '29. Toegestaan. Verzoek d.d. 11 Juli 1929 \an G. v. d. Horst en andere agenten van Politie om in aanmerking te mogen komen voor een gratificatie, aangezien zij hun zilveren ju bileum hebben gehad. Te behandelen bij punt 5 van de agenda. De heer Spiekermann vraagt of het niet juister is, dit verzoek geheel los van het voorstel te behandelen en het om prae- advie9 te zenden. De Voorzitter vindt dat het heter is den loop der behandeling af te wachten. Verzoek, ingekomen 12 Juli 1929 van H. i. Hassink cn andere gemeentewerklieden, die hun zilveren jubileum hebben gehad, om in aanmerking te mogen komen \oor een gratificatie. Te behandelen bij punt 5 van de agenda. Schrijven d.d. 13 Juli 1929 van G. v. d. Klashorst waarbij hij verzoekt een uit spraak van den Raad naar aanleiding van le afwijzende beschikking van Burgemees ter en Wethouders op zijn verzoek om res titutie van 10 betaald voor het weghalen van bedrijfsvuil in het dienstjaar Novem ber 1927November 1928, terwijl er geen extra vuil mee te geven was. Als zijnde ongezegeld wordt dit sluk ter zijde gelegd. Schrijven d.d. 25 Juli 1929 van het be stuur van het Burger Weeshuis, waarbij wordt aangeboden de rekening over 1928. Schrijven d.d. 29 Juli 1929 van het be stuur der Chr. Nat. Scholen, houdende verzoek gelden beschikbaar te stellen voor het betegelen van de speelplaats van de school aan de Rozenstraat. Advies Burgemeester en Wethouders. 2. Benoeming van ccn leerares in de lichamelijke oefening aan de Handelsscho len. Benoemd wordt Mej. H. J. H. van Emden tp Utrecht. Daarna legt de heer W. Froger, benoemd tot gemeenteontvanger, de bij de wet \er- eischte eeden af. De voorzitter feliciteerde den heer Fröger met zijn benoeming waarna dezo lankt voor het in hem gestelde vertrou wen. 3. Voorstel \an B. en W. om den heer F. Wesseling eervol te ontheffen van de tijdelijke waarneming van de betrekking \an leeraar in de Aardrijkskunde aan het Gymnasium. Aangenomen. 4. Voorstel van B. en W. tot het verke nen van ontslag aan vrouwelijk personeel in gemeentedienst bij het aangaan van een huwelijk. De heer Hofkamp- De uitslag van de gehouden stemming in de Commissie van Georganiseerd Overleg met betrekking tot het vraagstuk geeft geen sterke meerderheid te zien: 5 Organisaties stemden er voor, 4 tegen en één bond stemde blanco. Blijft nog de vraag of die stemming ons wel veel zegt en een juist beeld geeft van het aantal voor- en tegenstanders dat echter elke or ganisatie staat. Wij hebben hier dus geen algerneene en zeker ook geen groote instemming. Op een voorstel uit die vergadering werden geen discussies gehouden en ging men di rect tot stemming over, zoodat we de ar gumenten van vóór- en tegenstanders niet kc-nnen. Daardoor mist de Raad wel het een en ander wat hem bij de beoordeeling zou kunnen dienen. Het voorstel schijnt mij van te meer belang, omdat het ook toepassing zal vinden op het in functie zijndi» personeel. Er wordt dus een nieuwe bepaling toegevoegd aan de voorwaarden, waarop zij worden benoemd. Het gaat hier als bij zoovele andere zaken. Er is iets vóór, er zijn ook bezwa ren die niet voorbij gezien mogen worden. Kan Uw College ons ook nader inlichten omtrent de gehouden stemming, door b.v. mede te deelen welke organisaties tegen «temden en hoeveel ambtenaren en werk lieden zij vertebenwoordigen, vergeleken tegen dat aantal der voorstanders? Het zou kunnen zijn, dat de gehouden stemmin; dan in een ander licht kwam. Ik zal in elk geval de hesp \mgen in den Raad moeten afwach* alvorens mijn standpunt te kunnen bcjialen. Bij het aangehechte tweede besluit mag ik opmerken, dat daar onder sub. 2 zal worden bepaald, dat op voordracht van B. cn W., het ontslag telkens voor een jaar kan worden opgeschort, dus zonder grens, terwijl bij sul». 