D00DEMANS ROTS. BEMALING DER VECHT Koopt Uw Radio bij een vertrouwd adres, Wij vertegenwoordigen de bekende Ducretet en Philipstoestellen UTRECHTSCHESTRAAT 15 _F.H.L0MANS Betaling in overieg met kooper DE KONINGIN NAAR DE ZUIDERZEE Een bezoek aan den proef, polder te Andijk F. H. LOMAKS SP00RWEGWENSCHEN FEEST BIJ DE H. T. M. VERONTWAARDIGING IN DEN BIOSCOOPBOND Muzikale leestrit FEUILLETON. Tweespalt in de organisatie Vergadering van het Comité van Actie Maandag j.l. had liet Comité van Actie ter verkrijging oener bemaling op de Vecht- sluis te Muiden een vergadering belegd te Weesp, -waartoe waren uitgenoodigd de gemeente-,, en polderbesturen langs de Vecht en verschillende Statenleden. De voorzitter van den Horstermeerpol-J der, de heer D. O. do Vries, had de leiding! en zette uiteen, hoever de bemalhigsplanjj nen zijn gevorderd, zoo meldt het Volk. üL Utrechtsche Staten hebben er zich me^j vereenigd en dragen in de kosten. gediJü rende 8 jaar op ƒ46.000 per jaar geraanvJ. jaarlijks ƒ15.000 bij. Voor de belangheb benden blijft dan te betalen ƒ31.000 maximum, want het is niet de bedoelin hen ooit voor hooger bedrag aansprakelijk te stellen. Van deze 31.000 moet verhou dingsgewijs GOOG ten laste komen vanldo belanghebbende polder- en gemeentebestu ren in Noord-Holland, vrijwillig bijeen te brengen. Deze vergadering bedoelde niet, daarover een besluit te nemen, doch slechts het uitlokken van een bespreking, opdat straks de officieele aanvraag om steun grondig zou kunnen worden behandeld. Uit de discussies vermelden wij, dat en kele polders in N.-II. hun kaden langs de Vecht reeds hebben verhoogd tot 1.10 M. N.A.P., omdat hun dit van hoogerhand was aanbevolen, o.m. ook op dit motief, dat Utrecht van een bemaling toch niet zou willen weten! Het bezwaar, dat de bemaling niet vóór den komenden winter klaar zal zijn, kan ondervangen worden door zoo noodig bij abnormale Vecli island en op de plassen te loozen. Alleen dezen winter kan dit mid del worden toegepast, omdat Amsterdam water aan die plassen gaat onttrekken voor zijn waterleiding. Tegen toepassing in vol gende winters heeft Amsterdam bezwaar. Amsterdam heeft er zelfs een flinke bij drage in de bemalingskosten voor over, om er in de toekomst tegen gewaarborgd te zijn, dat het Utrechtsche grachtwater niet via de Vecht zijn nieuwe waterwinplaats vervuild. Werkt Noord-Holland aan de bemaling rnee, dan zal de verbetering van het! Zand pad van Uitermeer met den zijtak tot Hin derdam, waarvan de aanbesteding nog moet wachten op de goedkeuring van Defensie, aanzienlijk lagere uitgaven eischen, zoo werd beweerd, terwijl een algemeene ver hooging der kaden tot 1.10 M. plus N.A.P. waarschijnlijk tot gevolg zal hebben, dat de stad Utrecht meer water loost, zoodat het Vechtpeil tot pl. m. 1.10 M. gaat stijgen en de buitendijks gelegen huizen, dat zijn die tusscben de Vecht en de kade, nog meer van het. water zullen hebben te lijden. Dat bierdoor de bemalingskosten hooger zouden worden en de belanghebbenden dus meer zouden moeten betalen, werd. wat dit laatste betreft, ontkend, omdat hun bij drage is bepaald op maximaal ƒ31.000. Aan de betrokken besturen zal nu een adres om steun worden gericht, zooals in Ltrecht. reeds is geschied. Ook zal de steun van Waterstaat worden gevraagd, omdat oen lager peil der Vecht van groot belang is voor don Rij les weg AmsterdamNieu- wersluisUtrecht, die