S^MEUSFOÖKFSCH DAGB1AD HET ONDERZOEK DER BLOEDVLEKKEN Verhuring van Lips safe-loketten Verzilveren van coupons Handelscredieten Incasseeringen Spaar-deposito's rente 4 - Maison de Jager Zn. HET ONBEREIKBARE Vrijdag 25 October 1929 J5E CEMLANDEftl 28e Jaargang No. 100 DESKUNDIGEN OPNIEUW IN VERHOOR SLIPPERHEEL N.V. Gomp. Lyonnaise N.V. MIDDENSTANDS-BANK Deskundige Voorlichting bij den aan- en verkoop van Effecten. Room borstplaat Fondant borstplaat FEUILLETON?" DE MOORDZAAK LANS Het psychiatrische onderzoek van den verdachte Tegenstrijdige opinies De officier van justitie vraagt nu getuigo Hage hoe het mogelijk is dat hij cïen man dien hij indertijd liggend heeft ge- zien, nu na maanden loopend Leeft her kend. Getuige blijft er bij dat zijn verkla ringen juist zijn. De rechtbank hoort thans de dienst- bode van vordachte mcj. W. Jou- ven aar, die verklaarde dat bij een pak lorren dat kort na de arrestatie van den procuratiehouder voor 54 cent aan een lor- renkoopman is'verkocht, een zeer goede re genjas was. Deze regenjas heeft getuige al tijd in den kelder, bij eenig'e andere kleeren zaen hangen. Verdachte zegt dat hij zijn vrouw geen toestemming heeft gegeven de regen jas, welke hij stellig nog in den zomer van 1X)28 heeft gedragen, weg te doen. De 'rechtbank hoort dan de verschil lende deskundigen naar aanleiding van' hun onderzoek betreffende mogelijk heid of met de gevonden vijl dusdanige wonden kunnen zijn toegebracht, dat do da der daardoor niet mot bloed behoeft be vlekt geweest te zijn. Dr. Hulst verklaart dat, wanneer men met de vijl plat slaat het bloed uitsluitend naar twee kanten spatte. Op een vraag van mr. Van den Meer af het mogelijk is dat er met kracht met de hak van de schoen op de zool waarvan bloedspatten zijn gevonden in een bloedplas is getreden, antwoordt dr. Hulst dat er dan toch afdrukken van do hak op den grond moesten zijn gevonden. Het verhoor liep voorts over de bloedplek- ken welke in het portaal zijn gevonden, waarbij als" getuigen werden gehoord de in specteur van politie Tas, dio foto's heeft ge nomen en de teekenaar H. F. Kieling die van de bloedvlekken op hot paneel en op de mat verklaringen aflegde; Mr. Kokosky: Do groote fout in deze Zijden Kousen per paar t 3.90 per 3 paar f 11.10 ALLE MODETINTEN Utrechteche weg 10 kwestie is dat er geen fotq's zijn gemaakt, dan had iedereen het kunnen zien. Mej. Van Boekelen heeft de mat waarop de bloedvlek heeft gelegen Vrij dagsmorgen uitgeklopt. Op de mat heeft ge tuige geen bloed gezien. Getuige B i o l i n g blijft er bij dat hij bloed op de mat heeft gezien. Inspecteur Hermans zegt dat cr geen bloed op do mat gelegen heeft. Mr. Kokosky: Ik maak bezwaar tegen het feit dat na do schorsing de getuigen weer door inspecteur Hermans zijn gehoord in plaats van door den rcchter-commissa- ris. Verdachte: Heeft getuigo van Boeke len wel op het bloed gelet? De president: Nu stelt u deze getui ge een vraag welke ik u vanmorgen met meer recht stelde en waarop u geen ant woord wist te geven. Getuige Brui naars verklaarde dat* men elkaar onder het personeel den och tend na den moord voor het bloed in het portaal waarschuwde. Getuigo heeft op de mat geen bloed gezien. Mr. Kokosky: De mat had onderzocht moeten worden. Omstreeks negen^ uur heeft getuige Roer het keukentje en het portaal schoon gemaakt. Volgens hem heeft verdachte niet in het bloed getrapt op den dag na den moord. Uitvoerig \Vordt nog nagegaan hoo groot do bloedvlekken in het portaal zijn geweest en dio onderaan do trap. Do politie was van oordeel dat er weinig of geen biped in de gang bij de trap achter de deur zou heb ben gelegen. De j o u*r n a 11 s t L i b e r heef voor den rechter-commissaris ver klaard dat