DE EEMLANDÊE
BUITBMILANP
BRIEVEN VAN EEN
BRABANTSCHEN BOER
WILLEM GROENHUIZEN
ABONNEIENTSPRIJS ptr 3 a,aaDdtn v°°' Amersfoort f 2.10. per maand f 0.75. per
Maandag 23 September 1929
BU/TENLANDSCH OVERZICHT
JUWELIER
Gedi.ol. Horlogemaker
T£L. £52. LAIMGE3TRAAT 43
28e Jaargang No. 72
ik niet
CHINEESCHE PROVINCIES
SCHEIDEN ZICH AF
Fa. L. J. Luijcx en Zn.
pONIT.
AMERSFÜORISCH DAGBLAD
wsck (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.171/,.
Blnneiland franco per post per 3 maanden 13.-. Afzonderlijke nummers f 0.05.
POSTEEKENING *7910 TELEFOON 1NTERG 515
UITGAVE: VALKHOFF C5
DDI iq nCR jnVFRTFNTIFH vaol-lregtlsl 1.05 met inbegrip van een Dewtjsnummer
FHIJO UtK AUVtnItN IbN c|kc regc| (0.25. LlefdodlgheldsadvcrtcnUÉn voorde
helft van den prijs. - Kleine Advertentie „KEITJES" bij vooruitbetaling 1-5 regel.
50 cent. elke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen f I.- Bewijsnummer eatr. I 0.»5
Het aftreden dor Litausche re-
'jeering. Woldemaras blijft
vermoedelijk minister van bui-
.enlandsche zaken.
/wij neoöeïi al bericht, dat de tegenwoor
dige regeering in Litauen van het tooneel
/s verdwenen Wat is de oorzaak van dit
Wëngaan? Vermoedelijk hebben redenen
\an binncnlandsch-politieken aard een
groote rol gespeeld. Litauen is eon land.
waar (ot dusver een soort dictatuur werd
uitgeoefend door den eersten minister Wol-
demaras en de ontstemming over zijn poli
tiek heeft zich reeds eenige keeren geuit in
den vorm van aanslagen. Deze vinden ge
woonlijk niet plaats op personen, die de
achting genielcn van alle lagen der bevol
king en zijn alleen het uitvloeisel van een
reer felle verbittering in bepaalde kringen.
Vóór den staatsgreep van Woldemaras be
stond er althans nog iets, dat op een par
lementairen reseerinesvorm geleek, maar
tijdens zijn bewind was daarvan al bitter
weinig overgebleven.
In den loo'j van het laatste twaalftal
maanden is meer dan eens een lans gebro
ken ten gunste van de verzachting der dic
tatuur; deze maatregel werd bepleit zoo
wel door aanhangers der tot durver in de
regeerïng vertegenwoordigde zeer kleine
partij der Tautininkai (nationaal-liberalen)
als door de christelijk-democraten Ook de
leden van het kabinet waren het onderling
den laatslen tijd dikwijls lang niet eens
Niet alleen bestonden er echter scherpe te
genstellingen in den boezem van het mi
nisterie. doch ook in het leger, waarop
Woldemaras vooral moest steunen werd
zijn aanhang voortdurend kleiner. Dit alles
GEVESTIGD 188
kon worden opgevat als een aanduiding,
dat Woldemaras' rijk uit was.
De vraag, die men zich nu onwillekeurig
stelt is: zullen er in den vervolge weer nor
male parlementaire toestanden in Litauen
heerscken? Zal Smetona, de staatspresi
dent, bevorderen dat de dictatuur in de
toekomst wordt verzacht? ITet schijnt, dat
een poging in deze richting zal worden
gedaan en dat er naar gestreefd zal nor-
den het aanzijn te geven aan een steviger
parlementairen grondslag. Woldemaras'
eigen vrienden beginnen thans zelf in te
zien. dat de bakens dienen te worden ver
zet. omdat, wanneer de tegenwoordige
koers wordt gehandhaafd, dit uit zal loo-
pen op den val der tegenwoordige macht
hebbers.
