WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn.
Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 f 56-
REGEN KLEEDING
3 deelioe WoYokmatrasstel'en
met schuine Peluw,
EEN KARAKTERLOOZE
VROUW?
Verdachte'^ zoon en doch
ter als getuigen
HUMORHOEKJE
UIÏLSTRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
PHILIPS EN SPLENDOR
zacht als kapokmatrassen,
vanaf f 25.50.
Ce Faam - Langestraat 5
FEUILLETON.
HET ONBEREIKBARE
Het echtelijk drama te den flaag.
Voortzetting van de behandeling
voor de rechtbank
VG V a V e n Et a g e. 19 Nov. Voor de Haag
softe Rechtbank heeft vandaag terecht ge
Gta^m de %3-jarige koopman M. B. uit don
Haag, thans gedetineerd, aan wien tcnlaste
'gelégd "wordt, dat hij te 's-Gravenhage op 30
Mei 1929 ter uitvoering van zijn tevoren in
rijp beraad en kalm overleg genomen be
sluit en reeds lang gekoesterd voornemen
om zijn echtgenoote Rachel Swaan van het
Seven te berooven, althans zwaar lichame
lijk letsel toe te brengen, opzettelijk met dal
doel uit een met zes, althans eenige, scherpe
patronen geladen revolver, eenige schoten
op haar heeft gelost op een afstand van
Ongeveer één, althans ten hoogste enkele
meters, door welke, althans door twee van
welke, schoten zij is getroffen en wel door
één in de onderkaak, welke verder door
drong en de rechter inwendige halsslag
ader doorboorde, en door één in den buik,
aan de gevolgen van welke, althans van een
van welke schoten, genoemde vrouw is over
leden.
De belangstelling voor deze zaak was bui
tengewoon groot. De publieke tribune was
geheel met belangstellenden bezet en ook
in de zaal was nagenoeg geen plaats on
bezet.
De Rechtbank bestond uit mr. de Jon
cheere, president, jhr. mr. Feitb en mr.
Klomp, rechters. Het O.M. werd waargeno
mon door mr. Blok. Griffier was mr. Ar
riéns. Verdachte werd door mr. E. G. S
Bourlier als raadsman ter zijde gestaan
Vanwege het Openbaar Ministerie waren
16 getuigen en deskundigen in deze zank
gedagvaard. Daarnaast had de verdedigor
een twintigtal getuigen k décharge opgc
roepen.
Verwacht wordt, dat de behandeling der
zaak zoowel vandaag als morgen den ge-
beelen dag in beslag zal nemen.
Tg kwart na tien werd de verdachte bin
nengelcid en even daarna namen de leden
der Rechtbank bun plaatsen in.
Nadat de president aan verdachte de qp
bruikelijke vragen omtrent naam, leeftijd
enz. had gesteld, bracht de Officier van
Justitie de dagvaarding uit.
Daarna werd een aanvang gemaakt met
het getuigenverhoor.
Het eerst word de Inspecteur van politic
van den Heuvel gehoord. Deze is kon
na het misdrijf in de woning aan de Fnber
van Riamsdijkstraot 44 gekomen en heeft
daaj: achter de voordeur het lijk van d«-
vrouw zien liggon. De toestand wees er op.
dat er ruzie geweest was. Een kapstok lag
ondersteboven, de mat was van haar plaats
enz. Kr lag buitendien veel bloed in hei
voorportaal
Vervolgens werd de commissaris van po
litie, de heer P. Kramer, gehoord. Deze
heeft zich eveneens kort na het gebeurde
naar de plaats des misdrijfs begeven. Ge
tuige is evenals de inspecteur door
een raam in de woning gekomen, omdat
het lijk van de vrouw tegen de deur aanlag
Getuige heeft het lijk in beslag genomen en
laten overbrengon naar het ziekenhuis. Daar
getuige verdachte onderzocht en een paar
loege hulzen op hem gevonden. Op een en
kele vraag van getuige antwoordde vér
dachte onduidelijk, doordat hij van streek
was. Den volgenden dag heeft getuige ver
dachte opnieuw een verhoor afgenomen
Verdachte vertelde toen, dat hij thuis geko
rncn was om alles tusschen hem en zijn
vrouw weer in orde te brengen. Hij had
daartoe gebakjes medegebracht. Er Is toen
ichter toch weer ruzie ontstaan, waarna
verdachte, op naar zijn zeggen onverklaar
bare wijze, met een revolver in zijn hand
heeft gestaan, welk wapen ook is afgegaan
Hoe vaak er geschoten is, wist verdachte
niet te zeggen Eerst zou er een schot in
de keuken gevallen zijn, daarna grepen ver
dachte en zijn vrouw elkaar vast en toen
zijn zij in de gung terecht gekomen D:ar
de vrouw gevallen Verdachte zou toen.
