DE EEMLANDÊE BUITBMILANP BRIEVEN VAN EEN BRABANTSCHEN BOER WILLEM GROENHUIZEN ABONNEIENTSPRIJS ptr 3 a,aaDdtn v°°' Amersfoort f 2.10. per maand f 0.75. per Maandag 23 September 1929 BU/TENLANDSCH OVERZICHT JUWELIER Gedi.ol. Horlogemaker T£L. £52. LAIMGE3TRAAT 43 28e Jaargang No. 72 ik niet CHINEESCHE PROVINCIES SCHEIDEN ZICH AF Fa. L. J. Luijcx en Zn. pONIT. AMERSFÜORISCH DAGBLAD wsck (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.171/,. Blnneiland franco per post per 3 maanden 13.-. Afzonderlijke nummers f 0.05. POSTEEKENING *7910 TELEFOON 1NTERG 515 UITGAVE: VALKHOFF C5 DDI iq nCR jnVFRTFNTIFH vaol-lregtlsl 1.05 met inbegrip van een Dewtjsnummer FHIJO UtK AUVtnItN IbN c|kc regc| (0.25. LlefdodlgheldsadvcrtcnUÉn voorde helft van den prijs. - Kleine Advertentie „KEITJES" bij vooruitbetaling 1-5 regel. 50 cent. elke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen f I.- Bewijsnummer eatr. I 0.»5 Het aftreden dor Litausche re- 'jeering. Woldemaras blijft vermoedelijk minister van bui- .enlandsche zaken. /wij neoöeïi al bericht, dat de tegenwoor dige regeering in Litauen van het tooneel /s verdwenen Wat is de oorzaak van dit Wëngaan? Vermoedelijk hebben redenen \an binncnlandsch-politieken aard een groote rol gespeeld. Litauen is eon land. waar (ot dusver een soort dictatuur werd uitgeoefend door den eersten minister Wol- demaras en de ontstemming over zijn poli tiek heeft zich reeds eenige keeren geuit in den vorm van aanslagen. Deze vinden ge woonlijk niet plaats op personen, die de achting genielcn van alle lagen der bevol king en zijn alleen het uitvloeisel van een reer felle verbittering in bepaalde kringen. Vóór den staatsgreep van Woldemaras be stond er althans nog iets, dat op een par lementairen reseerinesvorm geleek, maar tijdens zijn bewind was daarvan al bitter weinig overgebleven. In den loo'j van het laatste twaalftal maanden is meer dan eens een lans gebro ken ten gunste van de verzachting der dic tatuur; deze maatregel werd bepleit zoo wel door aanhangers der tot durver in de regeerïng vertegenwoordigde zeer kleine partij der Tautininkai (nationaal-liberalen) als door de christelijk-democraten Ook de leden van het kabinet waren het onderling den laatslen tijd dikwijls lang niet eens Niet alleen bestonden er echter scherpe te genstellingen in den boezem van het mi nisterie. doch ook in het leger, waarop Woldemaras vooral moest steunen werd zijn aanhang voortdurend kleiner. Dit alles GEVESTIGD 188 kon worden opgevat als een aanduiding, dat Woldemaras' rijk uit was. De vraag, die men zich nu onwillekeurig stelt is: zullen er in den vervolge weer nor male parlementaire toestanden in Litauen heerscken? Zal Smetona, de staatspresi dent, bevorderen dat de dictatuur in de toekomst wordt verzacht? ITet schijnt, dat een poging in deze richting zal worden gedaan en dat er naar gestreefd zal nor- den het aanzijn te geven aan een steviger parlementairen grondslag. Woldemaras' eigen vrienden beginnen thans zelf in te zien. dat de bakens dienen te worden ver zet. omdat, wanneer de tegenwoordige koers wordt gehandhaafd, dit uit zal loo- pen op den val der tegenwoordige macht hebbers. Zooals w ij reeds hebben gemeld, is aan Tubelis, die tot dusver minister van finan ciën was. o|/gedragcn een nieuw ministerie samen te stellen. Smetona heeft, waarschijn lijk de keus op hem laten vallen, omdat Tubelis doorgaat voor een man, die gaarne op binncnlandschpolitiek gebied een ver gelijk tot stand wil brengen. Men