hij bloed op db mat heeft zien liggen. Vervolgens deelde dr. H ess el i nk zijn conclusie mee van zijn bevindingen over de gevonden bloedsporen op het pak van ver dachte. Er valt geen conclusie te trekken dat de drager van het pak #de dader zou moeten zijn. al maakt het totale beeld een cigenaardigen indruk. De bloedspatjes op do broekspijpen zijn liet merkwaardigst. Getuige acht het voorts moeilijk verklaar baar hoe op de zool van den schoen bij de hakken bloedsporen zijn gevonden. Wat betreft do 6patjes op de broekspijpen zegt getuige dat enkele van die spatjes, evenals die op het vest, den indruk maken alsof er op gewreven is. Wanneer er een etaafvormig^ voorwerp bij het misdrijf is gebruikt is het niet verwon derlijk dat de dader weinig bloedvlekken heeft gekregen. Getuige gelooft niet dat de heer Lans met de vijl Is vermoord. Dr. Hulst .wijst erop, dat de sporen op de broekspijpen zoo minimaal zijn, dat hij er geen enkele conclusie nan zou willen vastkoppelen. De bloedspatten op het vest zijn ouder. Getuige wil er zich voor hoeden deze bloedsporen in het kader van het mis drijf te dringen. Het komt hem gewrongen voor ze jn verband te willen brengen met dezen persoon en deze feiten. Dr. H e s s 61 i n k zegt daarop, dat de bloedspatten, hoo minimaal dan ook, er toch zijn. Dr. Hulst zou niet eens de mogelijk heid willen uitsluiten dat de bloedspatjes door neusbloeding zouden zijn ontstaan. Dr. H esse link- merkt op, dat uit de foto's van de politie blijkt, dat er tijdens het toebrengen van de slagen aan den heer Lans niet veel bloed schijnt te zijn gevloeid. Mevrouw We veis behoort tot-den ken nissenkring van verdachte. Getuige weet dat het dochtertje van vejjdachte een lee- lijk bloederig uitziend plekje op haar lin kerwang had. Verdachte bemoeide zich veel met het. kind, daardoor zou verdachte wel eens bloéd aan zijn kleeren hebben kunnen krijgen. Deze verklaringen worden bevestigd door mej. R e u 1 e. een zuster van de vorige ge tuige,'die" bovendien nog kan verklaren dat vcor Amersfoort en Omstreken Langegracht No. 4 Te!efoon304 AMERSFOORT Directie: A. H. MARTENS. zij ihet wondje op den wang van het ^ind wel een^ heeft zien bloeden. Dr. Hulst wil de mogelijkheid dat de vegen op het vest aan het wondje vnn het kind kunnen worden geweten, niet uitslui ten, evenmin als dr. Hess-elink, die echter de verdeeling van de vlekken op het vest niet natuurlijk Vindt in. dit verband Mr. Van der Heer wijst cr nog eens op. dat alleen van het bloed van het vest is komen vast te staan dat het mcnschen- bloed is, van de andere vlekken -is slechts gebleken dat het bloed Is. Mr. De Visser, vertegenwoordigend het O. M. acht het niet mogelijk dat een vader het ioe zal laten dat zijn kind dat een wond aan den wang hoeft over den grond kruipt. Verdachte vraagt den officier of een 'kind vraagt wat het mag. Dr. Huist wijst er op, dat er eigenlijk niet van een wond 9prake is. Daarna wijdden de deskundigen nog lang uit over de mogelijkheid of de bloedspatjes op de broekspijpen door het kind" kunnen zijn teweeggebracht, waarin zich ook de vertegenwoordiger van het O. M mengt. De doctoren Van Woarkom cn Schol tens, die verdachte psychiatrisch onderzocht hebben, zijn tot de conclusie ge komen dat verdachte een beheerscht. apa thisch iemand is. onbewogen voor affecten. To'en de psychiaters met verdachte spraken kregen zij den indrjik met Iemand te spre ken die niets met de zaak heeft te maken. De doctoren achten het mogelijk dat ver dachte tegenover den benadeelde heeft ge zeten als een vriend, vooral er mee reke ning houdend dat het al vijf jaar is gele den. De president: Kan hot nu ook zijn dat hij na den moord zoo onbewogen is ge w eest Dr. Schol tens: Verdachte is een opa-, tische persoonlijkheid. De president: Is dat uitzonderlijk beid? Dr% Scholtens: Het komt \eel*voor. Dr. Van \V o e r k o m' kan zich moeilijk voorstellen dat verdachte zeer onbewogen zou zijn gebleven. Dr van Woerkom acht het een uitzonderingsgeval. De president brengt verdachte's uit lating te berde die hij bij zijn arrestatie heeft gedaan: „Als ik geen kinderen had dan zonden ze mij niot lovend gekregen hébben". .Verdachte eikcnt dit uitlating te hebben gedaan. Ze doelde op de verduisteringen. Dr. Woerkom had den indruk gekregen dat verdachte op den tijd toen hij hem sprak d.'i.' G maanden na den rnoord deze uit drukking nogmaals, en toen spontaan, dus niet in herhaling heeft gebracht. Dr. Van Woerkom merkt op dat de uiting ov.er den zelfmoord de cenige merk bare emotie is geweest. Mr. Schalk w ij k, een der rechters, wijst er op, dat is komen vast te staan dat verdachte kort na d.en moord opvallend ze nuwachtig is geweest en hij vraagt zich af of cr dkl iets teer bijzonders moet zijn gebeurd. Dr. Schol tens merkt op,-dat jtr iets zeer bijzonders was gebeurd, omdat nu de heer Lans dood was, do verduisteringen moesten uitkomen. Dr. Van Woor[tom gelooft, dat er wel iets gro.otsch moet zijn gebeurd, wanneer bij opmerkelijk zenuwachtig is. geweest De president vraagt of verdachte ooit deernis heeft doen blijken met het slacht offer of met diens familie. Dr. Scholtens zout, dat het het mede lijden was met een fait divers. Vcrdacirto: Het was toch geen vriend van me. Mr. Kokosky: De man voelt zich on schuldig. Hij denkt: jelui maakt me niets. De president: Dan zou h'ij kunnen zeggen, die stomme politic 01* die stomme officier Mr.' Kokosky: Dat zal dan ook ge beuren. De officior wijst in verband met de vraag "van mr. Schalkwijk-en het daarop gcyolgde antwoord op het feit, dat .verdach te in die dagen nog niet wist dat zijn ver duisteringen zouden uitkomen en dat hij nog druk doendo was zich con directeurs' plaats in de zaak te veroveren. Do p s yc h i a t c r b bespreken dan dc mogelijkheid of verdachte physiek in staot is geweest de* daad te bedrijven. Physisch ichteji de doktoren vordachtoer toe in staat. Dr. Scholtens kan deze vraag niet be- untwoonlen, omdat cr geen bepaalde psy- 'chlsche gesteldheid van den moordenaar bestaat. Dr. Van Woerkom leest dan een uit voerige conclusie voorover het karakter van den verdachte. O.m. blijkt hieruit, dat vol gens dr. Van Woehkom een apathicus zich 'omstandigheden kan scheppen voor cen misdadige daad. Getuige wijst ook op het verminderde zedclijkheidsbcwustzijn van 'verdachte. Dr. Scholtens is liet niet met de con clusie van dr. Van Woerkom eens. Mr. Kokosky Is van oordeel, dat de scherpe conclusies'Van dr. Van Woerkom gestold zijn op een lichtvaardig onderzoek, omdat hij slechte drie'rnenschen heeft .go- hoord. Dr. Van-Woerk*om wijst er op, dat mr, ^okosky het téit, dat hij verdachte per soonlijk heeft, onderzocht, uit het bog ver liest. De zitting werd daarop geschorst tot Za terdagochtend tien uur. UIT DE STAATSCOURANT. Op verzoek eervol optslagen met 1 Jan. e k. II. W. Bauer als commies aan het de partement van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen, en H. Zondervan als L*crnar aan de R. H. 13. S. te Groningen; benoemd tot ridder in dc4 Oranje Nassau* orde .mej. S. G. S. Meijboom, oud-directrice der Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam, wonende te Hilversum; op verzoek eervol ontslagen met ingang van 1 December 1929, onder dank voor be langrijke dienstem G. Kievcron els hoofd inspecteur P. T. T.; benoemd met 1 November 1929 tot refe rendaris der P. T T., P. J. Meerburg, thans referendaris 2de klasse P. ,T. T. en i9 hij bij beschikking van den dlrectcr-generaai der P. T. T. met 1 Nov. 1929 aangewezen als directeur van het P. T. T.