Iedere Dame gebruikt nu
4711.
BINNENLANDS
D00DEMANS ROTS.
Zaterdag 3 Augustus 1929
28e Jaargang No. 30
DERDE BLAtt"
DE KABINETSCRISIS
FEESTDRUKTE IN DE
RESIDENTIE
A. v. d. WEG.
LANGESTRAAT 23
NEDERLANDSCHE AUTO
VERONGELUKT
DE RAMP TE VEENDAM HERINNERING AAN DE ELTA.
DE CONFERENTIE TE
DEN HAAG
Twee gewonden
FEUILLETON.
.DE EEMlANDEft-j
Een ongunstige wending
van de besprekingen
Geen rechtsch parlementair
Kabinet
Men seint ons uit den Haag
Naar wij vernemen waren in dc gistel
avond voortgezette bijeenkomst van den
kabinetsformateur, Minister van Staat, Jhr.
Buys dc Beerenbrouck, met vertegenwoor
digers der drie rechtsche Kamerfracties,
van deze laatste tegenwoordig do voorzit
ters dior fracties, dr. Beumer, (2o voorzit
ter), Mr. J. Schokking en dr. W. H. Nolens
en de leden do hceren H. Colljn, J. R.
Snoeck Henkemans cn rar. P. J. M. Aal-
berse.
De besprekingen eindigden met ecu
voor do totstandkoming van een parlemen
tair kabinet, steunende op de rechterzijde,
ongunstige wending.
Ver sell illc tide vermakelijkheden
georganiseerd door hel Ilaag-
sche comité voor volksfeesten
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K.B. ib benoemd lot kantonrechter-
plaatsvervanger in liet kanton Schiedam?
Mr. Dr. M.M. van Praag, directeur van
den Gemeentelijken Woningdicnst te Schie
dam.
Bij K.B. is benoemd tot ambtenaar- van
het Openbaar Ministerie bij de kantonge
rechten in het arrondissement Amsterdam,
ter standplaats Amsterdam, Jhr. Mr. W.
van der Gces, thans ambtenaar van het
Openhaar Ministerie bij de kantongerechten
te Rotterdam, Gouda en Schoonhoven, ter
standplaats Rotterdam.
Bij K.B. zijn bij de Algemeene Reken
kamer benoemd tot adjunct-commies, mot
ingang van 1 November 1928, A. W. van
Dijk, I-I. A. II. van den Heuvel, I-I. Kapteyn,
H. J. Lakenman, II. de Rover, S. J. Bui tin-
ga, A. J. Kocli Jr.. E. A. Varenkamp, J. R.
Zoon, J. Douw, N'. van lieeschwijk, J. H.
Broekhaus, J. J. Risseeuw. W. H. Roefs, A.
Arnold Bik; met ingang van 1 Febr. 1929:
J. R. van Mansum.
Mei 90 K.M. vaart tegen een boom
en daarna in een sloof
TEL 217.
Herdenking in den
Gemeenteraad
Bekende journalistieke
figuren
Opgewekte stemming
en zonneschijn
Men meldt ons uit Den Haag:
De residentie heeft gisteren den verjaar
dag van II.M. de Koningin-Moeder op de
gebruikelijke wijze gevierd.
Hoewel het weer niet bijzonder fraai
was te. noemen, was het toch aanmerkelijk
beter dan do laatste dagen. Op het Voor
hout, Lange Vijverberg was het dan ook
zeer druk. Toen tegen den middag de zon
begon te 6chijnen, kreeg het geheel een
vroolijker aanzien en heerschte er een op
gewekte stemming.
Zooals telkenjare had ook nu weer het
Haagsch comité voor Volksfeesten ver
schillende vermakelijkheden georganiseerd.
In het Zuiderpark hadden wedstrijden en
vertooningen plaats, o.a. zwemwedstrijden,
polowedstrijden enz.
In de Hertenkamp hadden eveneens
wedstrijden plaats. Voorts was er muziek
door verschillende harmonie-vereeniglngen.
Gisteravond is de viering van den ver
jaardag van H.M. de Koningin-Moeder op
de gebruikelijke wijze voortgezet. Zooals
reeds gemeld is, waren de rijksgebouwen
geïllumineerd. Een verlichte „E" prijkte
aan de verschillende departementsgebou
wen en de illuminatie trok zooals tel
ken jare veel belangstelling.
Ook was er op enkele plaaten in de stad
muziekuitvoering.
