AMERSFOOKTSCH DAGBLAD
Gedurende de maand Augustus geopend van 8 V12 en van! V7 uur
D00DEMANS ROTS.
Vrijdag 9 Augustus 1929
..DE EEMLANDER'
28e Jaargang No. 35
BINNENLAND,
HET NIEUWE KABINET
GEMIS VAN VOLDOEND
LAGER ONDERWIJS
M.V. COMPAGNIE LYOMNAISE
TRAGISCHE GEBEURTENIS
NIEUWE AANWIJZINGEN
TEGEN VAN 0.?
Maison de Jager Zn.
Cocosschuimturons
Heerenbanket
FEUILLETON.
De heer van Schaick
bedankte
Het aanblijven van minister
Beelaerts
Naar Het Volk uit -goede bron verneemt,
beeft de kabinetsformateur Jhr. Ruys cle
Beerenbrouck voor cle portefeuille van Ar
beid aanvankelijk het democratisch getinte
r.-k. Kamerlid Van Schaick aangezocht.
Deze heeft echter voor cle eer bedankt,
nadat hem gebleken was, dat cle minister
van financiën, de heer De Geer, ten aan
zien van cultureele cn sociale maatregel-:n
geen beteekenende concessies zou doen.
Dinsdag j.l. heeft de heer Van Schaick
zijn afwijzende beslissing aan den kabinats
formateur doen toekomen. Daarop heeft
Jhr. Ruys de Beerenbrouck in allerijl den
heer Verschuur gepolst, die zich bereid ver
klaarde de portefeuille te aanvaarden.
De bijzondere Msb.-correspondent ter
Haagsche conferentie meldt:
Het spreekt wel vanzelf, dat de oplossing
van de Nederlandsche kabinetscrisis ook
onder de internationale pers ditmaal meer
aandacht getrokken heeft dan in oudere
jaren het geval was, wanneer men ver van
Nederland zoo iets over een nieuwe Ne
derlandsche regqering leest. Vooral 't aan
blijven van minister Beelaerts van 131 in
land wercl daarbij besproken. Opvallsa l
was in gesprekken niet buitenlandsche col
lega's, hoe minister Beelaerts thans we
der vrijwel algemeen de sympathie terug
veroverd heeft, die hij in zijn laatste pe
riode als Nedériandsch vertegenwoordiger
in den Volkenbondsraad (tijdens cle behan
deling van cle klacht der kleine entente
tegen Hongarije tegen beweerden wapen
aankoop) en in verband met de kwestie
van het „Utreclitsch Dagblad", in sommige
perskringen ecnigermate verloren had.
De wijze waarop Minister Beelaerts de
gedelegeerden ontvangen cn de conferentie
toegesproken heeft, hebben blijkbaar ge
maakt, dat "het aanblijven van minister
Beelaerts vrijwel algemeen met instemming
is vernomen.
Naar ik op goede gronden meen te mo
gen aannemen, lieefi ook de Belgische de
legatie alhier met voldoening er van ken
nis genomen, dat minister Beelaerts op Het
Plein zal blijven. De pcrsoolijke betrekkin
gen tusschen minister Beelaerts en minis
ter II ij mans zijn van aangenamer), vriend-
schappelijken aard. Bovendien kan liet aan
blijven van minister Beelaerts slechts lei
den tot een bespoediging cler Nedériandsch-'
Belgische besprekingen, die wellicht een
nieuwe vertraging zouden hebben onder
gaan, indien een nieuwe bewindsman op
liet Plein zijn intrede zou hebben gedaan.
Onder cle tegenwoordige omstandigheden
schijnt, men, indien ik goed ben ingelicht,
aan Belgische zijde te hopen, dat nog tij
dens deze Haagsche conferentie dc minis
ters Beelaerts cn Hij mans persoonlijk in
besprekingen zullen treden, om cle moge
lijkheden van een oplossing der moeilijkhe
den, die tot dusverre een nieuw Neder-
landsch-Belgisch verdrag in den weg heb
ben gestaan, te overwegen.
