S^MEUSFOÖKFSCH DAGB1AD
HET ONDERZOEK DER BLOEDVLEKKEN
Verhuring van Lips safe-loketten
Verzilveren van coupons
Handelscredieten
Incasseeringen
Spaar-deposito's rente 4 -
Maison de Jager Zn.
HET ONBEREIKBARE
Vrijdag 25 October 1929
J5E CEMLANDEftl
28e Jaargang No. 100
DESKUNDIGEN OPNIEUW
IN VERHOOR
SLIPPERHEEL
N.V. Gomp. Lyonnaise
N.V. MIDDENSTANDS-BANK
Deskundige Voorlichting bij
den aan- en verkoop
van Effecten.
Room borstplaat
Fondant borstplaat
FEUILLETON?"
DE MOORDZAAK LANS
Het psychiatrische onderzoek van
den verdachte
Tegenstrijdige opinies
De officier van justitie vraagt
nu getuigo Hage hoe het mogelijk is dat hij
cïen man dien hij indertijd liggend heeft ge-
zien, nu na maanden loopend Leeft her
kend. Getuige blijft er bij dat zijn verkla
ringen juist zijn.
De rechtbank hoort thans de dienst-
bode van vordachte mcj. W. Jou-
ven aar, die verklaarde dat bij een pak
lorren dat kort na de arrestatie van den
procuratiehouder voor 54 cent aan een lor-
renkoopman is'verkocht, een zeer goede re
genjas was. Deze regenjas heeft getuige al
tijd in den kelder, bij eenig'e andere kleeren
zaen hangen.
Verdachte zegt dat hij zijn vrouw
geen toestemming heeft gegeven de regen
jas, welke hij stellig nog in den zomer van
1X)28 heeft gedragen, weg te doen.
De 'rechtbank hoort dan de verschil
lende deskundigen naar aanleiding
van' hun onderzoek betreffende mogelijk
heid of met de gevonden vijl dusdanige
wonden kunnen zijn toegebracht, dat do da
der daardoor niet mot bloed behoeft be
vlekt geweest te zijn. Dr. Hulst verklaart
dat, wanneer men met de vijl plat slaat het
bloed uitsluitend naar twee kanten spatte.
Op een vraag van mr. Van den Meer
af het mogelijk is dat er met kracht met de
hak van de schoen op de zool waarvan
bloedspatten zijn gevonden in een bloedplas
is getreden, antwoordt dr. Hulst dat er
dan toch afdrukken van do hak op den
grond moesten zijn gevonden.
Het verhoor liep voorts over de bloedplek-
ken welke in het portaal zijn gevonden,
waarbij als" getuigen werden gehoord de in
specteur van politie Tas, dio foto's heeft ge
nomen en de teekenaar H. F. Kieling die
van de bloedvlekken op hot paneel en op de
mat verklaringen aflegde;
Mr. Kokosky: Do groote fout in deze
Zijden Kousen
per paar t 3.90
per 3 paar f 11.10
ALLE MODETINTEN
Utrechteche weg 10
kwestie is dat er geen fotq's zijn gemaakt,
dan had iedereen het kunnen zien.
Mej. Van Boekelen heeft de mat
waarop de bloedvlek heeft gelegen Vrij
dagsmorgen uitgeklopt. Op de mat heeft ge
tuige geen bloed gezien.
Getuige B i o l i n g blijft er bij dat hij
bloed op de mat heeft gezien. Inspecteur
Hermans zegt dat cr geen bloed op do mat
gelegen heeft.
Mr. Kokosky: Ik maak bezwaar tegen
het feit dat na do schorsing de getuigen
weer door inspecteur Hermans zijn gehoord
in plaats van door den rcchter-commissa-
ris.
Verdachte: Heeft getuigo van Boeke
len wel op het bloed gelet?
De president: Nu stelt u deze getui
ge een vraag welke ik u vanmorgen met
meer recht stelde en waarop u geen ant
woord wist te geven.