staande, op zich zelf geschoten hebben er»
daarna oveneens zijn neergevallen
Mr. Bourlior: Verkeerde verdachte niet
in oen zeer overspannen toestand toen dat
verhoor werd afgenomen?
Getuige bevestigde dit
De president: Was dat do eerste of de
tweeded ag?
Getuige: Ook den tweeden dag.
Mr Bourlier: Daarom is het verbaal
ook niet geteekend.
De rechercheur van politie Van Drie!
die eveneens op de plaats des misdrijfs is
geweest, heeft het lijk verzegeld en later
aan een broer van het slachtoffer getoond
die het als dat van zijn zuster herkende
Getuige heeft verdachte op den grond lig
gende aangetroffen Verdachte had een
wond aan zijn hoofd. Getuige heeft niet ver
der onderzocht wat den aard van de wond
was, omdat direct daarop de hulpdienst
kwam Toen getuige binnen kwam, vroeg
hij aan verdachte: heb je het nu toch ge
daan? Verdachte knikte, bevestigde dit en
uitte woorden In den zin van: zij heeft het
er ook naar gemaakt
De president: Volgens uw verbaal
zou verdachte alleen toestemmend goknikt
hebben.
Getuige hield thans echter vol, dat
verdachte woorden als hiervoren bedoeld,
al huilende, heeft gebezigd.
Verdachte heeft tegenover getuige erkend,
dat hij de revolver uit België had medege
bracht. Het was vcrdachtes bedoeling ge
weest zich met zijn vrouw te verzoenen. Zij
zou hem echter gesard hebben, waarna hij
het wapen te \oorschijn zou hebben ge
haald, dat ook is afgegaan.
Do president wees getuige er nog
eens op, dat zijn verklaring ter zitting om
trent vcrdachtes uitlating geheel in strijd
is met zijn verklaring voor den rechter
commissaris. Getuige had, wanneer de rech
ter-commissaris zijn verklaring niet juist
trerelateerd had, daarop aanmerking moeten
maken en het verbaal niet moeten ondertec-
kenen.
Getuige kon dat niet nader verklaren
De president: Het is anders nogal
eenvoudig.
Het O. M.: Vooral voor een politieman
Getuige legde verder verklaringen af
omtrent door hem in beslag genomen klee
ren van de vrouw, de kogelgaten daarin enz
Voorts heeft getuige de revolver onderzocht
Dr R o c h a t, als deskundige gehoord, hcefl
het lijk van het slachtoffer geschouwd en
deed daarover mededeelingon
Dr. Schol ten heeft een psychiatrisch
onderzoek ten aanzien van verdachte inge
sfcld en daarbij tot de conclusie gekomen
dat het gebeurde den verdachte, hoewel een
^enigszins nerveus persoon, wel kan wor
den toegerekend.
In de middagzitting wordt dan gehoord
de zoon van den verdachte.
De zoon van den verdachte, 17 jaar oud,
zegt dat er thuis 'wel eens ruzie was. Be
dreigingen heeft hij nooit gehoord. Zoowel
binnen- als buitenshuis werd door zijn
ouders vaak gescholden Op den 30en Mei
is zijn vader om halfeen 's middags thuis
gekomen. Hij was heel kalm 's Middags is
hij op verzoek van zijn vader met zijn
zusje taartjes gaan koopen Voordat getuige
uitging, heeft hij \nn een ruzie tusschen
zijn vader en moeder niets gemerkt Later
op den middag Is getuige weer uitgegaan;
toen hij terugkwam, was het feit reeds ge
pleegd.
President: Schrok u niet toen jj uw moe
der In de gang vond?
Getuige: Neen, Ik schrok heelemanl niet.
