AMERSFOOKTSCH DAGBLAD Gedurende de maand Augustus geopend van 8 V12 en van! V7 uur D00DEMANS ROTS. Vrijdag 9 Augustus 1929 ..DE EEMLANDER' 28e Jaargang No. 35 BINNENLAND, HET NIEUWE KABINET GEMIS VAN VOLDOEND LAGER ONDERWIJS M.V. COMPAGNIE LYOMNAISE TRAGISCHE GEBEURTENIS NIEUWE AANWIJZINGEN TEGEN VAN 0.? Maison de Jager Zn. Cocosschuimturons Heerenbanket FEUILLETON. De heer van Schaick bedankte Het aanblijven van minister Beelaerts Naar Het Volk uit -goede bron verneemt, beeft de kabinetsformateur Jhr. Ruys cle Beerenbrouck voor cle portefeuille van Ar beid aanvankelijk het democratisch getinte r.-k. Kamerlid Van Schaick aangezocht. Deze heeft echter voor cle eer bedankt, nadat hem gebleken was, dat cle minister van financiën, de heer De Geer, ten aan zien van cultureele cn sociale maatregel-:n geen beteekenende concessies zou doen. Dinsdag j.l. heeft de heer Van Schaick zijn afwijzende beslissing aan den kabinats formateur doen toekomen. Daarop heeft Jhr. Ruys de Beerenbrouck in allerijl den heer Verschuur gepolst, die zich bereid ver klaarde de portefeuille te aanvaarden. De bijzondere Msb.-correspondent ter Haagsche conferentie meldt: Het spreekt wel vanzelf, dat de oplossing van de Nederlandsche kabinetscrisis ook onder de internationale pers ditmaal meer aandacht getrokken heeft dan in oudere jaren het geval was, wanneer men ver van Nederland zoo iets over een nieuwe Ne derlandsche regqering leest. Vooral 't aan blijven van minister Beelaerts van 131 in land wercl daarbij besproken. Opvallsa l was in gesprekken niet buitenlandsche col lega's, hoe minister Beelaerts thans we der vrijwel algemeen de sympathie terug veroverd heeft, die hij in zijn laatste pe riode als Nedériandsch vertegenwoordiger in den Volkenbondsraad (tijdens cle behan deling van cle klacht der kleine entente tegen Hongarije tegen beweerden wapen aankoop) en in verband met de kwestie van het „Utreclitsch Dagblad", in sommige perskringen ecnigermate verloren had. De wijze waarop Minister Beelaerts de gedelegeerden ontvangen cn de conferentie toegesproken heeft, hebben blijkbaar ge maakt, dat "het aanblijven van minister Beelaerts vrijwel algemeen met instemming is vernomen. Naar ik op goede gronden meen te mo gen aannemen, lieefi ook de Belgische de legatie alhier met voldoening er van ken nis genomen, dat minister Beelaerts op Het Plein zal blijven. De pcrsoolijke betrekkin gen tusschen minister Beelaerts en minis ter II ij mans zijn van aangenamer), vriend- schappelijken aard. Bovendien kan liet aan blijven van minister Beelaerts slechts lei den tot een bespoediging cler Nedériandsch-' Belgische besprekingen, die wellicht een nieuwe vertraging zouden hebben onder gaan, indien een nieuwe bewindsman op liet Plein zijn intrede zou hebben gedaan. Onder cle tegenwoordige omstandigheden schijnt, men, indien ik goed ben ingelicht, aan Belgische zijde te hopen, dat nog tij dens deze Haagsche conferentie dc minis ters Beelaerts cn Hij mans persoonlijk in besprekingen zullen treden, om cle moge lijkheden van een oplossing der moeilijkhe den, die tot dusverre een nieuw Neder- landsch-Belgisch verdrag in den weg heb ben gestaan, te overwegen. UIT DC STAATSCOURANT. Benoemd lot adjunctcommies bij liet bureau van cle commissie voor Rijks ge schiedkundige publication, mejuffrouw S. M. lïoulers, thans klerk bij dat bureau. Toegekend cle zilveren eere-medaille Oranje Nassau Orde aan H. Marquart, baas bij de N.V. Goederenhandel cn koffiebran derij voorheen Jacques de Haan te Rotter dam. Op verzoek met ingang van 1 Sept. 1920 eervol ontslagen, mr. J. P. A. baron Müler als kantonrechter te Ommen onder dank betuiging voor de