Getuige Brui naars verklaarde dat*
men elkaar onder het personeel den och
tend na den moord voor het bloed in het
portaal waarschuwde. Getuigo heeft op de
mat geen bloed gezien.
Mr. Kokosky: De mat had onderzocht
moeten worden.
Omstreeks negen^ uur heeft getuige
Roer het keukentje en het portaal schoon
gemaakt. Volgens hem heeft verdachte niet
in het bloed getrapt op den dag na den
moord.
Uitvoerig \Vordt nog nagegaan hoo groot
do bloedvlekken in het portaal zijn geweest
en dio onderaan do trap. Do politie was van
oordeel dat er weinig of geen biped in de
gang bij de trap achter de deur zou heb
ben gelegen. De j o u*r n a 11 s t L i b e r
heef voor den rechter-commissaris ver
klaard dat hij bloed op db mat heeft zien
liggen.
Vervolgens deelde dr. H ess el i nk zijn
conclusie mee van zijn bevindingen over de
gevonden bloedsporen op het pak van ver
dachte. Er valt geen conclusie te trekken
dat de drager van het pak #de dader zou
moeten zijn. al maakt het totale beeld een
cigenaardigen indruk. De bloedspatjes op
do broekspijpen zijn liet merkwaardigst.
Getuige acht het voorts moeilijk verklaar
baar hoe op de zool van den schoen bij de
hakken bloedsporen zijn gevonden.
Wat betreft do 6patjes op de broekspijpen
zegt getuige dat enkele van die spatjes,
evenals die op het vest, den indruk maken
alsof er op gewreven is.
Wanneer er een etaafvormig^ voorwerp bij
het misdrijf is gebruikt is het niet verwon
derlijk dat de dader weinig bloedvlekken
heeft gekregen. Getuige gelooft niet dat de
heer Lans met de vijl Is vermoord.
Dr. Hulst .wijst erop, dat de sporen op
de broekspijpen zoo minimaal zijn, dat hij
er geen enkele conclusie nan zou willen
vastkoppelen. De bloedspatten op het vest
zijn ouder. Getuige wil er zich voor hoeden
deze bloedsporen in het kader van het mis
drijf te dringen. Het komt hem gewrongen
voor ze jn verband te willen brengen met
dezen persoon en deze feiten.
Dr. H e s s 61 i n k zegt daarop, dat de
bloedspatten, hoo minimaal dan ook, er
toch zijn.
Dr. Hulst zou niet eens de mogelijk
heid willen uitsluiten dat de bloedspatjes
door neusbloeding zouden zijn ontstaan.
Dr. H esse link- merkt op, dat uit de
foto's van de politie blijkt, dat er tijdens
het toebrengen van de slagen aan den heer
Lans niet veel bloed schijnt te zijn gevloeid.
Mevrouw We veis behoort tot-den ken
nissenkring van verdachte. Getuige weet
dat het dochtertje van vejjdachte een lee-
lijk bloederig uitziend plekje op haar lin
kerwang had. Verdachte bemoeide zich veel
met het. kind, daardoor zou verdachte wel
eens bloéd aan zijn kleeren hebben kunnen
krijgen.
Deze verklaringen worden bevestigd door
mej. R e u 1 e. een zuster van de vorige ge
tuige,'die" bovendien nog kan verklaren dat
vcor Amersfoort en Omstreken
Langegracht No. 4 Te!efoon304
AMERSFOORT
Directie: A. H. MARTENS.
zij ihet wondje op den wang van het ^ind
wel een^ heeft zien bloeden.
Dr. Hulst wil de mogelijkheid dat de
vegen op het vest aan het wondje vnn het
kind kunnen worden geweten, niet uitslui
ten, evenmin als dr. Hess-elink, die
echter de verdeeling van de vlekken op het
vest niet natuurlijk Vindt in. dit verband
Mr. Van der Heer wijst cr nog eens
op. dat alleen van het bloed van het vest
is komen vast te staan dat het mcnschen-
bloed is, van de andere vlekken -is slechts
gebleken dat het bloed Is.