3 van het eerste be sluit dit nader wordt omschreven met de woorden: „doch niet meer dan drie maal uitstellen." De heer Van Beurden zal voor het voorstel stemmen. Het vraagstuk der ge huwde vrouw in de school is al van alle kanten bekeken, zoodat ieder er wel een vaste meening over zal hebben. Dat de vrouw verstandelijk gelijk staat rnet den man is waar, maar de vrouw verzuimt meer wegens ziekte. Dat het niet wensche- lijk is de gravida in school te hebben, zal moeten worden erkend; daar er ernstige bezwaren tegen zijn. De heer Noordowier verzoekt eerst te stemmen over liet adres der Ver. van Staatsburgeressen om het verzoek tot uit stel. Het voorstel tast de rechten der vrouw aan en dan is het billijk haar in de gelegenheid te stellen de bezwaren ken baar te maken. Spreker stelt dan ook voor het voorstel aan te houden. De heer Stadig zou voor het verzoek tot uitstel wat voelen als het niet ging om een materie, waarin ieder zijn standpunt heeft. Daarom was het zoo juist van hel georganiseerd overleg er geen discussie over te voeren. De argumenten zijn vol doende bekend, het is een afgesappeld on derwerp. Daarom is er geen reden tot aan houding. Het voorstel-Noordewier tot aanhouding wordt verworpen met 9 tegen 12 stemmen. (Links tegen rechts). De heer Fremou w zou met eenige schroom stelling tegen het voorstel nemen als in het georg. overleg overeenstemming was bereikt. De stemming was zoo, dat 4 organisaties tegen en 5 voor waren, ter wijl een organisatie blanco stemde. Uit de ze stemming blijkt, dat liet allergrootste deel dei- geofganiseerden tegen het voor stel is. Spreker meent dat het overweging verdient de categorische vcrecniging uit het georganiseerd overleg te houdon. Maar dit i* thans niet aan de orde. Spreker gaat de adviezen na van de ver schillende onderwijs-organisaties. De com missie van toezicht op het handelsonder wijs is voor ontslag: curatoren van het gymnasium eveneens, met dien verstande, dat de maatregel niet zal gelden voor thans in 'unctie zijnde leeraressen. Het rijks- scliooltoezicht ziet een groot voordeel in de verwijdering van de gehuwde vrouw uit de school. De andere corpomties zijn er tegen. Jarenlang is gestreden tegen de oude op vatting dat de man is de heer der schep ping en de vrouw er is om hem te dienen Zij die zoo denken hebben echter niet be zwaar gemaakt als de vrouw werd gebruikt nis tendenz tot loondrukking. De grondwet heeft de vrouw gelijk gesteld met den rnan. Met het voorstel van B. en W. wordt nu ge probeerd de vrouw weer in die oude positie van afhankelijkheid terug te brengen. Door dit voorstel is te vreezen dat een premie wordt gesteld op de vrije verbintenis. B. en W. schrijven dat het niet in liet be lang is van het onderwijs dat het gegeven wordt door gehuwde leerkrachten, daar ze meer afwezig zijn dan de ongehuwden. Wanneer een ambtenares haar werk niet naar behooren doet, dan moet ze ontslagen worden. Maar de ongehuwde onderwijzers moet niet in eeri uitzonderingspositie wor den geplaatst. Een gehuwde onderwijzeres zal de kinderziel beter begrijpen. De soc.- dern. fractie moet zich tegen het voorstel verklaren, omdat de gehuwde vrouw over haar eigen lot moet kunnen beslissen. De heer Verhey meent dat het lot van het voorstel wel zal zijn beslist. Het komt hem voor, dat het voor sommige gehuwde vrouwen heel goed kan zijn als ze in de school werkzaam zijn. Daarom wil hij een kleine wijziging, n.l. om te schrappen dat het ontslag driemaal kan worden uitgesteld De Voorzitter: Dat ziet op den 65- jarigen, leeftijd, dan kan het ontslag 3 maal een jaar worden uitgesteld. De heer Verhey: Dan heb ik dat ver keerd gelezen, maar gaarne geef ik mijn idee in overweging. De heer Stadig komt er tegen op, dot de voorstanders van dit voorstel niet voor de gelijkstelling van man en vrouw zouden zijn. Ook moet men de tegenstelling link* tegen rechts laten varen. De heer Fremouw moet zijn licht maar eens opsteken bij den heer Henri Polak, die zwiept met zweep slagen de gevolgen van den arbeid der ge huwde vrouw voor de omgeving