Tenslotte was er in de Groote Kerk een
feestvergadering georganiseerd door de
beide Haagsche Christelijke Oranje-vereeni-
gingen „Bijbel, Oranje en Nederland" en
„Bijbel en Oranje".
Verschillende solisten verleenden hun
medewerking aan dezen feestavond, waar
prof. G. Wisse uit Apeldoorn als feestrede
naar optrad.
Men meldt ons uit den Haag:
Onder de vele journalisten, die ter ge
legenheid van de conferentie in Den Haag
zullen komen, zullen bekende figuren uit
do buitenlandsche pers zijn. Met de Fran-
sche delegatie komt een groot aantal jour
nalisten mee, onder wie de bekende heer
Gauvain van het journal des débats, „mem-
bre de lTnstitut".
Verbonden aan dc delegatie en wel voor
de persaangelegenhedcn zal zijn de heer
Bargeton, directeur, hoofd van den inlich
tingen- en persdienst aan het ministerie
van binncnTandsche zaken te Parijs.
Bij de Engelsche delegatie zijn twee jour
nalisten van het departement van buiten
landsche zaken. Een van hen is de heer
Steward, die in 1922, tijdens der Russische
conferentie,ook hier was.
BELANGRIJKE INBRAAK.
Vaklui aan het work, voor
2400 gulden bankpapier
gostoleu.
Gisternacht is in het groote kantoorge
bouw Boompjes 23a te Rotterdam een be
langrijke inbraak gepleegd, waarbij ver
moedelijk vakmcnschon aan het werk zijn
geweest.
In dit pand is op de le elatre de expedi
tie en graanfactorsfirma Peterson en
Hauchmann gevestigd, terwijl op de 2e
etage de assurantiefirma Zuur en Van
Duyn hare kantoren heeft
Men vermoedt dat de dieven zich tegen
het sluitingsuur hebben laten Insluiten cn
eerst de kantoren van de expediteurs heb
ben doorzocht. Hier werd een slot gefor
ceerd. eenige lessenaars werden openge
broken en de brandkast werd aangeboord.
Het laatste echter zonder resultaat.
Vervolgens is men door het uitbreken
van een paneel binnengekomen bij de as
surantiefirma, waar ook weer vergeefs de
krachten werden gemeten op de brandkast.
Ook - hier werden eenige lessenaars ge
forceerd met het voor de inbrekers verras
sende resultaat, dat in een daarvan de
sleutel van de brandkast werd gevonden.
Toen was het kinderwerk de brandkast
te openen en een bedrag van 2400 gulden
aan bankpapier, dat hierin was geborgen,
mee te nemen.
De beide brandkasten waren van oud
model, doch niettemin wekt de wijze waar
op hier „gewerkt" moet zijn, den indruk
dat deze inbraak terdege is voorbereid cn
dat men met geroutineerde dieven te doen
heeft.
Hoogstwaarschijnlijk hebben zij het. pand
door de voordeur verlaten. (Msb.)
In de Donderdag gehouden raadsverga
dering van Vecndam voelde burgemeester
De Zee zich gedrongen eenige woorden to
wijden aan de groote en verschrikkelijke
ramp, welke Vecndam de vorige week heeft
geteisterd. Wij denken, zoo zeide dc heer
De Zee, aan de zes ddoden, die Maandag
naar hun laatste rustplaats zijn gebracht,
cn ook aan hem, die Maandag in het zie
kenhuis is overleden cn Vrijdag wordt be
graven Naast de smart cn droefenis van
de acbiergeblevcnëii drukt ook de vrees
voor stoffelijke zorg in de toekomst. Do
plicht rust op ons om te zorgen dat in die
stoffolijken nood op afdoende wijze worden
voorzien. Bij het wéldadigheidscomitó zijn
thans reeds gelden ingekomen en we mo
gen hopen, dat liet comité voldoende gel
den zal krijgen voor een fonds om op af
doende wijze ook in de toekomstige jaren
te kunnen helpen. Voor de vele gewonden
werd de wcnsch uitgesproken, dat zij mo
gen herstellen en dat de sombere rij der
dooden thans een oindë zal hebben geno
men.
Aan het slot der -rede wijdde do Raad
eenige oogcnblikkcn in stilte aan de geval
len dooden.