UIT DC STAATSCOURANT.
Benoemd lot adjunctcommies bij liet
bureau van cle commissie voor Rijks ge
schiedkundige publication, mejuffrouw S.
M. lïoulers, thans klerk bij dat bureau.
Toegekend cle zilveren eere-medaille
Oranje Nassau Orde aan H. Marquart, baas
bij de N.V. Goederenhandel cn koffiebran
derij voorheen Jacques de Haan te Rotter
dam.
Op verzoek met ingang van 1 Sept. 1920
eervol ontslagen, mr. J. P. A. baron Müler
als kantonrechter te Ommen onder dank
betuiging voor de in rechterlijke betrekking
bewezen diensten.
Op verzoek eervol ontslagen met dank
dr. J. Hekman als lid van de voogdijraad
Rotterdam 1.
Dc tiende vacaniiccursus
binnenvaart
Duizenden kinderen in
ongunstige positie
Donderdagavond is het insructievaartuig
Prins Hendrik met de directeuren en leera
ren der Binnenvaartscholen van het On
derwijs voor de Binnenvaart te Zierikzee
aangekomen. Tijdens de vaart van Dor
drecht naar Stavenisse heeft de heer T. L
Meldema, inspecteur voor de scheepvaart
te Groningen en voorzitter van de Examen
commissie voor schippers bij de Binnen
vaart, een belangrijke lezing gehouden over
cle taak. van den leeraar op de vakschool
voor de schippers.
Op de inleiding van den heer Mcllema
volgde een belangwekkende en levendige
gedachtcnw isscling, waarbij als algemeen
oordeel naar voren kwam, dat het gemis
aan voldoend lager, onderwijs voor schip
perskinderen een goede ontwikkeling van
het vakonderwijs, dat in tegenstelling rnet
het lager onderwijs, reeds bij cle wet is ge
regeld. zeer belemmert. Algemeen was rnen
het er echter over eens dat. waar hel vo
rige jaar een minis'.erieele commissie voor
liet ontwerpen van een regeling van het
lager onderwijs aan schipperskinderen is
benoemd, het voor het Onderwijsfonds voor
cle Binnenvaart, dat met cle medewerking
van alle betrokken organisaties reeds een
plan had ontworpen, voorloopig onmoge
lijk is, verdere actie voor het lager onder
wijs aan de schipperskinderen te voeren.
Ernstig wercl betreurd dat de duizenden
schipperskinderen, die aan boord van de
binnenschepen opgroeien, door het nog
"steeds ontbreken van een regeling van het
lager onderwijs in een zeer ongunstige po
sitie zijn gekomen, omdat zij niet in staat
blijken tc zijn, het zoo noodige vakonder
wijs op cle binncnvaartscholen met vrucht
te volgen.
Te Stavenisse bracht cle burgemeester
van deze gemeente, de beer A. F. I-Ianssens,
een bezoek aan het instructie vaartuig. Tij
dens de vaart heeft verder cle heer A. A.
Klein uit Dordrecht een lezing gehouden
over het betonmngsstelsel.
Vrijdag vaart de Prins Hendrik van Zie
rikzee naar Gorinchem.
RIJKS BEGROOTING 1930.
De Rijksbegrooting voor het jaar 1930
heeft het departement van Financiën ver
laten en is naar den Raad van State ge
zonden.
P? UTRECHTSCHEWECi 10 - TEL,. 179 - AMERSFOORT
Financieele achteruitgang
Men meldt ons uit Venlo:
Woensdag werd op de „Hamert", een kleine
villa gelegen aan de Maas tusschen Arcen
cn Well de familie Maurits doodgevonden.
