.AMEBSFÖÖKISCHBASBMD
Inventaris-Opruiming
SLAGROOIViGEBAK
LIEBERMANN VOOR HET GERECHTSHOF
Maison de Jager Zn.
Vrijdag 17 Januari 1930
-DE EEMLANDEft:
28e Jaargang No. 169
TWEEDE DAG VAN HET
VERHOOR
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
Enorm verlaagde prijzen.
N.V. MIDDENSTANDS-BANK
Deskundige voorlichting bij
den aan- en verkoop
van Effecten.
Verhuring van Lips safe-loketten
Verzilveren van coupons
Handelscredieten
Incasseeringen
Spaar-deposito's rente 4
Specialiteit in
EEN MINISTERIEELE
VERMANING
Zachte Wolvlokmatrassen
FEUILLETON.
HET ONBEREIKBARE
Hel verhoor van Wollman
wordt in zes onder-
deelen gesplitst
De bedrijfsresultaten
der „Veendammer
Amsterdam, 16 Januari. Nadat eerst
eenige arresten, op andere zaken betrek
king hebbend, zijn voorgelezen, vangt deze
tweede dag \an de zaak-Liebcrmann, in
hooger beroep dienende voor het gerechts
hof alhier onder vrij matige belangstel
ling in de zaal, maar met een geheel gevul
de tribune aan met een medcdoeling van
president mr. Jolles.
..Het verhoor van Woltman en Möhring
zal vandaag zooveel tijd in beslag nemen",
zegt hij, „dat de overige getuigen, die voor
vandaag waren opgeroepen, niet meer aan
de beurt zullen komen. Daarom hebben wij
besloten indien daartegen geen overwe
gende bezwaren bestaan óm ook Zater
dag a.s. zitting te houden. Dan komen de
getuigen, die oorspronkelijk vandaag zou
den worden gehoord, aan de beurt."
Aangezien verdachte en ook zijn verdedi
gers, mrs. Kokosky en Duys, hiermede ac-
coord gaat, wordt aldus besloten.
De president deelt vervolgens mede
dat, om de zaak behoorlijk tot haar recht
te doen komen, het verdere verhoor van
Woltman in zes onderdeden zal worden ge
splitst. Achtereenvolgens zullen worden be
handeld de bedrijfsresultaten der „Veen-
dammer", de waarde der Beleggingsmaat
schappij „Noordholland' de onderhandelin
gen over verkoop der Bank met Sedeyn
(eerste groep van onderhandelingen), de on
derhandelingen met Liebermann, de disa-
giocalculatie en de kwestie der borgtochten
Bij de behandeling van het eerste punt
geeft dan m r. A. S. van Ni erop, cura
tor in het faillissement der „Veendammer",
de gewenschte toelichtingen. O m. is daar
bij een zijner conclusies dat de bcclrijfscij-
fers der „Veendammer" kunstmatig waren
gefabriceerd. De verliezen der Bank waren
veel grooter dan de winst- en verliesreke
ning uitwees, bevestigde desk. op een des
betreffende vraag van den advocaat-gene
raal.
Mr. Duys: Kan meneer Woltman ons
ook vertellen, waarom hij in de door mr.
Schürmann opgemaakte concept-acte de
clausule, dat Liebermann te allen tijde liet
recht zou hebben om vrijelijk inzage te
nemen van alle boeken en bescheiden der
Bank. heeft geschrapt?
Get. Woltman ontkent dat deze wijzi
ging door hem zou zijn aangebracht. Als
mr. Duys hem daarover, aan de hand van
een brief, door get. aan zijn zoon geschre
ven, nader aan den tand voelt, zijn Wolt
man s woorden onverstaanbaar.
Mr. Duys concludeert dan dat, als de
vo:rstclling van zaken door get juist is,
Libermann wel een heel slecht koopman ge
weest zou zijn bij het koopen van de Bank.
Woltman roept dan met stemverhef
fing uil. dat hij nooit met de aandeelen
geleurd heeft. „Als ik een millioen méér
gevraagd had aldus get., „had Liebermann
het ook gegeven, zóó tuk was hij op de
Bank."
In een lang betoog doet Li ebermann
dan uitkomen, dat hij er van overtuigd is
geweest, dat hij met de Bank een volwaar
dig object kocht.