Hierna wendde de voorzitter zich tot den
heer W. de Boer, een der raadsleden en
een van de vele gewonden, die toevallig in
de fabriek was. maar nu;gelukkig in zoo
verre is hersteld, dat hij deze zitting kon
bijwonen. Voor zijn-zetel stond een tuiltje
bloemen met een kaartje, waarop de geluk-
wenschen voor zijn herstel van don gehee-
lcn Raad. De heer De Boer dankte voor
deze vriendelijke attentie.
Op voorstel van den voorzitter besloot
de Rand duizend gulden to storten in het
weldadigheidsfonds.
Donderdag, 1 Aug., was het 10 jaar ge
leden, dat de Eerste Luchtvaart Tentoon
stelling Amsterdam (Elta) werd geopend,
welke tentoonstelling zich 6 weken lang in
een groote belangstelling mocht verheugen.
Meer dan 800.000 personen bezochten haar.
Het Nederlandsche volk was gedurende
den oorlog niet in de gelegenheid geweest
kennis te nemen van de groote ontwikke
ling van de luchtvaart, welke zich in de
oorlogvoerende landen had afgespeeld.
Door deze tentoonstelling werd echter een
groot gedeelte van het Nederlandsche pu
bliek omtrent luchtvaart ingelicht, niet al
leen door eigen aanschouwnig, maar ook
door de wijze, waarop de pers haar versla
gen over deze gebeurtenis gaf.
De hoofdgebouwen van deze tentoonstel
ling, welke aan don overkant van het IJ
gevestigd was, dienen nog als fabrieksge
bouwen voor de Nederlandsche vliegtuigen-
fabriek Fokker.
Het succes, met deze tentoonstelling be
reikt, gaf den stoot tot de oprichting van de
K.L.M., welke 7 October 1919 plaats vond.
EXPLOSIE IN EEN
SMEDERIJ
Een kiodgedood
Bij het schoonmaken van een
laschapparaat
Uit Berlijn wordt d.d. 1 dezer geseind:
Op den steenweg naar Kiel in de buurt
van Darmstadt heeft hedenmiddag een gru
welijk auto-ongeluk plaats gehad. Een Ne
derlandsche auto mot negen inzittenden,
waaronder drie kinderen, wilde een rijtuig
voorbijrijden en kwam daarbij in de sloot
terecht, nadat de auto tegen een boom ge
botst was. Op het oogenblik, dat het on
geluk plaats vond, had de auto een snelheid
van ongeveer 90 kilometer per uur.
Een der kinderen was op slag dood. De
eigenaar van den auto, een Nederlandsche
arts, stierf onder de handen der toegesnel
de leden van een hulpdienst. De andere ze
ven slachtoffers werden met ten deele ern
stige wonden weggevoerd.
Nader wordt gemeld, dat het ongeluk
plaats had met den automobiel van den
Nederlandschen geneesheer dr. Hubscher
uit Axel. De auto werd geheel verbrijzeld.
De negen personen die in het rijtuig zaten,
werden onder het puin bedolven of op den
straatweg geslingerd. Volgens de eerste
hier ontvangen berichten zou dr. Hubscher
en een zijner kinneren bij de ramp om het
leven zijn gekomen. Dit blijkt echter on
juist te zijn. Dr. Hubscher zou slechts licht
zijn gewond, maar een zijner kinderen werd
gedood. Ook zijn vrouw zou zwaar gewond
zijn. In den auto bevonden zich behalve dr.
Hubscher nog zijn vrouw, zijn schoonmoe
der, zijn schoonzuster en vijf kinderen
SCHOUT B.N. C. D. DE HAES.
40-jarig jubileum.
Gisteren vierde dc schout-bij-naclit C. I).
de Haes, inspecteur-generaal van het
Loodswezen, zijn 40-jarig jubileum als of
ficier bij de Ned. Marine. Op zijn bureau
aan den Hofweg te den Haag werd de ju
bilaris bij afwezigheid wegens verlof van
den minister gecomplimenteerd door den
secretaris van het departement van De
fensie, terwijl in den loop van den dag tal
van collega's cn ambtenaren van het De
partement schout-bij-nacht do Haes kwa
men gelukwcnschen met dit zeldzame ju
bileum.
Ook schriftelijk en telegraphisch mocht
de jubilaris vele felicitaties in ontvangst
nemen, terwijl eenige fraaie bloemstukken
de sympathie vertolkten, welke de heer de
Haes van alle kanten onderxindt.
DE 25.000ste INWONER TE HELMOND.