De familie bestaat uit vader, moeder en
zoon. De moeder cn zoon zijn vergiftigd,
terwijl de vader zelfmoord pleegde. De re
den van dit vreeselijk drama moet waar
schijnlijk in financieele moeilijkheden wor
den gezocht. Het gezin bewoonde vroeger
het kasteel Bünichhauscn onder de ge
meente Walbeek (Duitschland).
Vrijdag werd het dienstmeisje naar huis
gestuurd onder voorwendsel dat de familie
op reis zou gaan. Men vermoedt, dat liet
drama zich reeds Vrijdag heeft afgespeeld.
Men deelt ons nader mede, dat de moe
der cn zoon niet vergiftigd waren, doch
doodgeschoten op bed zijn gevonden.
De moordzaak-Lans
Een rapport van
Dr. Hesseling
In den afschuvvelijken moord op den
Oostzeedijk te Rotterdam, waarvoor de pro
curatiehouder van O. van de firma de Haas
nu reeds ruim acht maanden in voorarrest
zit, heeft de rechtbank, zooals men zich
herinnert, op Maandag 17 Juni schorsing
gelast, nadat cle zaak drie dagen gediend
had, opdat verschillende punten opnieuw
of nog zouden worden onderzocht. Hiertoe
besloot men daar het onderzoek onvolledig
was geweest.
Datgene wat thans nog steeds onderzocht
wordt, bepaalt zich vooral tot de vraag: hoe
en waar de bloedspatten zijn geweest, een
onderzoek of de kleeren van v. O. wellicht
toch bloedsporen hebben vertoond, het na
gaan van cle juistheid van de opzienbarende
verklaringen van don agent Brons en ten
slotte een psychisch en physiek onderzoek
van verdachte.
Voor het onderzoek naar bloedsporen
werd o. a. speciaal aangezocht de deskun
dige dr. Hesseling.
De rechter van instructie heeft sinds de
schorsing een zeer groot aantal getuigen ge
hoord, de deskundigen hebben met de poli
tie cn de verdediging- zeer veel punten
waaromtrent onderzoek nog mogelijk was,
nagegaan, de vijl, die in het pand van de
Maas gevonden is. een half jaar na den
moord in een kast op het portaal bij de kan
toren is terdege onderzocht en uit dit
alles zijn eenige nieuwe gezichtspunten ge
boren in deze lugubere zaak.
Wij schreven reeds uitvoerig over de ver
klaringen van den agent Brons en de waar
de, welke, hieraan vermoedelijk zal worden
toegekend.
Thans is van cien rechter-commissaris een
voorloopig rapport verschenen met betrek
king tot de resultaten van het hernieuwde
onderzoek, zoo meldt de Maasbode.
Het definitieve rapport is echter pas over
eenige weken te wachten, zoodat wij hier
omtrent nog geen feitelijke mededeelingen
kunnen doen.
Wel heeft een van de verdedigers van
van O., Mr. Kokosky uit Amsterdam, ons
over den momenteelen stand van zaken
medegedeeld, dat, blijkens het onderzoek
van dr. Hesseling, op de kleeren, welke de
procuratiehouder op den avond van den
moord, toen hij op kantoor was heeft ge
dragen, eenige bloedvlekken gevonden zijn,
vveike na zeer minutieus onderzoek voor
den dag zijn gekomen.
Dit zou zeker tegen van O. een belang
rijke aanwijzing kunnen vormen, indien
niet, zooals verder gebleken is, deze kleeren
vroeger aan iemand anders hadden toebe
hoord.
Deze vroegere eigenaar heeft het cosluum
aan van O. gegeven en afgezien van cle
vraag of de thans gevonden bloedsporen
tot de bloedgroep van den heer Lans be-
hooren staat dus de mogelijkheid open,
dat de bloedvlekken die nu, ruim zes maan
den na den moord zijn gevonden, door een
andere oorzaak dan moord op de kleeren
zijn gekomen. De vroegere eigenaar is hier
omtrent natuurlijk gehoord cn moet vrij
positief zijn in een verklaring omtrent deze
bloedvlekken, ten gunste van den procura
tiehouder.
