WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn. Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 f 56- REGEN KLEEDING 3 deelioe WoYokmatrasstel'en met schuine Peluw, EEN KARAKTERLOOZE VROUW? Verdachte'^ zoon en doch ter als getuigen HUMORHOEKJE UIÏLSTRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145 PHILIPS EN SPLENDOR zacht als kapokmatrassen, vanaf f 25.50. Ce Faam - Langestraat 5 FEUILLETON. HET ONBEREIKBARE Het echtelijk drama te den flaag. Voortzetting van de behandeling voor de rechtbank VG V a V e n Et a g e. 19 Nov. Voor de Haag softe Rechtbank heeft vandaag terecht ge Gta^m de %3-jarige koopman M. B. uit don Haag, thans gedetineerd, aan wien tcnlaste 'gelégd "wordt, dat hij te 's-Gravenhage op 30 Mei 1929 ter uitvoering van zijn tevoren in rijp beraad en kalm overleg genomen be sluit en reeds lang gekoesterd voornemen om zijn echtgenoote Rachel Swaan van het Seven te berooven, althans zwaar lichame lijk letsel toe te brengen, opzettelijk met dal doel uit een met zes, althans eenige, scherpe patronen geladen revolver, eenige schoten op haar heeft gelost op een afstand van Ongeveer één, althans ten hoogste enkele meters, door welke, althans door twee van welke, schoten zij is getroffen en wel door één in de onderkaak, welke verder door drong en de rechter inwendige halsslag ader doorboorde, en door één in den buik, aan de gevolgen van welke, althans van een van welke schoten, genoemde vrouw is over leden. De belangstelling voor deze zaak was bui tengewoon groot. De publieke tribune was geheel met belangstellenden bezet en ook in de zaal was nagenoeg geen plaats on bezet. De Rechtbank bestond uit mr. de Jon cheere, president, jhr. mr. Feitb en mr. Klomp, rechters. Het O.M. werd waargeno mon door mr. Blok. Griffier was mr. Ar riéns. Verdachte werd door mr. E. G. S Bourlier als raadsman ter zijde gestaan Vanwege het Openbaar Ministerie waren 16 getuigen en deskundigen in deze zank gedagvaard. Daarnaast had de verdedigor een twintigtal getuigen k décharge opgc roepen. Verwacht wordt, dat de behandeling der zaak zoowel vandaag als morgen den ge- beelen dag in beslag zal nemen. Tg kwart na tien werd de verdachte bin nengelcid en even daarna namen de leden der Rechtbank bun plaatsen in. Nadat de president aan verdachte de qp bruikelijke vragen omtrent naam, leeftijd enz. had gesteld, bracht de Officier van Justitie de dagvaarding uit. Daarna werd een aanvang gemaakt met het getuigenverhoor. Het eerst word de Inspecteur van politic van den Heuvel gehoord. Deze is kon na het misdrijf in de woning aan de Fnber van Riamsdijkstraot 44 gekomen en heeft daaj: achter de voordeur het lijk van d«- vrouw zien liggon. De toestand wees er op. dat er ruzie geweest was. Een kapstok lag ondersteboven, de mat was van haar plaats enz. Kr lag buitendien veel bloed in hei voorportaal Vervolgens werd de commissaris van po litie, de heer P. Kramer, gehoord. Deze heeft zich eveneens kort na het gebeurde naar de plaats des misdrijfs begeven. Ge tuige is evenals de inspecteur door een raam in de woning gekomen, omdat het lijk van de vrouw tegen de deur aanlag Getuige heeft het lijk in beslag genomen en laten overbrengon naar het ziekenhuis. Daar getuige verdachte onderzocht en een paar loege hulzen op hem gevonden. Op een en kele vraag van getuige antwoordde vér dachte onduidelijk, doordat hij van streek was. Den volgenden dag heeft getuige ver dachte opnieuw een verhoor afgenomen Verdachte vertelde toen, dat hij thuis geko rncn was om alles