Cognac Vieux x x x mwprn A. Schoterman Zn. Wijnhandel Dames leest dit! LIEBERMANN VOOR HET GERECHTSHOF Be§ danopfóo. 42 per flesch f 3.75 Gevestigd 1878 - TELEFOON 14S UTR.STRAAT 17 VERSCHOONINGS NOTA VAN DEN VERDACHTE „Veeniammer'- en Uiscooto'oaok B. SCHOOLEMAN Hebt U een Taxi of Auto noodig? AANWINST VOOR ARTIS Slakken en zeepaardjes HUMORHOEKJE Feitencomplexen die ten laste gelegd worden 'Amsterdam, li Jan. Voor da strafka mer van het Gerechtshof alhier is heden dan toch werkelijk een aanvang gemaakt met de behandeling in-hooger-bcroep van de strafzaak-Salomon Liebermann. Men zal zich nog herinneren, dat deza behandeling aanvankelijk geruimen tijd is uitgesteld op verzoek van de verdedigers en toen einde lijk op 3 December 1.1. de zaak dienen zou, was het de thans 43-jarig3 Liebermann zelf, die gezorgd bleek te hebben voor een Sinter klaassurprise in den vorm van een lange memorie, een z.g. verschooningsnota, welke hij aan het Gerechtshof had doen overleg gen. Het Hof, dat een nauwkeurige bestudee ring dezar memorie noodzakelijk achtte, stelde in verband hiermede de behandeling der zaak tot hedenmorgen uit. Zooals men weet is Liebermann door de Rechtbank wegens het uitlokken en het rae- deplegen van bidriegelijke bankbreuk ver oordeeld tot drie jaren gevangenisstraf, zonder aftrek van het voorarrest. Van dit vonnis gingen verdachte cn ook de officier die 3X jaar mèt aftrek had gevorderd in booger beroep. De tenlastelegging. Wij kunnen den lezer thans gevoegelijk het gebeurde met de „Veendaramer Hy potheekbank" cn de daaruit voortgevloeide gevolgen hebben wij kortelings, toen van liet uitstel op 3 December nog niets bekend was, geresumeerd een nieuwe uitvoerige opsomming van al cfez? onverkwikkelijke kwesties besparen. Slechts willen wij nog even terugkomen op de uitgebreide dag vaarding, welke destijds aan Liebermann is beteekend. Liebermann zijn n.l. drie groepen feiten en handalingen ten laste gelegd. Al lereerst gaat het over de bekende te Hil versum gehouden „staande vergadering", bij welke gelegenheid de toen juist opgetreden directeur der „Veendammer. da heer A. G. Möhring een strooman van Liebermann, die, na bij de behandeling der „Veendam- mer"-strafzaak door de Rechtbank te zijn vrijgesproken, door het Gerechtshof is ver oordeeld tot één jaar cn drie maanden ge vangenisstraf. met aftrek van zes mnd. voor loopige hechtenis twe3 villa's cn het kantoorgebouw der „Veendammer" te Hil versum, twee 6tukken grond, twee auto's, een vordering van de ..Veendammer" op ader AVoltman en 26 hypothecaire schuld vorderingen tot een bedrag van ruim millioen op Licbermann's „Discontobank voor Credletin6tellingen", v.-elka formeel de koopster was van de „Vcenda&mer". doch bij lange na niet goed voor dat bedrag. Al lereerst wordt nu Liebermann aan deze door Möhring gapleegde bcdriegelljkc bankbreuk, het modeplegen, het uitlokken, medeplich tigheid en het doen plegen tc-n laste gelegd Subsidiair vermeldt de dagvaarding het misdrijf van verduistering, waarbij ver dachte achtereenvolgens opnieuw van me- dcplegcn, medeplichtigheid, uitlokken en doen plegen wordt beschuldigd. Het tweede complex van feiten slaat op de overdrachten, tijdens Möhring's direc teurschap, van waardon der „Veendammer" aan Liebermann. In de dagvaarding komen negen nummers voor, vv.o. de geforceerde aflossing van een aantal hypotheken in de maanden Juni tot October 1927. Ook deze feiten zijn geconstrueerd als bedriegelijke bankbreuk als verduistering cn bovendien nog als heling. Wat tenslotte de laatste tenlastelegging betreft, deze slaat op het feit, dat Lieber mann's stroomanncn. die tcsamon het nieu we „bsstuur" der „Veendammer" vormden, er mede accoord zijn gegaan, dat na ver koop der aandeelen. in September 1929. aan L.W.S. Paardenkooper, de vordering van de „Veendammer" op de „Discontobank" ver vangen werd door een vordering op Paar- denkooper, die volgens de dagvaarding bij lange na niet goed was voor het bedrag van vijf millioen, dat den koopprijs der „Veen dammer" uitmaakte. Een merkwaardigs omstandigheid bij dit deel der tenlastelegging is, dat de officier daarbij aanneemt, dat de „Discontobank' thins plotseling niet goed was voor het ge- hoei of grootendeels voldoen van een be drag van vijf millioen! Ook hier is weer 6prak2 van medepleeen. medeplichtigheid, uitlokken en doen plegen. Volstaan wij tenslotte met er aan te her inneren. dat Möhring nog 6teeds op vrije voeten is; waarschijnlijk zal te zijnen aan zien na de behandeling van Liebermann's hooger beroep een beslissing inzake even tueele gratie genomen worden Van de ove rigen. die door de „Veendammer"-affaire met den strafrechter in aanraking kwamen, werd vader Woltman op 29 November 1928 door hetzelfde Gerechtshof veroordeeld tot 214 jaar en zijn zoon tot negen maanden gevangenisstraf. Voor beiden iverden echter negen in voorloopige hechtenis doorgebrach te maanden in mindering gebracht. Mr. E. M. B. Kortenocver, eertijds commissaris van Liebermann's Discontobank en later bij de overdracht der activa commissaris der „Veendammer werd reeds door de Recht bank, overeenkomstig den ei6ch van het O. M„ vrijgesproken. Mr. D. Giltay Veth, Liebermann's verde diger bij de behandeling zijner zaak voor de Rechtbank, 6telde zich na het vonnis van dit college niet verder beschikbaar; de verdediging in hooger baroep heeft Lieber mann toen opgedragen aan mr. F. A. Ko- kosky te Amsterdam cn mr. J. E. W. Duys to Den Haag. Liebermann, die eenigen tijd, door een veldwachter bewaakt, achter in de zaal heeft gezeten, wordt, als te kwart over 10 het Hof binnentreedt, naar de \crdachtcn- bank gebracht. Mij ziet er bleek en vermoeid uit. Het Hof is samengesteld uit mr. J. M. Jolles, president, mr W. Boekhoudt en mr. J. G. Meilink, raadsheeren en mr. G. J. van Guns, griffier. Het M. wordt waargenomen door ad\*o- caat-gener.i j mr. A. baron van Harinxma tnoe Slootcii. De president wendt zich dadelijk tot Liebermann met de vraag, waarom hij in hooger beroep is gegaan. Liebermann: Omdat het vonnis van de rechtbank kant nog wal raakte. President: Wilt u nu uw bezwaren te gen het vonnis kenbaar maken? Liebermann: En het memorandum dat ik heb ingediend President: Ja, ja, dat is zoo. liet Hof heeft daar met belangstelling kennis van genomen. Aangevangen wordt met het verhoor van mr. G. J. Salrn, curator in het faillisse ment van de Veendammer Hypotheekbank on van de Discontobank voor credietinstel- lingen. Zijn verhoor levert uit den aard der zaak geen enkel nieuw gezichtspunt op. Wij stippen er alleen uit aan, dat er op 25 Juni 1927 geen voldoende dekking van de pandbriefhouders was, zoodat, toen er nog 2 millioen aan de bank onttrokken werd, de crediteuren hiervan groot nadeel ondervonden. Voorts waren de boeken der Discontobank, de instelling van Lieber mann, sinds einde 1920 niet bijgehouden. Voorts deelde mr. Salm mee, dat hij den indruk heeft gekregen, dat L. bij de dading te Brussel niets achtergehouden heeft. Presidont: Hij heeft dus volgens u bij de dading alles te goeder trouw afgestaan, evenals Woltman? Mr. Salm: Ja, die overtuiging heb ik. Getuige deelt tenslotte mede, dat de verwachting is, da', crediteuren in het fail lissement der Veendammer in totaal 53 a 55 zullen ontzangen. Mr Kokosky tot getuige: U kent na tuurlijk het kassierscontract, waarvoor Lie