Of aan do vijl eenige waarde moet wor
den gehecht, is eveneens nog niet met ze
kerheid te zeggen. De gevonden bloedspo
ren zijn gering, het bloed behoorde echter
wel tot de bloedgroep van Lans, zooals men
zich herinnert, doch er zijn duizenden men-
schen, wier bloed tot deze groep behoort en
het is mogelijk, dat de vijl alleen gebruikt
is om de bloedvlekken, die spoedig na den
moord zijn weggenomen, te verwijderen.
Er zijn ook bloedvlekken gevonden aan
eenige kistjes, doch hieraan wordt geen
waarde gehecht, men neemt aan dat dit bij
't schoonmaken door de werksters is ge
komen.
Op de schoenen van v. O. moeten thans
ook nog bloedsporen zijn gevondon.
Men weet, hoezeer dit punt de aandacht
heeft gehaa van de rechtbank. Er was toen
volgens de deskundigen geen bloed aan de
schoenen geweest, thans echter moet Dr.
Hesseling wel bloedsporen gevonden heb
ben.
In hoeverre deze aanwijzing tegen van O.
pleit? Het is nog niet bekend, de rechtbank
zal dit moeten uitmaken.
De verklaringen van Brons moeten thans
geheel ontzenuwd zijn.
Verdachte blijft nog steeds dezelfde star
re, ontkennende houding aannemen cn is
gisteren nog verhoord.
Volgens den verdediger zijn er „enkele
vreemde dingen" die tegen van O. pleiten,
of echter wettig en overtuigend bewijs ge
leverd zal kunnen worden, is thans nog
niet te zeggen.
In elk geval zal er, als de zaak, vermoe
delijk in de tweede helft van September,
weer voorkomt, nog heel wat werk voor de
rechtbank te cloen zijn, men verwacht dat
de behandeling weer eenige dagen in beslag
zal nemen.
EEN BRANDSTICHTER.
Hij handelde uit nijd.
Voor de rechtbank te Zutphen heeft te
rechtgestaan cle 48-jarige C. G., van beroep
wever, zonder vaste woon- of verblijfplaats,
die op 25 Juli brand heeft gesticht in de
bosschcn van de N.V. Ontginningsmpij.
Hoenderloo te Ugchelen, op cle Vel uwe,
waardoor ongeveer i II.A. dcnnebosch cn
een groote oppervlakte heide zijn verbrand.
Verdachte bekende en verklaarde, uit
nijcl te heben gehandeld, omdat hij geen
werk kon vinden.
Het O.M. eischte tegen hem een jaar ge
vangenisstraf, met aftrek van cle voorloo-
pige hechtenis.
DE AMSTERDAMSCHE GEMEENTE-
BEGROOTING 1930.
Door B. en W. in concept vast
gesteld.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Het college van Burgemeester en Wet
houders kwam gistermiddag in een spe
ciale vergadering hijeen, onder voorzitter
schap van burgemeester do Vlugt, die daar
voor zijn vaeantie had onderbroken, tot
vaststelling van de conceptbegrooting 1930.
Zooals bekend heeft het meeningsversohil
in het college in verband met het ontwer
pen der begrooting tot een a.s. uittreden
van wethouder Ter Haar geleid.
De meerderheid van het college heeft
thans de begrooting, zooals die door den
wethouder van financiën was ontworpen,
vastgesteld. Het ontwerp-begrooting zal ver
moedelijk Zaterdag a.s. in het Gemeente
blad verschijnen.
HET NIEUWE KABINET
Alle rechten voorbehouden
Hoera, hoera, daar zijn Ze weer
De splinternieuwe „heeren"
Die ons opnieuw met frissche moed
Weer vier jaar gaan regeeren.