mag dan ook aannemen, dat hij zich tot de partijen, die op het oogenblik ii^, de oppositie zijn zal wenden en baar om medewerking ver zoeken, die wel niet zal worden onthouden. Misschien zal het dictatoriale régime, dat bijna drie jaar heeft geduurd, nog wel niet dadelijk volkomen ophouden te be staan. maar zijn karakter zal stellig veel dragelijker worden. Onzeker is het echter tot dusver, of Wol demaras voorgoed van het tooneel zal ver dwijnen dan wel. of hij in de regeering te rugkeert. Sommige berichten zeggen, dat hij volkomen ambtsmoede is, doch andere behelzen, dat hij in 't nieuwe kabinet do portefeuille van builcnlandsche zaken zal aanvaarden. Dit zou beteekenen, dat in buitenlandsch-poliliek opzicht de koers on veranderd blijft. Als minister van buitcn- landsche zaken kan de oppositie hem beter, verdragen dan als premier, want ook de tegenstanders van Woldemaras. de cleri- cale christelijk-democratische partij en de volkssocialisten, die er ongeveer dezelfde politieke denkbeelden op na houden als b.v. de democraten in Duitsrhland, staan erop, dat het gebied van Wi'rta aan Litauen te rug moet worden gegeven. Wij kochten onze boaed bi,' /V^mop Tsjang Kai Sjek hoopt den toestand meester ie blijven Opstand tegen Nanking P c k i n g, 22 Sept. (V. D.) Naar gemeld wordt, heeft dc opperbevelhebber der Chi- neesebe troepen generaal Woe Foe Lin de provincie Hoe Pe onafhankelijk verklaard Do provincie heeft een nieuwe regeering gevermd en zal hare betrekkingen met de Nankingrcgeering verbleken en een zelf standig Chineesch leger vormen De resi dentie van deze nieuwe regcering zal voor- loopig Ichang zijn. De opperbevelhebber van de Chineesche troepen in dc provincie Woe Foe Lin verklaarde, dat bij dc politiek van dc generaals Feng en Jan Sin Tsjnng togen de Nankingregeering zal ondersteu nen en do onmiddellijke ontbinding zal oischen van do Nankingrcgeering met aan haar hoofd Maarschalk Tsjang Kai Sjek. Naar officieel medegedeeld wordt, heeft Maarschalk Tsjang Kai Sjek troepen naai de prov incie IToe Pc gezonden. Een tweede provincie afvallig. T o k i o, 22 Sept. (V. D.) Het officicclc Japanschc telegraafagentschap heeft een bericht uit Peking ontvangen, volgens het welk de piovincio Guan Si do Nanking rcgeering medegedeeld heelt, dat zij harp betrekkingen met de Nankingrcgeering heeft verbroken. Do troepen van dc Guanr.i- rogeering pogen zich met de Provincie Schuntuiig in verbinding te stellen om al daar een gemeenschappelijken strijd tejen Tsjang Kai Sjek aan te binden. Tsjang Kai Sjek heeft een bijeenkomst van zijn militaire bevelvoerders geconvo ceerd. Hij verklaard, dat hij in staat zal zijn de opstanden in China te onderdruk ken. Dc zoogenaamde vierde ijzeren divisie heeft bevel gekregen zich onmiddellijk marsehvaardig te maken om naar dc pro vincie Guan Si gezonden te worden. Dc Chineesche oorlogsvloot begeeft zich naar Kanton om daar de mogelijkheid van een opstand tegen dc Nankingregeering ts foor- komen. DE DOOD VAN NOWAK. Naar de Bcrhjnsche politie-president me dedeelt. heeft dc schouwing van het lijk van den Maandag jl. overleden ambtenaar der crimineele politie Novvak aangetoond, dat een chronische aandoening van den grooten borstslagader, die tot een sterke bloeding in het hartczakje leidde, als doodsoorzaak is te beschouwen. Er is geen enkele aanwij zing gevonden, dat een buitenstaander aan den dood van Novvak schuldig zou zijn. WEERBERICHT. 