in rechterlijke betrekking bewezen diensten. Op verzoek eervol ontslagen met dank dr. J. Hekman als lid van de voogdijraad Rotterdam 1. Dc tiende vacaniiccursus binnenvaart Duizenden kinderen in ongunstige positie Donderdagavond is het insructievaartuig Prins Hendrik met de directeuren en leera ren der Binnenvaartscholen van het On derwijs voor de Binnenvaart te Zierikzee aangekomen. Tijdens de vaart van Dor drecht naar Stavenisse heeft de heer T. L Meldema, inspecteur voor de scheepvaart te Groningen en voorzitter van de Examen commissie voor schippers bij de Binnen vaart, een belangrijke lezing gehouden over cle taak. van den leeraar op de vakschool voor de schippers. Op de inleiding van den heer Mcllema volgde een belangwekkende en levendige gedachtcnw isscling, waarbij als algemeen oordeel naar voren kwam, dat het gemis aan voldoend lager, onderwijs voor schip perskinderen een goede ontwikkeling van het vakonderwijs, dat in tegenstelling rnet het lager onderwijs, reeds bij cle wet is ge regeld. zeer belemmert. Algemeen was rnen het er echter over eens dat. waar hel vo rige jaar een minis'.erieele commissie voor liet ontwerpen van een regeling van het lager onderwijs aan schipperskinderen is benoemd, het voor het Onderwijsfonds voor cle Binnenvaart, dat met cle medewerking van alle betrokken organisaties reeds een plan had ontworpen, voorloopig onmoge lijk is, verdere actie voor het lager onder wijs aan de schipperskinderen te voeren. Ernstig wercl betreurd dat de duizenden schipperskinderen, die aan boord van de binnenschepen opgroeien, door het nog "steeds ontbreken van een regeling van het lager onderwijs in een zeer ongunstige po sitie zijn gekomen, omdat zij niet in staat blijken tc zijn, het zoo noodige vakonder wijs op cle binncnvaartscholen met vrucht te volgen. Te Stavenisse bracht cle burgemeester van deze gemeente, de beer A. F. I-Ianssens, een bezoek aan het instructie vaartuig. Tij dens de vaart heeft verder cle heer A. A. Klein uit Dordrecht een lezing gehouden over het betonmngsstelsel. Vrijdag vaart de Prins Hendrik van Zie rikzee naar Gorinchem. RIJKS BEGROOTING 1930. De Rijksbegrooting voor het jaar 1930 heeft het departement van Financiën ver laten en is naar den Raad van State ge zonden. P? UTRECHTSCHEWECi 10 - TEL,. 179 - AMERSFOORT Financieele achteruitgang Men meldt ons uit Venlo: Woensdag werd op de „Hamert", een kleine villa gelegen aan de Maas tusschen Arcen cn Well de familie Maurits doodgevonden. De familie bestaat uit vader, moeder en zoon. De moeder cn zoon zijn vergiftigd, terwijl de vader zelfmoord pleegde. De re den van dit vreeselijk drama moet waar schijnlijk in financieele moeilijkheden wor den gezocht. Het gezin bewoonde vroeger het kasteel Bünichhauscn onder de ge meente Walbeek (Duitschland). Vrijdag werd het dienstmeisje naar huis gestuurd onder voorwendsel dat de familie op reis zou gaan. Men vermoedt, dat liet drama zich reeds Vrijdag heeft afgespeeld. Men deelt ons nader mede, dat de moe der cn zoon niet vergiftigd waren, doch doodgeschoten op bed zijn gevonden. De moordzaak-Lans Een rapport van Dr. Hesseling In den afschuvvelijken moord op den Oostzeedijk te Rotterdam, waarvoor de pro curatiehouder van O. van de firma de Haas nu reeds ruim acht maanden in voorarrest zit, heeft de rechtbank, zooals men zich herinnert, op Maandag 17 Juni schorsing gelast, nadat cle zaak drie dagen gediend had, opdat verschillende punten opnieuw of nog zouden worden onderzocht. Hiertoe besloot men daar het onderzoek onvolledig was geweest. Datgene wat thans nog steeds onderzocht wordt, bepaalt zich vooral tot de vraag: hoe en waar de bloedspatten zijn