tusschen hem en zijn vrouw weer in orde te brengen. Hij had daartoe gebakjes medegebracht. Er Is toen ichter toch weer ruzie ontstaan, waarna verdachte, op naar zijn zeggen onverklaar bare wijze, met een revolver in zijn hand heeft gestaan, welk wapen ook is afgegaan Hoe vaak er geschoten is, wist verdachte niet te zeggen Eerst zou er een schot in de keuken gevallen zijn, daarna grepen ver dachte en zijn vrouw elkaar vast en toen zijn zij in de gung terecht gekomen D:ar de vrouw gevallen Verdachte zou toen. staande, op zich zelf geschoten hebben er» daarna oveneens zijn neergevallen Mr. Bourlior: Verkeerde verdachte niet in oen zeer overspannen toestand toen dat verhoor werd afgenomen? Getuige bevestigde dit De president: Was dat do eerste of de tweeded ag? Getuige: Ook den tweeden dag. Mr Bourlier: Daarom is het verbaal ook niet geteekend. De rechercheur van politie Van Drie! die eveneens op de plaats des misdrijfs is geweest, heeft het lijk verzegeld en later aan een broer van het slachtoffer getoond die het als dat van zijn zuster herkende Getuige heeft verdachte op den grond lig gende aangetroffen Verdachte had een wond aan zijn hoofd. Getuige heeft niet ver der onderzocht wat den aard van de wond was, omdat direct daarop de hulpdienst kwam Toen getuige binnen kwam, vroeg hij aan verdachte: heb je het nu toch ge daan? Verdachte knikte, bevestigde dit en uitte woorden In den zin van: zij heeft het er ook naar gemaakt De president: Volgens uw verbaal zou verdachte alleen toestemmend goknikt hebben. Getuige hield thans echter vol, dat verdachte woorden als hiervoren bedoeld, al huilende, heeft gebezigd. Verdachte heeft tegenover getuige erkend, dat hij de revolver uit België had medege bracht. Het was vcrdachtes bedoeling ge weest zich met zijn vrouw te verzoenen. Zij zou hem echter gesard hebben, waarna hij het wapen te \oorschijn zou hebben ge haald, dat ook is afgegaan. Do president wees getuige er nog eens op, dat zijn verklaring ter zitting om trent vcrdachtes uitlating geheel in strijd is met zijn verklaring voor den rechter commissaris. Getuige had, wanneer de rech ter-commissaris zijn verklaring niet juist trerelateerd had, daarop aanmerking moeten maken en het verbaal niet moeten ondertec- kenen. Getuige kon dat niet nader verklaren De president: Het is anders nogal eenvoudig. Het O. M.: Vooral voor een politieman Getuige legde verder verklaringen af omtrent door hem in beslag genomen klee ren van de vrouw, de kogelgaten daarin enz Voorts heeft getuige de revolver onderzocht Dr R o c h a t, als deskundige gehoord, hcefl het lijk van het slachtoffer geschouwd en deed daarover mededeelingon Dr. Schol ten heeft een psychiatrisch onderzoek ten aanzien van verdachte inge sfcld en daarbij tot de conclusie gekomen dat het gebeurde den verdachte, hoewel een ^enigszins nerveus persoon, wel kan wor den toegerekend. In de middagzitting wordt dan gehoord de zoon van den verdachte. De zoon van den verdachte, 17 jaar oud, zegt dat er thuis 'wel eens ruzie was. Be dreigingen heeft hij nooit gehoord. Zoowel binnen- als buitenshuis werd door zijn ouders vaak gescholden Op den 30en Mei is zijn vader om halfeen 's middags thuis gekomen. Hij was heel kalm 's Middags is hij op verzoek van zijn vader met zijn zusje taartjes gaan koopen Voordat getuige uitging, heeft hij \nn een ruzie tusschen zijn vader en moeder niets gemerkt Later op den middag Is getuige weer uitgegaan; toen hij terugkwam, was het feit reeds ge pleegd. President: Schrok u niet