11 oogsl c baromet erstand 771.5 tc Hennes. Laagste barometerstand: 710 3 te Vestman oer. Verwachting tot den avond van 2Sopt.: Meest matige W. tot Z. "NV. wind, zwaar tot half bewolkt, mogelijk met ochtendnevel, weinig of geen regen in het Noorden, in liet Zuiden waar schijn lijik droog, vveiinig ver andering in temperatuur. LANGESTRAAT 49-51 TEL. 190 DOOR A. A. L. GRAUMANS Ulvenhout, 17 Sept. 1929. Me nier, Mee, da 'k dn datum boven m'n briefke schrijf, zie k op in nen scheurklender as cla me vandaag 'nen biezonderen dag em- mcn. dn derden Densdag van September. Vandeniniddag hee ons Koningin mee d'rcn man en mee Julejaantje dc Kamers weer opengedaan en emmen de vorsteleke fermilielejcn kennis kunnen maken mee de nuwe menisters en de dieto Kamerlejcn. Da's 'n schoon gezicht, amico! Nie die nuwe menisters en Kamerlejcn, da ge zicht geef ik oew kcdoow, maar heei diecn krippot bij mekare. Man, das om "l op oew oogen tc krijgen, zoo schoon as da-d-is. Da blinkt en da glimmert van 't goud as 'ncn zonsopgaahk. As t er zo n zonne straaltje net piesies op 'ncn gouwen me daille ketst, dan springt r "n traan uit oew oogen, zoo scherp as da-d-is. N'eeë, da niQt 'k zeggen van die mannen, op d n eersten dag da ze d r plichten as staatsmannen komen vervullen, dan zijn de spullen in orde! Dan is er gepoetst, geboend en ge schuurd aan knoopen, degens en allerhaan- dc st'aatsmansgcreedschap, da-ge in eiken staatsman oew haren kunt kammen. En da zijn dan nog maar dc Kamerlejcn dip er. in dr Ivveedekamei'spaksko mee d'ren steek, (nèt as ons dódsbidders, maar dte zetten "m, zeukers veur de onderschei- ing, dwars op 'r test), nog maar simpeltjes er uitzien bij de diepelmaten vergeleken. Ta, ik durf grust te zeggen: die diepel maten zien d'r bijna net zoo prachtig uit as de koetsiers en de pallefeniers van't Ivo riinklijk Huishouwen. Die vrijers emmen wit-zeemleercn broeken aan, amico, ;iou ik kan oew zeggen as ik zon broek aan schieten rooes. dan zoud»» al gauw kunnen zien waar ik 'm allern..ul vast had g'ad! Zóó besmettelijk wit, zóu leer, maar ok zóó prachtig ziet er zo nen kearel uit. Gin vliegensclietje, lot staan 'nen zwarten duim, is er aan zoo ecnen te bespeuren! J'n as dan de gouwen »of de .stasiekoets veurbij rijdt allebei sclioone gerijen ami co mee de Koningin op 'r Zondags, de Prins as vies-admiraal en .Tuljaantje in il r beste spullen, dan is da-d- n gezicht zóó schoon, da-g'er effekes stil van wordt. Dan vergitle kepleet om hoerah! ie roepen. 't Gaat dan iii draf en bezijen de konin klijke koets dr veur en d'r achter, daar draven hooge mie... inielietaren met plui men op d'ren sjako as hanenstèèrten en mee d ren sabel uit de schee. Er zijn d'r bij, gi;uun as gras, da zijn 'de officieren van de Grinnediers en Jagers. n Pracht, amico, "n pracht! En as de' Koninklijke fermilie clan van huis gaat, dan schieten ze op t Malieveld mee losse flodders uit kenonnen da-d et al lemaal dreunt en davert en dan springen de diepelmaten op 't Binnenhof, waar ze zoolaank staan te wachten teugen de Rid derzaal aan, alvast in de houding. Duuzcn- den menschen zijn dan op de been, waar de stoet as 'n fonkelend, kleurig lint. lus- schen deur slingert. Iveb 't dikkels gezien, amico! Dikkels! En van t jaar ha k er weer gère bijgevviest, al was 't maar om weer 's 'nen dag in d n Haag te zijn, maar da viel van 't jaar nie zo goed uit, omdat me pas weggewiest wa ren. Naar Amsterdam. Onzen Dré en Lewies die hie wen nie op of me moesen weer 's 'nen keer komen kij ken. Wadden 't al beloofd toen ze les» weer weggonken na d n vankansie en dan d n kleine Dré, ee! Die kan aanhouwen as 'nen kopman in asseraansies, dus me zijn d'r Zondag op uit. gewiest. 