geweest, een onderzoek of de kleeren van v. O. wellicht toch bloedsporen hebben vertoond, het na gaan van cle juistheid van de opzienbarende verklaringen van don agent Brons en ten slotte een psychisch en physiek onderzoek van verdachte. Voor het onderzoek naar bloedsporen werd o. a. speciaal aangezocht de deskun dige dr. Hesseling. De rechter van instructie heeft sinds de schorsing een zeer groot aantal getuigen ge hoord, de deskundigen hebben met de poli tie cn de verdediging- zeer veel punten waaromtrent onderzoek nog mogelijk was, nagegaan, de vijl, die in het pand van de Maas gevonden is. een half jaar na den moord in een kast op het portaal bij de kan toren is terdege onderzocht en uit dit alles zijn eenige nieuwe gezichtspunten ge boren in deze lugubere zaak. Wij schreven reeds uitvoerig over de ver klaringen van den agent Brons en de waar de, welke, hieraan vermoedelijk zal worden toegekend. Thans is van cien rechter-commissaris een voorloopig rapport verschenen met betrek king tot de resultaten van het hernieuwde onderzoek, zoo meldt de Maasbode. Het definitieve rapport is echter pas over eenige weken te wachten, zoodat wij hier omtrent nog geen feitelijke mededeelingen kunnen doen. Wel heeft een van de verdedigers van van O., Mr. Kokosky uit Amsterdam, ons over den momenteelen stand van zaken medegedeeld, dat, blijkens het onderzoek van dr. Hesseling, op de kleeren, welke de procuratiehouder op den avond van den moord, toen hij op kantoor was heeft ge dragen, eenige bloedvlekken gevonden zijn, vveike na zeer minutieus onderzoek voor den dag zijn gekomen. Dit zou zeker tegen van O. een belang rijke aanwijzing kunnen vormen, indien niet, zooals verder gebleken is, deze kleeren vroeger aan iemand anders hadden toebe hoord. Deze vroegere eigenaar heeft het cosluum aan van O. gegeven en afgezien van cle vraag of de thans gevonden bloedsporen tot de bloedgroep van den heer Lans be- hooren staat dus de mogelijkheid open, dat de bloedvlekken die nu, ruim zes maan den na den moord zijn gevonden, door een andere oorzaak dan moord op de kleeren zijn gekomen. De vroegere eigenaar is hier omtrent natuurlijk gehoord cn moet vrij positief zijn in een verklaring omtrent deze bloedvlekken, ten gunste van den procura tiehouder. Of aan do vijl eenige waarde moet wor den gehecht, is eveneens nog niet met ze kerheid te zeggen. De gevonden bloedspo ren zijn gering, het bloed behoorde echter wel tot de bloedgroep van Lans, zooals men zich herinnert, doch er zijn duizenden men- schen, wier bloed tot deze groep behoort en het is mogelijk, dat de vijl alleen gebruikt is om de bloedvlekken, die spoedig na den moord zijn weggenomen, te verwijderen. Er zijn ook bloedvlekken gevonden aan eenige kistjes, doch hieraan wordt geen waarde gehecht, men neemt aan dat dit bij 't schoonmaken door de werksters is ge komen. Op de schoenen van v. O. moeten thans ook nog bloedsporen zijn gevondon. Men weet, hoezeer dit punt de aandacht heeft gehaa van de rechtbank. Er was toen volgens de deskundigen geen bloed aan de schoenen geweest, thans echter moet Dr. Hesseling wel bloedsporen gevonden heb ben. In hoeverre deze aanwijzing tegen van O. pleit? Het is nog niet bekend, de rechtbank zal dit moeten uitmaken. De verklaringen van Brons moeten thans geheel ontzenuwd zijn. Verdachte blijft nog steeds dezelfde star re, ontkennende houding aannemen cn is gisteren nog verhoord. Volgens den verdediger zijn er „enkele vreemde dingen" die tegen van O. pleiten, of echter wettig en overtuigend bewijs ge leverd zal kunnen worden, is thans nog niet te zeggen. In elk geval zal er, als de zaak, vermoe delijk in de tweede