bermann en v. d. Toorn borg waren? Blijkt volgens u daaruit, dat de vordering niets waard was? Mr. Salm: Ik weet niets anders dan dat in plaats van de 2'A millioen nominaal, die aan de Veendammer onttrokken is, een vor dering op de Discontobank in do plaats is gekomen. Mr. Kokosky: Dus als de Discontobank behoorlijke intenties had gehad, zou er niets ernstigs gebeurd zijn! Naar aanleiding van een opmerking van mr. Duys wijst mr. Salm erop. dat curn toren zich tot niets anders verbonden dan dat zij er naar zouden streven om te be reiken dat de vervolging tegen I,. zou wor den gestaakt. In deze kwestie hebben cura toren geheel bonafidt gehandeld. Mr. Duys merkt dan op, dat door het feit, dat curatoren niet gepubliceerd hebben dat er nog gelden waren teruggekomen, de pandbriefhou 1ers meer benadeeld zijn den noodig waro geweest. Mr. Salm: Wij vonden geen termen om deze mededeclingcn tc doen, omdat hierdoor ipeculalie in pardbrieven zou worden be vorderd. Dc publicatie in da Telegraaf van den heer Rademakers is vooi^ curatoren een zeer onaangename verrassing gevvcesi. Deze publicatie heeft dan ook den volgen Jen dag beursfluctuatics tengevolge gehad. Liebermann krijgt dan gelegenheid het c n cn ander tot zijn verdediging op te merken, waarvan hij dankba.ar gebruik maakt. Herhaaldelijk komt het tusschen hem en den president tot een woordcnscher- mut icling. „liet komt cr op neer'aldus de president, „dat u in 192S twee millioen van de Veen dammer in uw zak had." Liebermann: Dat heb ik beschikbaar gesteld aan groote menschen. President: Ja, aan uw advocaten. U Dioet niet vergeter, dat ondanks het be schikbaar stellen^ het misdrijf al gepleegd .vas. Ik houd me aan de tenlastelegging en volgens deze is het misdrijf gepleegd op 2; Juni 1927. Liebermann (met een handgebaar) Och, die tenlastelegging... Ik heb toch al les afgestaan om de zaak te redden. Dan komen de statuten van de Veendam mer ter sprake. Onder het doorbladeren der betreffende artikelen stelt Liebermann al zijn breedsprakigheid ton toon. Als hij opmerkt dat in 't bijzonder aan artikel 48 in de praclljk lang niet altijd wordt vastgehouden, merkt de pr3sident op. „Zouden we een bespreking van deze kwes tie niet liever uitstellen tot het verhoor van mr. Van Nierop, die deskundig is op dat ge bied?" Liebermann: „Wet is wet." Pres. „U wordt er hcusch niet door ge schaad!" M r. Duys: „Wel nsen!" M r. Duys wijst e»' dan op dat or nu 53 A 55% wordt uitgekeerd. Als nu Woltman zoo vraagt hij aan mr. Salm met het be- necr der Veendammer op de gewone wijze was doorgegaan, waren de pandbriefhou ders er dan niet veel beroerder aan toe ge weest? Mogen zij eigenlijk niet dankbaar zijn, dat de zaak zoo geloopen is? De volgende getuige is mr. A. S. van Nierop, de andere curator in het faillis sement van Veendammer en Discontobank. Als de bekende plahnen van de Atlas Hy potheekbank ter sprake worden gebracht, morkt de presidont op: „Liebermann, het Hof wil aannemen dat u wel wat zag in de Atlasplannen. Misschien kan deze ver zekering het debat wat bekorten." Liebermann geeft dan een uiteenzet ting van de wijze waarop de Atlas zou werken. In de randstaten zou als hypotheekrente 12 worden betaald, met 2 A 3 afsluit- prov isie. M r. Duys concludeert dan uit verschil lende vragen dat men dc zaak niet be grijpt. Ik heb zegt Spr. weken noodig ge had om mij In dc materie in te werken. Ook ik heb meermalen gedacht, als ik de zaken met L besprak: „nou zeg je maar wat". Maar als L. dan alles uiteenzette, kon ik niet anders zeggen dan. je hebt ge lijk! Als mr. Duvs dan op een gegeven mo ment de heer Van Nierop op scherpen toon ondeskundigheid verwijt, waardoor hij