toen jj uw moe der In de gang vond? Getuige: Neen, Ik schrok heelemanl niet. Getuige kan niet verklaren hoe hij zijn vader in de gang heeft aangetroffen. Hij hoeft moeite, zich alles nauwkeurig te her inneren. De revolver, die hij voor de kamer deur vond, heeft getuige in zijn zak ge stopt President: Waarom deed u dat? Getuige: Ik vond het gevaarlijk: twee vechtende menschen met een revolver! De getuige id hierna den dokter gaan halen en heeft de revolver aan zijn nichtje gegeven. Op een vraag van den verdediger of de keukendeur openstond, antwoordt getuige bevestigend. Vervolgens stelt de verdediger den ge tuige verschillende vragen over het huwc lijksleven van zijn ouders. Zijn vader hield wèl van zijn moeder, al was er vaak riizie. Thans wordt gehoord de dochter van den verdachte, 18 jaar oud. Zij verklaart, dat haar vader wel driftig is, maar zich door zijn wils kracht zeer goed kan beheer.sch«»n Wat de echtscheiding betreft, verklaart zij dat haar moeder wilde scheiden omdat zij vrije koop vrouw wilde zijn Zij heeft nimmer bedrei gingen van haar vader tegenover haar moe der gehoord. Dat haar vader den laatsten tijd in Antwerpen met een andere vrouw leefde, was haar onbekend. Een paar dagen vóér den 30sten Mei heeft getuige een brief van haar vader ontvangen, waarin hij de hoop uitsprak, dat zijn vrouw zich weer met hem wilde verzonnen Het gesprek, dat getuige van haar vader on moeder, die in de kouken zaten te praten, gehoord heeft, was volgens haar vriendelijk en tegelijk hartelijk geweest. Een juiste beschrijving van wat er zich na het vallen der schoten in de gang heeft afgespeeld, kan zij niet geven. Toen haar broer binnenkwam, heeft hij niets tegen haar gezegd of aan haar gevraagd. herinner me dat toen ik in Ierland op de rennen ree' voor kaptein O' Neil, dat er toen 'n jonge vrouw was, die Gyp dacht: ..Ik moet 'm geen gelegenheid geven, om opnieuw te beginnen, of ik zal te laat aan tafel komen." en dus zeidc ze: „O, Pettance. wie heeft dien bruin ge kocht?" „Meneer Bryn Summerhav, juffrouw, van Widrington. die heeft 'm gekocht as jacht paard, en as rijpaard as ie in de stad ie, juffrouw." „Summerhay? Ah ja!" En met een tikje van de zweep op haar geheugen riep Gyp zich den jongen man weder te binnen met de heldere oogen en den plagerijen glim lach, op de bruine merrie; den stoutmoe dige» jongeman, die haar aan iemand had doen denken, en zij voegde erbij: „Daar zal hij het wel goed hebben, ge loof ik." „Ja zeker, juffrouw, 'n Goeie stal en 'n goeie meneer ook. Hij is hier geweest Dra 'm zien, en ie vroeg naar u. Ik vertelde 'm dat u nu getrouwd was. juffrouw. Aha, zei ie, ze ree' as h engel! En hij herinner de zich 't paard ook nog heel goed. De ma joor, die was toen niet hier, en daarom liet ik 'ra de jonge maar es probcere' hij liet 'm over Ti paar heggen sprince'. en toen le terugkwam, zei ie: Ja hoor. ik koop 'm. Hij kan zoo vriendelijk met je prate', en hij laat V geen gras over groeie' ook. want voor 't end van de week was 't paard al weg ook 't Zal 'm goed drage'. Hij is 'n goed ruiter, en lang niet bang uitge val leV' „Ja, Pettance; maar nu moet ik naar binnen Wil ie tegen Annie zeggen, dat ik morgen aankom?" „Heel goed, juffrouw. De jacht komt sa men bij Filly Cross, om half acht. Gaat u mee?" „Nou. en of! Goedenavond" Terwijl zij zich de binnenplaats over haastte, dacht Gyp: ..Ze ree' as 'n eng9Ü Wat aardig! Ik ben blij dat hij mijn paard nu heeft." HOOFDSTUK XXI. Nog gloeiend van haar morgenrit, ging Gyp den volgenden