Wat „opgelapt" en „bijgeverfd"
Daarom in pracht—conditie
Niet nieuw maar naar we hopen toch
'n Vei beierde editie
Do criticasters breken los.
Wat d'ecn graag zou aanbidden,
Kamt d'andcr af of laat beleefd
„De-waarheid-in—het-middén."
Wanneer men 't oor te luist'rcn lei
In d'afgeloopen dagen
Dan zou men zich als nuchter mensch
Verwonderd af gaan vragen:
„Waarom zocht Jonker Buys zoolang?
Als ik me tijd wou gunnen
Had ik vast binnen 't uur een „stel"
Dat zou regeeren kunnen,
Als ik gelooven wou wat men
Zoo overal gaat zwammen
En wel hoeveel deskundigheid
Men alles af durft kammen!
Als 'k hoor met hoeveel ruggegraat
Men \oor 't belang zou pal staan,
Bemerk ik dat ook in dit „vak"
Dc stuurlui aan den wal staan!
Hoera, hoera, daar zijn ze weer,
De splinternieuwe „lieeren"
Wiens arbeid ik bij voorbaat niet
Zou willen critiseercn.
Ik hoop alleen dat 't Vaderland
Veel zegen is beschoren
En met decz' mannen voor ons land
Vooruitgang wordt geboren!
Niet duur, maar goed en recht-door-zee
Wat nemen en wat geven
Dan kunnen zelfs de mopperaars
Nog wel iets goeds beleven!
Geen achterbaks gekonkel of
Alleen maar goede woorden,
Geen dwinglandij of machtsmisbruik
Die dikwijls rust verstoorden!
Neen, 't landsbelang als ecnig doel.
Wat of er komt aan 't handje
Dan zal men heusch een zegen zijn
Voor 't vriend'lijk Nederlandjc.
GROEGROE.
DREIGENDE STAKING BIJ DE AUPING-
MATR ASSENFABRIEKEN.
Een ultimatum van de arbei
dersbonden.
Dc samenwerkende besturen van den Al-
genieenen Nederlandschen en R.-K. Melaal-
bewei kersbond hebben aan de directie van
Auping's Matrassenfabrieken te De\enter
een ultimatum gesteld, waarin een week
vaeantie voor het personeel wordt gevraagd.
Indien de directie het op heden ingeno
men afwijzend standpunt handhaaft, zal,
zoo wordt in het ultimatum gezegd, het
personeel der fabriek op 15 dezer het werk
staken.
OPBOUW VAN „,DE PLASMOLEN".
De directie van het hotel „De Piasmolen
bevestigt het bericht, dat haar gebouw, dat
nagenoeg geheel door den daarin gewoeden
brand verwoest is, opgebouwd zal worden.
Met den opbouw zal echter geruimen
tijd gemoeid zijn. De heropening van „De
Piasmolenzal niet vóór 1 April 1930 kun
nen plaats hebben.
Langestraat 56 Telef. 115.
Indien wij zelf geen gebreken hadden,
zouden wij er niet zooveel genoegen in
scheppen ze bij anderen op te merken.
LA ROCHEFOUCAULD.
Naar het Engelsch van
A. T. QUILLER—COUCH.
45
„Jasper," zei hij eindelijk, „óf je bent
ziek, óf je hebt vandaag te veel gegeten."
„Neen, geen van beiden."
„Begrijp ik het goed: wou je van tafel
opstaan en je doodsvijand vervolgen do
Oxfordstreet op?"
Ik schudde liet hoofd.
„Wat? Je vanavond niet wreken? Geen
bloeddorst?"
„Tom," antwoordde Is plechtig, „van
avond niet en nooit. Mijn wraak is dood."
„Wel hemel! wanneer is dat gebeurd. Iicl
moet heel plotseling gegaan zijn."
„Mijn wraak is vandaag gestorven."