Getuige kan niet verklaren hoe hij zijn
vader in de gang heeft aangetroffen. Hij
hoeft moeite, zich alles nauwkeurig te her
inneren. De revolver, die hij voor de kamer
deur vond, heeft getuige in zijn zak ge
stopt
President: Waarom deed u dat?
Getuige: Ik vond het gevaarlijk: twee
vechtende menschen met een revolver!
De getuige id hierna den dokter gaan
halen en heeft de revolver aan zijn nichtje
gegeven.
Op een vraag van den verdediger of de
keukendeur openstond, antwoordt getuige
bevestigend.
Vervolgens stelt de verdediger den ge
tuige verschillende vragen over het huwc
lijksleven van zijn ouders. Zijn vader hield
wèl van zijn moeder, al was er vaak riizie.
Thans wordt gehoord de
dochter van den verdachte,
18 jaar oud. Zij verklaart, dat haar vader
wel driftig is, maar zich door zijn wils
kracht zeer goed kan beheer.sch«»n Wat de
echtscheiding betreft, verklaart zij dat haar
moeder wilde scheiden omdat zij vrije koop
vrouw wilde zijn Zij heeft nimmer bedrei
gingen van haar vader tegenover haar moe
der gehoord. Dat haar vader den laatsten
tijd in Antwerpen met een andere vrouw
leefde, was haar onbekend. Een paar dagen
vóér den 30sten Mei heeft getuige een
brief van haar vader ontvangen, waarin hij
de hoop uitsprak, dat zijn vrouw zich weer
met hem wilde verzonnen Het gesprek, dat
getuige van haar vader on moeder, die in
de kouken zaten te praten, gehoord heeft,
was volgens haar vriendelijk en tegelijk
hartelijk geweest.
Een juiste beschrijving van wat er zich
na het vallen der schoten in de gang heeft
afgespeeld, kan zij niet geven. Toen haar
broer binnenkwam, heeft hij niets tegen
haar gezegd of aan haar gevraagd.
herinner me dat toen ik in Ierland op de
rennen ree' voor kaptein O' Neil, dat er
toen 'n jonge vrouw was, die
Gyp dacht: ..Ik moet 'm geen gelegenheid
geven, om opnieuw te beginnen, of ik zal
te laat aan tafel komen." en dus zeidc ze:
„O, Pettance. wie heeft dien bruin ge
kocht?"
„Meneer Bryn Summerhav, juffrouw, van
Widrington. die heeft 'm gekocht as jacht
paard, en as rijpaard as ie in de stad ie,
juffrouw."
„Summerhay? Ah ja!" En met een tikje
van de zweep op haar geheugen riep Gyp
zich den jongen man weder te binnen met
de heldere oogen en den plagerijen glim
lach, op de bruine merrie; den stoutmoe
dige» jongeman, die haar aan iemand had
doen denken, en zij voegde erbij:
„Daar zal hij het wel goed hebben, ge
loof ik."
„Ja zeker, juffrouw, 'n Goeie stal en 'n
goeie meneer ook. Hij is hier geweest Dra
'm zien, en ie vroeg naar u. Ik vertelde
'm dat u nu getrouwd was. juffrouw. Aha,
zei ie, ze ree' as h engel! En hij herinner
de zich 't paard ook nog heel goed. De ma
joor, die was toen niet hier, en daarom
liet ik 'ra de jonge maar es probcere' hij
liet 'm over Ti paar heggen sprince'. en
toen le terugkwam, zei ie: Ja hoor. ik koop
'm. Hij kan zoo vriendelijk met je prate',
en hij laat V geen gras over groeie' ook.
want voor 't end van de week was 't paard
al weg ook 't Zal 'm goed drage'. Hij is
'n goed ruiter, en lang niet bang uitge
val leV'
„Ja, Pettance; maar nu moet ik naar
binnen Wil ie tegen Annie zeggen, dat ik
morgen aankom?"
„Heel goed, juffrouw. De jacht komt sa
men bij Filly Cross, om half acht. Gaat u
mee?"
„Nou. en of! Goedenavond"
Terwijl zij zich de binnenplaats over
haastte, dacht Gyp: ..Ze ree' as 'n eng9Ü
Wat aardig! Ik ben blij dat hij mijn paard
nu heeft."
HOOFDSTUK XXI.