'k Mol zeggen, webben ons eigen best ga- museerd. Ollecn emmen alt ij 'n uur hoodig, om te wennen aan al die aarticstickc pru'l- lebocl. As ge wil gaan zitten liedde kaans da ge deur zo n dink, da-cl-op n stoeltje lijkt, glad henen sallemaandert. 'n Omge keerde kist mee 'nen ouwen sjr.nl d'r op, die m'n inoedrc nog gedragen, heet, vol mee ga ten. da-d-is 'nen sto-'.l. n Ouwe, vrekte melkkan, vol mee butsen, die w|i zekers 'n kwarteeuw, geblókt emmen, sta-d-op 'n ta feltje vol mee van die gedroogde witte blaaiki's. En in plek da-d-al die ouwe ko per-rommel nog vva schoon opgewreven is, da-d-et nog 'n bietje lijkt, neer, das alle maal zoo dof en zoo gruun en grijs van d n schimmel dager gin dubbeltje veur geven vouw. En dat mot zoo, zee d n verver Wemmen er nog n stuip mee g ad, man, die 'k oew effen vertellen mot. Zoo gauw toen ine binnonkwampen, toen za k aan Trui d'r bakkes, da-ze nie te spre ken was over die koperen kan. Op 'n oogenblik da k mee m'nen zcun en z'n vrouw in z'n atteljcc was, z'ncn voifvx inkel. om ine z'n werk te laten zien, toe hee Trui van c'c gelcgentheid gebruik gemokt en is gaan poetsen. Ze sting in de keuken tc vrijvcn cn te smecren. dat d'ren druppel ervan beefden. Wa was m'nen zcun kwaad. „Nouw bed de alles bedorven."' zee-t-ie. ..Sjuusf die oude. scbimmclklcur is zoo schoon en da's nouw heelegaar weg Dieë knul is gek op schimmel. Hoe lille- ker, hoe mooier. Trui was er gewoon van in dc vvèèr cn da wil wa zeggen, amico. Maar ze poetste deur. Ferm. „Nouw kund-op oew en kop gaan staan." zee ze, „maar blinken zal '1 Gek, stapelgek zijde. om oew boel zoo te laten verwaarloozen. Gras groeit erop En wa motten de men schen riic denken, die wel 's icr komen Da-ge thuis nooit aanders gezien het, soms M'nen zeun sloeg z'n ermen omhoog, keek hemelsei) naar 't plafon en schudde mee z'ncn kop. of ie onzenlicvencci d'r bij wouw halen. Ik bleef neutraal, da snapte Trui had gelijk, netuurlijk. maar de zee ik nie en da's ok netuurlijk En toen ie mijn d'rbij wouw slepen, toen zee ik „boor 's Dré, 'nen mcnsch z'n lust is 'nen mensch z'n leven. Moeder houw nou eenmaal van proper on gij van schimmel cn daar koom ik nie tusschen. Hier. stikt 's op cn lot de vrouwen nouw maar be tijen En toen alles zoovva schoon was, t koper en tin blonk as spiegels, toen wc wisten waar me veilig zitten konncn en waar me beter staan konncn blijven, toen vuulden me ons eigen veur 't eerst thuis. Wel keek m'nen zeun nouw en dan mee 'n somber ogskc naar dn schoonmaak cn Trui mee 'n glunderogske naar de boel, maar da was alles wat er van tc merken viel. D n kleine Dré was nie om tc houw en Oh vva-d-had ie gère mee in 't spoor ge stapt 's aves Mee de Kersscmus" ze^ ik, „as ge weer vakaansie liet, manneke 1" Groot wieren zn oogen cn ze straalden as zonnekes en hij sprong om m ncn nek of nïc naar Amerika gongen. En toen me gongen rijen, toen hce-t-ie staan wuiven mee z'ncn zakdoek, da'k er hartzeer van had 'm nie mcc te kunnen nemen. Dieë brak is geboren veur boer en wordt even min kunstschilder as onzen veldwachter menistcr van Justicsie. Me kwammen laat op Ulvenhout aan. Heel de wereld sting onder d n nevel, 't Was of m'n laandenjcn as groote stille nieren te drijven lagen. Duzenden sterrekes slingen rnee scherpe puntjes, as margeriet jes in t diepe pcèrs van de hooge. donke re 1 