4
KEITJES
MINDERWAARDIGE LECTUUR
IN OPENBARE LEESZALEN?
~Damesën Hserën
In ömSpectó
VOORDEELEN
y
MEDEDEELING
DE BEGRAFENIS VAN
Mr. A. MOENS
Groote energie en
plichtsbetrachting
RAPPORT VAN GEDEP.
STATEN
DIPLOMATIE.
H.M. DE KONINGIN ONTVANGT DEN
ZUID-AFKIKAANSCHEN GEZANT.
's-Gravenhagc, 10 Oct. H.M. de Ko
ningin heeft hedenmiddag ten Paleize het
Loo ontvangen don heer Dan J. de Villiers,
Ier overhandiging aan H.M. van zijnen ge
loofsbrief als gezant van Zuid-Afrika bij
Hr. Ms. Hof.
De gezant werd aan de Koningin voorge
steld door don minister van Buitcnlandsche
Zaken, Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland.
De Fransche gezant met verlof.
De Fransche gezant te 's-Gravenhage, de
heer Kammerer, is heden met verlof naar
Frankrijk vertrokken.
Tijdens zijn afwezigheid zal do Legatie
Worden beheerd door Graaf Jean do Bour-
gingrion de Saint Martin, len secretaris van
het gezantschap.
OVERLEDEN NA HERINENTING.
Waalwijk, 10 Oct. Te Kaatsheuvel
werd een ongeveer 5-jarig dochtertje van
'J. B. na hcrinenting ernstig ongesteld. Na
eenige dagen vreeselijk lijden is hot kind
heden aan de gevolgen overleden.
Een groot en beminnelijk man met
zachten aard en kinderlijk
gemoed
West erve ld, 9 Oct. Hedenmiddag ia
op Westerveld ter aarde besteld het stoffe
lijk overschot van mr. A. Moens, oud-direc
teur van de Nederlandsdhe Bank. Do be
langstelling was zeer groot.
Aanwezig waren o.a. van de Nederland-
sche Bank mr. G. Vissering, president; tal
van hoofdambtenaren en verder ander per
soneel. Verder werden opgemerkt de het'
ren jhr. Six, Kamerheer in b. d. van de Ko
ningin; H. H. v. d. Berg, directeur van de
Bankassociatie, mr. Bastert, president-com
missaris der Credietvereeniging; Abraham
Muller, oud-directeur der Nederland6che
Handel-Mij. en tal van andere financiers.
De senaat van het Utrechtsche Studen
tencorps, waarvan de overledene honorau
lid was, was vertegenwoordigd door de hee-
ren Van Royen en Dieleman.
Nadat de kist in de aula was geplaatst,
speelde de organist „Es ist bestimmt in
Gottes Rat" van Mendelssohn, waarna
6prak ds. A. K. E. Horst, oud-Remon-
strantsch predikant te Velp. Spr. zeide op
verzoek van mevrouw Moens en de kinde
ren een woord te spreken, een „In memo-
riam" aan den diep betreurden echtgenoot
en vader. Dit zou hem een zeer moeilijke
taak zijn, als hij niet door banden van
vriendschap met den overledene was ver
bonden geweest. Meer dan 50 jaar had deze
vriendschap bestaan, van den tijd af dat de
familie Moens meermalen op het landgoed
De Cloese bij Lochem kwam en 6pr. als
jong predikant van Barchem daar gast
vrijheid genoot. Toen de familie Moens zich
tien jaar geleden te Velp vestigde, was spr.
daar na zijn emeritaat komen wonen.
Spr. herdacht den overledene als een
■trouw echtgenoot en liefhebbend vader.
Trouw en toewijding heeft hij zeker ook
toegepast in zijn schitterende carrière, die
hem leidde tot een der hoogste posten in
ons land. Mr. Moens was een groot en be
minnelijk man, zeide spr., met een zachten
aard en een kinderlijk gemoed. Hij was
steeds bereid tot helpen, waar dit mogelijk
was. Het was een vrome ziel, niet in dog-
matisdhen en kerkelijken zin, maar in de
hooge opvatting van het leven. Toen groot
leed zijn deel werd, droeg hij dit moedig
en manhaftig. Hij bleef steeds opgewekt en
dankbaar voor de hem omringende liefde.
Bij de smart van het heengaan blijft groo-
ten dank, voor wat in hem gegeven was.
Daarna sprak mr. G. Vissering, presi
dent der Nederlandscbe Bank. Deze zeide,
dat mr. Moens den raooisten tijd van zijn
leven gewijd heeft aan de Nederlandsche
Bank. Als jonge man van 30 jaar kwam
(hij en vervulde al dadelijk de moeilijke
taak -van chef der secretarie. In 1895 werd
hem dc zware post van kassier-generaal
opgedragen. Later, toen mr. De Hoop Schef-
fer aftrad, werd hij directeur-secretaris,
als hoedanig spr. eenigen tijd met hem
heeft mogen samenwerken.