Zooals w ij reeds hebben gemeld, is aan
Tubelis, die tot dusver minister van finan
ciën was. o|/gedragcn een nieuw ministerie
samen te stellen. Smetona heeft, waarschijn
lijk de keus op hem laten vallen, omdat
Tubelis doorgaat voor een man, die gaarne
op binncnlandschpolitiek gebied een ver
gelijk tot stand wil brengen. Men mag dan
ook aannemen, dat hij zich tot de partijen,
die op het oogenblik ii^, de oppositie zijn
zal wenden en baar om medewerking ver
zoeken, die wel niet zal worden onthouden.
Misschien zal het dictatoriale régime, dat
bijna drie jaar heeft geduurd, nog wel
niet dadelijk volkomen ophouden te be
staan. maar zijn karakter zal stellig veel
dragelijker worden.
Onzeker is het echter tot dusver, of Wol
demaras voorgoed van het tooneel zal ver
dwijnen dan wel. of hij in de regeering te
rugkeert. Sommige berichten zeggen, dat
hij volkomen ambtsmoede is, doch andere
behelzen, dat hij in 't nieuwe kabinet do
portefeuille van builcnlandsche zaken zal
aanvaarden. Dit zou beteekenen, dat in
buitenlandsch-poliliek opzicht de koers on
veranderd blijft. Als minister van buitcn-
landsche zaken kan de oppositie hem beter,
verdragen dan als premier, want ook de
tegenstanders van Woldemaras. de cleri-
cale christelijk-democratische partij en de
volkssocialisten, die er ongeveer dezelfde
politieke denkbeelden op na houden als b.v.
de democraten in Duitsrhland, staan erop,
dat het gebied van Wi'rta aan Litauen te
rug moet worden gegeven.
Wij kochten onze boaed bi,'
/V^mop
Tsjang Kai Sjek hoopt den
toestand meester ie
blijven
Opstand tegen Nanking
P c k i n g, 22 Sept. (V. D.) Naar gemeld
wordt, heeft dc opperbevelhebber der Chi-
neesebe troepen generaal Woe Foe Lin de
provincie Hoe Pe onafhankelijk verklaard
Do provincie heeft een nieuwe regeering
gevermd en zal hare betrekkingen met de
Nankingrcgeering verbleken en een zelf
standig Chineesch leger vormen De resi
dentie van deze nieuwe regcering zal voor-
loopig Ichang zijn. De opperbevelhebber
van de Chineesche troepen in dc provincie
Woe Foe Lin verklaarde, dat bij dc politiek
van dc generaals Feng en Jan Sin Tsjnng
togen de Nankingregeering zal ondersteu
nen en do onmiddellijke ontbinding zal
oischen van do Nankingrcgeering met aan
haar hoofd Maarschalk Tsjang Kai Sjek.
Naar officieel medegedeeld wordt, heeft
Maarschalk Tsjang Kai Sjek troepen naai
de prov incie IToe Pc gezonden.
Een tweede provincie afvallig.
T o k i o, 22 Sept. (V. D.) Het officicclc
Japanschc telegraafagentschap heeft een
bericht uit Peking ontvangen, volgens het
welk de piovincio Guan Si do Nanking
rcgeering medegedeeld heelt, dat zij harp
betrekkingen met de Nankingrcgeering
heeft verbroken. Do troepen van dc Guanr.i-
rogeering pogen zich met de Provincie
Schuntuiig in verbinding te stellen om al
daar een gemeenschappelijken strijd tejen
Tsjang Kai Sjek aan te binden.