dag op weg om een be zoek af te leggen in- het huisje van „den ouden scha\uit". Het was een van die nog dralende, zachte morgens achter in Sep tember, waarop de nog een beetje warme lucht, boven do stopnelvclden trilt, en de dauw nog niet geheel is opgedroogd. De kortste weg voerde over twee akkers, een smal stukje van de dorpshoide, waar lin nengoed lag te drogen op bremstruiken, die begonnen te bloeien, en daarachter nog een akker; zij kwam niemand tegen. Na den weg te zijn overgestoken, ging zij den tuin van het huisje binnon, waar do nnjaars- cbrysanten in verwarde massa s groeiden langs den lagen, roodsteenon tuinmuur, on der eenige populieren, welker bladeren reeds hier en daar geel werden. Ren enkele onbezette stoel, niet eon boek welks omslag naar hoven lag. er op, stond huiten een open venster. Rook. die opkronkelde uit een schoorsteen, was het eenige teeken van le ven. Doch, terwijl zij daar besluiteloos voor de half open deur stond, was Gyp zich als het ware bewust van te veel stilte, van iets onnatuurlijks in deze stilte. Zij hief juist haar hand op om te kloppen toen zii het geluid van onderdrukt snikken hoorde. (Wordt vervolgd.) Oude tante„Nee. Zaterdags moet Je niet komen want dan laat m aJUJd de gouavisscnen id 3e oaaKamei zwenunen en ik zou nel mei ovei aio nart cunnen «jugen om ze c-eieui te eieueo", (London Opinion) BIJZOiYDiR AANBEVOLEN per flescli per anker „L'RIRGN ÜELLE" li. K. van Rossum Ml 18 L '1 O EST RA AT Do president vindt dit zeer vreemd. De verdediger vraagt aan de getuigo of ze op 10-jarigen leeftijd schandelijk door haar moeder mishandeld is. zoodnt de Voog dijraad ter hulp moest geroepen worden. Getuige antwoord bevestigend Eveneens bevestigend antwoordt getuige op fle vraag van den verdediger, dat haar moeder haar vader dikwijls mishandelde en dan de buren te hulp riep en zoodoende de schijn aannam, dat zij mishandeld was. Haar vader zorgde goed voor de kinderen, ils hij thuid was. Opeens barst de getuige in snikken uit. /dj mag gaan zitten. Als ze naar de getui genbank gaat, omhelst zij snikkend haar vader. Om tc kalmccrcn wordt zij uit de zaal -:eleid Nu wordt als deskundige gehoord dr. Kbbinge, die den verdachte in het zieken huis heeft behandeld Hij geeft inlichtingen «»ver tic verschillende door dc schoten toe gebrachte verwondingen. Met aandacht worden de verschillende Röntgenfoto'»*, die vnn de wonden der ver dachten gemaakt zijn, door president, rech ters en verdediger bekeken. De volgende getuige, G. Outerbroek, is een huurman van verdachte Hij heeft hoo ren zoggen, dat dc man zijn vrouw bedreig de. Op 27 Mei heeft zijn vrouw aan getuige verteld, dat ze bang was voor de terug komst van haar man. Op den 30sten Mei om half/,es 's avonds heeft hij vijf schoten achter elkaar gehoord Toon get bij naar binnen wilde, heeft de zoon van B hem met een mes in de hand den toegang ge weigerd. De president vermoedt, dat dit mes een product van getuigp's fantasie is. De getuige houdt vol. dat hij een mes in tie hand van B.'s zoon gezien heeft. Hierna werd overgegaan tot het hooren van de getuigen k décharge. Getuige Verpoort Is jaren In betrekking geweest bij familie van B Deze getuige heeft eenige jaren geleden hulp verleend, toen verdachte's vrouw weggeloopen was. Het huishouden was geheel verwaarloosd, de kinderen waren vervuild en de man 'ag ziek te bed. Ook een broer van verdachte legde ver klaringen uf omtrent het wegioopen van verdachte's vrouw, den toestand, waarin zij haar huishouden achterliet