feitelijk als vvater- keering dienst doet. Nadat de burgemeester van Weesp den voorzitter buide had gebracht voor zijn duidelijke uiteenzetting der kwestie en .oor zijn leiding, werd de vergadering ge sloten. DE N.C.S.V. Hot eigen buis. Verschenen is de Juli-aüevering van Eltheto' waarin opgenomen is het jaar- erslag der N.C.S.V. Hierin lezen wij o.m., dat momenteel meer dan de helft van het i:enoodigde bedrag bijeen is, voor het eigen hui6. Ondertusschen is de voorbereiding xoor den bouw aangevangen. Een drietal architecten wordt uitgenoodigd een voor ontwerp te maken. Dè stichting, die den bouw van het huis verzorgt, heeft vijftien beheerders en deze werden voor de eerste maal door de op richters in overleg met het hoofdbestuur der N.C.S.V. aangewezen, zoodat de raarl van beheer Hums bestaat uit Joan II. Nachenius, voorzitter, dr. II. C. Rutgers, secretaris, A. B. C. Dudok de Wit, penning meester, prof. dr. W. J. Aalders, inej. J. K. Bakker, ds. G. A. Barger, mr. IJ. de Bie, mr. J. F. van Beeck Calkoen, ds. II. J. Dijckmeester, Jhr. mr. C. G. C. Quarles van Ufford, prof. dr. M. van Rhijn, dr. M. C. Slotemaker de Bruine, mr. N. Stufkcns, prof. mr. P. Schollen en ir. F. C. C. baron van Tuyl van Serooskerken. In de toe komst worden de beheerders beurt om beurt benoemd door het (hoofdbestuur der N.C.S.V. uit een door den raad van beheer opgemaakte groslijst en door den raad van beheer uit een door het hoofdbestuur opge maakte groslijst. Dinedagrn. te 9 uur arriveerde H.M. de Koningin per auto van Scliagen, waar zij in bet Koninklijk rijtuig den nacht had doorgebracht, te Den Oever op Wieringen, waar zij zich inscheepte op de „Zilver meeuw" teneinde een tocht te maken langs den Wieringermeerdijk en de Oude Zeug naar Medemblik. Om kwart over 10 arriveerden H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana te Me demblik. De burgemeester de beer P. Schoutsen en de ingenieurs Verhey en Poslma waren aanwezig. Het publiek dat ook uit de omstreken ge komen was begroette Hare Majesteit spon taan rnet het Wilhelmus. Van hier werd gereden naar den proef- polder te Andijk waar de Koningin begroet werd door den burgemeester. Hier werden verschillende gewassen be zichtigd, waarvoor H.M. veel interesse toon de. Omstreeks 12 uur verlieten 'de vorste lijke gasten den proefpolder om zich weer naar Medemblik te begeven. Hier werd een bezoek gebracht aan het nog in aanbouw zijnd electrisch gemaal. Om 13.04 verliet H'.M. Medemblik met den koninklijken trein met bestemming naar Soestdijk. HET BEZOEK VAN DE UITHSEMSCHE JOURNALISTEN AAN AMSTERDAM. Een maaltijd aangeboden door hot Gemeautebestuur. In aansluiting aan het gemelde omtrent het voorgenomen bezoek van de conferen tie-journalisten aan Amsterdam kan nog worden medegedeeld, dat men a.s. Zater dag tusschen 1 en 2 uur te Amsterdam zal aankomen. Daarna zal een rondrit gemaakt worden door Oud- en Nieuw-Amsterdam, waarin begrepen is een bezoek ana eenige der voornaamste vertrekken van het Ko ninklijk Paleis, en welke rondrit zal beslo ten worden met een thé in het paviljoen van het Vondelpark. Tot slot zal een diner plaats hebben, aangeboden door het ge meentebestuur van Amsterdam. De terug keer zal tusschen half elf en elf uur 's avonds plaats hebben. HET BEDREIGDE „GOOUJJST". Een adres van „Arti et Amicitiae". De Maatschappij „Arti et Amicitiae te Amsterdam heeft tot