Merkwaardig is, zeide spr., dat mr.
Moens drie octrooiwijzigingen heeft mee
gemaakt bij de Bank, waarbij hij ontzaglijk
veel werk heeft verricht- Errst in 1888. De
-.oenmalige directeur, een zeer lastig chef,
was oeer tevreden over zijn jonge werk
kracht. Daarna in 1904 onder den heer Van
den Berg en tenslotte in 1919, waarbij een
geheele verandering van werkwijze tot
stand kwam. In grocfte mate heeft men
kunnen profiteerde van zijn werkkracht en
kennis.
De moeilijkste tijd is voor hem geweest
het begin van den schrikwekkenden oor
log. Van den nacht werd toen een dag ge
maakt en 's morgens halfnegen was het
weer beginnen. Ook de eerste jaren na den
oorlog waren zwaar. Het was geen wonder,
dat mr. Moens naar een kalmeren werk
kring verlangde, waarna hij in 1919 tot di
recteur werd benoemd. Wij blijven hem ge
denken als een man van groote energie en
plichtsbetrachting. Spr. besloot met een
woord van hnrtelijken dank voor de groote
prestaties en trouwen arbeid.
Onder dc tonen van Chopin's treur-
marsch verliet de stoet de aula.
Bij de groeve dankte een zoon voor de
groote belangstelling,
Toezicht van provincienvege op den
boekemvoorraad overbodig,
waar er reeds overvloei
dige contróle is.
Gesloten- en open
boekerij
Gedep. Staten van Utrecht schrijven aan
dc Staten dezer provincie:
Bij de behandeling van do begrooting
voor 1929 werden bij den subsidiepost voor
den Bond van openbare leeszalen en biblio
theken in deze Provincie, aanvankelijk in
dc afdeelingen en daarna in de vergadering
van 31 October 1928, door enkele leden op
merkingen gemaakt over minderwaardige
en onzedelijke lectuur, welke in de openba
re leeszalen in de Provincie aanwezig zou
zijn.
In het schriftelijk antwoord van ons Col
lege verklaarden wij ons bereid ons met het
bestuur van genoemdon Bond in verbin
ding te stellen, teneinde ons er van te ver
gewissen, in hoeverro deze klachten ge
grond waren to achten en c. q. na te gaan,
wat ten deze kon worden verricht, terwijl
wij daarbij tevens te kennen gaven, dat wij
ons niet ontveinsden, dat het hier ging om
eene aangelegenheid, welke met groote om
zichtigheid diende te worden behandeld.
Overeenkomstig do door ons gedane toezeg
ging, hebben wij een onderzoek terzake in
gesteld. Dit onderzoek heeft bestaan uit een
viertal besprekingen van welke twee met
het Bondstbestuur, een met den Inspecteur
van de Ccntralo vereeniging voor openba
re leeszalen en bibliotheken, den Heer Dr.
P. C. Molhuysen, en een met het bestuur
van de Amersfoortsclie openbare leeszaal
in tegenwoordigheid van genoemden In
specteur zijn gehouden. De eerste met het
Bondsbestuur gevoerde bespreking werd te
vens bijgewoond door den voorzitter van
de Utrechtsche openbare leeszaal, den Heer
Mr. A. de Graaf, de tweede eveneens door
den Heer de Graaf en bovendien door de
directrice van de Amersfoortsche openbare
leeszaal.
Uiteraard is in de eerste plaats in de ge
houden besprekingen de vraag gesteld, op
welke wijze het tozicht op de leeszalen is
geregeld. Ten aanzien van dit punt heeft
het Bondsbestuur ons de noodige gegevens
verstrekt.
De kennisneming van deze gegevens
toont aan, dat er eonerzijds in de statuten
en in het huishoudelijk reglement van de
Centrale vereeniging voor openbare leesza
len en bibliotheken benevens in dc Rijks
subsidie-voorwaarden, anderzijds in de sta
tuten van den Bond en in de door de be
sturen der leeszalen zelf getroffen regelin
gen voor de aanschaffing van boeken, een
zóó uitgebreid centraal en lokaal toezicht
op de leeszalen in het ieven is geroepen,
dat het naar onze meening bezwaarlijk is
in dat toezicht nog doeltreffende verbete
ringen aan te brengen. Ook de Inspecteur
stelt zich blijkens zijn ambtsbericht op dit
standpunt. Immers zegt hij, dat naar zijne
mecning de waarborgen, welke de subsi-
dicerende overheid mag eischen, opgesomd
zijn in het schrijven van den Bond van De
cember 1928. Naar zijn oordeel zijn die
waarborgen zoo voldoende, dat niet meer
verlangd kan worden.