helft van September, weer voorkomt, nog heel wat werk voor de rechtbank te cloen zijn, men verwacht dat de behandeling weer eenige dagen in beslag zal nemen. EEN BRANDSTICHTER. Hij handelde uit nijd. Voor de rechtbank te Zutphen heeft te rechtgestaan cle 48-jarige C. G., van beroep wever, zonder vaste woon- of verblijfplaats, die op 25 Juli brand heeft gesticht in de bosschcn van de N.V. Ontginningsmpij. Hoenderloo te Ugchelen, op cle Vel uwe, waardoor ongeveer i II.A. dcnnebosch cn een groote oppervlakte heide zijn verbrand. Verdachte bekende en verklaarde, uit nijcl te heben gehandeld, omdat hij geen werk kon vinden. Het O.M. eischte tegen hem een jaar ge vangenisstraf, met aftrek van cle voorloo- pige hechtenis. DE AMSTERDAMSCHE GEMEENTE- BEGROOTING 1930. Door B. en W. in concept vast gesteld. Men meldt ons uit Amsterdam: Het college van Burgemeester en Wet houders kwam gistermiddag in een spe ciale vergadering hijeen, onder voorzitter schap van burgemeester do Vlugt, die daar voor zijn vaeantie had onderbroken, tot vaststelling van de conceptbegrooting 1930. Zooals bekend heeft het meeningsversohil in het college in verband met het ontwer pen der begrooting tot een a.s. uittreden van wethouder Ter Haar geleid. De meerderheid van het college heeft thans de begrooting, zooals die door den wethouder van financiën was ontworpen, vastgesteld. Het ontwerp-begrooting zal ver moedelijk Zaterdag a.s. in het Gemeente blad verschijnen. HET NIEUWE KABINET Alle rechten voorbehouden Hoera, hoera, daar zijn Ze weer De splinternieuwe „heeren" Die ons opnieuw met frissche moed Weer vier jaar gaan regeeren. Wat „opgelapt" en „bijgeverfd" Daarom in pracht—conditie Niet nieuw maar naar we hopen toch 'n Vei beierde editie Do criticasters breken los. Wat d'ecn graag zou aanbidden, Kamt d'andcr af of laat beleefd „De-waarheid-in—het-middén." Wanneer men 't oor te luist'rcn lei In d'afgeloopen dagen Dan zou men zich als nuchter mensch Verwonderd af gaan vragen: „Waarom zocht Jonker Buys zoolang? Als ik me tijd wou gunnen Had ik vast binnen 't uur een „stel" Dat zou regeeren kunnen, Als ik gelooven wou wat men Zoo overal gaat zwammen En wel hoeveel deskundigheid Men alles af durft kammen! Als 'k hoor met hoeveel ruggegraat Men \oor 't belang zou pal staan, Bemerk ik dat ook in dit „vak" Dc stuurlui aan den wal staan! Hoera, hoera, daar zijn ze weer, De splinternieuwe „lieeren" Wiens arbeid ik bij voorbaat niet Zou willen critiseercn. Ik hoop alleen dat 't Vaderland Veel zegen is beschoren En met decz' mannen voor ons land Vooruitgang wordt geboren! Niet duur, maar goed en recht-door-zee Wat nemen en wat geven Dan kunnen zelfs de mopperaars Nog wel iets goeds beleven! Geen achterbaks gekonkel of Alleen maar goede woorden, Geen dwinglandij of machtsmisbruik Die dikwijls rust verstoorden! Neen, 't landsbelang als ecnig doel. Wat of er komt aan 't handje Dan zal men heusch een zegen zijn Voor 't vriend'lijk Nederlandjc. GROEGROE. DREIGENDE STAKING BIJ DE AUPING- MATR ASSENFABRIEKEN. Een ultimatum van de arbei dersbonden. Dc samenwerkende besturen van den Al- genieenen Nederlandschen en R.-K. Melaal- bewei kersbond hebben aan de directie van Auping's Matrassenfabrieken te De\enter een ultimatum gesteld, waarin een week vaeantie voor het personeel wordt gevraagd. Indien de directie het op heden ingeno men afwijzend standpunt handhaaft, zal, zoo wordt in het ultimatum gezegd, het personeel der fabriek op 15 dezer het werk staken. OPBOUW VAN „,DE PLASMOLEN". De directie van het hotel „De Piasmolen bevestigt het bericht, dat haar gebouw, dat nagenoeg geheel door den daarin gewoeden brand verwoest is, opgebouwd zal worden. Met den opbouw zal echter geruimen tijd gemoeid zijn. De heropening van „De Piasmolenzal niet vóór 1 April 1930 kun nen plaats hebben. Langestraat 56 Telef. 