Tsjang Kai Sjek heeft een bijeenkomst
van zijn militaire bevelvoerders geconvo
ceerd. Hij verklaard, dat hij in staat zal
zijn de opstanden in China te onderdruk
ken. Dc zoogenaamde vierde ijzeren divisie
heeft bevel gekregen zich onmiddellijk
marsehvaardig te maken om naar dc pro
vincie Guan Si gezonden te worden. Dc
Chineesche oorlogsvloot begeeft zich naar
Kanton om daar de mogelijkheid van een
opstand tegen dc Nankingregeering ts foor-
komen.
DE DOOD VAN NOWAK.
Naar de Bcrhjnsche politie-president me
dedeelt. heeft dc schouwing van het lijk van
den Maandag jl. overleden ambtenaar der
crimineele politie Novvak aangetoond, dat
een chronische aandoening van den grooten
borstslagader, die tot een sterke bloeding
in het hartczakje leidde, als doodsoorzaak
is te beschouwen. Er is geen enkele aanwij
zing gevonden, dat een buitenstaander aan
den dood van Novvak schuldig zou zijn.
WEERBERICHT.
11 oogsl c baromet erstand
771.5 tc Hennes.
Laagste barometerstand:
710 3 te Vestman oer.
Verwachting tot den avond
van 2Sopt.:
Meest matige W. tot Z. "NV.
wind, zwaar tot half bewolkt,
mogelijk met ochtendnevel,
weinig of geen regen in het
Noorden, in liet Zuiden waar
schijn lijik droog, vveiinig ver
andering in temperatuur.
LANGESTRAAT 49-51 TEL. 190
DOOR A. A. L. GRAUMANS
Ulvenhout, 17 Sept. 1929.
Me nier,
Mee, da 'k dn datum boven m'n briefke
schrijf, zie k op in nen scheurklender as
cla me vandaag 'nen biezonderen dag em-
mcn. dn derden Densdag van September.
Vandeniniddag hee ons Koningin mee
d'rcn man en mee Julejaantje dc Kamers
weer opengedaan en emmen de vorsteleke
fermilielejcn kennis kunnen maken mee
de nuwe menisters en de dieto Kamerlejcn.
Da's 'n schoon gezicht, amico! Nie die
nuwe menisters en Kamerlejcn, da ge
zicht geef ik oew kcdoow, maar heei
diecn krippot bij mekare. Man, das om "l
op oew oogen tc krijgen, zoo schoon as
da-d-is.
Da blinkt en da glimmert van 't goud
as 'ncn zonsopgaahk. As t er zo n zonne
straaltje net piesies op 'ncn gouwen me
daille ketst, dan springt r "n traan uit oew
oogen, zoo scherp as da-d-is. N'eeë, da niQt
'k zeggen van die mannen, op d n eersten
dag da ze d r plichten as staatsmannen
komen vervullen, dan zijn de spullen in
orde! Dan is er gepoetst, geboend en ge
schuurd aan knoopen, degens en allerhaan-
dc st'aatsmansgcreedschap, da-ge in eiken
staatsman oew haren kunt kammen.
En da zijn dan nog maar dc Kamerlejcn
dip er. in dr Ivveedekamei'spaksko mee
d'ren steek, (nèt as ons dódsbidders, maar
dte zetten "m, zeukers veur de onderschei-
ing, dwars op 'r test), nog maar simpeltjes
er uitzien bij de diepelmaten vergeleken.
Ta, ik durf grust te zeggen: die diepel
maten zien d'r bijna net zoo prachtig uit
as de koetsiers en de pallefeniers van't Ivo
riinklijk Huishouwen. Die vrijers emmen
wit-zeemleercn broeken aan, amico, ;iou
ik kan oew zeggen as ik zon broek aan
schieten rooes. dan zoud»» al gauw kunnen
zien waar ik 'm allern..ul vast had g'ad!
Zóó besmettelijk wit, zóu leer, maar ok
zóó prachtig ziet er zo nen kearel uit. Gin
vliegensclietje, lot staan 'nen zwarten
duim, is er aan zoo ecnen te bespeuren!