de Kroon een adres gericht, waarin ten sterkste wordt aange drongen ..Gooilust". dat volgens adressan ten uit artistiek oogpunt nooit teloor mag gaan. tegen de gevolgen van den bouw van de ldninefabriek te beschermen. Weigert uw electrisch licht BEL433 DIE DOET ZIJ.! PLICHT UTRECHTSCHESTRAAT 15 Een snelvcrbinding Amsterdam- T TienteM listerTh uri ïv'cn Belangen van handel en toerisme Het doorgaand spoorwegverkeer tusschen Nederland en Duitschland laat in sommige opzichten nog te wensehen over. Met name te Munster wordt het als een groot nadeel gevoeld, dat daar sinds den oorlog alle doorgaande snel verbindingen met Nederland zijn opgeheven. Tot 1914 werden de ochtend- en avond- treinen Vlissingen—Berlijn geleid via Box tel Wesel Münster Osnabrück v.v., terwijl in Wesel reizigers van en naar Mün ster konden overstappen in directe treinen naar en van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Bovendien bestond er toen een avondsnelverbinding van Deil Haag via Haarlem, Amsterdam, Enschedé, Gronau naar Münster cn een ochtendsnelverbinding in omgekeerde richting. Van de heide snelverbindingcn Vlissin genBerlijn v.v. is er één vervallen en de overgeblevene is verlegd ,naar de route Vlissingen Arnhem Zulphen Hen gelo Oldenzaal Bentheim Osna- brück Berlijn v.v. De snelverbindingen Den Haag Amsterdam Enschedé Münster v.v. zijn na den oorlog tot dusver nog niet weer ingevoerd. In de stad Münster werd dit nadeel van een gemis aan doorgaande treinverbindin gen met Nederland zeer sterk' gevoeld en protesten daartegen zijn vooral ridar tot uiting gekomen. Maar ook hier te lande wordt liet als een groote leemte ondervonden, dat het nijvere Twente verstoken is van goede treinverbin dingen met Munster en het Ruhrgebied en dat tusschen Enschedé, een der belangrijk ste industriesteden van ons land en 'het na bij gelegen Münster, de hoofdstad van Westfalen, geen doorgaande sneltreinver bindingen bestaan, terwijl er wel een 65 K.M; lange hoofdspoorwpg is, op snelver keer berekend, welke deze steden verbindt. Het is dus geen wonder, dat toen de in dustrie- und Handelskammer van Münster een actie begon om dit isolement van West- falen's hoofdstad op te heffen, en de be langhebbenden bij doorgaande snelverbin dingen Holland Twente Münster Thüringen bijeen te roepen, deze actie niet alleen in Münster, maar ook in geheel West- falen, in Twente en in Amsterdam levcn- digen bijval heeft gevonden. Op initiatief van de Münsterscbe Kamer van Koophandel is een commissie samen gesteld, wier arbeid ten cloel heeft, te trachten doorgaande sneltreinverbindingen te krijgen op liet traject Amsterdam Amersfoort Apeldoorn Deventer - Almelo Hengelo Enschedé Gronau Münster Kassei Thüringen v.v. Deze commissie heeft dezer dagen te En schedé een vergadering gehouden, waar vertegenwoordigd waren: van Duitscho zijde: De Industrie- en Han delskamers van Münster en Dortmund, liet Kreisbestuur van Lüdmghausen, de gemeen tebesturen van Münster, Hamra, Gronau cn Soest, de Westffelische Yerkehrsverband e. a., van Nederlandscho zijde: de gemeentebe sturen van Enschedé, Deventer, Almelo en Hengelo, do Kamers van Koophandel van Amsterdam en Twente en de A. N. W. B.., Toeristenbond voor Nederland. De vergadering, welke geleid werd door den vice-voorzitter van de Industrie- und Handelskammer van Munster kwam, na ampele besprekingen tot overeenstemming omtrent