in conflict komt met den president, zegt deze: Een dergelijke toon wordt hier van U, mijnheer Duys. niet geduld." Hierna treedt m r. L. van Gigch Jr. als derde getuige voor het hekje. Getuige beroept zich op zijn ambtsgeheim, hetgeen Liebermann doet opmerken: Ik wil absoluut, dat de heer Van Gigch spreekt! De heer Van Gigch blijft echter het ge ven van elke getuigenis weigeren en legt om zijn houding te motiveeren, een verkla ring af, waarin hij het ambtsgeheim van den advocaat verdedigt. Mr. van Gicli Jr. legde de volgende ver klaring af Ik weet, dat de heer Liebermann mij van mijn beroepsgeheim wcnscht te ontslaan Dit lean echter niets aan mijn plicht tot ge heimhouding veranderen, zooals in een analoog geval voor den Hoogcn Raad ook beslist is. Het spreekt toch vanzelf, dat in dien hit voldoende zou zijn een advocaat te dwingen als zijn cliënt hem er vrijheid toe geeft, dit in het nadeel zou zijn van el- kon client, die dat weigerde cn die dus zou blijken iels tc vei bergen tc hebben. liet be roepsgeheim is niet ingesteld ten behoeve van een bepaalden Client doch van de maatschappij. Natuurlijk heeft dc lieer Liebermann groot gelijk te verklaren, dat hij niets te verbergen heeft en ik dus alles mag zeg gen wat ik weet Het moet de groote troef van elkc-n verdachte 2ijn, dat zonder vrees tc kunnen zeggen cn! dc heer Liebermann weet en heeft dat reeds voor zijn uitleve ring geweten, dat ik zal blijven zwijgen. Ik zeg niet dat mijn verklaringen iets te zijnen nadeele zouckn opleveren, doch het kan ook anders zijn. Dat kan de heer Liebermann niet beoordeelen en kan ik zelf ternauwer nood weten, omdat het afhankelijk is van het inzicht van den rechter. Het is duidelijk dat hoc standvastiger ik weiger te getuigen des te sterker zullen de verdachte en zijn verdediging daarop aan dringen. Mijn stilzwijgendheid is echter uitvloeisel van de voorschriften van dc ba lie en wordt door alle NcderlandsChe cn Franschc auteurs als vanzelfsprekend be schouwd. Zelfs al is hij volkomen onschul dig kan bovendien dit standpunt in het be lang van den heer Liebermann zijn. De eenige die cr waarschijnlijk nadeel van heeft ben ik zelf. Persoonlijk heb ik niets te verzwijgen. Maar door niets te verklaren loat ik hei \eld vrij aan den heer Liebermann en aan zijn verdedigers voor elk, ook tegen mij ge richt, systeem. Ik zal op geen enkele be wering kunnen antwoorden, op geen enkele tot mij gerichte beschuldiging mij kunnen verdedigen. Ik ben mij er van bewust, dat daarvan door do verdedigers ruim gebruik kan worden gemaakt. En indien door hen uitvoering wordt gegeven aan hun voorne men, reeds aan onderscheiden pei-soncn kenbaar gemaakt, te welen dat, indien ik mij op mijn amb'.sgéheim zou blijven be roepen of zou wegblijven, zij mij zouden af maken cn vernietigen, dan is het gevaar waarop ik doelde niet denkbeeldig. Ik zal dit echter moeten dragen en ik zal op deze wijzo den heer Liebermann waarschijnlijk meer van dienst zijn dan ik ooit door mijn getuigenis zou kunnen zijn. Mijn mnerlijk- ste overtuiging verzet cr zich tegen mijn geheimhoudingsplicht te breken, misschien zelfs in strijd met mijn cliënt te komen of mijn getuigenverklaringen in een eventueel vonnis tegen mijn cliënt te zien gebruiken. Ondanks het verzoek dus van den heer Lie- berman om te getuigen, ondanks den klaar- blijkelijkcn risico dien ik loop dat men, wetende dat te dezer plaatse geen tegen spraak te wachten is, zal trachten zooveel mogelijk dc schuld op mijn schouders te laden en rnij als advocaat te treffen, zal ik blijven zwijgen omdat ik niet kan en niet mag spreken. Dc zaal is, bij het afleggen dezer verkla ring, met een groot aantal