-kantoor te Tie!, op verzoek met ingang van 1 Jan IsVJO ^enol ontslagen uit 's Rijks dienst P. A. v. d. Scheer, registratie-ont ranger te Amersfoort, S. Jlhzenbcrg, verificateur' der invoerrechten en accijnzen to Groninpyi, A. J. v. Schaijck, verificateur der invoer* rechten en accijnzen to Rotterdam, benoemd "met ingang van 1 Nov. 1929 tot verificateur der invoerrechten en accijnzen te Lopik de commies-verificateur J. Thicl aldaar: op verzoek eervol ontslagen met 1 Januari 1930 D. Sluiber, als hoofdcommies bij finan ciën. trIE KUNT ER WEL VOHMEN". „Ie kunt er wel kommen", zegt Riemsdiek, En dus knapte ik micn wat op. Maor toen ik mien kaartjen wol. koopen, Toen had ik ver'dikkio dc strop. „Ie kunt er wel kommen'.', 't Stónd duud'- lijk. In 't „Dagblad", maor 't ging toch niet deur Ik stond in micn Paoschbeste peksken Maor kreeg er bic Jan» geen gebeur. De zaalo was stampvol met mcnc9hen, Geen plaatse was meer onbezet, Ik heurde ze buulcn wel lachen-, Ze gierde het uut van do pret. „Ie kunt er wel kommen", maor 'k zeg oe Van Riemsdiek, ie heb wat verteld, Wat heel'maol niet wor wa6, ie hebt ons Maor wat op" de mouw e-9peld. „ïo kunt cr wel kommen". Do zaalo Wa3 vol en dc d.eure ging dicht. I)aor*slond ik met centen veur 't kaartjen En mét mien gewnsschcn gezicht Er waren nog meer'die graag wollen. En weet io wat ik toe 7.00 dacht; ,.Zo* willen hior nog wol eens uutgaon Als er maor wat goeds wordt gebracht Duorum, Jan van Riemsdiek, aj weerkom' Huur dan onz.o eicrhal hior En laot heel de „Kcicnstad" deelen' In 'n aovend van jooren plcizier. Aw allemnol dnon binnen binnen, Zoo'n poar duuzend „man" met fatsoen. Dan -raakt Jarf daor binnen ook „binncp" En daor 's 't üm toch ook ujfx te doen. GROEGROE Ondanks den, goeden "raad vhn GroegToe heeft Jan van Riemsdijk voor zijn tweede voorstelling op a.s« Vrijdag „Amicitia" maar weer gehuurd, een-kleine vierhon derd Amersfoorters kunnen dus weer gaan genieten van Jan cn zijn vroolijkc gezellen. Ie kunt er wel kommen! Red. A.D Bij beschikking van den minister van fi nanciën ia dc verplaatsing van den belas ting-ontvanger K. H. Atzema van* Lecns naar Dokkum ingetrokken. Bij beschikking van den minister van bin- ncnlandache zaken en landbouw is voor hot tijdvak van 1 Novomber 1929 tot einde van het studiejaar 1929—1930 wederom benoemd tot assistent van de handelshoogeschool to Wageningen .J. C. van. Schooneveldt, aldaar. Bij koninklijk besluit herbenoemd tot burgemeester van StiRjiout H. J. M. v. d. I.cjden,- secretaris dier geme'entc; van NiJ- kdW; J. C A. M. van Kluyve; van Dordrecht P. L. dc Gaay Fortman;'van Hcinenoord J. J de Zeeuw, secretdris dier gerfiecnte; van Wagftningcn A. J. Verhoeven, secretaris dJer gemeente; van Broek in Waterland P. T. Pcereboom; van Westkapellc mr. W. J. Wol- dringh van der Hoop; van Vrouwenpolder J. Louwersc; van Franeker M. G. de Kruyff; van Honnarderadeel R. Kuipers; van Hu- veile A. v. d.. Sluis; van Bingelrade G. J. M. Deckers, secretaris dier gemeente; van Heer mr.,H. A. M. P. Thomassen; van Montfort H. II. H. v. d. Venne; van Vaals H. J. Rhocn; van Weert mr. W. F. W. Kolkman. Langestraat 86 Te lef. 115 ALLES-, EIGEN FABRIKAAT Grofheid is de karikatuur van eerlijkheid. (BEYOND) door JOHN GALSWORTHY voor Nederland bewerkt door J. KUYLMAN. 