Mr. De Visser, vertegenwoordigend
het O. M. acht het niet mogelijk dat een
vader het ioe zal laten dat zijn kind dat
een wond aan den wang hoeft over den
grond kruipt.
Verdachte vraagt den officier of een
'kind vraagt wat het mag.
Dr. Huist wijst er op, dat er eigenlijk
niet van een wond 9prake is.
Daarna wijdden de deskundigen nog lang
uit over de mogelijkheid of de bloedspatjes
op de broekspijpen door het kind" kunnen
zijn teweeggebracht, waarin zich ook de
vertegenwoordiger van het O. M mengt.
De doctoren Van Woarkom cn
Schol tens, die verdachte psychiatrisch
onderzocht hebben, zijn tot de conclusie ge
komen dat verdachte een beheerscht. apa
thisch iemand is. onbewogen voor affecten.
To'en de psychiaters met verdachte spraken
kregen zij den indrjik met Iemand te spre
ken die niets met de zaak heeft te maken.
De doctoren achten het mogelijk dat ver
dachte tegenover den benadeelde heeft ge
zeten als een vriend, vooral er mee reke
ning houdend dat het al vijf jaar is gele
den.
De president: Kan hot nu ook zijn dat
hij na den moord zoo onbewogen is ge
w eest
Dr. Schol tens: Verdachte is een opa-,
tische persoonlijkheid.
De president: Is dat uitzonderlijk
beid?
Dr% Scholtens: Het komt \eel*voor.
Dr. Van \V o e r k o m' kan zich moeilijk
voorstellen dat verdachte zeer onbewogen
zou zijn gebleven. Dr van Woerkom acht
het een uitzonderingsgeval.
De president brengt verdachte's uit
lating te berde die hij bij zijn arrestatie
heeft gedaan: „Als ik geen kinderen had
dan zonden ze mij niot lovend gekregen
hébben".
.Verdachte eikcnt dit uitlating te hebben
gedaan. Ze doelde op de verduisteringen.
Dr. Woerkom had den indruk gekregen
dat verdachte op den tijd toen hij hem sprak
d.'i.' G maanden na den rnoord deze uit
drukking nogmaals, en toen spontaan, dus
niet in herhaling heeft gebracht.
Dr. Van Woerkom merkt op dat de
uiting ov.er den zelfmoord de cenige merk
bare emotie is geweest.
Mr. Schalk w ij k, een der rechters,
wijst er op, dat is komen vast te staan dat
verdachte kort na d.en moord opvallend ze
nuwachtig is geweest en hij vraagt zich
af of cr dkl iets teer bijzonders moet zijn
gebeurd.
Dr. Schol tens merkt op,-dat jtr iets
zeer bijzonders was gebeurd, omdat nu de
heer Lans dood was, do verduisteringen
moesten uitkomen.
Dr. Van Woor[tom gelooft, dat er wel
iets gro.otsch moet zijn gebeurd, wanneer
bij opmerkelijk zenuwachtig is. geweest
De president vraagt of verdachte ooit
deernis heeft doen blijken met het slacht
offer of met diens familie.
Dr. Scholtens zout, dat het het mede
lijden was met een fait divers.
Vcrdacirto: Het was toch geen vriend
van me.
Mr. Kokosky: De man voelt zich on
schuldig. Hij denkt: jelui maakt me niets.
De president: Dan zou h'ij kunnen
zeggen, die stomme politic 01* die stomme
officier
Mr.' Kokosky: Dat zal dan ook ge
beuren.
De officior wijst in verband met de
vraag "van mr. Schalkwijk-en het daarop
gcyolgde antwoord op het feit, dat .verdach
te in die dagen nog niet wist dat zijn ver
duisteringen zouden uitkomen en dat hij
nog druk doendo was zich con directeurs'
plaats in de zaak te veroveren.
Do p s yc h i a t c r b bespreken dan dc
mogelijkheid of verdachte physiek in staot
is geweest de* daad te bedrijven. Physisch
ichteji de doktoren vordachtoer toe in
staat.