Mr. Duys: Meneer de president, nu toch
de naam van accountant Smits ter sprake
is gebracht, zou ik den heer Woltman gaar
ne willen vragen of hij zeer bevriend is ge
wcest met mr. Van Gigch."
Get. Woltman: „Ik bevriend met Van
Gigch? Hoe komt u er hij. Ik heb van Gigch
voor de eerste maal in Mei 1927 op het
kantoor van mr. Schürmann ontmoet."
Mr. Duys: Hoogst eigenaardig, want ik
heb hier in mijn dossier een expresse van
mr. van Gigch aan Liebermann, waarin Van
Gigch schrijft dat hij zeer goed bevriend i:
met de hoeren Woltman en Smits.
Get. Woltman: „'k Zou 't Van Gigch
dan zelf maar eens vragen".
Mr. Duys: „Denk toch aan zijn ambts
geheim." (gelach).
President: Dus u kende meneer Wolt
man, mr. van Gigch niet eerder dan van de
eerste onderhandelingen in Mei 1927?"
Woltman: Zoo is het.
Mr. Kokosky: Maar Liebermann heeft
dien brief toch maar te lezen gekregen,
daar komi het op neer."
Vervolgens worut „overgestapt' naar het
tweede punt, de Belegging Maatschappij
Noord-Holland de stroppenmaatschappij
der „Veendammci
Mr. Kokosky constateert, dat de bewe
ring in den bekenden brief van promotor
Sedoyn, volgens welke er in de Belcggings
maatschappij een overwaarde van l'A mil
lioen zat, een leugen is. Liebermann is hier
door verkeerd ingelicht.
Getuige Woltman haalt zijn schouders
°P
Mr. Kokosky: De bedoeling van de ver
dediging is om aan te toonen. dat Lieber
mann voor den gek is gehouden.
Mr. Duys (tot get.)- Toen u over verkoop
der aandeelen onderhandelde met Lieber
mann, wat hebt u toen van de Bcleggings-
maatschappij „Noord-Holland" gezegd?
W oltraan: Er is alleen maar gesproken
over de hypotheken.
Mr. Duys legt dan aan het Hof een ver
klaring over, door Woltman voor de recht
bank afgelegd. Hieruit blijkt, dat Woltman
gezegd heeft, vvèl met Liebermann over de
Beleggingsmaatschappij gesproken te heb
ben. waarbij hij verklaard had, dat de in
trinsieke waarde der maatschappij goed
was. „Nu kunt u zich overtuigen van de
waarheidslievcndheid van dezen getuige",
aldus mr. Duys.
Getuige Woltman (met stemverheffing:.
W at praten we toch, meneer de president.
Alles wordt te niet gedaan doordat Lieber
mann, toen hij de lijst van hypotheken
kreeg, alleen dAürop den koop gesloten
heeft. Praatjes over andere dingen doen
daar niets aan af."
Liebermann: „Ik heb nooit begrepen,
dat de Beleggingsmaatschappij een strop:
pënmaatschappij was"
Geruimcn tijd wordt dan over de wijze,
waarop de betaling der aandeelen tot
stand gekomen is van gedachten gewis
seld. waarbij de president opmerkt, dat
geen der partijen ook maar een moment
aan de belangen der „Veendammer"' ge
dacht heeft
Liebermann. „Ik heb nooit de bedoc'ing
gehad, de „Veendammer" leegt te halen"
Raadsheer mr. Meilink; „Maar toen u de
Bank aan Stegemann zou verkoopen. hebt
u hetzelfde kunstje willen uithalen: Stege
mann mocht u betalen met activa uit de
„Veendammer". Dat was maar een paar
rlagen na de transactie met Woltman; nog
éénmaal hetzelfde spelletje gespeeld en
was de „Veendammer" leeg geweest!"
Liebermann: „Ach vvclncen, zoo was het
niet bedoeld.'
Mr. Duys: „Hij heeft het vorige contract
gewoon overgeschreven."
UTRECHTSCHI jVEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
voor Amersfoort en Omstreken
Langegracht No. 4 - Telefoon 304
AMERSFOORT
Directie: A. H. MARTENS.
Pres.: .Toch wel toevallig, dunkt me."
Dan wordt, als nog eenigen tijd gespro
ken is over de wijze, waarop de benoe
ming der commissarissen is geschied/ bet
derde punt: de disagio-calculatie, aange
sneden.