ocht. i Wassende maansikkeltje liong halverwcuge achter donzige wolkskes, die er statig langs voeren. t Was 'nen Septemberavond om stil te won en van gepeinzen. Aan d'n ecnen kaant zag ik de diepe, verre lochten as 't ware uit m'n laand oprijzen. D'n hemel en de nevels rokten mekare en 'k had 't gevuul da 'k rnce m'n Zondagsche schoenen op d n durpel van de oneindige schepping sting. terwijl aan d'n aanderen kaant de bosschen hoven m'n laand deinden of ze opgelicht wieren deur 'n groote onzichtbare haand. Of zc dreven op de nevels die 'ncn meter dik boven de eerde wolkten. Amico, da. was schoon En toen er n sterreke viel toen er 'n engel tje iu dn hemel zo'n schoon margrietje plukte, cn toen da dingskc iu.ee 'nen sierlijken boog deur dc groote locht zwier de en verdween achter de bosschen, ol- lcc amico, toen was 't of ik onzenlievcnecr aan 't werk zag Wa schoon, vva schoon is zo'ncn nacht hier op d'n buiten. Veul schon der, laat ik oew da-d-op 'n briefke geven, veul schonder as alle ongepoetste en be schimmelde melkkannen bij mekare Maar da komt, omda-d-ik ginnen jvunstnèèr ben, maar 'nen doodgewonen boer. Lot dit dus maar nie aan 'nen verver lezen, waant dan kletst ie oew de galen in oew sokken om te bewijzen da vuile melkkannen cn be schimmeld tin zoo sapprcjabels mooi zijn En dan krijg ik er soms ok nog geschrijf cn gov rijt' over cn ik heb gin tijd om nog meer te potlooicn as deus briefkes. En aartiesten overtuigen amico, ge kun beter, mee veul meer suukzes, achter zo n v allend sterreke aandraven, om 't in oew pet op te vangen. Neeë, dan d'n Blaauwe, d n Tiest. g'e wit wel Daar kan k mee klasjeneeren. En dat die mc zoo te binnen schiet, da zit zoo' Toen mc dan Zondaggenavond in die prachtige stille en in die stille pracht, van Ulvenhout kvvamperi uit Amsterdam, toen klonk deur die stille, drijvende en wiege lende natuur, die te dutten lag, heel ver weg d'n muziek die er sjuust bijheurdc. 't Was nèt, amico, of die lichtende wolkskes laartgst 't mancsikkcltje op de maat van diecn meziek wegzweefden. Of 't vallende sterreke op n hoog, stervend toontje weg dook „D'n blaauwe", flusterde Trui cn ze kneep mc in m'nen erm. En bij ons deur bleven mc stilstaan om nog effekens te lustere». „Nouw bedde alle kaans," zee Trui be drukt, „dat ie 'n stuk in z'n botten ec en hooi mc nouw zo'n blauw zat-kulleke daar 'nen hemclschen meziek uit die trekpiano halen. Ja, amico, zoo is 't Iveb 'm wel 's stiekum af staan loeren, as ie zoo in z'n centje, veur z'n deur, te faante- zeeren zat. Maar daar verkèkte 'n dubbeltje- n-aan. Dan zit ie op d n dürpel van z'n deur mee ecnen poot gestrekt cn d'n aandere on der 'm as 'nen kleermaker. De rnonica rust dan op d'n knie van dieen „kleermakers- poot" en z'n pet zit dan hëèïcgaar achter in z'ncn nek. zooda z'n blaauwe stekels „lokken nomet ic ze zei vers ieveraans uitpicken. Dan zit ie omhoog te kijken, ver weg. waarnaartoe da snapte nie en dan is t net of ie naai z'n eigen zit te lüsteren, zonder dat ie snapt dat ie zelf aan du ding zit tc mieren. Dan glijen die zwarte, afgekloven vingers van 'm, over dc toetsen en knobbekes as of er gin kunst aan is. Dan trekt ie da ding wel ncn meter vei uitmekaar cn alles vv.i ge heurt da kunde meeneuricn, zonder da ge t ooit nog liad beuren spculcn. Maar me ziek, amico, meziek, da-ge 'r mee n cn stijven nek naar te lusteren staat. Opera cn kerkliedekes, veur niks gaat ie uit d'n weg en dikkels mokt ie er nog stuk ken aan die nog schonder zijn as de rest. 