Dr. Scholtens kan deze vraag niet be-
untwoonlen, omdat cr geen bepaalde psy-
'chlsche gesteldheid van den moordenaar
bestaat.
Dr. Van Woerkom leest dan een uit
voerige conclusie voorover het karakter van
den verdachte. O.m. blijkt hieruit, dat vol
gens dr. Van Woehkom een apathicus zich
'omstandigheden kan scheppen voor cen
misdadige daad. Getuige wijst ook op het
verminderde zedclijkheidsbcwustzijn van
'verdachte.
Dr. Scholtens is liet niet met de con
clusie van dr. Van Woerkom eens.
Mr. Kokosky Is van oordeel, dat de
scherpe conclusies'Van dr. Van Woerkom
gestold zijn op een lichtvaardig onderzoek,
omdat hij slechte drie'rnenschen heeft .go-
hoord.
Dr. Van-Woerk*om wijst er op, dat
mr, ^okosky het téit, dat hij verdachte per
soonlijk heeft, onderzocht, uit het bog ver
liest.
De zitting werd daarop geschorst tot Za
terdagochtend tien uur.
UIT DE STAATSCOURANT.
Op verzoek eervol optslagen met 1 Jan.
e k. II. W. Bauer als commies aan het de
partement van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen, en H. Zondervan als L*crnar
aan de R. H. 13. S. te Groningen;
benoemd tot ridder in dc4 Oranje Nassau*
orde .mej. S. G. S. Meijboom, oud-directrice
der Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam,
wonende te Hilversum;
op verzoek eervol ontslagen met ingang
van 1 December 1929, onder dank voor be
langrijke dienstem G. Kievcron els hoofd
inspecteur P. T. T.;
benoemd met 1 November 1929 tot refe
rendaris der P. T T., P. J. Meerburg, thans
referendaris 2de klasse P. ,T. T. en i9 hij
bij beschikking van den dlrectcr-generaai
der P. T. T. met 1 Nov. 1929 aangewezen
als directeur van het P. T. T.-kantoor te
Tie!,
op verzoek met ingang van 1 Jan IsVJO
^enol ontslagen uit 's Rijks dienst P. A.
v. d. Scheer, registratie-ont ranger te
Amersfoort, S. Jlhzenbcrg, verificateur' der
invoerrechten en accijnzen to Groninpyi,
A. J. v. Schaijck, verificateur der invoer*
rechten en accijnzen to Rotterdam,
benoemd "met ingang van 1 Nov. 1929 tot
verificateur der invoerrechten en accijnzen
te Lopik de commies-verificateur J. Thicl
aldaar:
op verzoek eervol ontslagen met 1 Januari
1930 D. Sluiber, als hoofdcommies bij finan
ciën.
trIE KUNT ER WEL VOHMEN".
„Ie kunt er wel kommen", zegt Riemsdiek,
En dus knapte ik micn wat op.
Maor toen ik mien kaartjen wol. koopen,
Toen had ik ver'dikkio dc strop.
„Ie kunt er wel kommen'.', 't Stónd duud'-
lijk.
In 't „Dagblad", maor 't ging toch niet deur
Ik stond in micn Paoschbeste peksken
Maor kreeg er bic Jan» geen gebeur.
De zaalo was stampvol met mcnc9hen,
Geen plaatse was meer onbezet,
Ik heurde ze buulcn wel lachen-,
Ze gierde het uut van do pret.
„Ie kunt er wel kommen", maor 'k zeg oe
Van Riemsdiek, ie heb wat verteld,
Wat heel'maol niet wor wa6, ie hebt ons
Maor wat op" de mouw e-9peld.
„ïo kunt cr wel kommen". Do zaalo
Wa3 vol en dc d.eure ging dicht.
I)aor*slond ik met centen veur 't kaartjen
En mét mien gewnsschcn gezicht
Er waren nog meer'die graag wollen.