enz. Door toe doen vnn de vrouw was er altijd geld tc kort. Wanneer er dan ruzie omstond, vloog de vrouw verdachte gewoon uau. Op vragen van mr. Bourlier antwoordde getuige, dat de vrouw erg vuil was. Ge tuige wilde dan ook bij haar thuis nooit iets gebruiken. Mr Bourlier: Kreeg de vrouw kleercn genoeg van verdachte? Getuige: Kleercn mijnheer, daar is Bren- ninkmeijer niets bij! Nog verschillende andere getuigen ver klaarden omtrent het onaangename en ru zie-zoekende karakter van verdachte's vrouw. Zoowel op de markt als in huis ging de vrouw tegen verdachte, die echter, volgens de getuigen, veel van haar hield, te koer. zonder dat er vaak aanleiding voor bestond. Voorts werd dc vrouw geschetst als zeer vuil en zonder zorg voor haar huis houden. Om kwart voor 6 was het geluigenvei> hoor afgëloopon en werd de zitting ver-' claagd tot Zaterdagmorgen 10 uur. Samenwerking eer lit ma s Ondanks de herhaalde tegenspraak vati beide zijden, is de zeer nauwe samenwer king tusschen Philip"» te Eindhoven en Splendor te Nijmegen thans een voldongen feit geworden. Maandag hoeft de firma Splendor aan al haar afnemers bericht, dat haar producten met circa veertig procent in prijs verhoogd zijn, aldus het Volk. In de kringen der radio handelaren be schouwt men dit als het bewijs dat Philips een overwegenden invloed op de Splendor- fabrieken heeft verkregen, naar tnen zegt, door ze aan te koopen voor een bedrag van tien milLioon. Deze zeer nauwe samenwer king blijkt verder uit het feit, dat Maandag circulaires door Splendor zijn gezonden aan vaste Philips afnemers, waaruit valt op te maken, dat de beide firmaa haar klanten lijsten hebben uitgewisseld. Wij vernemen verder, dat van verschil lende zijden pogingen in het werk worden gesteld om nieuwe merken radio lampen aan de markt te brengen, die hetzij in Hol land zullen worden gefabriceerd, hetzij uit het buitenland zullen worden ingevoerd. RECHTBANK TE MAASTRICHT. Alphabetische aanbevelings lijst voor rechter. Door de arrondissementsrechtbank te Maastricht is. ter venulling eoner vacature van rechter in haar college, fle navolgende alphabetische lijst van aanbeveling opge maakt: Jhr. mr. P. G. M. van Meeuwen, mr. F. J. W. M. de Ncrée tot Bnbberich en mr A. J. E. Terwindt, allen substituut-griffier bij de arrondissementsrechtbank, respectieve lijk te 's-Hertogenbosch, Maastricht en Tiel. Mr, J. W. M. Schroder, substituut-griffier bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gra venhage, is met het lot afgevallen tegen eon van bovengenoemde candidatcn. Want de lijdzaamheid wordt aangeprezen door allo menschen, schoon er weinig zijn, dje zelve willen lijden. TH. k KEMPIS. (BEYOND) door JOHN G ALS Wc RTHY voor Nederland bewerkt door J. KUYLMAN. 55 Doch dit kon ze niet Het verduren van zijn omhelzingen was tot daaraantoe, doch voorwenden dat zij hem liefhad, kon zo niet Toen hij eindelijk weg was, bleef zij haar haar zitten gladstrijken, en voor zich uitstaren met een harde uitdrukking in haar oogen en dacht: „En dat nog wel hier, waar ik hem met dat meisje zag! Wat zijn mannen toch eigenlijk beesten!" Dien namiddag laat bereikte zij Milden- ham. Winston kwam haar van den trein halen. En toen zij naar huis reden, kwa men zij voorbij het landhuisje waar Daphne Wing was. Het stond voor een boschje, een met klimplanten begroeid, eenvouJig, bak- stecncn huisje, met een tuin nog vol zonne bloemen, en dat bewoond werd door den ouden jockey Pettance, zijn dochter die we duwe was en haar drie kleine