De vraag, of van Provinciewege naast het
reeds bestaande toezicht nog een extra-toe-
zicht maet worden ingesteld, meenen wij
dan ook ontkennend te moeten beantwoor
den. In dio meening worden wij gesterkt
door de omstandigheid, dat bij nadere over
weging van deze materie wij tot de over
tuiging zijn gekomen, dat behalve een goe
de controle op de aanschaffing van de boe
ken, zoo mogelijk de wijze van uitleening
van nog grooter belang is te achten. In
het algemeen achten wij de uitleening
bij leeszalen, welke een gesloten boekerij
hebben, zooals bijv. de Utrechtsche open-
bareleeszaal, beter en doeltreffender dan
bij de leeszalen, welke een open boekerij
hebben, zooals bijv. de Amersfoortsche
openbare leeszaal. Bij laatstgenoemde ca
tegorie leeszalen zijn, en het Bondsbestuur
heeft dit in de gehouden besprekingen te
genover ons toegegeven, de gevaren voor
het maken van fouten grooter dan bij eerst
genoemde categorie. Hoe persoonlijker de
wijze van uitleening is, des te meer kans
bestaat er, dat het juiste boek op de juiste
plaats komt. De wijze van uitleening nu
is het meest persoonlijk bij de leeszalen,
welke een gesloten boekerij hebben. Wel is
door het Bondsbestuur reeds eene schrede
in de goede richting gedaan, maar het is
de vraag, of de uitvoering van hetgeen het
Bondsbestuur zich voorstelt, wel mogelijk
zal zijn, althans het gewenschte resultaat
zal opleveren. Nu de provincie tot plicht
heeft zich de meest mogelijke waarborgen
te verschaffen, zouden wij willen voorstel
len het bseluit van 19 December 1922, waar
bij het subsidie aan den Bond wordt ver
leend, aan te vullen in dier voege, dat het
provinciaal subsidie, dat aan de openbare
leeszalen ten goede komt, slechts genoten
kan worden door leeszalen, welke eene ge
sloten boekerij hebben. Te moer vrijheid
vinden wij dit voorstel te doen, nu de In
specteur in zijn ambt bericht onomwonden
doet uitkomen, dat hij persoonlijk aan de
gesloten boekerij de voorkeur geeft boven
die, waar het publiek vrijen toegang heeft.
Uitdrukkelijk wenschen wij in dit ver
band evenwel op te merken, dat het opne
men van bedoelde voorwaarde niet het ka
rakter kan dragen van eene veroordeeling
van het beleid van het bestuur van de
Amersfoortsche openbare leeszaal. Dit is
duidelijk, indien men in liet oog houdt, dat
de ingekomen klachten niet haar grond
vonden in de aanwezigheid van eene open
boekerij, maar in het feit, dat de boeken,
waarover de klachten gingen, tot hot bezit
van de Amersfoortsche openbare leeszaal
behoorden, eene leeszaal, welke via den
bond door de Provincie gesubsidieerd wordt
Hetzelfde feit doet zich evenwel ook voor
bij de Utrechtsche openbare leeszaal, welke
in tegenstelling met hare Amersfoortsche
zusterinstelling eene gesloten boekerij heeft
en welke eveneens door de Provincie ge
subsidieerd wordt
Het stellen door do Provincie van de
voorwaarde van eene gesloten boekerij zal,
naar ons is medegedeeld, voor de Amers
foortsche openbare leeszaal geldelijke ge
volgen met zich brengen. Het blijft ter be
oordeeling van het bestuur dier instelling
of het die gevolgen al dan niet wil dragen.
Rekening houdende echter met de moge
lijkheid, dnt op het behoud van het provin
ciaal subsidie ook voor het vervolg wordt
prijs gesteld, achten wij het billijk, dat aan
het bestuur de noodige tijd wordt gelaten
de omzetting van hare open boekerij in
eene gesloten boekerij behoorlijk voor te
bereiden en te regelen. Op dien grond zou
den wij in overweging willen geven de aan
vulling van het subsidiebesluit met ingang
1931 in werking te doen treden.