115. Indien wij zelf geen gebreken hadden, zouden wij er niet zooveel genoegen in scheppen ze bij anderen op te merken. LA ROCHEFOUCAULD. Naar het Engelsch van A. T. QUILLER—COUCH. 45 „Jasper," zei hij eindelijk, „óf je bent ziek, óf je hebt vandaag te veel gegeten." „Neen, geen van beiden." „Begrijp ik het goed: wou je van tafel opstaan en je doodsvijand vervolgen do Oxfordstreet op?" Ik schudde liet hoofd. „Wat? Je vanavond niet wreken? Geen bloeddorst?" „Tom," antwoordde Is plechtig, „van avond niet en nooit. Mijn wraak is dood." „Wel hemel! wanneer is dat gebeurd. Iicl moet heel plotseling gegaan zijn." „Mijn wraak is vandaag gestorven." „Jasper," zei Tom, zijn hand op mijn schouder leggende, „do rijkdom heeft je krankzinnig gemaakt of wat nog merk waardiger is, lie eft je geest de gezondheid teruggegeven." HOOFDSTUK IV. Hoe ik de schaduw zag van de rots eu hoe ik nieuws verleide cn hoorde. Een week ging voorbij en in tusschen de den Torn en ik verschillende ontdekkin gen. In de eerste plaats ontdekten we tol onze groote verlichting, dat de Banknoten zonder aarzelen in de Bank werden aange nomen. In de twee plaats, vonden we onze tegenwoordige kamer wat heel klein en verhuisden naar een straat ten westen van de St. James. Verder bedachten wij dat onze klieren meer in overeenstemming dienden te zijn niet „ile Westersche bescha ving", zooals Tom het uitdrukte, en ook dat tenzij wij ons geheele leven student wilden blijven in de medicijnen, wij ook wat studie van het vak moesten maken. En eindelijk begon liet tot Tom door te drin gen, dat „Francesca, een Treurspel", een wel wat hoogdravend stuk was en tot mij, dat het een èisch des levens was den Zon dag als „vrije dag" te beschouwen. ik weet niet of wij groote belangstelling koesterden voor de medische wetenschap en of do professoren veel verwachting van ons hadden. Maar Tom, die nu een schrijf tafel had, maakte groote veranderingen in „Francesca" terwijl ik groote hoeveelhe den tabak zat te rooken gedurende mijn pogingën om een zeker gezichtje in mijn aanteekenboek weer te geven; en ik weet zeker dat bet besluit van den Zondag een vrijen dag te maken onherroepelijk vast stond. Ik zag haar dien Zondag niet en den volgenden Zondag ook niet, ofschoon mijn boot de rivier tusschen Goring en Pang- bourne van den vroegen morgen lot den laten avond afzocht. Maar laat mij niet stilstaan bij mijn hartzeer en bittere stem ming en liever van den heerlijken Zondag vertellen, toen ik voor de tweede maal mijn geliefde aanschouwde. Ifet was weder een heerlijke zomerdag. Boven ons het blauwe hemelgewelf, dat ge kroond was door een diadeem van goud. Geen wolkje benevelde het uitspansel of weerkaatste zich in den helderen water spiegel; hier en daar waar de warme lucht trilde boven de stille weilanden, was alles stil en kalm. Voor mij stroomde de rivier ongestoord voort, geen menscbelijke ge daante verstoorde de eenzaamheid. Maar wat was dat witte vlekje in de ver te aan den oever die lichte vlek, nog lichter dan de algemeene helderheid? Het bewoog zich, het naderde? Mijn hart bons de, in een oogenblik lag de boeg van mijn boot, tegen den afbrokkelenden rivierstroom en ik tuurde het jaagpad af. Ja, zij was het! Uit duizenden zou ik haar herkennen, dat volmaakte figuurtje toen het heel langzaam langs den oever na derde. Alles was licht en glorie, lucht en hemel vormden een gouden lijst om dat witte vlekje, dat zoo zorgeloos naderde. Onbewegelijk, sprakeloos bleef ik staan, terwijl