De president merkt op dat get. Woltman
willens en wetens de pandbriefhouders
voor 2'A millioen heeft benadeeld. Get. ant
woordt dat hij loen niet anders wist of
Liebermann zou alles in orde maken
Pre6.' „Ken mooie politiek."
Woltman bevestigt voorts op een vraag
van den president dat hij nooit aan het
disagio der pandbrieven gedacht heeft, bij
het berekenen van den koopprijs der aan
deelen.
Ook Liebermann zegt, dit niet te hebben
gedaan.
Pres.; „Uit uw brieven blijkt anders dat
u dit wèl gedaan hebt. U hebt er herhaal
delijk over geschreven."
Om half twee wordt dan gepauzeerd.
Middagzitting.
Na de pauze wordt het verhoor van get.
Woltman voortgezet, waarbij opnieuw uit
voerig wordt stilgestaan bij het punt be
treffende de wijze, waarop de betaling der
aandeelen is tot stand gekomen.
Incident.
Bij een verklaring \an Woltman, er op
neerkomende dat de accountant Smits te
voren niet geweten heeft, dat hij 25 mille
zou ontvangen, wanneer de transactie tot
stand kwam, herhaalt mr. Duys op scham
peren toon: „Dat wist-ie niet".
Get. Woltman (zich driftig naar mr. Duys,
die achter hem staat, omwendend): Och,
meneer Duys. u weet er geen bliksem van.
(De president hamert.)
Het Hof is dan genaderd tot de bespro
king van de bekende te Hilversum gehou
den „staande vergadering" van 25 Juni
1927
Op verzoek van den president maakt get.
Woltman een scbetsteckening van het ver
gaderlokaal. „Vergeet vooral de serre niet",
merkt de president langs zijn neus weg op.
Voor de tafel komt het dan ter bestu-
dcering van de teekening en de daarop
aangegeven plaatsen van de deelnemers
tot een onderonsje, waarna Woltman, op
een vraag van den president, antwoordt
dat hij in die vergadering geen borgtocht
gezien heeft. Het woord borgtocht is zelfs
niet genoemd. Mr. van Gigch had de lei
ding. De effecten der „Veendammer" heeft
Liebermann Maandag d.a.v. eenvoudig
meegenomen.
Als Liebermann dan de garanties Denc-
kamp en Paardenkooper ter sprake brengt,
merkt de president schamper op: „Ja, die
garanties ken ik."
Mr. Duys: „Denekamp is anders vrijge
sproken."
Pres.: „O ja, elke vrijspraak i6 zeker een
bewijs van onschuld."
Liebcrman verklaart dan op de vergade
ring een geheel passieve rol gespeeld te
hebben. Hij begreep niet was er precies
gebeurde met die actes.
Pres. Och kom, U zat er toch niet om
eon kopje koffie te drinken? U hebt toch
ook geleekend
Liebermann: Ja, maar ik wist niet
Pres. Dus staat vast, dat U een daad
werkelijk aandeel in de vergadering geno
men hebt
Het verhoor van Woltman was hiermede
geëindigd, het is dan de beurt van den
heer A. C. Möhring, om aan den tand te
worden gevoeld. Getuige deelt o.m. mede
het meeste is oude kost dat hij Lieber
mann kent van 1919, toen hij verbonden
was aan de HollandAmerika Levensver
zekering-maatschappij. Later is getuige
accountant geworden van de Discontobank
voor Credietinstellingen, waar weinig in
omging en waar Liebermann de baas was.
De heer Van den Toorn was zijn vertrou-
w cnsinan.
Mr. Kokosky: Had een volle werkkring
aan die bank
Get. Ik zat er niet de gchcele week,
want ik had ook andere klanten. Als ik
ander werk had, kwam ik niet,
Mr. Kokosky: Derhalve geen dienstbe
trekking.
Mr. Duys laat dan uitkomen, dat Lieber
mann niet alles in de Discontobank te zeg
gen had. Effectief was hij niet de eigenaar;
de commissarissen oefenden wel degelijk
een effectief toezicht uit. Op een vraag van
pl wordt dit door Möhring bevestigd.
Hierna komt het contract-Paardenkooper
ter sprake, waarover Liebermann breedvoe
rig uitweidt.