en dat in termen die niet voor tweeerlei uitleg vat baar zijn. De heer Noordowier meent dat de oorzaak van het voorstel een beetje dieper ligt dan in het voorstel staat. Wat is het belang van het onderwijs? Als een onder wijzeres huwt wordt ze dan minder ge schikt om onderwijs te geven? Het zou royaler zijn geweest als men had gezegd: Wij zijn tegenstanders van den arbeid der gehuwde vrouw cn daarom doen we dit voorstel. Dat zou eerlijker zijn geweest. In 't algemeen erkent spreker dat de vrouw hoort in het huisgezin, dat erkent ook Ilenri Polak. Maar mijnheer Stadig citeert hem verkeerd. Hij keert zich tegen de wijze waarop de vrouw te werk wordt gesteld in fabriek en werkplaats. Maar principieel is geen aanhaling te citeeren an Henri Po lak dat hij tegen den arbeid der gehuwde vrouw is. Eigenaardig is het, dat de hceren die er zoo voor zijn, in Armbestuur e.d.. er niet tegen zijn om arme weduwvrouwen uit haar huis te sturen om te werken voor Weigert uw electris-- licht DIE DOET ZIJM PLICHT UTRECHTSCHES TKAAT 15 de dames die niets anders tc doen hebben dan theevisites te ontvangen. Wij laten de vrouwen toe op alle onder wijsinrichtingen. Dat kost schatten geld. Waarom doen we dat? Orn straks de men schen te hebben die de plaatsen kunnen be zetten om de welvaart tc behoudon cn uit to breiden. Maar dan is bet toch een zot ternij als die vrouwen gaan trouwen, te zeggen: ga nu maar in je huis kousen stop pen enz. Spr. wenscht do ..uw.niet achter gesteld zien bij den man. liet is een smoesje te zeggen, dat de vrouw minder waard is voor het onderwijs. Het is zuiver een finan cieel belang. De heer Van Lonkh u yzen meent dat do vraag moet bezien worden hieruit: Wat is do vrouw? De studie is niet weg als de onderwijzeres trouwt, in het gezin wordt de wereld gevormd en daar kan ze haar studie gebruiken. De vrouw moet een man hebben die voor haar kan zorgen en nu is het toch te gek. w/.ar we arbeid te kort hebben, dat die vrouw ook nog een plaats moet bezetten. De heer Fremouw merkt op, dat de plichtgetrouwe ambtenares ook haar plicht voelt voor het gezin. Het zijn meestal betere moeders dan de bourgeois vrouwen, die haar tijd verdoen met danspartijtjes, autotocht jes e. d. Het doet eigenaardig aan dat nu wordt gesproken van de werkgelegenheid. Maar die wordt niet minder, want dc ge huwde onderwijzeres moet een hulp in haar huishouding hebben. Het inkomen mag geen maatstaf zijn bij het ontslag. De heer van Lonkhu ijzen: Dat heb ik niet gezegd: een ander iets ontnemen heb ik gezegd. De heer Fremouw: Men ontneemt een ander niets. Dan moet ook iemand worden ontslagen die een rijke vrouw heeft ge trouwd. Het ontslag moet geheel los staan van het inkomen. De heer Graaff komt er togen op dat de Nederlandsche regeering hier toestan den zou toelaten, die in het buitenland niet toelaatbaar zijn. De heer Noordewier: Wie heeft dal gezegd? De hear Graaft: Er is gezegd dat de regeering 9 jaar tijd heeft gehad maatrege len tc nemen voor de gehuwde vrouw. Op de internationale congressen te Genève cn Washington is toegegeven, dat Nederland met zijn bescherming van het kind en de gehuwde vrouw aan de spits staat De heer Noordewier wijst er op, dat de Christelijke re geering 9 jaar de macht heeft gehad maatregelen te nemen tegen den arbeid der gehuwde vrouw, maar ze heeft het niet gedaan. Dat is de grief. Wethouder Thien herinnert er aan, dat de kwestie der gehuwde ambtenares reeds in 1927 in de commissie voor bet onderwijs is ter sprake gekomen. Daarna is ze geko men in de Commissie voor het Georg. Over leg en deze heeft er niet over gediscus sieerd, maar alleen er over gestemd. Dat het een aanslag *.»u zijn op de rech ten der vi*ouw kan spreker niet inzien. Spr. is er groote voorstander van dat over dc geheele linie de arbeid van de gehuwde vrouw moet verdwijnen. Er is gesproken van concubinaat en celibaat. Die tegenstel ling is een beetje beneden