do volgende punten: In de eerste plaats handhaafde de com missie het reeds in een vorige bespreking aangenomen standpunt, dat het als een be langrijke verbetering zou worden be schouwd wanneer in D-trein No. 171 door gaande rijtuigen Amsterdam—Erfurt zou- worden opgenomen, welke rijtuigen rnet een nieuw in te leggen sneltrein zouden kunnen doorgaan van Hengelo via En schedé, Gronau. Münster naar Ha mm en vandaar met den bestaanden Eilzurg No. 81 naar Kassei, Eisenach en Erfurt en wan neer deze rijtuigen met Eilzug No 82 van Erfurt, via Eisènach naar I-Ia mm cn ver der met een nieuwen sneltrein via Münster, Gronau zouden worden teruggevoerd naar Enschedé, waar ze dan wellicht zouden kunnen worden opgenomen in den sneltrein No. 170 naar Amsterdam. Hierdoor zou een geschikte dagverbinding ontstaan van Nederland naar Münster, Kas sei, Thüringen v.v. In de tweede plaats zou de commissie het als een belangrijke aanwinst beschouwen, wanneer er een ochtendsneltrein werd in gelegd van Mülister via Gronau naar En schedé, waarvan de doorgaande rijtuigen wellicht konden worden opgenomen in snel trein No. 158 van Enschedé naar Amster dam en wanneer dan deze rijtuigen op de terugreis zouden worden opgenomen in den D-trein No. 173 (AmsterdamBerlijn) om van Hengelo met een nieuwen sneltrein door te gaan via Enschedé—Gronau naar Münster. De zakenlieden uit Münster zouden dan in de gelegenheid zijn met den ochtend trein naar Amsterdam te reizen, aldaar hun zaken af te doen en *s avonds van denzelf- den dag nog weer naar Münster terug te keeren. In de zomermaanden zouden bo vendien de Nederlandsche badplaatsen met deze verbindingen zeer zijn gebaat De commissie nam het besluit, de bo venstaande wensehen ter kennis van de be trokken Spoorwegmaatschappijen te bren gen. 2-5 jaar electrisch Men meldt ons uit den Haag: Behalve de opening van de Herstelconfe1 rentie was er gisteren in de residentie nog een gebeurtenis, die de publieke belangstel ling mocht genieten: de Haagsche Tram maakte gisteren sedert precies een kwart eeuw gebruik van electrische tractie, ge voed door een bovengrondsch dradennet. Weliswaar had er vóór 1904 sedert 14 jaren in de zomermaanden een accumulatoren tram van het Plein naai' Sclieveningen vice versa gereden, maar de eigenlijke electri sche tram, ongeveer zooals wij die thans kennen, zilver-jubileerde in Den Haag gis teren. Op G Augustus 1904 werd de H. T. M, dienst Plein—Kurhaus met bovengrondsche geleiding opengesteld. En het was om d i e reden, dat gisteren de trams waren gepavoiseerd als op natio nale feestdagen en dat de autobussen prijk ten met de bekende vlaggetjes. Raad van Beheer en directie hadden dezen dag onopgemerkt willen laten voor bijgaan, maar het personeel had zoodanig aangedrongen op eenige festiviteit, dat toch een openlijke viering, zij het op zeer be scheiden, schaal, zou plaals hebben. De clou hiervan was een muzikale feest- rit in een met tropheeén versierden motor wagen rnet open aanhangrijtuig, waarin de H. T. M.