81 „Wilt u misschien langs dit achterpad naar het steegje? Als u da3r is, slaat u rechts af, dan komt u zoo op den weg." „O ja, alstublieft, 't Zou beter geweest zijn, als hij den dans echt had kunnen zien, niet? Wat zal hij er nu van denken?" Gvp glimlachje en opende het tuinpoortje. Toen zij terugkwam, stond Fiorsen voor- het venster naar buiten tc staren'. Was het naar haar of naar die vluchtende nimf? HOOFDSTUK IX. September en October gingen oorbij. Er volgden nog meer, niet erg druk bezochte concerten. Fiorsen's nieuwigheid was er af, en zijn spel was voor het groote publiek niet zoet en gevelig genoeg. Ook heersc'hte er een financieele crisis. Het was Gyp alsof het er niet erg op aan kwam. In de schaduw van wat voor haar komen ging, leek alles haar zoo veraf en onwerkelijk toe. Anders dan de meeste andere toekomstige moeders, maakte zij geen kleertjes en geen toebe- feidselen van eenigeu aard. Waarom zou flj iets maken wat misschien nooit noodig fou zijn? Voor Fiorsen speelde zij veel, voor gichzelve heelemaal niet, zij las vec-1 boeken *- gedichten, romans, biografieën nam ze voor het oogenblik in zich op, en vergat zc dadelijk weer, zQoals men doet met boeken, die men enkel leest om den geest af tc lei den. Zonder dat dit tusschen hen afgespro ken was, kwamen Winston en tante Rosa mund 's middags om beurten. En Winston, die bijna evenveel onder den indruk was van de komende gebeurtenissen als Gvp zelf, nam den avondtrein nadat hij haar verlaten had, en bracht den volgenden dag door met reiden of met de vossenjacht, en keerde op den morgen van den daaropvol- genden dag weder terug om zijn volgend be zoek te brengen. Betty, die bij Gyp's geboorto tegenwoordig was geweest, verkeerde in een eigenaardi ge» geestestoestand. Zij, met haar sterk ont wikkeld gevoel van moederlijkheid, wicn dergelijke gebeurtenissen bijzonnder wen- schelijk leken, en aan wien de natuur gril- ligerwijze kinderen* had onthouden, was vreeselijk onder den indruk van deze oude herinnering, en toonde een zorgzaamheid voor haar „schat," veel grooter dan zij voor een eigen dochter zou hebben gehad. Wat een pioenroos als een heel natuurlijke ge beurtenis beschouwt bij een pioenroos, slaat, zij met ontzag gade bij een lelie De andere ongehuwde dame van zekeren leef tijd, tante Rosamund, die cen ware antithe se van Betty was met haar langen, spit sen neus, een diep-wortelcnd besef van god delijke rechten en verder geen notie van ee- nigc andere rechten, een temerige spraak en een moederlijke kortademigheid,-lengte en omvang, vastberadenheid cn dc révé rence voor de voorzienigheid, humor, slech te spijsverteering, en het eetvermogen van een struis, met nog andere tegenstellingen tante Rosamund was óók ongerust, zooals alleen iemand kon zijn die onrust verfoeide. en die haar met grappen en haar temerige spraak steeds op den achtergrond wist te dringen. Doch van al dezen vond Gyp de uitingen van Fiorsen het interessantst. Hij bezat- zelfs niet de meest elementaire notie zijn geestestoestand te verhergen. En zijn gees- testostand- was angstwekkend primitief. Hij wenschte Gyp zooals zij geweest was.1 De gedachte dat zij misschien nooit weder zichzclvc zou worden, vervulde hem soms zoo met schrik, dut. hij genoodzaakt was cognac te drinken, en slechts een klein beetje minder dronken thuiskwam dan den eersten keer.- Gyp moest hem meermalen naar bed helpen. Een paar maal had hij het zoo te kwaad, dat hij .den gcheelcn nacht uitbleef. Om dit tegenover dc meiden te verklaren, bedacht zij als krijgslist èen kamer bij Graaf Roseck, waar bij, als hij lang muziek had gemaakt, bleef slapen om liaar niet te storen. Zij kwam nooit tc wétdn of de dienstboden dit geloofden of niet* Zij vroeg hem nooit waar hij heen ging daar zij hiervoor te trots was, en voelde dat zij er het recht niet toe had. Zich diep bewust van het onaesthetische van haar toestand, was zij er van over tuigd, dat zij niet langer aantrekkelijk kon' zijn voor iemund, wiens zenuwen zoo licht in de war geraakten, cn die zoo weinig go- duld had