En weet io wat ik toe 7.00 dacht;
,.Zo* willen hior nog wol eens uutgaon
Als er maor wat goeds wordt gebracht
Duorum, Jan van Riemsdiek, aj weerkom'
Huur dan onz.o eicrhal hior
En laot heel de „Kcicnstad" deelen'
In 'n aovend van jooren plcizier.
Aw allemnol dnon binnen binnen,
Zoo'n poar duuzend „man" met fatsoen.
Dan -raakt Jarf daor binnen ook „binncp"
En daor 's 't üm toch ook ujfx te doen.
GROEGROE
Ondanks den, goeden "raad vhn GroegToe
heeft Jan van Riemsdijk voor zijn tweede
voorstelling op a.s« Vrijdag „Amicitia"
maar weer gehuurd, een-kleine vierhon
derd Amersfoorters kunnen dus weer gaan
genieten van Jan cn zijn vroolijkc gezellen.
Ie kunt er wel kommen!
Red. A.D
Bij beschikking van den minister van fi
nanciën ia dc verplaatsing van den belas
ting-ontvanger K. H. Atzema van* Lecns
naar Dokkum ingetrokken.
Bij beschikking van den minister van bin-
ncnlandache zaken en landbouw is voor hot
tijdvak van 1 Novomber 1929 tot einde van
het studiejaar 1929—1930 wederom benoemd
tot assistent van de handelshoogeschool to
Wageningen .J. C. van. Schooneveldt, aldaar.
Bij koninklijk besluit herbenoemd tot
burgemeester van StiRjiout H. J. M. v. d.
I.cjden,- secretaris dier geme'entc; van NiJ-
kdW; J. C A. M. van Kluyve; van Dordrecht
P. L. dc Gaay Fortman;'van Hcinenoord J.
J de Zeeuw, secretdris dier gerfiecnte; van
Wagftningcn A. J. Verhoeven, secretaris dJer
gemeente; van Broek in Waterland P. T.
Pcereboom; van Westkapellc mr. W. J. Wol-
dringh van der Hoop; van Vrouwenpolder
J. Louwersc; van Franeker M. G. de Kruyff;
van Honnarderadeel R. Kuipers; van Hu-
veile A. v. d.. Sluis; van Bingelrade G. J. M.
Deckers, secretaris dier gemeente; van Heer
mr.,H. A. M. P. Thomassen; van Montfort
H. II. H. v. d. Venne; van Vaals H. J. Rhocn;
van Weert mr. W. F. W. Kolkman.
Langestraat 86 Te lef. 115
ALLES-, EIGEN FABRIKAAT
Grofheid is de karikatuur van eerlijkheid.
(BEYOND)
door JOHN GALSWORTHY voor Nederland
bewerkt door
J. KUYLMAN.
81
„Wilt u misschien langs dit achterpad
naar het steegje? Als u da3r is, slaat u
rechts af, dan komt u zoo op den weg."
„O ja, alstublieft, 't Zou beter geweest zijn,
als hij den dans echt had kunnen zien, niet?
Wat zal hij er nu van denken?"
Gvp glimlachje en opende het tuinpoortje.
Toen zij terugkwam, stond Fiorsen voor-
het venster naar buiten tc staren'. Was het
naar haar of naar die vluchtende nimf?
HOOFDSTUK IX.
September en October gingen oorbij. Er
volgden nog meer, niet erg druk bezochte
concerten. Fiorsen's nieuwigheid was er af,
en zijn spel was voor het groote publiek
niet zoet en gevelig genoeg. Ook heersc'hte
er een financieele crisis. Het was Gyp alsof
het er niet erg op aan kwam. In de schaduw
van wat voor haar komen ging, leek alles
haar zoo veraf en onwerkelijk toe. Anders
dan de meeste andere toekomstige moeders,
maakte zij geen kleertjes en geen toebe-
feidselen van eenigeu aard. Waarom zou
flj iets maken wat misschien nooit noodig
fou zijn? Voor Fiorsen speelde zij veel, voor
gichzelve heelemaal niet, zij las vec-1 boeken
*- gedichten, romans, biografieën nam ze
voor het oogenblik in zich op, en vergat zc
dadelijk weer, zQoals men doet met boeken,
die men enkel leest om den geest af tc lei
den. Zonder dat dit tusschen hen afgespro
ken was, kwamen Winston en tante Rosa
mund 's middags om beurten. En Winston,
die bijna evenveel onder den indruk was
van de komende gebeurtenissen als Gvp
zelf, nam den avondtrein nadat hij haar
verlaten had, en bracht den volgenden dag
door met reiden of met de vossenjacht, en
keerde op den morgen van den daaropvol-
genden dag weder terug om zijn volgend be
zoek te brengen.