„Jasper," zei Tom, zijn hand op mijn
schouder leggende, „do rijkdom heeft je
krankzinnig gemaakt of wat nog merk
waardiger is, lie eft je geest de gezondheid
teruggegeven."
HOOFDSTUK IV.
Hoe ik de schaduw zag van de rots eu hoe
ik nieuws verleide cn hoorde.
Een week ging voorbij en in tusschen de
den Torn en ik verschillende ontdekkin
gen. In de eerste plaats ontdekten we tol
onze groote verlichting, dat de Banknoten
zonder aarzelen in de Bank werden aange
nomen. In de twee plaats, vonden we onze
tegenwoordige kamer wat heel klein en
verhuisden naar een straat ten westen van
de St. James. Verder bedachten wij dat
onze klieren meer in overeenstemming
dienden te zijn niet „ile Westersche bescha
ving", zooals Tom het uitdrukte, en ook
dat tenzij wij ons geheele leven student
wilden blijven in de medicijnen, wij ook
wat studie van het vak moesten maken. En
eindelijk begon liet tot Tom door te drin
gen, dat „Francesca, een Treurspel", een
wel wat hoogdravend stuk was en tot mij,
dat het een èisch des levens was den Zon
dag als „vrije dag" te beschouwen.
ik weet niet of wij groote belangstelling
koesterden voor de medische wetenschap
en of do professoren veel verwachting van
ons hadden. Maar Tom, die nu een schrijf
tafel had, maakte groote veranderingen in
„Francesca" terwijl ik groote hoeveelhe
den tabak zat te rooken gedurende mijn
pogingën om een zeker gezichtje in mijn
aanteekenboek weer te geven; en ik weet
zeker dat bet besluit van den Zondag een
vrijen dag te maken onherroepelijk vast
stond.
Ik zag haar dien Zondag niet en den
volgenden Zondag ook niet, ofschoon mijn
boot de rivier tusschen Goring en Pang-
bourne van den vroegen morgen lot den
laten avond afzocht. Maar laat mij niet
stilstaan bij mijn hartzeer en bittere stem
ming en liever van den heerlijken Zondag
vertellen, toen ik voor de tweede maal mijn
geliefde aanschouwde.
Ifet was weder een heerlijke zomerdag.
Boven ons het blauwe hemelgewelf, dat ge
kroond was door een diadeem van goud.
Geen wolkje benevelde het uitspansel of
weerkaatste zich in den helderen water
spiegel; hier en daar waar de warme lucht
trilde boven de stille weilanden, was alles
stil en kalm. Voor mij stroomde de rivier
ongestoord voort, geen menscbelijke ge
daante verstoorde de eenzaamheid.
Maar wat was dat witte vlekje in de ver
te aan den oever die lichte vlek, nog
lichter dan de algemeene helderheid? Het
bewoog zich, het naderde? Mijn hart bons
de, in een oogenblik lag de boeg van mijn
boot, tegen den afbrokkelenden rivierstroom
en ik tuurde het jaagpad af.
Ja, zij was het! Uit duizenden zou ik haar
herkennen, dat volmaakte figuurtje toen
het heel langzaam langs den oever na
derde. Alles was licht en glorie, lucht en
hemel vormden een gouden lijst om dat
witte vlekje, dat zoo zorgeloos naderde.
Onbewegelijk, sprakeloos bleef ik staan,
terwijl ze naderde.
Zij had meidoorn geplukt en had een
bouquet in de hand. Zooals den vorigen
keer was zij geheel in het wit en weer droeg
zij een hoed met een breeden rand, die haar
gezichtje beschermde voor de zonnestralen.
Al nader en nader kwam zij; zij keek
vluchtig naar den jongen, die met een bloot
hoofd in de zon stond; ze passeerde en keek
nog eens orn, aarzelde een vreeselijk oogen
blik en toen onze oogen elkaar ontmoetten,
scheen er een flauwe herinnering bij haar
op le komen, gevolgd door een allerliefst
blosje.