peil. Uitzonderingen kunnen moeilijk gemaakt worden. Maar als er tijdelijke leerkrachten moeten zijn. zal spreker zich niet verzetten dat er gehuwden worden benoemd. liet geldt hier geen financieel belang; de ethi sche kwestie staat op den voorgrond. Prof. Kohlbrugge zegt, dat de arbeid van de ge* huwde ambtenares den man tot egoist maakt. Ook wijst hij er op dat de gehuwde vrouw een plaats inneemt, terwijl zooveel mannen hunkeren naar werk. In Amster dam, Don Haag en Rotterdam zijn de ver zuimen der gehuwde ambtenaressen veel grootcr dan die der anderen. De overheid heeft in deze een zekere taak. Het gezin is de cel waaruit de maat schappij wordt opgebouwd. De overheid moet het gevaar keeren, als de vrouw in overheidsdienst een te zware taak vervult. Het voorstel inzake ontslag bij het berei ken van den Go-jarigen leeftijd wordt met algerneene stemmen aangenomen. Het voorstel tot ontslag der gehuwde ambtenares wordt aangenomen met 12 te gen 9 stemmen (Rechts tegen Links). Voorstel van B. en W. tot vaststelling ecper verordening regelende het verleenen van een gratificatie wegens diensttijd aan ambtenaren cn werklieden. De heer Hofkamp: Met het beginsel in dit voorstel kan ik meegaan, omdat het vrij algerneene instemming vindt en de gratifi catie voor het eerst zal worden toegekend bij 25-jarigen diensttijd cn niet. reeds eer der. In dit geval werd het voorstel in de Commissie van Georganiseerd Overleg met groote waardeering ontvangen, anders dus dan bij het vorig punt van onze agenda. Dat onderwijzers niet in deze gratifica tie-regeling betrokken kunnen worden, kan bij hem eenige teleurstelling wekken, maar daar is op grond van de missive van den Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen niets am te doen. Met instem ming constateer ik, dat het politie-personeel* daarin wel participeert en dat we een ge lijke gratificatie-regeling zullen krijgen voor alle ambtenaren en werklieden. Bij de enkele bezwafen, die in het G. O naar voren zijn gebracht., sta ik geheel aan de zijde dier leden. Wij moeten m. I er voor zorgen, dat onbillijkheden ten opzichte van hen, die hun 25-, respectievelijk 40-jarig ju bileum reeds gepasseerd zijn, worden voor komen cn ik meen daarvoor een redelijke oplossing bij amendement op dit voorstel te mogen aanbevelen. Ben ik goed georiën teerd, dan is er geen groot aantal personen bij de voorgestelde regeling betrokken, die gerubriceerd moeten werden onder t^e te leurgestelde». Ik heb alle vertrouwen, dat uw College en ook do Raad mijn amende ment willen overnemen. De Raad verklaart zich dan accoord met het voorstel van B. en W., geamendeerd met: Voor hen, die hun 25-, respectievelijk 40- jarig jubileum reeds gepasseerd zijn, zal de daaraan verbonuen gratificatie alsnog wor den uitgekeerd bij 30-, respectievelijk 45- jarigen diensttijd, eventueel bij het vroeger verlaten van den dienst op dien datum Bezwaren daartegen zie ik niet, onbillijk heden worden vermeden, en de uitgaven voor de gemeente komen geleidelijk ten laste van meerdere boekjaren. Indien eenigszins mogelijk, is het toch beter dat allen ingenomen kunnen zijn met deze nieuwe regeling, die blijkbaar reeds ruime instemming vindt. Üe heer van Koetsveld stelt op den voorgrond, dat dit voorstel hem bijzonder sympathiek is, ook al bestaat er geen enkel recht voor. Er rust op den Raad geen ver plichting dit voorstel te doen. Toch juicht spreker dit voorstel toe. Dat particulieren bij jubilea aan hun personeel gratificaties verleenen, juicht spreker van harte toe en de overheid moet daarin volgen. Hij gaat er volkomen mee accoord dat zij, die hun 40- jarig jubileum reeds vierden, de gratificatie krijgen bij hun 45-jarig jubileum. Waarom nu echter voor de zilveren jubilarissen een andere regeling ontworpen. Spr. wil voor stellen dat ambtenaren, die hun 25-jarig ju bileum al hebben herdacht, de gratificatie zullen ontvangen bij 30-jarige