Nog gloeiend van haar morgenrit, ging
Gyp den volgenden dag op weg om een be
zoek af te leggen in- het huisje van „den
ouden scha\uit". Het was een van die nog
dralende, zachte morgens achter in Sep
tember, waarop de nog een beetje warme
lucht, boven do stopnelvclden trilt, en de
dauw nog niet geheel is opgedroogd. De
kortste weg voerde over twee akkers, een
smal stukje van de dorpshoide, waar lin
nengoed lag te drogen op bremstruiken, die
begonnen te bloeien, en daarachter nog een
akker; zij kwam niemand tegen. Na den
weg te zijn overgestoken, ging zij den tuin
van het huisje binnon, waar do nnjaars-
cbrysanten in verwarde massa s groeiden
langs den lagen, roodsteenon tuinmuur, on
der eenige populieren, welker bladeren
reeds hier en daar geel werden. Ren enkele
onbezette stoel, niet eon boek welks omslag
naar hoven lag. er op, stond huiten een
open venster. Rook. die opkronkelde uit een
schoorsteen, was het eenige teeken van le
ven. Doch, terwijl zij daar besluiteloos
voor de half open deur stond, was Gyp zich
als het ware bewust van te veel stilte, van
iets onnatuurlijks in deze stilte. Zij hief juist
haar hand op om te kloppen toen zii het
geluid van onderdrukt snikken hoorde.
(Wordt vervolgd.)
Oude tante„Nee. Zaterdags moet Je niet komen want dan
laat m aJUJd de gouavisscnen id 3e oaaKamei zwenunen en
ik zou nel mei ovei aio nart cunnen «jugen om ze c-eieui te
eieueo", (London Opinion)
BIJZOiYDiR AANBEVOLEN
per flescli per anker
„L'RIRGN ÜELLE"
li. K. van Rossum
Ml 18 L '1 O EST RA AT
Do president vindt dit zeer vreemd.
De verdediger vraagt aan de getuigo of
ze op 10-jarigen leeftijd schandelijk door
haar moeder mishandeld is. zoodnt de Voog
dijraad ter hulp moest geroepen worden.
Getuige antwoord bevestigend
Eveneens bevestigend antwoordt getuige
op fle vraag van den verdediger, dat haar
moeder haar vader dikwijls mishandelde en
dan de buren te hulp riep en zoodoende
de schijn aannam, dat zij mishandeld was.
Haar vader zorgde goed voor de kinderen,
ils hij thuid was.
Opeens barst de getuige in snikken uit.
/dj mag gaan zitten. Als ze naar de getui
genbank gaat, omhelst zij snikkend haar
vader.
Om tc kalmccrcn wordt zij uit de zaal
-:eleid
Nu wordt als deskundige gehoord dr.
Kbbinge, die den verdachte in het zieken
huis heeft behandeld Hij geeft inlichtingen
«»ver tic verschillende door dc schoten toe
gebrachte verwondingen.
Met aandacht worden de verschillende
Röntgenfoto'»*, die vnn de wonden der ver
dachten gemaakt zijn, door president, rech
ters en verdediger bekeken.
De volgende getuige, G. Outerbroek, is
een huurman van verdachte Hij heeft hoo
ren zoggen, dat dc man zijn vrouw bedreig
de. Op 27 Mei heeft zijn vrouw aan getuige
verteld, dat ze bang was voor de terug
komst van haar man. Op den 30sten Mei
om half/,es 's avonds heeft hij vijf schoten
achter elkaar gehoord Toon get bij naar
binnen wilde, heeft de zoon van B hem
met een mes in de hand den toegang ge
weigerd.
De president vermoedt, dat dit mes een
product van getuigp's fantasie is.
De getuige houdt vol. dat hij een mes in
tie hand van B.'s zoon gezien heeft.
Hierna werd overgegaan tot het hooren
van de getuigen k décharge.
Getuige Verpoort Is jaren In betrekking
geweest bij familie van B Deze getuige
heeft eenige jaren geleden hulp verleend,
toen verdachte's vrouw weggeloopen was.
Het huishouden was geheel verwaarloosd,
de kinderen waren vervuild en de man 'ag
ziek te bed.
Ook een broer van verdachte legde ver
klaringen uf omtrent het wegioopen van
verdachte's vrouw, den toestand, waarin zij
haar huishouden achterliet enz. Door toe
doen vnn de vrouw was er altijd geld tc
kort. Wanneer er dan ruzie omstond, vloog
de vrouw verdachte gewoon uau.