't Is 'nen aarticst, maar eenc waar i k mee praten kan. Van z'n vak is ie verkens fokker, zooas ge wit maar as ge t mijn vraagt: hij hee net zooveul verstaand en zjenieigheid in de meziek as in de verkens. En da zeg ik nie alleen! Zelfs onzen mees ter hee dikkels gezeed: „d'n Blaauvvc-n-is mee n monica in de wieg gedonderd En de meester kan t weten, waant die spul-d-op onzen ürgel in dc kerk en heel, heel goed, amico. En zoo schiet me nog 'n stuip te binnen die 'k oew toch cfkens, veur ik van m'n briefke schei, nog vertellen mot. Ge mot dan weten, dat d'n Blaauwe ok thuis is op ons koor, waar ie d n meester wel 's helpt mee 't trappen van d'n ürgel. En zoo is 't gebeurd, mee m'n zilveren brui* loft, da'k eigenlijk van diecn Blaauwe ben gaan houwen as van 'n bruur, al is 't dan nóg zo nen zigeundcr. Me kvvampen in de kerk, Trui cn ikke vcurop, de kienders, fermilie, de meiden en de knechts en de buren d'r achter. Méé da-« me binnenstappen, galmt er deur dc kerk d'n bruidsmarsch uit de Louwengrien eii mee 'n kracht en 'n statigheid, da'k er van schrok. Trui d'rcn erm vuulde-n-ik deur m'nen mouw beven, terwijl ik zeivers 'ncn kneep in m'n hart cn 'nen brok in m'n keet kreeg. Ik stapte-n-as d'n Koning van 't dürp deur de kerk onder d'n schoonsten muziek' van t Laand. D n Blaeuwe! Op z'ncn trekürgel! Ons pustorkc keek verschrikt op, maar 'k' wies nog net 'n ogske naar m te knippen om tc beduiden: lot maar gaan, da lopt goed af! Ik kende m'nen Blaauwe zo'n bietje! Amico. 't was allemachtig, merakels mooi! Me wieren d'r koud van in onzen nek. En toen de Mis-uit-Dankbarahcid gedaan was, toe ze allemaal gaauw weg wilden loopcn mee 't veruitzicht op fiest cn d'n lecgc maeg, toen zette d'n Tiest, bij 't uit* gaan van de kerk 'n Te Deum in, da ze aan* ders alleen spculen bij heel biezondere gele*) genlheden, as de Koningin verjaart of zoo, da'k er verlegen mcc wier. Ze bleven allemaal lusteren. En m'nen zcun de ver* ver, die toch verstaand hee van kunst, die sting mee 'nen open mond naar boven te kijken, mee 'n traan op z'n wang. Buiten emmen op d'n Tiest gewacht. Wa zag ie eruit. D n hoogen hoed op en z'nen blaauwen werkkiel aan. rnee d'n trekürgel aan z'ncn schouwer. En mee 'n gezicht, zoo seerejeus amico, of ie naar 'n begrafenis gong inplak van naar dc bruiloft. Ge bcgrept, hij gong mee; zo'nen muzie* kaant konncn me gebruiken on 's nachts is ie weggegaan mee non lap in z'n broek, zoö zat as d'n duvel z'n moer. Zoo is ie nouw! Dieën Blaauwe sjandoedcl! 'n Hart vangoud in 'n eetwic-ke van vèr* kensblubber. Maar veul schoone oogenblikskes hè'k al mee 'm genoten, net zoo goed as da me-n-oW dikkels de grootste lol emmen g'ad samen. En as ie zoo 's aves z'nen meziek zit te geven, zoo mooi da'k er 'non beteren mensch van won cn zouw, da-g-ocw eigen 'n kinde* ke vuult worren, nouw amico, do. magde grust welen, dan hè'k verscheic keeren ef- kes naar d'n overenkaant gewipt, naar de „Gouwen" om er 'n paar veur d'n Tiest te betalen. Die vindt ic dan d'n aanderen dag wel! 'n Mooi stuk, blaauw Ulvenhout, da'k iep nie gère missen zouw, amico. Kom, ik schei d'r af. Keb zooveul tc vertellen g'ad over m'n Arnsterdamsche reis, dc opening van de Ka* mers, m'n zuiveren bruiloft en weetikveul, da k snotverdikkoppe 'n velleke hekstra lioodig g'ad em. Amico, tot de volgende week. M'n vel is stampende vol. Veul groeten van Trui en, as altij, gin horke minder van oewen toet a voci DRé.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 1