Betty, die bij Gyp's geboorto tegenwoordig
was geweest, verkeerde in een eigenaardi
ge» geestestoestand. Zij, met haar sterk ont
wikkeld gevoel van moederlijkheid, wicn
dergelijke gebeurtenissen bijzonnder wen-
schelijk leken, en aan wien de natuur gril-
ligerwijze kinderen* had onthouden, was
vreeselijk onder den indruk van deze oude
herinnering, en toonde een zorgzaamheid
voor haar „schat," veel grooter dan zij voor
een eigen dochter zou hebben gehad. Wat
een pioenroos als een heel natuurlijke ge
beurtenis beschouwt bij een pioenroos,
slaat, zij met ontzag gade bij een lelie De
andere ongehuwde dame van zekeren leef
tijd, tante Rosamund, die cen ware antithe
se van Betty was met haar langen, spit
sen neus, een diep-wortelcnd besef van god
delijke rechten en verder geen notie van ee-
nigc andere rechten, een temerige spraak
en een moederlijke kortademigheid,-lengte
en omvang, vastberadenheid cn dc révé
rence voor de voorzienigheid, humor, slech
te spijsverteering, en het eetvermogen van
een struis, met nog andere tegenstellingen
tante Rosamund was óók ongerust, zooals
alleen iemand kon zijn die onrust verfoeide.
en die haar met grappen en haar temerige
spraak steeds op den achtergrond wist te
dringen.
Doch van al dezen vond Gyp de uitingen
van Fiorsen het interessantst. Hij bezat-
zelfs niet de meest elementaire notie zijn
geestestoestand te verhergen. En zijn gees-
testostand- was angstwekkend primitief.
Hij wenschte Gyp zooals zij geweest was.1
De gedachte dat zij misschien nooit weder
zichzclvc zou worden, vervulde hem soms
zoo met schrik, dut. hij genoodzaakt was
cognac te drinken, en slechts een klein
beetje minder dronken thuiskwam dan den
eersten keer.- Gyp moest hem meermalen
naar bed helpen. Een paar maal had hij
het zoo te kwaad, dat hij .den gcheelcn
nacht uitbleef. Om dit tegenover dc meiden
te verklaren, bedacht zij als krijgslist èen
kamer bij Graaf Roseck, waar bij, als hij
lang muziek had gemaakt, bleef slapen
om liaar niet te storen. Zij kwam nooit tc
wétdn of de dienstboden dit geloofden of
niet* Zij vroeg hem nooit waar hij heen
ging daar zij hiervoor te trots was, en
voelde dat zij er het recht niet toe had.
Zich diep bewust van het onaesthetische
van haar toestand, was zij er van over
tuigd, dat zij niet langer aantrekkelijk kon'
zijn voor iemund, wiens zenuwen zoo licht
in de war geraakten, cn die zoo weinig go-
duld had met. Ieclijkheid. Wat cenige die
pere gevoelens voor haar betrof. had. hij
die wel? Zeer zeker gaf hij nooit iets voor
haar op, en offerde zich in geen enkel op
zicht op. Zij voélde, dat, als zij hém had
liefgehad, zij alles had willen opofferen
\oor hém; maarzijn zóu nooit liefheb
ben! En toch scheefi hij een zekeren'angst
om harentwille tc voelen. Zij begreep het
niet! Doch dit, of wat dan ook, zou mis
schien niet veel langer een raadsel voor
haar zijn; want*zij had dikwijls het gevoel,
dat zij zou 'sterven. Hoe kón zc ook voort
leven, met ecja wrok in haar hart tegen
haar lot? Wét zou haar kracht geven om.