ze naderde. Zij had meidoorn geplukt en had een bouquet in de hand. Zooals den vorigen keer was zij geheel in het wit en weer droeg zij een hoed met een breeden rand, die haar gezichtje beschermde voor de zonnestralen. Al nader en nader kwam zij; zij keek vluchtig naar den jongen, die met een bloot hoofd in de zon stond; ze passeerde en keek nog eens orn, aarzelde een vreeselijk oogen blik en toen onze oogen elkaar ontmoetten, scheen er een flauwe herinnering bij haar op le komen, gevolgd door een allerliefst blosje. „Zoo, is u daar weer?" zei ze, terwijl ze haar hand uitstak; haar stem klonk mij als muziek in de ooren. „Weer zei ik, langzaam haar vingers loslatende als een gierigaard, die \an zijn schat geen afstand kan doen. „Weer? Ik ben hier iederen Zondag na dien eencn ge weest." ,Ach kom! is het zoo lang geleden? In ieder geval maar drie weken. Dat herinner ik mij nog, omdat Een zweem van hoop kwam bij mij op dat ik misschien iets met die herinnering te maken had, maar mijn illusie was wel dra in rook vervlogen. „Omdat", ging zij onmeedoogend voort, „mijn moeder dien avond niet wel was; en ze is na dien tijd steeds ziek geweest. Het is dus maar drie weken geleden". „Maar drie weken", herhaalde ik. „Ja, ik heb de rivier al dien tijd niet weergezien. Is het veranderd „Treurig veranderd." „Hoe dan „Misschien ben ik veranderd". „Nu, dat hoop ik" zei ze lachend, „na dat natie pak". Ze zag een verontwaardigden blik in mijn oogen en voegde er haastig hij „dat u hebt opgeloopen, toen u zoo vrien delijk was mijn bootje terug te halen." „Heeft u vandaag niet geroeid „Neen, ik heb de laatste meidoorn ge plukt. Mei is heelemaal voorbij, dood „En „The Floure of the May"?" „Ach! herinner mij niet aan dat dwaze lied. Ilad ik het geweten, ik zou het voor geen geld van de wereld gezongen hebben." „En ik wou het voor geen geld van de we reld hebben gemist." Weder betrok haar gezicht en zij keerde zich reeds ora, om heen te gaan. „En u moest ook al zulke dwaze dingen zeggen „De schat van verwijt in haar toon was tegelijkertijd gal en honig voor mij. Gal, omdat „U ook al" een wereld van jalouzic opriep; honig, omdat het was of zij van mij wat beters, verwacht had. En nu had ik als een dwaas haar goede opinie verdreven en zij was reeds op het punt mij te verlaten. Ik deed een stapje vooruit. „Ik moet weg", zei ze en ze stak haar handje al uit als bewijs van afscheid. „Neen! neen! ik heb u beleedigd Geen antwoord. ..Ik heb u beleedigd", herhaalde ik, ter wijl ik haar hand nog vasthield. „Ik vergeef het u, maar werkelijk ik moet weg". Het handje deed een poging om los te komen. „Waarom Mijn stem klonk hard en onnatuurlijk. Ik hield haar vingers nog vast en toen voelde ik mijn verlegenheid en schuwheid over de brug van ons beider handen gaan cn zich op mijn hart vast zetten. „Waarom herhaalde ik, nog hecschcr dan te voren. „Omdat, omdat ik mijn moeder niet weer alleen rnag laten. Zij wacht mij thuis." „Laat mij dan met u meegaan „O neen Een anderen keer als wij el kaar weer eens ontmoeten zal ik u aan haar voorstellen." „Waarom nu niet „Omdat zij niet wel is." Zelfs mijn zeer onlangs verkregen kennis van de medische wetenschap was nauwe lijks een waarborg om mij zelf aan te bie den als haar geneesheer op te treden. Toch deed ik het. Zij lachte c\entjes en zei: „Zoo, mijnheer, is u dokter „Ketellapper, kleermaker, soldaat, ma troos, gentleman, apotheker, wat u maar wilt," zei ik op luchthartigen toon, „het een noch het ander, maar wel die merkwaar» dige vereeniging van de twee laatste student in de medicijnen." ...vli- jWofdt .vervolgd^.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5