advocaten ge vuld, die, zacht onder elkaar fluisterend, hun opmerkingen maken. Maar ik kan niet toelaten dat dit gedis kwalificeerd wordt als „afmaken" van mr. Van Gigch Mr. Van Gigch blijft zich op zijn ver- schooningsrecht beroepen. Op een vraag van den president aan Liebermann of mr. Van Gigch zijn raads man is geweest van Maart 1927 tot Januari 1928, antwoordt verd. bevestigend. Voorts blijft verd. er op staan dat Liebermann spreken zal. Mr. Kokosky: „De motieven, welke ons cr toe geleid hebben om mr. Van Gigch op te roepen, zijn genomen in hel belang van onzen cliënt. Maai* zou het ook niet mr. Van Gigch's eigen belang zijn om voor het publick te vertellen wat hij van do zaak weet?" Mr. Van Gigch: „Ik heb mijn eigen be lang bij het bepalen van mijn houding ook afgewogen; de vraag of mijn belangen ge schaad of gebaat zullen zijn, moet ik in bet midden laten." De advocaat-generaal vraagt er actie van(<dat mr. Van Gigch zich op zijn ambts geheim beroept; voorts zou spr. beslist wil len zien of bij elke vraag een beroep op het ambtsgeheim opgaat. Ook mr. Duys richt in dien geest een verzoek tot het Hof. Het Hof gaat hierna geruimen tijd in raadkamer; na terugkeer deelt de presi dent mede, dat naar het oordeel van het Hof mr. Van Gigch zich terecht op zijn ambtsgeheim heeft beroepen. Vervolgens wordt gepauzeerd. Na de pauze treedt de oud-directeur der „Veendammer Hypotheekbank" J. J. Wolt man als getuige voor het hekje. Uitvoerig gaat de president met hem de besprekin gen na, welke over verkoop van dc Bank zijn gevoerd, besprekingen welke reeds bij twee gelegenheden voor de rechtbank cn bij een voor het Hof zijn gememoreerd. Ook\ over de wijze, waarop de koopprijs van de aandeelen tot stand is gekomen, wordt in den breede gediscussieerd Wolt man ontkent dat hij voor den rechter com missaris verklaard heeft, dat hij den prijs op dc disagio-calculatie heeft berekend. Liebormann was mlllionair. Op een Maag van den president aan Liebermann, hoeveel zijn privé vermogen wa6, .onafhankelijk van de „Veendammer antwoordt verd.: „Minstens een millioen! Voor ik in Holland kwtfm was ik inillio- nair!" Pres.- „Maar u hebt al dat geld weer verloren! In al uw uitvoerige memories komt geen woord voor over uw privé-ver- raogen! Liebermann: „Ik heb alles uitgcge\en!" Pres.: „Ja, het geld van dc „Veendam mer"!" Liebermann: „Ik heb betalingen verricht aan Gedeyn, aan Schürmann Pres.: „Dat was de advocaat *van Wolt man, die moest u toch niet betalen!" Liebermann: „t Komt er op neer, dat Schürmann me er in heeft laten loo- pen Pres.. „Maar als we* dc rekening zïeri, blijkt toch dat u, nadat u alles betaald had, twee millioen had overgehouden. Dat was het geld van de „Veendammer Mr Duys merkt dan op, dat hij zich ook oj) dit punt georiënteerd heeft door brie ven te schrijven aan verschillende banken waarhij Liebermann deposito's had. PI is bereid van de betreffende stukken aan het Hof over te leggen. Pres.: „Ja, dat is alles goed en wel, maar dat bewijst nog niet dat dit geld van Lie bermann was." Mr. Duys: „Ja, als wc zóó gaan redcnce- ren, komen we er nooit!" Liebermann (met een wanhopig gebaar): „Zoo is mijn verdediging niet mogelijk!" liet verhoor van Woltman wordt dan weer voortgezet, waarbij mr. Duys den gc- tuigc-deskundige mr. Van Nierop uitnoo- digt zijn zienswijze te willen uiteenzetten. Mr. Van Nierop betoogt dan, dat de bereke ningen van Woltman niet kloppen, waarna mr. Duys dc gelegenheid te baat neemt cn aan mr. Van Nierop, in verband met het incident van den ochtend, zijn \crontschul- digingen aanbiedt. Hij zegt dat hij- cn dc heer Van Nierop waarschijnlijk elkaar, toen er sprake was van dc „Gooischc Hy potheekbank", niet hebben begrepen. Mr. Van Nierop gaat dan voort met zijn zienswijze omtrent Woltmaifs berekenin gen kenbaar te maken. Het wordt zoon beetje een onderonsje voor de tafel cn als Liebermann zich ook in het debat wil men gen, maakt dc president er met een onge duldig. „ik schei er uit!" een einde aan. Dc zitting wordt dan geschorst tot Don derdag a.s., te 10 uur. Mr. Duys acht het dan noodzakelijk, cr op te wijzen, dot op ambtsgeheimen uitzon deringen mogelijk zijn. Aclit mr. Van Gigch in dit geval geen ui zonderingsgeval aan wezig Ook weet pl. dat mr. Van Gigch een brief van Liebermann, aan hem, Van Gigch gericht, aan een vriend heeft afgestaan. Ook dat is toch gecji handhaving \an een amisgchcirn Wat overigens de kwalifica tie „afmaken" betreft, welke mr. Van Gigch heeft gebezigd, pl zal in zijn pleidooi na tuurlijk de rol der advociten ter sprake brengen. Ik behoud mij daartoe aldus mr. Duys alle rcch en voor en ik acht dat dan ook mijn plicht. Aangezien het seizoen teneinde is bren gen wij de restanten wintermantels, hoeden cn japonnen tot zeer verlaagde prijzen in den verkoop. Ook dc allernieuwste welke pas enkele weken in ons bezit zijn vallen daaronder Komt U eens binnen zien, wij toonen gaarne alles zonder eenige koop- dwang „l'Hirondrlle" W. K. VAN ROS- SUM. 1G/1S Langestraat. VAN PERSI1JIVSTRAAT 19 TEL: 432. Amsterdam, 14 Jan. Wie heeft niet met bewondering de prachtige schelp van een zeekat of porceleinslak (Cypraea tigris L.) op het decoratieve huis van de vingeslak of duivelsklauw (Pteroceras Lambis L.) in de hand genomen en zich daarbij verbaasd over hel feit, dat zulk een wonder mooi bouwsel het uit kalkprimas cn paarlemoer opgebouwde afscheidings- prcduct is van den het slakkenlichaam al9 een huidplooi omhullenden mantel". Om trent de bewoners dier exotische slakken huizen, de -wonderlijke zeeslakken zelve, met hare gesteelde oogen en uitstulpbare voelhorens, adcmbuis cn kruipzool zullen vel weinige bezoekers van het aquarium een duidelijke voorstelling hebben. Dank zij de deskundigo toewijding van den heer J. A. v, d. Wetering de Rooy, hoofdmachi nist van het s.s. „Johan de Wit', die deze interessante dieren, samen met eenige In dische oesters, een prachtige verzameling koraalvisschen en een aantal zeepaardjes uit do Middellandsche Zee met succes en als geschenk voor Artis wist over te bren gen, krijgt men thans in een der verwarm de zcewateraquaria van de Kleine Zaal van het Artisaquarium deze wonderlijke zee slakken in levenden lijve voor oogen en kan raen ze, met het daartoe vercischte geduld, in hun merkwaardige levensuitingen gade slaan Als heuglijk feit verdient voorts nog vermeld te worden, dat Artis tegenwoordig ook gedurende den winter zijn zeepaardjes uitnemend in lc\cn houdt, zoodat de door don heer Van der Weering de Rooy van Port Said meegebrachte nieuwelingen zich hier nanstonds in goed gezelschap bevon den. Voorts moge er op gewezen worden, dat sedert dc vorige week, do verlichting bo\cn de bassins in dc groote zaal van het Artisaquarium een belangrijke wijziging heeft ondergaan. Do thans boven deze bas sins brandende, zeer sterke daglichtlampen geven volkomen do illusie van stralend zonlicht. In verband hiermede en gezien ook de uit een talrijk bezoek bijvende groo te belangstelling voor het aquarium, zal dit voorloopic ook na 15 dezer des namiddags verlicht blijven. Het sluitingsuur van het aquarium zal dan vijf uur v orden. Dokter: Nu moet U naar huis gaan en rusten. Patiënt: Maar dokter, dat kan ik niet. Dokter: Waarom niet? Patiënt: Ik heb moderne meubels. (Passing Show)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 4