't Wordt nou wartaal! merkt de president
cp een gegeven moment op, waarop mr.
Kokosky te hulp schiet en aan Licbermanns
mededcehngen eenige duidelijkheid tracht
bij te zetten.
De president spreekt er zijn bevreemding
over uit, dat over de borgtocht van Van
den Jóorn, welke toch, gezien de waarde
van de Discontobank, volstrekt niet gemist
kon wot den, in het geheel niot is gesproken
in de vergadering van 25 Juni. Möhring had
toch, opkomend voor de belangen der „Veen
daminei zich het bezit van die borgtocht
moeter verzekeren!
Get. Möhring: Ik heb, daar die vergade
ring inlj overdonderde, de fout gemaakt,
om nVt aan de borgtocht te denken.
Pres. Al weer een fout
Meiiriïig verklaart dan dat in de vergade
ring inr. Schurman. die naast den notaris
zat, alles leidde. Mr. van Gigch bleef veel
al in de serre. Indien er bij Möhring twijfel
ontstond, zei Liebermann dat alles goed
was c,o advocaten hadden alles geregeld.
Als mr. Kokosky get. Möhring een klein
mannetje noemt, een leek die de portee van
wat hij deed, niet begrepen heeft, maakt de
president zich boes.
Ik houd vol, zegt hij, dat Möhring de be
langen van de „Veendammer" op schande
lijke wijze verwaarloosd heeft. Hij heeft
zich door Liebermann en consorten laten
gcbiuiken om alles te effectueeren. wat
door Liebermann en consorten was klaar
gemaakt' Dat is geen rol voor een accoun
tant, die er een diploma M. O. boekhouden
op na h'udt
Möhrnjg: lk heb geen seconde gedacht,
dat er iets immoreels gebeurde, anders had
ik niets geleekend
'Ie kwart voor zes wordt dan de verdere
behandeling geschorst tot Zaterdag a.s. te
10 uur
PROF. JAEGER.
Uitnoodiging voor buitenland-
sche voordrachten.
Prof. Jaeger te Groningen is door de re-
gcering van de Tsjecho-Slowakische repu
bliek aangezocht om in Februari een reeks
lezingen te houden aan de Karlova-Univer-
sitcit te Praag en de Masarijk-Universiteit
te Brünn. Ook zal hij op verzoek van de
Verein Ocsterreichischer Chemiker en de
Physikalisch-chemische Gesellschaft aan de
Universiteit te Wcenen over zijn onderzoo
kingen eenige lezingen houden, alsmede
aan de Technische Hochschule te Karlsru
he.
Langestraat 56 Telef. 115
WINTERTIJD
De bontjas overbodig
De ijsbaan water-nat
De schaatsen in het vet nog.
De inmaak blijft in 't vat.
De sneeuwman ongeboren
M'n erwtensoepie-lief
Blijft met cognac- en wijngroc
Per sé op non-actief
De sneeuwscheppers (U-t scheppen
Heel ontevreden op
Ilun vak zit thans „de-klad-in"
Ze krijgen strop op strop.
De ijstrui hangt vervelend
In t zomersche verblijf
En speelt met kamfcrballen
Voor winter-tijdverdrijf
Geen brandstof handelaar die
Nu niet deskundig mort
En uit 't humeur gaat vragen
Of *t nooit geen winter wordt!
Bewaar je Januari
De kou weer tot April?
Is deze voorjaarskuur weer
Een malle wintergril?
Geef mij o Januari
Maar mooien wintertijd
Mèt anthracict en bontkraag
En met gezelligheid
Geef mij maar helder weertje
Met wat gezonde kou
Natuurlijk geen ge-Noordpool
Want o, dat schaadt zoo gauw
Geef mij fatsoenlijk winter
Een graad of twee-drie vorst
Mèt snert en zonder armoe
Mèt boerekool met worst
SROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
Steunt de Nederlai dsche
nijverheid
De Minister van Staat, Minister van Bin-
neniandschc Zaken en Landbouw heeft,
onder dagteekening van 15 dezer, tot de ge
meen lebcstu ren een rondschrijven gericht
van den volgenden inhoud
Reeds meermalen werd de aandacht van
Uw College gevestigd op de wenschelijk-
heid het geven van opdrachten door de
Overheid aan de Nationale Nijverheid te
bevorderen en op de bemiddelcndo taak,
welke daarbij aan de Rijkscommissie voor
Werkverruiming is toegedacht.