met. Ieclijkheid. Wat cenige die pere gevoelens voor haar betrof. had. hij die wel? Zeer zeker gaf hij nooit iets voor haar op, en offerde zich in geen enkel op zicht op. Zij voélde, dat, als zij hém had liefgehad, zij alles had willen opofferen \oor hém; maarzijn zóu nooit liefheb ben! En toch scheefi hij een zekeren'angst om harentwille tc voelen. Zij begreep het niet! Doch dit, of wat dan ook, zou mis schien niet veel langer een raadsel voor haar zijn; want*zij had dikwijls het gevoel, dat zij zou 'sterven. Hoe kón zc ook voort leven, met ecja wrok in haar hart tegen haar lot? Wét zou haar kracht geven om. het tc doorstaan? En soms .liad zij een ge voel van blijdschap, als zij non sterven dacht. Het leven had haar bedrogen, of misschien had zij zichzelve, door haar mis stap, het leven onthouden. Was het wer kelijk nog slechts cen jaar geleden sedert die jachtpartij, waarop vader en zij^, cn de jonge man met de klare oogen cn den on- weerstaanbaren glimlach, met de. honden den verderen stoet stilletjes waren vooruit gereden sedert den noodlottigen- dag, waarop Fiorsen uit de wolken was komen vallen cn Laar gevraagd had? Een ovcrwcl digond verlangen naar Mildenham over viel haar, om daarheen te vlu^iten met Betty om bij haar \ader te zijn. Zij* ging in het begin van 'November. Fiorsen gedroeg zich met betrekking tot haar vertrek als een klein kind, (lat niet naar bed wil. Hij kon er niet tegen van "haar gescheiden te zijn, cn.zoo voort; doch toen*zij weg was, bracht hij'Cen .veelbewo gen avond door met. zijn vrienden. Onge veer tegen vijf uur'ontwaakte hij met „een vreeselijk koud gevoel in zijn hart," zooa!9 hij den volgenden dag aan Gyp schreef „een vreeselijk gevoc-j, *raij'n Gyp; Ik liep uren achtereen al maar op en neer" (in werkelijkheid was het op^ z'n hoogst een balf uur geweest). „Hoe 'zal ik het nog kunnen dragen in dezen tijd van jo ge scheiden te zijn? Ik voel me zoo vreese lijk veKater^' Den volgenden dag zat *Jhij met Roseck m Parijs, „ik kon het zien van de straten, van den tuin, van -onze kamer niet verdragen. Als ik terugkom, blijf ik b^| Iloscck logeeren. Als de 'dag nadert, kom ik; ik móet bij je komen". Doch toen Gyp dozen brief las, zeide zij tot Winston: „Va der, stuur niet om hem als het zoover is. Ik wil liever niet dat hij hier komt." Met deze brieven' van hem, begeef zij do laatste overblijfselen van haar gevoel, dat cr ergens in hem iets even schoons en moois moest huizen tils "dc klanken, die hij uit zijn viool wist te halen. En toch voelde zij die brieven als tot op zekero kere mate van echt gevoel. Vanaf het .oogenblik dat zij to Mildenham aankwam, begon zij dat hopelooze gevoel omtrent zichzelve te verliezeft; en voor het eerst voelde zij het verlangen te leven in het nieuwe leven in haar. Zij voelde het 't eerst, toen zij haar oude kinderkamer ^'C- der betrad, waar alles nog precies hetzelf-. de was als toen zij haar voor het eerst zag als kmd van acnt .jaar; daar stond liaoi* oude, roode poppenhuis, waarvan de ge- hcele voorkaht open kon om de verschil lende kamers te .laten zien; de versleten zonneblinden, waarvan het rammelende ge luid bij het rieerlaten zoo honderden malen In «haar ooren. had geklonken: het hoogs hekjo om den haard waarbij ze zoo dikwijls op den grond had gelegen, met haar kin op haar handen gesteund, Grimnvof Alice 'in he/ Wonderland of verhalen uit'c^; Geschie denis van Engeland lezer.a.* Hier óc^ zou dit nieuwe kind misschien leven temidden van oude bedienden. En toen kreeg zij pio't- seling het verlangen haar bevalling te te- ten plaats hebben in de oude kindefkarnat, en niet in dc kamer, waarin zij als* kln4 sliep. j, ^errolgd.).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5