„Zoo, is u daar weer?" zei ze, terwijl ze
haar hand uitstak; haar stem klonk mij als
muziek in de ooren.
„Weer zei ik, langzaam haar vingers
loslatende als een gierigaard, die \an zijn
schat geen afstand kan doen. „Weer? Ik
ben hier iederen Zondag na dien eencn ge
weest."
,Ach kom! is het zoo lang geleden? In
ieder geval maar drie weken. Dat herinner
ik mij nog, omdat
Een zweem van hoop kwam bij mij op
dat ik misschien iets met die herinnering
te maken had, maar mijn illusie was wel
dra in rook vervlogen.
„Omdat", ging zij onmeedoogend voort,
„mijn moeder dien avond niet wel was; en
ze is na dien tijd steeds ziek geweest. Het
is dus maar drie weken geleden".
„Maar drie weken", herhaalde ik.
„Ja, ik heb de rivier al dien tijd niet
weergezien. Is het veranderd
„Treurig veranderd."
„Hoe dan
„Misschien ben ik veranderd".
„Nu, dat hoop ik" zei ze lachend, „na dat
natie pak". Ze zag een verontwaardigden
blik in mijn oogen en voegde er haastig hij
„dat u hebt opgeloopen, toen u zoo vrien
delijk was mijn bootje terug te halen."
„Heeft u vandaag niet geroeid
„Neen, ik heb de laatste meidoorn ge
plukt. Mei is heelemaal voorbij, dood
„En „The Floure of the May"?"
„Ach! herinner mij niet aan dat dwaze
lied. Ilad ik het geweten, ik zou het voor
geen geld van de wereld gezongen hebben."
„En ik wou het voor geen geld van de we
reld hebben gemist."
Weder betrok haar gezicht en zij keerde
zich reeds ora, om heen te gaan. „En u
moest ook al zulke dwaze dingen zeggen
„De schat van verwijt in haar toon was
tegelijkertijd gal en honig voor mij. Gal,
omdat „U ook al" een wereld van jalouzic
opriep; honig, omdat het was of zij van mij
wat beters, verwacht had. En nu had ik
als een dwaas haar goede opinie verdreven
en zij was reeds op het punt mij te verlaten.
Ik deed een stapje vooruit.
„Ik moet weg", zei ze en ze stak haar
handje al uit als bewijs van afscheid.
„Neen! neen! ik heb u beleedigd
Geen antwoord.
..Ik heb u beleedigd", herhaalde ik, ter
wijl ik haar hand nog vasthield.
„Ik vergeef het u, maar werkelijk ik
moet weg". Het handje deed een poging om
los te komen.
„Waarom
Mijn stem klonk hard en onnatuurlijk. Ik
hield haar vingers nog vast en toen voelde
ik mijn verlegenheid en schuwheid over de
brug van ons beider handen gaan cn zich
op mijn hart vast zetten.
„Waarom herhaalde ik, nog hecschcr
dan te voren.
„Omdat, omdat ik mijn moeder niet weer
alleen rnag laten. Zij wacht mij thuis."
„Laat mij dan met u meegaan
„O neen Een anderen keer als wij el
kaar weer eens ontmoeten zal ik u aan haar
voorstellen."
„Waarom nu niet
„Omdat zij niet wel is."
Zelfs mijn zeer onlangs verkregen kennis
van de medische wetenschap was nauwe
lijks een waarborg om mij zelf aan te bie
den als haar geneesheer op te treden. Toch
deed ik het.
Zij lachte c\entjes en zei: „Zoo, mijnheer,
is u dokter
„Ketellapper, kleermaker, soldaat, ma
troos, gentleman, apotheker, wat u maar
wilt," zei ik op luchthartigen toon, „het een
noch het ander, maar wel die merkwaar»
dige vereeniging van de twee laatste
student in de medicijnen."
...vli- jWofdt .vervolgd^.