-muziekvereeniging „Crescendo" had plaats genomen. De waarheid wordt zeiden kalm gezegd cn nog zeldzamer kalm aangehoord. Naar het Engelscb van A. T. QUILLER—COUCH. •13 Weder stierf de stem langzaam weg eri weder was alles stilte om mij heen. Ik richtte jviij weder op op mijn elleboog en tuurde in de groene diepte van liet bosch; maar ik zag alleen den vogel op zijn tak en luisterde met" aandacht: „Meibloempje Vogeltje De stem trilde, werd zachter en zweeg. Ik hoorde het ritselen van bladeren rechts en i jen viel dezelfde stem ineens uit, maar nu in proza, in zeer geagiteerd en ongeluk kig proza „O, mijn boot! mijn boot! Wat moet ik doen? Ik sprong overeind, zag iets wits en twee verschrikte, maar smeekende oogen en liep reeds op twintig meter ongeveer den stroom snel naar den oever. Daar dreef de boot, af, het touw, waaraan de boot zeker had vastgelegen, dreef er rustig achter aan en het geheCle gedrag van het bootje scheen er op te wijzen, dat het van plan was een een bezoek te brengen aan Pangbouroe. Mijn eigen bootje lag vlak bij. Maai' welk Jong mensch zal in zulk een geval rustig nadenken? Ik deed wat negen-en-negentig van de honderd gedaan zouden hebben. Ik deed snel uiiju jas uit, gooide mijn sclioa- nen van mijn voeten en toen de stem riep: „O neen, geef u geen moeite alsjeblieft", sprong ik het water in. De weerspannige boot, nu hij toch eenmaal weg was, maakte geen haast en liet zich zonder moeite in halen cd zonder er zich ecnigszins tegen te verzetten, slapte ik er in, v> "n de riemen op en druipnat, maar met l.-ii zegepralen- den blik, bracht ik de ge\angene naar den oever terug. „Hoe kan ik u genoeg danken?" Als ik een kleur had toen ik opkeek moet men niet vergeten dat ik bukken moest om de boot vast te maken. Als mijn oogen ge neigd waren naar beneden te kijken, moet men bedenken dat het-water uit mijn haar in mijn oogen dreigde te druipen. Zij keken toch een oogenbhk op en dit was het wat zij aanschouwden: Ten eerste een paar donkergrijze oogen, die schitterden van do pret, ja, maar toch ook van echte dankbaarheid. ITet 'duurde even voordat ik duidelijk besefte dat die oogen thuis behoorden in een gezichtje, ja het mooiste gezichtje dat ik ooit gezien had. Pas toen ik de oogen neersloeg voor dat visioen van stralende schoonheid, zag ik een aardig figuurtje in het wit gekleed, wit en wazig, ze had iets donzigs om de schouders, eveneens wit, waarop ik een be-1 voorlijke bruine lok zag hangen, schitte rend in de ondergaande zon. En toen ik nog lager keek, zag ik een klein voetje, dat stevig rustte aan den waterkant. Zoo stonden wij elkaar aan te kijken Hero en Leander, behalve dat Leander door- de gevolgen van zijn bad er dwazer uitzag dan door de dichters ooit werd vermeld.! Daar stonden wij dan: zij glimlachend, ik druipend, terwijl de merel, die het slot van haar liedje gemist had, zijn eigen ge zang voortzette en zich met alle kracht er op toelegde. En hoe ik gewoonlijk ook pra ten kon, ik was met stomheid geslagen en wij stonden er misschien nu nog, wanneer de stem niet herhaald had: „Hoe kan ik u danken!" Ik sloeg de oogen op. Ja, zij Mas schoon, buiten allen twijfel niet. groot, maar haar houding had iets vorstelijks, daar is geen twijfel aan. Onder den rand van haar bruinen hoed kwam het bruine haar krullend te voor schijn, maar toch zag ik duidelijk de mooie wenkbrauwen cn do donkerbruine wimpers, Ik durfde haar niet weer in de oogen kij ken. maar om haar lippen speelde een on deugende glimlach on haar kin kwam mooi cn fijn uit boven een volmaakt mooien hals. In haar rechterhand hield zij een takje van een struik, die langs haar witto jurk neerviel. Eu zoo sloeg ik de oogen weer neer op den grond. Ileb medelijden met mij. Ik had haast nog nooit met een meisje