kinderen. „Die praatzieke oude schavuit", zooals Winston hem altijd noemde, werd nog steeds in dienst gehouden in de stallen van Mildenham, en zijn dochter waschte en streek voor Winston's huishouden. Gyp had voor Daphne Wing dezelfde vrije, onafhan kelijke zuinige zuster geengageerd, die bij haar bevalling over haar had gewaakt. Ook dezelfde oudo (lokter zou bij de grootc ge beurtenis zijn dienden verleencn. Er was geen teeken van leven aan het huisje te be speuren, en zij wilde niet stilhouden, daar zij tc zeer verlangde om weer thuis te zijn. om de oude vertrekken weer tc zien, en de oude lucht van het huis tc ruiken, en om naar haar oude merrie tc gaan, en te voe len hoe hij met zijn neus naar klontjes sui ker bij haar zocht. Het was zoo heerlijk hier weer terug te zijn en je krachtig er; gezond en tot rijden in staat te voelen. De glim lach van den stoïcynschen Markey aan de voordeur deed haar goed, zelfs de duister nis die heerschte in de hall, waar nog een laatste glans van zonnelicht viel op de huid van den eersten tijger d;e Winston gescho ten had, en waarop zij zoo vaak .*oodmoe was neergezonken na de jachL Ah, <vat was het heerlijk weer eens thuis te zijn! In den stal van de oude merrie was de oude Pettance bezig hier en daar nog een laatsten veeg te goven. Zijn gladgeschoren, ondeugende oude gezicht, waarover het vel strak gespannen was, glimlachte diepzinnig. Op suikerzoeten toon zelde hij: „Goeien avond, mejuffrouw; *n mooie avond, Juffrouw!" En zijn kleine, vurige bruine oogen, die door den ouderdom nog maar iets van hun gloed hadden verloren, namen haar vol genegenheid op. „Wel, Pettance, hoe staat het leven? F.n hoe is 't met Annie en de kinderen? En hoe is 't met deze oude schat?" „O, dat gaat bezonder, juffrouw; nog zoo slim as 'n jonge kot As u morge' uitrij, zal ze u dragen as 'n vogeltje," ..En hoe gaat 't met 'r pooten?" En terwijl Gyp met haar hand langs die pooten van ijzer voer. besnuffelde de mer rie haar eens in' den hals. „Vanaf dat ze op stal is gekomme, zijn ze heelemaal niet opgeloope' ze is de hecle maand Juli en Augustus in de wei geweest, maar daarna heb ik 'r altijd flink af gedraafd in de hoop dat u zou komme'. ..Ze voelen uitstekend aan" En. terwijl zij zich nog steeds voorover boog, vroeg Gyp: „En hoe is 't met je logée. met de jonge dame. die ik je gestuurd heb?" „Nou, juffrouw, ze Ie» erg jong, en van die erg jonge dames worden soms wel es 'n beetje opgewonde', ziet u, as ze In 'n dergelijke positie zijn. Ik zou zegge' dat /e nog nooit met blijkbare moeite hield hij de woorden in. „eerder on 'n paard was geweest! Ja, dat had je ook wel kunnen verwachten. En d'r moeder, dat is me 'n rare, juffrouw. De maakt me soms wat gif tig' Ze heeft niks geen dëftigheid an d'r daar zit 't *m natuurlijk. Maar de zie kenzuster weet u. die mot je met geen mal ligheid nnkommc'. Dat ls 'n mensch uit één stuk. en daar zitte' we dus. Natuurlijk Is 't gevolg dat ze 'e wel 's op 'r zenuwe krijgt »'t is toch ook wat, as je zoo jong je man al verliest!" Gyp kon zijn ondeugenden, ouden zlirn- lach voelen voor zij zich nog oprichtte. Maar wat kwam het er ook eigenlijk op aan nl giste hij het? Zij wist, dat hij een stal- gehpim zou bewaren. „Ja, juffrouw, ik Kan je verzekere' Jat we heel wat gekibbel en gehuil hebhe' ge had; goeie hemel! Ik slaap in de kamer d'r naast ja, s nachts als je op dien leeftijd al weduwvrouw ben, dan kun je toch ook niks andei's verwachte', hè? Ik

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6