J'n as dan de gouwen »of de .stasiekoets
veurbij rijdt allebei sclioone gerijen ami
co mee de Koningin op 'r Zondags, de
Prins as vies-admiraal en .Tuljaantje in il r
beste spullen, dan is da-d- n gezicht zóó
schoon, da-g'er effekes stil van wordt. Dan
vergitle kepleet om hoerah! ie roepen.
't Gaat dan iii draf en bezijen de konin
klijke koets dr veur en d'r achter, daar
draven hooge mie... inielietaren met plui
men op d'ren sjako as hanenstèèrten en
mee d ren sabel uit de schee.
Er zijn d'r bij, gi;uun as gras, da zijn
'de officieren van de Grinnediers en Jagers.
n Pracht, amico, "n pracht!
En as de' Koninklijke fermilie clan van
huis gaat, dan schieten ze op t Malieveld
mee losse flodders uit kenonnen da-d et al
lemaal dreunt en davert en dan springen
de diepelmaten op 't Binnenhof, waar ze
zoolaank staan te wachten teugen de Rid
derzaal aan, alvast in de houding. Duuzcn-
den menschen zijn dan op de been, waar
de stoet as 'n fonkelend, kleurig lint. lus-
schen deur slingert.
Iveb 't dikkels gezien, amico! Dikkels! En
van t jaar ha k er weer gère bijgevviest,
al was 't maar om weer 's 'nen dag in d n
Haag te zijn, maar da viel van 't jaar nie
zo goed uit, omdat me pas weggewiest wa
ren.
Naar Amsterdam.
Onzen Dré en Lewies die hie wen nie op
of me moesen weer 's 'nen keer komen kij
ken. Wadden 't al beloofd toen ze les» weer
weggonken na d n vankansie en dan d n
kleine Dré, ee! Die kan aanhouwen as 'nen
kopman in asseraansies, dus me zijn d'r
Zondag op uit. gewiest.
'k Mol zeggen, webben ons eigen best ga-
museerd. Ollecn emmen alt ij 'n uur hoodig,
om te wennen aan al die aarticstickc pru'l-
lebocl. As ge wil gaan zitten liedde kaans
da ge deur zo n dink, da-cl-op n stoeltje
lijkt, glad henen sallemaandert. 'n Omge
keerde kist mee 'nen ouwen sjr.nl d'r op, die
m'n inoedrc nog gedragen, heet, vol mee ga
ten. da-d-is 'nen sto-'.l. n Ouwe, vrekte
melkkan, vol mee butsen, die w|i zekers 'n
kwarteeuw, geblókt emmen, sta-d-op 'n ta
feltje vol mee van die gedroogde witte
blaaiki's. En in plek da-d-al die ouwe ko
per-rommel nog vva schoon opgewreven is,
da-d-et nog 'n bietje lijkt, neer, das alle
maal zoo dof en zoo gruun en grijs van d n
schimmel dager gin dubbeltje veur geven
vouw. En dat mot zoo, zee d n verver
Wemmen er nog n stuip mee g ad, man,
die 'k oew effen vertellen mot.
Zoo gauw toen ine binnonkwampen, toen
za k aan Trui d'r bakkes, da-ze nie te spre
ken was over die koperen kan.
Op 'n oogenblik da k mee m'nen zcun
en z'n vrouw in z'n atteljcc was, z'ncn
voifvx inkel. om ine z'n werk te laten zien,
toe hee Trui van c'c gelcgentheid gebruik
gemokt en is gaan poetsen. Ze sting in de
keuken tc vrijvcn cn te smecren. dat d'ren
druppel ervan beefden.
Wa was m'nen zcun kwaad. „Nouw bed
de alles bedorven."' zee-t-ie. ..Sjuusf die
oude. scbimmclklcur is zoo schoon en da's
nouw heelegaar weg
Dieë knul is gek op schimmel. Hoe lille-
ker, hoe mooier.
Trui was er gewoon van in dc vvèèr cn
da wil wa zeggen, amico.