Gisteren kwam de heer Van Lierop
uit de Tweede Hoogstraat op het Stadhuis
to Helmond aangifte doen van de geboorte
van een dochtertje, waarmede Helmond de
25.000ste inwoner binnen haar muren heeft.
De pasgeborene is ingeschreven onder de
namen Leonarda Wilhelmina van Lierop.
De burgemeester heeft den gelukkigon
vacler een envelop met inhoud aangeboden.
Door de ingezetenen van Helmond zijn ver
schillende geschenken aangeboden.
Donderdagavond om 9 uur heeft in de
werkplaats van den heer G. Harlingen in
do Ramen te Hoorn, terwijl men bezig was
met het schoonmaken van een autogecn-
lasch-apparaat een explosie plaats gehad,
doordat zich gassen hadden ontwikkeld in
de smederij waar een vuur brandde. Van
liet achter de werkplaats gelegen Christe-
li;,t«: schoolgebouw is geen ruit heel geble
ven. In de werkplaats zelf was de chaos
groot, het dak is uit elkaar geslagen, ter
wijl deuren en ramen van hun plaats wer
den geslagen. Op het oogenblik van de ex
plosie xvareu do eigenaar G. van Harlingen
en een jongeman de 24 jarige L. de Scha-
gen in de werkplaats. Beide liepen ernsti
ge brandwonden op.
Do toestand van laatstgenoemde liet zich
aanvankelijk ernstig aanzien. Beiden zijn
naar het ziekenhuis vervoerd, de heer van
Harlingen zal vermoedelijk vandaag het
ziekenhuis weer kunnen verlaten.
De brand die in de smidswerkplaats ont
stond, werd met behulp van de toegescho
ten buren spoedig gebluscbt.
TOELATING VAN EEN RAADSLID.
Een kwestie te Katwijk.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben on
gegrond verklaard het beroep van J. Hue-
ting en J. Eikelenboora, leden van den
raad der gemeente Katwijk, tegen het be
sluit van den raad dier gemeente tot toe
lating van L. van der Zwan als lid van
dien raad.
DOODELIJK VERKEERSONGELUK.
Donderdag had te Zwijndrecht een doo-
delijk ongeluk plaats. De 54-jarige II. van D.
wilde den Rotterdamscheweg oversteken,
toen hij werd aangereden door een auto. De
spoedig ter plaatse zijnde geneesheer kon
slechts den dood constateeren.
HET MIDDELBURGSCHE STADHUIS.
En een moderne winkel.
De restauratic vaji het Raadhuis te Mid
delburg kwam volgens jiet gemeentever
slag over 1928, in 1927 grootendeels gereed.
Alleen restte nog het plaatsen van het
naar kleimodel van den beeldhouwer L.
Zijl le Bussum gemaakte beeld in zand
steen, voorstellende Maria van Bourgon-
dië. Dit beeld kwam in Mei 1928 gereed en
werd tegen bet einde van die maand in de
middelste nis van den Choertorcn ge
plaatst.
Door B. en W. werd aan de Monumenten-
commissie advies gevraagd over een bouw-
aanvraag voor een winkelhuis met boven
woning in dë Noordstraat tegenover het
stadhuis, waar omzichtigheid geboden was.
Eenige wijzigingen in het bouwplan wer
den voorgesteld, waardoor do gevel rusti
ger werd cn alhoewel contrasteerende met
den gevel van het Raadhuis aan dezen vol
gens het oordeel der commissie geen af
breuk zou doen, schrijft het Hbld. Het
bleek, dat do voorgestelde wijzigingen door
het gemeentebestuur waren overgenomen
en als voorwaarde aan de bouwvergunning
verbonden.
ERNSTIG MOTORONGEVAL.
Te Heiloo heeft hedennacht nabij den
z.g Kattenberg een ernstig motor-ongeval
plaats gehad. Een zekere Veldkamp en De
Haan kwamen van de kermis te Heiloo en
reden met hun motorrijwiel in de richting
van Alkmaar. Het motorrijwiel kwam in
botsing met een wielrijder, met het gevolg,
dat het motorrijwiel over den kop sloeg.
Beide berijders bleven bewusteloos op den
v/eg liggen. Zij bleken een schedelbreuk en
andere verwondingen te hebben bekomen.
Na voorloopig verbonden te zijn, zijn zij
naar het St. Elisabeth-ziekenhuis te Alk
maar overgebracht. Het rijwiel werd ver
nield. De wielrijder kreeg geen noemens
waardig letsel.