gesproken, nooit niet een zoo schoon meisje. Sprakeloos en druipend stond ik daar, ik had bijna zin om hard weg te loopen. „En tocli, waarom hebt u 'u zelf zoo nal gemaakt, heeft u zelf gcon boot? Is dat uw bootje niet dat daarginds vastligf?" Er was een lachende klank in haar stem. In zeker opzicht voelde ik mij onwijs en schuldig. Zij moest mijn blik verkeerd be grepen hebben, want zij ging voort: „Wou u soms?" en zij begon in haar zak te tas ten. „Neen. neen", riep ik uit, „dat niet!" Ik had vergeten hoe slecht ik gekleed was, hoe armoedig en versleten. En dat leek nog erger door mijn bad. Zij hield mij natuurlijk voor een bedelaar. Waarom ook niet? Ik zag er naar uit. Maar toen die gedachte in mijn hoofd opkwam, ge\oclde ik mij uiterst beschaamd en vernederd. Zij moet iets dergelijks in mijn oogen bespeurd hebben, want een klein handje werd plot seling op mijn arm gelegd en de stem sprak: „Ach, vergeef het mij, als 't u blieft. J-Iet was dom van mij. Het spijt mij zoo." Vergeven? haar vergeven! Ik keek een oogenblik op en nu was zij het die de oogen neersloeg. Er was eenige oogenblikken stilte, slechts verbroken door de merel, die op dat oogenblik met allerlei moeilijke variaties bezig was. Weldra keek zij weer op en nu keek zij heel vroolijk. „Maar het was dwaas om te gaan zwem men, terwijl uw boot vlak bij was, vindt u zelf niet?" Ik keek op, stamelde iets, zag baar in haar eerlijke oogen en wij beiden barstten in lachen uit. Een onwijze begeerte om haar hand te vatten, die een oogenblik op mijn schouder gerust bad, beving mij. „Ja, het was dwaas", antwoordde ik langzaam cn stamelend, „maar het scheen bet eenige wat ik voor u doen kon." Zij lachte weer zachtjes. „Gedraagt u u gewoonlijk zoo?" „Dat weet ik niet." Een oogenblik stilte, toen voegde ik er bij: „Ja, weet u, u overviel mij." „Waar was u toen ik u voor het eerst geroepen heb?" vroeg zij. „Ik lag in het gras \lak bij u." „Dan—" zij kreeg een vuurroode kleur, „dan moet u „U hooren zingen? Ja." „O De zuidelijke nakeuring De Nederlandsche Bioscoopbond hield op Maandag, 5 Aug. j.l., een buitengewone le denvergadering, waar circa 200 bij den Bond aangesloten film- en bioscooponder nemingen vertegenwoordigd waren. De drukke opkomst vond zijn oorzaak in de omstandigheid, dat er onder de ledeu groote verontwaardiging heerschte over de verspreiding van een circulaire door een zestal leden, waarin de indruk werd ge wekt, alsof, naar aanleiding van het Zui delijk bioscoopconflict, zulk een groote on tevredenheid in den Bioscoopbond heersch te, dat tvyëespalt in de organisatie hiervan het gevolg was. Aan dien indruk werd zelfs in verschillende persorganen uiting gege ven. Bij de ledenvergadering werd eene motie ingediend, welke door de vertegenwoordi gers van niet minder dan 16S bij den Bond aangesloten film- en bioscoop-ondernemin gen was onderteekend. In deze motie werd eerst vastgesteld, dat de verspreiding der circulaire van de zes leden blijkens den inhoud ten doel heeft gehad opzettelijk een verraderlijken aan val te plegen op den Bond, die eene be langrijke actie voert tegen de het bioscoop bedrijf in strijd met de bioscoopwet opge- dwongen Zuidelijke, film-nakeuring, en dat deze actie de instemming van alle leden heeft, weshalve verontwaardiging en diepe afkeer over de verspreiding dezer circulai re wordt uitgesproken en bij het hoofdbe stuur aangedrongen