dienstvervul ling. De heer F r e m o u vv wijst er op, dat adressen zijn ingekomen van menschen die buiten deze regeling vallen. Zelfs droe gen adressen handteekenigen van men schen wier organisaties betrokken zijn bij het Georg. Overleg. Dat is te betreuren cn toont aan hoe weinig inzicht die menschen in het G. O. hebben. Maar B. en W. hebben zelf aanleiding er toe gegeven. De User Hofkamp komt nu met een amendement maar daarmee is de onbillijkheid niet op geheven. Dan moet men ook eens denkon aan de gepensionneerden. Beter !s het zich te houden aan het door het G. Overleg aan genomen voorstel. De heer Kraan is ei ook voor liet voorstel aan te nemen, zooals het door het Georg. Overleg is gedaan. Wil men onbil lijkheden wegnemen laat men dan een voorstel doen en dat kan dan eerst weer naar het Georg. Overleg worden gezonden. De heer Van Galen Last meent als er onbillijkheden in het voorstel voorko in en, de Raad deze onder de oogen moet zien. Het voorstel is Spr. zeer sympathiek maai- als het wordt aangevuld met het amendement-van Koetsveld dan heeft het zijn volle sympathie. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. het voorstel van Koetsveld inzake den 25-jarigen dienst overnemen. Het voorstel wordt aangenomen. 0. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordening regelende het verlee nen van wachtgeld aan tijdelijk personeel. Aangenomen. 7. Voorstel van B. en W. tot regeling van de loonen voor de jeugdige werklieden. Aangenomen. 8. Voorstel van B. en W. tot het onder brengen in toongroepen van personeel van het openbaar slachthuis. Aangenomen. 9. Voorstel van B. cn W. betreffende toe kenning van een gratificatie aan gemeen te-personeel bij het behalen van diploma's De heer Ilofkam p: Wordt dit voorstel aangenomen, dan zou ik toch in overwe ging willen geven het bedrag der gratifi catie voor alle diploma's gelijk te stel len. Ieder vindt zijn eigen diploma het be langrijkst en dat is verklaarbaar. Onder scheid te maken in de diploma's cn dit uit le drukken in het bedrag der gratificatie, schijnt mij zeer moeilijk en dus niet wen- schelijk. Het zal buitendien wel de bedoe ling zijn, dat het voor een gratificatie in aanmerking komende diploma, a oor wat den aard betreft, behoort te correspondee- ren op de taak welke den houder van dat diploma in Gemeentedienst is opgedragen. Dat verband kan niet gemist worden. De Voorzitter moet zich daar ten sterkste tegen verklaren. De heer Van Koetsveld ontraadt gratificatie te geven \oor het blooie bezit van diploma's. Het voorstel wordt aangenomen. 10. Voorstel van B. en W. tot aanvulling der Verordening op de heffing van rechten voor het gebruik van den openbaren weg, enz. in verband met te maken huisaanslui- tingen op de gemeente-riolen. De lieer Van Beurden vraagt of de aanvragers nog materiaal ter beschikking moeten stellen. Wethouder Ruitenberg: Er staat: al les inclusief de buizen. Het vorostel wordt aangenomen. 11. Voorstel van B. en VV. tot wijziging van de Verordening tot heffjng van een recht voor het meten van schepen in ver band met den meetbrief Aangenomen. 12. Voorstel van B. en W. om goedkeu ring te vragen van verlenging van de hef fing van vuur-, haven- on tongeld. Aangenomen. 13. Voorstel var B en \V. om een cre- diet te verleenen voor het achteruit zetten van een gedeelte muur bij de brug Bloe- niendalsche poort. Aangenomen. li. Voorstel van B. en W. tot aankoop van een veegauto voor de Reiniging. Aangenomen. - Koffietafel: Sandwiches met komkommer Middagtafel: Groote boon en. Ham met gebakken eieren. Aardappelen. Drie in de pan. LARGESTRAAT 42 TEL. 77 15. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van een Werkliedonreglemcnt. De heer Hofkamp heeft met groote belangstelling dit lang verwachte regle ment ontvangen. Bij de artikelen zal hij nog enkele wijzigingen voorstellen. Bij art. G subs b. geeft de heer Hofkamp in overweging het 37e levensjaar te vervan gen door het 36e. Dit wordt niet voldoende ondersteund. Bij punt C. wordt gesproken van licha melijk geschikt zijn, moet hier ook niet bij geestelijk? De Voorzitter meent dat dit zoo ruim mogelijk moet worden genomen. De heer Van Koetsveld vraagt bij art. 10 waarom een los werkman niet lan ger dan een jaar in dienst mag zijn. De heer Hofkamp meent, dat liet be ter is in de tweede alinea van dit artikel de woorden „in overleg met" te veranderen in „onder goedkeuring van". Wethouder Ruitenberg: De bedoeling is iemand die een jaar in dienst is vast aan te stellen. Om een zekere groep los personeel in dienst te nemen, dat moet «?j»r. ontraden. Wethouder Veis Heijn vindt het heel goed dat overleg wordt gepleegd met den betrokken wethouder, maar do verantwoor delijkheid moet bij den directeur blijven. De heer Ver li e ij komt op tegen de be paling: Het hoofd van den dienst verzoekt., als het belang van den dienst dit toelaat de gemaakte overuren in vrijen tijd. Dit is een beperking van de vrijheid van den man. Menschen die iets hij moeten verdienen, verplicht men hierdoor te gaan wandelen. Het gaat hier om het beginsel der vrijheid van den man, om zelf te kiezen tusschen loon en vdijen tijd. De heer Fremou w moet zich hierte gen verzetten. De heer Verheij is er voor de vrijheid, maar het gevaar bestaat, dat een groote meerderheid wordt geknot tegen een kleine minderheid. In *t algemeen steit men de 48-urige werkweek te hoog op prijs dan dat men deze door dergelijke maat regelen wil te niet doen. De heer Van Lonkh uyzen kan vol komen meegaan met de voorgestelde re dactie. Het komt inderdaad voor, dat enkele kortzichtigcn op overuren aansturen. Wethouder Ruitenberg zegt, dat er oen klein deel der werklieden is. dat er op aanstuurt. Die menschen zeggen: we zullen zien te halen wat er te halen is cn daar kan het college niet in meegaan. De heer Verheij verzoekt aanteekening dat. hij tegen dit artikel is. Het werkliedenreglement wordt aangeno men met algerneene stemmen. 1G. Voorstel van B cn W. tot het verlee nen van een aanvullingscrediet voor het ontwerpen van een plan voor den bouw van een gymnasium. Aangenomen. 17. Voorstel van B. en W. om over te gaan tot verbetering van de bestrating van de Kleine Koppel. De heer Van Galen Last is voor ver betering der bestrating van den KI. Koppel, maar geeft in overweging de zaak eerst bij de begrooting te overzien. De lieer Stadig heeft hetzelfde bezwaai De verbetering is niet zoo noodzakelijk dat ze dringend is. Het hoeft op het plan ge staan en nu is er eenige ruimte in de fi- nancie en nu wil men het doen. Dut is een politiek die spr. niet kan deelen; Zoo tus- schentijds als er een meevallertje is, maar weer eens wat te verbeteren is je reinste dwaasheid. Wethouder Ruitenberg geeft toe, dat het op de begrooting heeft gestaan. Na de besnoeiing in de commissie voor opsnb. werken moest er nog 36000 af„ ook de post van 16000 voor de Kleine Koppel. Nu is het geld er en de hoofdzaak is, dat een werk waarvan we allen o\ertuigd zijn ge daan moet worden. De heer Stadig merkt op, dat liet een zuivere financieele kwestie is. B. en W. kunnen wel zeggen het kan wel, maar de Raad wil zelf beoordeelen en zoo midden in den tijd kan de Raad niet zoo maar re- aliseeren hoe het met de middelen staat. Daarom moeten we hot behandelen bij de begrooting. De heer Van Galen Last wijst er op, dat het bezwaar geldt, dat midden in 't jaar zulke groote grepen komen en dan mist de Raad het overzicht. Dp heer Hebenkamp vraagt het ad vies der commissie van op-nb. werkc- De heer Noord man zegt dat het niet in de commissie is geweest en vraagt of dit nog niet mogelijk is. De Voorzitter meent, dat het meer een kwestie is van financieel beleid. Wethouder Thien zet uiteen, dat door het gunstig beloop der belastingen ecnig geld disponibel kwam en nu maakt het

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 2