Maar ze poetste deur. Ferm. „Nouw
kund-op oew en kop gaan staan." zee ze,
„maar blinken zal '1 Gek, stapelgek zijde.
om oew boel zoo te laten verwaarloozen.
Gras groeit erop En wa motten de men
schen riic denken, die wel 's icr komen
Da-ge thuis nooit aanders gezien het,
soms
M'nen zeun sloeg z'n ermen omhoog, keek
hemelsei) naar 't plafon en schudde mee
z'ncn kop. of ie onzenlicvencci d'r bij
wouw halen.
Ik bleef neutraal, da snapte
Trui had gelijk, netuurlijk. maar de zee
ik nie en da's ok netuurlijk
En toen ie mijn d'rbij wouw slepen, toen
zee ik „boor 's Dré, 'nen mcnsch z'n lust
is 'nen mensch z'n leven. Moeder houw nou
eenmaal van proper on gij van schimmel
cn daar koom ik nie tusschen. Hier. stikt
's op cn lot de vrouwen nouw maar be
tijen
En toen alles zoovva schoon was, t koper
en tin blonk as spiegels, toen wc wisten
waar me veilig zitten konncn en waar me
beter staan konncn blijven, toen vuulden
me ons eigen veur 't eerst thuis. Wel keek
m'nen zeun nouw en dan mee 'n somber
ogskc naar dn schoonmaak cn Trui mee 'n
glunderogske naar de boel, maar da was
alles wat er van tc merken viel.
D n kleine Dré was nie om tc houw en
Oh vva-d-had ie gère mee in 't spoor ge
stapt 's aves Mee de Kersscmus" ze^ ik,
„as ge weer vakaansie liet, manneke 1"
Groot wieren zn oogen cn ze straalden as
zonnekes en hij sprong om m ncn nek of
nïc naar Amerika gongen. En toen me
gongen rijen, toen hce-t-ie staan wuiven
mee z'ncn zakdoek, da'k er hartzeer van
had 'm nie mcc te kunnen nemen. Dieë
brak is geboren veur boer en wordt even
min kunstschilder as onzen veldwachter
menistcr van Justicsie.
Me kwammen laat op Ulvenhout aan.
Heel de wereld sting onder d n nevel, 't
Was of m'n laandenjcn as groote stille
nieren te drijven lagen. Duzenden sterrekes
slingen rnee scherpe puntjes, as margeriet
jes in t diepe pcèrs van de hooge. donke
re 1 ocht. i Wassende maansikkeltje liong
halverwcuge achter donzige wolkskes, die
er statig langs voeren.
t Was 'nen Septemberavond om stil te
won en van gepeinzen.
Aan d'n ecnen kaant zag ik de diepe,
verre lochten as 't ware uit m'n laand
oprijzen. D'n hemel en de nevels rokten
mekare en 'k had 't gevuul da 'k rnce m'n
Zondagsche schoenen op d n durpel van de
oneindige schepping sting. terwijl aan d'n
aanderen kaant de bosschen hoven m'n
laand deinden of ze opgelicht wieren deur
'n groote onzichtbare haand. Of zc dreven
op de nevels die 'ncn meter dik boven de
eerde wolkten. Amico, da. was schoon En
toen er n sterreke viel toen er 'n engel
tje iu dn hemel zo'n schoon margrietje
plukte, cn toen da dingskc iu.ee 'nen
sierlijken boog deur dc groote locht zwier
de en verdween achter de bosschen, ol-
lcc amico, toen was 't of ik onzenlievcnecr
aan 't werk zag Wa schoon, vva schoon is
zo'ncn nacht hier op d'n buiten. Veul schon
der, laat ik oew da-d-op 'n briefke geven,
veul schonder as alle ongepoetste en be
schimmelde melkkannen bij mekare Maar
da komt, omda-d-ik ginnen jvunstnèèr ben,
maar 'nen doodgewonen boer. Lot dit dus
maar nie aan 'nen verver lezen, waant dan
kletst ie oew de galen in oew sokken om
te bewijzen da vuile melkkannen cn be
schimmeld tin zoo sapprcjabels mooi zijn
En dan krijg ik er soms ok nog geschrijf
cn gov rijt' over cn ik heb gin tijd om nog
meer te potlooicn as deus briefkes. En
aartiesten overtuigen amico, ge kun beter,
mee veul meer suukzes, achter zo n v allend
sterreke aandraven, om 't in oew pet op te
vangen.