wordt op bestraffing ingevolge het bepaalde in de statuten van de zes onderteekenaren der circulaire, die door de verspreiding ervan de belangen van het film- en bioscoopbedrijf en de waardigheid van den Bond op allererger- lijkste wijze opzettelijk hebben willen scha den. Ten slotte werd in de motie goedgekeurd het beleid van het hoofdbestuur ten aan zien van de gevoerde actie in het Zuiden, als zijnde in het belang van bet geheele Nederlandsche film- cn bioscoopbedrijf, te vens het vertrouwen uitsprekende, dat de met algemeene instemming der leden inge stelde actie, steunende op volkomen rede lijken grondslag, niet eerder zal worden be ëindigd dan naaat de overheid in het Zui den de bioscoopwet toepast, gelijk zij door den wetgever is bedoeld. Deze motie werd met op elf na algemeene stemmen onder groote geestdrift aangeno- JAC. VONK 70 JAAR Ben journalist van de oude garde. Een collega, wiens naam bij de ouderen onder de Amsterdamsche journalisten een goeden klank heeft, Jac. Vonk, wordt Za terdag 10 Augustus a.s. zeventig jaar. Als jong journalist verbonden aan Het nieuws van den Dag, waar bij den ouden Werst als verslaggever opvolgde, is bij meer dan 40 jaar dat blad trouw gebleven, tot dat de opheffing ervan aan die veeljarigen dienst een einde maakte. Sedert eenige jaren geniet Vonk in zijn woning in de Von Eeghenslraat 20 te Am sterdam een welverdiend otium cum dig- nitate en heeft hij de altijd vaardige en vlugge pen neergelegd, hoewel niet onher roepelijk, M*ant een enkele maal verschijnt er nog wel eens een onder pseudoniem aar dig en gemakkelijk geschreven artikeltje van zijn hand over Amsterdamsche dingen cn personen, waarin zijn vrienden zijn pret- tigen schrijftrant gemakkelijk herkennen. Want al mogen zij hern dan in den loop van de jaren wat uit het oog hebben verlo ren, vergeten hebben zij hem niet, daarvan zullen a.s. Zaterdag, op zijn 70sten verjaar dag stellig velen dezen journalist van de oude garde gaarne doen blijken. Weder een pauze en ditmaal besloot de merel haar allerkunstigst gezang en zweeg. De bruine Mimpers waren neergeslagen, do lieve oogen waren op het gras gevestigd cn het handje sloeg het takje dat over haar japon hing, zenuwachtig heen en weer. „Waarom waarschuwde u mij niet, dat ik een toehoorder had?" „In de eerste plaats omdat het te laat was. Toen u begon „Wat?" vroeg ze toen ik aarzelde. „Ik sliep." „Ach en ik heb u gewekt. Dat spijt mij „Mij niet". Ik word brutaler naarmate zij meer ver legen werd. Ik keek nu op haar neder van uit de hoogte waar ik stond en mijn hart zwol op van aanbidding voor zulk een schepping van God. Het was of zij een wei nig verstoord was toen zij zich oprichtte, rnij de hand toestak en op eenigszins fieren toon zei: „Ik dank u wel, mijnheer, voor den dienst dien ge mij bewezen hebt/ liet klonk als een afscheid. Ik vatte haar hand cn hield die vast. Het M-as een heel klein handje in mijn groote bruine hand en toch was het of ik een eloc- trischen schok gevoelde, een heerlijke ge waarwording. Mijn hart bonsde, mijn oogen bleven op haar gevestigd. Zij bloosde een weinig meer dan te voren; zij hief de kin op en de stem was opmerke lijk koel toen zij zei „Ik moet weg, mijnheer. Ik hoop dat ik u mijn dankbaarheid voldoende betoond heb cn ,En wat .Vergeef mij d&t ik op het punt Mas u geld aan te bieden." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6