het tc doorstaan? En soms .liad zij een ge
voel van blijdschap, als zij non sterven
dacht. Het leven had haar bedrogen, of
misschien had zij zichzelve, door haar mis
stap, het leven onthouden. Was het wer
kelijk nog slechts cen jaar geleden sedert
die jachtpartij, waarop vader en zij^, cn de
jonge man met de klare oogen cn den on-
weerstaanbaren glimlach, met de. honden
den verderen stoet stilletjes waren vooruit
gereden sedert den noodlottigen- dag,
waarop Fiorsen uit de wolken was komen
vallen cn Laar gevraagd had? Een ovcrwcl
digond verlangen naar Mildenham over
viel haar, om daarheen te vlu^iten met
Betty om bij haar \ader te zijn.
Zij* ging in het begin van 'November.
Fiorsen gedroeg zich met betrekking tot
haar vertrek als een klein kind, (lat niet
naar bed wil. Hij kon er niet tegen van
"haar gescheiden te zijn, cn.zoo voort; doch
toen*zij weg was, bracht hij'Cen .veelbewo
gen avond door met. zijn vrienden. Onge
veer tegen vijf uur'ontwaakte hij met „een
vreeselijk koud gevoel in zijn hart," zooa!9
hij den volgenden dag aan Gyp schreef
„een vreeselijk gevoc-j, *raij'n Gyp; Ik liep
uren achtereen al maar op en neer" (in
werkelijkheid was het op^ z'n hoogst een
balf uur geweest). „Hoe 'zal ik het nog
kunnen dragen in dezen tijd van jo ge
scheiden te zijn? Ik voel me zoo vreese
lijk veKater^' Den volgenden dag zat *Jhij
met Roseck m Parijs, „ik kon het zien van
de straten, van den tuin, van -onze kamer
niet verdragen. Als ik terugkom, blijf ik
b^| Iloscck logeeren. Als de 'dag nadert, kom
ik; ik móet bij je komen". Doch toen Gyp
dozen brief las, zeide zij tot Winston: „Va
der, stuur niet om hem als het zoover is.
Ik wil liever niet dat hij hier komt."
Met deze brieven' van hem, begeef zij do
laatste overblijfselen van haar gevoel, dat
cr ergens in hem iets even schoons en
moois moest huizen tils "dc klanken, die
hij uit zijn viool wist te halen. En toch
voelde zij die brieven als tot op zekero
kere mate van echt gevoel.
Vanaf het .oogenblik dat zij to Mildenham
aankwam, begon zij dat hopelooze gevoel
omtrent zichzelve te verliezeft; en voor het
eerst voelde zij het verlangen te leven in
het nieuwe leven in haar. Zij voelde het 't
eerst, toen zij haar oude kinderkamer ^'C-
der betrad, waar alles nog precies hetzelf-.
de was als toen zij haar voor het eerst zag
als kmd van acnt .jaar; daar stond liaoi*
oude, roode poppenhuis, waarvan de ge-
hcele voorkaht open kon om de verschil
lende kamers te .laten zien; de versleten
zonneblinden, waarvan het rammelende ge
luid bij het rieerlaten zoo honderden malen
In «haar ooren. had geklonken: het hoogs
hekjo om den haard waarbij ze zoo dikwijls
op den grond had gelegen, met haar kin op
haar handen gesteund, Grimnvof Alice 'in
he/ Wonderland of verhalen uit'c^; Geschie
denis van Engeland lezer.a.* Hier óc^ zou
dit nieuwe kind misschien leven temidden
van oude bedienden. En toen kreeg zij pio't-
seling het verlangen haar bevalling te te-
ten plaats hebben in de oude kindefkarnat,
en niet in dc kamer, waarin zij als* kln4
sliep. j,
^errolgd.).