Op vragen van mr. Bourlier antwoordde
getuige, dat de vrouw erg vuil was. Ge
tuige wilde dan ook bij haar thuis nooit
iets gebruiken.
Mr Bourlier: Kreeg de vrouw kleercn
genoeg van verdachte?
Getuige: Kleercn mijnheer, daar is Bren-
ninkmeijer niets bij!
Nog verschillende andere getuigen ver
klaarden omtrent het onaangename en ru
zie-zoekende karakter van verdachte's
vrouw. Zoowel op de markt als in huis
ging de vrouw tegen verdachte, die echter,
volgens de getuigen, veel van haar hield,
te koer. zonder dat er vaak aanleiding voor
bestond. Voorts werd dc vrouw geschetst
als zeer vuil en zonder zorg voor haar huis
houden.
Om kwart voor 6 was het geluigenvei>
hoor afgëloopon en werd de zitting ver-'
claagd tot Zaterdagmorgen 10 uur.
Samenwerking
eer lit ma s
Ondanks de herhaalde tegenspraak vati
beide zijden, is de zeer nauwe samenwer
king tusschen Philip"» te Eindhoven en
Splendor te Nijmegen thans een voldongen
feit geworden. Maandag hoeft de firma
Splendor aan al haar afnemers bericht, dat
haar producten met circa veertig procent in
prijs verhoogd zijn, aldus het Volk.
In de kringen der radio handelaren be
schouwt men dit als het bewijs dat Philips
een overwegenden invloed op de Splendor-
fabrieken heeft verkregen, naar tnen zegt,
door ze aan te koopen voor een bedrag van
tien milLioon. Deze zeer nauwe samenwer
king blijkt verder uit het feit, dat Maandag
circulaires door Splendor zijn gezonden aan
vaste Philips afnemers, waaruit valt op te
maken, dat de beide firmaa haar klanten
lijsten hebben uitgewisseld.
Wij vernemen verder, dat van verschil
lende zijden pogingen in het werk worden
gesteld om nieuwe merken radio lampen
aan de markt te brengen, die hetzij in Hol
land zullen worden gefabriceerd, hetzij uit
het buitenland zullen worden ingevoerd.
RECHTBANK TE MAASTRICHT.
Alphabetische aanbevelings
lijst voor rechter.
Door de arrondissementsrechtbank te
Maastricht is. ter venulling eoner vacature
van rechter in haar college, fle navolgende
alphabetische lijst van aanbeveling opge
maakt:
Jhr. mr. P. G. M. van Meeuwen, mr. F.
J. W. M. de Ncrée tot Bnbberich en mr A.
J. E. Terwindt, allen substituut-griffier bij
de arrondissementsrechtbank, respectieve
lijk te 's-Hertogenbosch, Maastricht en Tiel.
Mr, J. W. M. Schroder, substituut-griffier
bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gra
venhage, is met het lot afgevallen tegen eon
van bovengenoemde candidatcn.
Want de lijdzaamheid wordt aangeprezen
door allo menschen, schoon er weinig zijn,
dje zelve willen lijden.
TH. k KEMPIS.
(BEYOND)
door JOHN G ALS Wc RTHY voor Nederland
bewerkt door
J. KUYLMAN.
55
Doch dit kon ze niet Het verduren van
zijn omhelzingen was tot daaraantoe, doch
voorwenden dat zij hem liefhad, kon zo
niet Toen hij eindelijk weg was, bleef zij
haar haar zitten gladstrijken, en voor zich
uitstaren met een harde uitdrukking in haar
oogen en dacht:
„En dat nog wel hier, waar ik hem met
dat meisje zag! Wat zijn mannen toch
eigenlijk beesten!"
Dien namiddag laat bereikte zij Milden-
ham. Winston kwam haar van den trein
halen. En toen zij naar huis reden, kwa
men zij voorbij het landhuisje waar Daphne
Wing was. Het stond voor een boschje, een
met klimplanten begroeid, eenvouJig, bak-
stecncn huisje, met een tuin nog vol zonne
bloemen, en dat bewoond werd door den
ouden jockey Pettance, zijn dochter die we
duwe was en haar drie kleine kinderen.