Na aanvulling van het subsidiebesluit
met de voorwaarde van eene gesloten boe
kerij meenen wij, dat met de bestaande
waarborgen en met het op de leeszalen uit
geoefende toezicht genoegen kan worden
genomen en dat de Provincie de verant
woordelijkheid van het subsidie aan den
Bond kan dragen. Bij het huidige toezicht
wordt inderdaad naar onze meening het
maximum bereikt van hetgeen bij het in
stituut van do openbare leeszalen te ver
wezenlijken valt. Te allen overvloede zij er
bovendien nog op gewezen, dat in gehou
den besprekingen zeer sterk tot uiting is
gekomen het streven van het Bondsbe-
sluu en van de besturen der leeszalen, om
zoo zorgvuldig mogelijk toe te zien, zoowel
bij het aanschaffen als hij het uitleenen
van de boeken. Wij vertrouwen, dat inder
daad nog meer dan tot heden het geval
was, bijzondero aandacht zal worden ge
wijd aan de beperking van de vrije circu
latie van dio romanlectuur, welke voor
„het groote publiek" ongeschikt moet wor
den geacht. Ten slotte moge nog worden
opgemerkt, dat ook de Inspectie blijk geeft
van activiteit en van het begrijpen van
haar groote verantwoordelijkheid in deze.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
Aanvragen van werkgevers.
Boven do 18 jaar.
9 bankwerkers; 2 dagmeisjes; 3 dienst
boden; 3 electriciens; 10 fabrieksmeisjes; 1
kantoorbediende (mann). 1 kruideniersbe
diende; 2 loodgieters; 1 magazijnknecht; 2
metselaars; 4 meubelmakers (halfwas); 1
monteur (auto; 2 huisschilders; 2 smeden;
1 slager; 1 strijkster fijn; 2 timmerlieden; 1
carosseriebouwer; 8 instrumentmakers of
fijnbankwerkers; 2 kistenplakkers; 1 Verw.
monteur; 2 colporteurs; 3 leidsters fabriek;
5 leerl. verpleegsters.
Beneden de 18 jaar.
1 lecrl. letterzetter; 8 aank. meubelmakers
1 waschknecht; 5 leerl. instrumentmakers;
2 leerl. lijn werkers; 3 leerlingen banketbak
kers; 1 leerl. slager; 1 leerl. plakker; 2 per
ronjongens; 5 loopjongens 14 fabneksjon-
gens; 2 jongste kantoorbedienden; 3 dag
meisjes; 1 winkeljuffrouw; 10 fabrieksmeis
jes.
Aanbieding van werkzoekenden
boven de 18 jaar.
1 banket- en broodbakker; 1 banketbak
ker; 1 bankwerker; 1 betonwerker; 1 boek
drukker; 1 boekhouder; 2 broodbakkers; 4
chauffeurs; 1 electricien; 3 fabrieksar-
ders; 33 grondwerkers; 2 huishoudsters; 2
hulp in de huishouding; 9 kantoorbedien
den (mann.); 4 kantoorbedienden (vrouw.);
3 kantoor werksters; 1 kappersbediende; 3
kellners; 6 kleermakers; 2 kruideniersbe
dienden; 9 letterzetters; 1 loodgieter; 2 loop
knechts; 85 losse arbeiders; 4 machinale
houtbewerkers; 1 machine-bankwerker; 2
machinisten; 3 magazijnknechts; 11 metse
laars; 3 meubelmakers; 5 naaisters; 12 op
perlieden; 1 rijwielhersteller; 21 schilders
(huis); 7 schoenmakers; 1 sigarenmaker; 1
smid; 4 slagers; 1 stoker; 16 timmerlieden;
1 tuinman; 1 veldarbeider; 1 voerman; 1
waschvouw; 11 werkvrouwen; 2 wevers; 1
corveeCr; 2 straatm. handl.; 1 rijwiellakker;
1 papiersnijder; 1 venter; 2 expeditieknechts
1 incasseerder; 1 aank. bouwk. teekenaar;
1 kamermeisje.
Beneden de 18 jaar.
1 leerl. lood en zink; 1 aank. schilder; 1
leerl* bankwerker^ 1 fabrieksarbeider.
Lid-vertegenwoordiger voor Amersfoort en Omstreken: Coöp. Melk.
centrale „Amersfortia", Lageweg 2, Amersfoort, Tel. 262.
"HET HUIS VANVERTROUWEN
HOLL AN DIA'S GOEDERENHANDEL
r rr
Weder voorradig alle artikelen
voor Herfst- en Winterseizoen?
Haarden, Kachels en Fornuizen
Regen- en Wintermantels, Hoeden
Bont- en Pelswerk
Bedden en Dekens
Manufacturen en Schoenen
Meubelen, Tapijten en Vloerzeilen
Regen- en Winterjassen
Heeren- en Jongeheerenkleeding
boven andere magazijnen:
1. de grootste keus
2. de beste kwaliteit
3. de billijkste prijzen
4. de gemakkelijkste betalingsvoorwaarden
MAGAZIJN: UTRECHT. K. MINREBROEDERSTRAAT 13-17
Van.f I November VOORSTRAAT 22
WIJ wijzen onze ad-
vertoerders er
nogmaals op, dat de
UITSLUITEND bij
vooruit be taling
geplaatstworden
Admin. Amersfoortsch Dagblad