Neeë, dan d'n Blaauwe, d n Tiest. g'e wit
wel Daar kan k mee klasjeneeren. En
dat die mc zoo te binnen schiet, da zit zoo'
Toen mc dan Zondaggenavond in die
prachtige stille en in die stille pracht, van
Ulvenhout kvvamperi uit Amsterdam, toen
klonk deur die stille, drijvende en wiege
lende natuur, die te dutten lag, heel ver
weg d'n muziek die er sjuust bijheurdc. 't
Was nèt, amico, of die lichtende wolkskes
laartgst 't mancsikkcltje op de maat van
diecn meziek wegzweefden. Of 't vallende
sterreke op n hoog, stervend toontje weg
dook
„D'n blaauwe", flusterde Trui cn ze
kneep mc in m'nen erm. En bij ons deur
bleven mc stilstaan om nog effekens te
lustere».
„Nouw bedde alle kaans," zee Trui be
drukt, „dat ie 'n stuk in z'n botten ec en
hooi mc nouw zo'n blauw zat-kulleke daar
'nen hemclschen meziek uit die trekpiano
halen.
Ja, amico, zoo is 't
Iveb 'm wel 's stiekum af staan loeren, as
ie zoo in z'n centje, veur z'n deur, te faante-
zeeren zat. Maar daar verkèkte 'n dubbeltje-
n-aan. Dan zit ie op d n dürpel van z'n deur
mee ecnen poot gestrekt cn d'n aandere on
der 'm as 'nen kleermaker. De rnonica rust
dan op d'n knie van dieen „kleermakers-
poot" en z'n pet zit dan hëèïcgaar achter in
z'ncn nek. zooda z'n blaauwe stekels
„lokken nomet ic ze zei vers ieveraans
uitpicken. Dan zit ie omhoog te kijken, ver
weg. waarnaartoe da snapte nie en dan is
t net of ie naai z'n eigen zit te lüsteren,
zonder dat ie snapt dat ie zelf aan du ding
zit tc mieren.
Dan glijen die zwarte, afgekloven vingers
van 'm, over dc toetsen en knobbekes as of
er gin kunst aan is. Dan trekt ie da ding
wel ncn meter vei uitmekaar cn alles vv.i
ge heurt da kunde meeneuricn, zonder da
ge t ooit nog liad beuren spculcn. Maar me
ziek, amico, meziek, da-ge 'r mee n cn
stijven nek naar te lusteren staat.
Opera cn kerkliedekes, veur niks gaat ie
uit d'n weg en dikkels mokt ie er nog stuk
ken aan die nog schonder zijn as de rest.
't Is 'nen aarticst, maar eenc waar i k
mee praten kan. Van z'n vak is ie verkens
fokker, zooas ge wit maar as ge t mijn
vraagt: hij hee net zooveul verstaand en
zjenieigheid in de meziek as in de verkens.
En da zeg ik nie alleen! Zelfs onzen mees
ter hee dikkels gezeed: „d'n Blaauvvc-n-is
mee n monica in de wieg gedonderd En de
meester kan t weten, waant die spul-d-op
onzen ürgel in dc kerk en heel, heel goed,
amico.
En zoo schiet me nog 'n stuip te binnen
die 'k oew toch cfkens, veur ik van m'n
briefke schei, nog vertellen mot.
Ge mot dan weten, dat d'n Blaauwe ok
thuis is op ons koor, waar ie d n meester
wel 's helpt mee 't trappen van d'n ürgel.