Iedere rede schijnt, ijdel en nietig, zoodra
haar de daad geen kracht geeft.
DEMOTHEXES.
I:
Naar het Engelsch van
A. T. QUILLER-COUCH.
40
Ik keek om naar Tom, die knikte en zette
mijn eerste halve kroon op het roode vakje,
gemerkt 19. Mijn buurman scheen niet te
letten op de onbeduidende som die ik op
zette; hij boog over de tafel heep en bracht
het wiel in beweging. Ik boog mij ook voor
over om te kijken en toen het wiel stilstond,
zag ik het geldstuk wegvegen en met een
massa geldstukken van meer waarde bij
den grooten hoop voegen.
„Een slecht begin", zei de zachte stem
naast mij. „Nog eens probeeren".
Ik zette nog eens op, en een derden keer,
en mijn twee halve kroonstukken volgden
het eerste.
Ik had nog maar één kans. Bleek van
wanhoop, haalde ik rnljn laatste halve
kroon uit mijn zak en legde haar op zwart,
Oogenblikkelijk liet mijn buurman het wiel
draaien. Het draaide maar rond of het nooit
zou ophouden, al maar rond, toen langza
mer, aarzelde, stond eindelijk stil en
waar?
Op het roode vakje vlak tegenover mij.
Een oogenblik scheen alles te draaien en
Ïq dansen voor mijn oogen. Do kaarsen
schitterden in millioenen stralen, de tafel
draaide, de ringen om de vingers van de
vrouw schitterden en blonken cn schoten
vuur, terwijl daar tegenover mij de duivel-
sche vinger der Fortuin wees op de vernieti
ging van mijn hoop en naar mij en noemde
mij een dwaas.
Ik greep mij vast aan den rand van de
tafel en zonk achterover in rnijn stoel. Toen
hoorde ik achter mij een vloek uit den mond
van Tom. De overstelpende waarheid brak
eindelijk door tot mijn verstand en verdreef
het bloed uit rnijn gelaat en de hoop uit
mijn hart. Geruïneerd; geruïneerd! De ge
zichten om mij heen werden beneveld voor
miju oog, de kamer en alles wat mij omring
de begon te benevelen en dreef al verder cn
verder weg, ik zag niets meer dan de gevol
gen van mijn dwaasheid. Nauwelijks weten
de wat ik deed, draaide ik mij om en zag
Tom aan; zijn gelaat was doodsbleek cn
\erlrokken. En toen fluisterde de muzikale
stem naast mij:
„Het spel gaat zoo aanstonds door; wilt
u opzetten
Ik stamelde een weigerend antwoord
„Wat? Nu al afgeschrikt? Een zwak ka
rakter gaat niet samen met zulk een ge
zicht", cn weder maakte zij het ding aan 't
draaien.
„Is het, omdat u niet meer kunt fluister
de zij mij toe.
„Ja, dat is het."
„Ja, het is een heel ding, om met een hal
ven sovereign een hank te Iciten springen.
Maar zeg, hebt u niets niets meer? Ik heb
een gevoel of mijn geluk mij in den steek
laat"
„Niets", antwoordde ik, „niets ter wereld".
„Arme jongen!"
Haar stem was vriendelijk en sympathiek,
maar in liaar oogen was geen sprake van
genadigheid. Ik bleef een oogenblik zitten,
verbluft en ongelukkig. En toen sprak zij
„Kan ik u wat leenen?"
„Neen, want ik zou geen kans zien het u
terug te geven. Dit was alles wat ik bezat.
En het is weg. Ik heb geen cent meer op de
wereld."
„Arme jongen!"
„Dank u. Ik kon niet verwachten, dat u
medelijden met mij zou hebben, maar
„Ach, je hebt ongelijk. Ik heb medelijden
met je. Ik heb medelijden met jullie alle
maal en toch leef ik ten koste van jullie.
Dwazen, dwazen noem ik jullie allemaal.
Dus je kunt niet spelen", voegde zij er bij
en zij liet het rad weer gaan.
„Wat wou je nu gaan doen?"
„In de eerste plaats hier vandaan gaan."
En dan?"
Ik haalde mijn schouders op.
„Neen, ga nog niet weg. Ga een poosje bij
mij ziiten kijken. liet Geluk is je eenige vij
and. Ik zou graag aan je verloren hebben."