„Die praatzieke oude schavuit", zooals
Winston hem altijd noemde, werd nog
steeds in dienst gehouden in de stallen van
Mildenham, en zijn dochter waschte en
streek voor Winston's huishouden. Gyp had
voor Daphne Wing dezelfde vrije, onafhan
kelijke zuinige zuster geengageerd, die bij
haar bevalling over haar had gewaakt. Ook
dezelfde oudo (lokter zou bij de grootc ge
beurtenis zijn dienden verleencn. Er was
geen teeken van leven aan het huisje te be
speuren, en zij wilde niet stilhouden, daar
zij tc zeer verlangde om weer thuis te zijn.
om de oude vertrekken weer tc zien, en de
oude lucht van het huis tc ruiken, en om
naar haar oude merrie tc gaan, en te voe
len hoe hij met zijn neus naar klontjes sui
ker bij haar zocht. Het was zoo heerlijk hier
weer terug te zijn en je krachtig er; gezond
en tot rijden in staat te voelen. De glim
lach van den stoïcynschen Markey aan de
voordeur deed haar goed, zelfs de duister
nis die heerschte in de hall, waar nog een
laatste glans van zonnelicht viel op de huid
van den eersten tijger d;e Winston gescho
ten had, en waarop zij zoo vaak .*oodmoe
was neergezonken na de jachL Ah, <vat was
het heerlijk weer eens thuis te zijn!
In den stal van de oude merrie was de
oude Pettance bezig hier en daar nog een
laatsten veeg te goven. Zijn gladgeschoren,
ondeugende oude gezicht, waarover het vel
strak gespannen was, glimlachte diepzinnig.
Op suikerzoeten toon zelde hij:
„Goeien avond, mejuffrouw; *n mooie
avond, Juffrouw!" En zijn kleine, vurige
bruine oogen, die door den ouderdom nog
maar iets van hun gloed hadden verloren,
namen haar vol genegenheid op.
„Wel, Pettance, hoe staat het leven? F.n
hoe is 't met Annie en de kinderen? En
hoe is 't met deze oude schat?"
„O, dat gaat bezonder, juffrouw; nog zoo
slim as 'n jonge kot As u morge' uitrij, zal
ze u dragen as 'n vogeltje,"
..En hoe gaat 't met 'r pooten?"
En terwijl Gyp met haar hand langs die
pooten van ijzer voer. besnuffelde de mer
rie haar eens in' den hals.
„Vanaf dat ze op stal is gekomme, zijn
ze heelemaal niet opgeloope' ze is de
hecle maand Juli en Augustus in de wei
geweest, maar daarna heb ik 'r altijd flink
af gedraafd in de hoop dat u zou komme'.
..Ze voelen uitstekend aan" En. terwijl
zij zich nog steeds voorover boog, vroeg
Gyp: „En hoe is 't met je logée. met de
jonge dame. die ik je gestuurd heb?"
„Nou, juffrouw, ze Ie» erg jong, en van
die erg jonge dames worden soms wel es
'n beetje opgewonde', ziet u, as ze In 'n
dergelijke positie zijn. Ik zou zegge' dat /e
nog nooit met blijkbare moeite hield
hij de woorden in. „eerder on 'n paard was
geweest! Ja, dat had je ook wel kunnen
verwachten. En d'r moeder, dat is me 'n
rare, juffrouw. De maakt me soms wat gif
tig' Ze heeft niks geen dëftigheid an d'r
daar zit 't *m natuurlijk. Maar de zie
kenzuster weet u. die mot je met geen mal
ligheid nnkommc'. Dat ls 'n mensch uit
één stuk. en daar zitte' we dus. Natuurlijk
Is 't gevolg dat ze 'e wel 's op 'r zenuwe
krijgt »'t is toch ook wat, as je zoo jong
je man al verliest!"
Gyp kon zijn ondeugenden, ouden zlirn-
lach voelen voor zij zich nog oprichtte.
Maar wat kwam het er ook eigenlijk op aan
nl giste hij het? Zij wist, dat hij een stal-
gehpim zou bewaren.
„Ja, juffrouw, ik Kan je verzekere' Jat
we heel wat gekibbel en gehuil hebhe' ge
had; goeie hemel! Ik slaap in de kamer
d'r naast ja, s nachts als je op dien
leeftijd al weduwvrouw ben, dan kun je
toch ook niks andei's verwachte', hè? Ik