En zoo is 't gebeurd, mee m'n zilveren brui*
loft, da'k eigenlijk van diecn Blaauwe ben
gaan houwen as van 'n bruur, al is 't dan
nóg zo nen zigeundcr.
Me kvvampen in de kerk, Trui cn ikke
vcurop, de kienders, fermilie, de meiden en
de knechts en de buren d'r achter. Méé da-«
me binnenstappen, galmt er deur dc kerk
d'n bruidsmarsch uit de Louwengrien eii
mee 'n kracht en 'n statigheid, da'k er van
schrok. Trui d'rcn erm vuulde-n-ik deur
m'nen mouw beven, terwijl ik zeivers 'ncn
kneep in m'n hart cn 'nen brok in m'n keet
kreeg.
Ik stapte-n-as d'n Koning van 't dürp
deur de kerk onder d'n schoonsten muziek'
van t Laand.
D n Blaeuwe! Op z'ncn trekürgel!
Ons pustorkc keek verschrikt op, maar 'k'
wies nog net 'n ogske naar m te knippen
om tc beduiden: lot maar gaan, da lopt goed
af! Ik kende m'nen Blaauwe zo'n bietje!
Amico. 't was allemachtig, merakels
mooi! Me wieren d'r koud van in onzen nek.
En toen de Mis-uit-Dankbarahcid gedaan
was, toe ze allemaal gaauw weg wilden
loopcn mee 't veruitzicht op fiest cn d'n
lecgc maeg, toen zette d'n Tiest, bij 't uit*
gaan van de kerk 'n Te Deum in, da ze aan*
ders alleen spculen bij heel biezondere gele*)
genlheden, as de Koningin verjaart of
zoo, da'k er verlegen mcc wier. Ze bleven
allemaal lusteren. En m'nen zcun de ver*
ver, die toch verstaand hee van kunst, die
sting mee 'nen open mond naar boven te
kijken, mee 'n traan op z'n wang.
Buiten emmen op d'n Tiest gewacht. Wa
zag ie eruit. D n hoogen hoed op en z'nen
blaauwen werkkiel aan. rnee d'n trekürgel
aan z'ncn schouwer. En mee 'n gezicht, zoo
seerejeus amico, of ie naar 'n begrafenis
gong inplak van naar dc bruiloft.
Ge bcgrept, hij gong mee; zo'nen muzie*
kaant konncn me gebruiken on 's nachts is
ie weggegaan mee non lap in z'n broek, zoö
zat as d'n duvel z'n moer.
Zoo is ie nouw!
Dieën Blaauwe sjandoedcl!
'n Hart vangoud in 'n eetwic-ke van vèr*
kensblubber.
Maar veul schoone oogenblikskes hè'k al
mee 'm genoten, net zoo goed as da me-n-oW
dikkels de grootste lol emmen g'ad samen.
En as ie zoo 's aves z'nen meziek zit te
geven, zoo mooi da'k er 'non beteren mensch
van won cn zouw, da-g-ocw eigen 'n kinde*
ke vuult worren, nouw amico, do. magde
grust welen, dan hè'k verscheic keeren ef-
kes naar d'n overenkaant gewipt, naar de
„Gouwen" om er 'n paar veur d'n Tiest te
betalen. Die vindt ic dan d'n aanderen dag
wel!
'n Mooi stuk, blaauw Ulvenhout, da'k iep
nie gère missen zouw, amico.
Kom, ik schei d'r af.
Keb zooveul tc vertellen g'ad over m'n
Arnsterdamsche reis, dc opening van de Ka*
mers, m'n zuiveren bruiloft en weetikveul,
da k snotverdikkoppe 'n velleke hekstra
lioodig g'ad em.
Amico, tot de volgende week.
M'n vel is stampende vol.
Veul groeten van Trui en, as altij, gin
horke minder van oewen
toet a voci
DRé.