Zij zag er zoo merkwaardig uit met haar
gele gezicht, haar rimpels cn massa dia
manten, dat ik haar maar steeds moest zit
ten aankijken.
jjk heb al menigen wankopigen jongen
naast mij zien zitten", ging de merkwaar
dige vrouw voort, „in dezen zelfden stoel.
Ach ja! ik ben nu oud, weet je, heel oud,
ouder zelfs dan je zou denken, maar toch
triomfeer ik over de jeugd. Soms heb ik een
gevoel of ik de jonge levens van anderen
opvoed."
Zij uitte deze vertrouwelijke mededeelin-
gen zonder dat er eenige verandering kwam
op haar gezicht en toch keek ik haar aan
en ik werd geboeid door dat mensch.
„Ja, daar zitten ze een oogenblik en dan
gaan ze hóen, wie weet waar naar toe? Jij
zult op 't oogenblik ook gaan en dan zal ik
je voor altijd uit het oog verliezen en er
geen oogenblik over denken wat er met je
gebeurt. Geld is mijn bloed; je ziet de kleur
van het geld op mijn gezicht Zij komen al
lemaal hier en ik zuig hun bloed uit en dan
stuur ik ze weg. Soms winnen ze; maar ik
kan wachten. Ik wacht en ik wacht en dan
komen zij hier weer terug, dat is nu een
maal hun noodlot. Zij komen terug en op
het laatst win ik toch. Ik win altijd op het
laatst."
Nu lette zij een oogenblik op het spel en
ging toen weer voort:
„Het is een zeldzame drank, dat gele bloed
en te zoeter wanneer het van een jeugdig
persoon komt. Ik heb maar één druppel van
uw bloed gehad, maar toch smaakt het mij.
O ja, ik kan medelijden hebben, mijn hart
is vol medelijden als ik hier goud zit te
drinken. Uw vriend is een allerliefste jon
gen, maar ik heb toch meer met u op; en
nu wilt ge heengaan. Dat heengaan is altijd
xvreed, nietwaar?"
Er was geen zweem van spot in haar
stem en haar oogen waren precies eender
als altijd. Tot eenig antwoord sloeg ik mijn
oogen op, maar zij raadde mijn gedachten.
„Neen. ik houd u niet voor den gek. Ik
wou zoo graag, dat je eens won eenmaal;
ik zeg het en ben volkomen eerlijk. Je zult
op het laatst teleurgesteld worden, maar ik
wou graag, dat dit lang duurde. Heeft uw
vriend geen geld?"
„Neen, dit was alles wat wij met ons bei
den over hadden."
„Dus hij kwam terug en liet u spelen van
uw eigen geld, dat is een raar soort vriend
schap."
„Neen, u vergist u", antwoordde ik. „HIJ
was er zeer sterk tegen hier heen te gaan,
maar ik haalde hem over of liever, ik
drong er op aan. Het is alle3 mijn schuld.
„Welnu", zei ze peinzend. „Ik geloof ook.
dat u maar heen moet gaan; maar het is
heel jammer. Je bent teen veel te knappe
jongen om te doen wat je nu waarschijnlijk
van plan bent; maar het spel neemt geen
notitie van een knap gezicht, anders zou het
er voor mij leelijk uitzien. En nu vaarwel."
Er was geen zweem van medelijden in
deze onbeprijpelljke oogen. Ik keek haar een
oogenblik aan, maar het glanzend zwart
openbaarde niets van wat onder de opper
vlakte verborgen was niets dan onverbid
delijke kalmte.
„Vaarwel", zei ik en ik stond op om heen
te gaan, want ik voelde Tom's hand al op
mijn schouder. Ik durfde hem niet aan te
kijken. Alle hoop was vervlogen, alle rijk*3,
dom alle -— Wacht! ik stak mijn vingers
in mijn vestjeszak en haalde er den gouden
gesp uit. Het ding had geen waarde voor
mij als wegwijzer naar den Grooten Robijn:
maar het kon als metaal nog eenige waarde,
hebben. Ik had het ding altijd bij mij ge
had sedert den dag dat oom Loveday en Ik
mijn vaders dagboek gelezen hadden. Maar
wat had ik er nu nog aan? Over een paar
uren zou ik verheven zijn boven alle hoop
op het vinden van schatten. Kon ik dien
vervvenschten gesp mijn laatste penningen
niet achterna werpen? Wie weet of lk er
niet nog wat mee terug kon winnen als
iemand er ten minste geld voor wou geven.
Ik zou het probeeren.
(Wordt vervolgd).