Herinnerd moge onder meer worden aan
de circulaires van l i Januari 1924 No. 11236
1923 tfdeeling B.B. en \an 6 Maart 1926
No. 1466 Afdccling B.B.
Genoemde Rijkscommissie meent de er
varing te hebben opgedaan, dat bedoelde
aanschrijvingen in het vergeetboek begin
nen te geraken. Ik vind hierin aanleiding
ten en ander opnieuw naar voren te bren
gen en Uw College te verzoeken te willen
bevorderen, dat geen orders aan de buitcn-
landschc nijverheid worden toegewezen, al
vorens met dc Commissie overleg is ge
pleegd
1 persoons vanaf f 15.50.
Ook deze matrassen kunnen wij
garandeeren.
EIGEN FABRIKAAT
flF FAAM langestraat s
L*- rlrllïl 5jj be Varkensmarkt
(BEYOND)
do..' JOHN GALSWORTHY voor Nedorlan-J
bewerkt door
J. KUYLMAN.
101
Kleine Gyp, aan w ie men gezegd had dat
Baryn voor goed weg was, en dat ze nooit
over hem spreken moest, 0111 Mammie niet
droevig te maken, stond soms bevreemd en
ernstig haar moeder gade te slaan. Eens zei
ze zoo vreemd tegen Winston:
„Mammie leeft niet met ons mee, Grandy,
ze leeft ergens ver weg, zou het bij Barvn
zijn?"
Winston schrok, en antwoordde
„Misschien wel, liefje; maar zeg dat al
leen tegen mij; en spreek nooit met iemand
anders over Baryn."
„Dat weet ik wel; maar waar is hij,
Grandy?"
Wat moest Winston antwoorden? Een of
anderen onzin, van „heel ver weg"; want hij
had den moed niet, om 't punt dood zijn
aan te roeren, dat 'n mysterie is te hope
loos ver buiten 't begrip van kinderen en
van hemzelf en anderen.
Hij reed veel paard met 't kind, dat even
als haar moeder vroeger, nergens zoo geluk
kig was als in 't zadel; maar aan Gyp durf
de hij 't niet voorstellen. Zij sprak nooit
over paarden ging niet in de stallen, bracht
haar dagen door met kleine huiselijke be
zigheden, of in den tuin of aan de piano
zitten, soms wat spelend; dan weer alleen
op de toetsen starend, haar handen in den
schoot gevouwen. Dikwijls dacht hij* „als
er maar iets was dat haar uit zichzelf
haalde!"
In Juni schepte hij moed en stelde vooi
om aens naar Londen te gaan. Tot zijn ver
wondering stemde zij grif toe. 'loon zij
Widrington voorbij kwamen, trachtte hij
over een en ander te praten; en pas een
kwartier later loen hij tersluiks over z'n
courant keek zag hij haar doodstil zitten
kijken naar de velden, met de tranen langs
haar wangen. Ilij drufde niets te zeggen,
om haar te troosten. Ze gaf geen geluid,
bewoog zich niet; alleen de tranen bleven
vallen. En achter zijn blad werden Win
ston's oogen kleiner en ingetrokken; zijn
gezicht werd strak, alsof 't vel spande over
de beenderen, en alles aan hem trilde.
De gewone weg van 't station naar Bury-
stree't was opgebroken, en 't rijtuig ging
door nauwe straatjes, waar de levensellen
de zich vertoont, waar sleclit-uitziende
mannen cn overwerkte vrouwen, en half
verhongerde kinderen in gaten en op stoe
pen, in iederen trok hunner bleeke gezich
ten en iedere beweging van hunne onder
voede lichamen, het nog maar steeds niet
aanbreken van het Duizendjarig Rijk pro-
clameeren; waar de smalle, besmeurde hui
zen een uitzicht van voor onbepaaldcn tijd
uitgestelde ineenstorting hebben, en waar
de eenige schoonheid te vinden is in de
riolen.
Gyp boog voorover en keek uit zooals
men 11a '11 lange zeereis doet! Winston voel
de hoe haar hand de zijne stevig vasthield.
Dien avond, na 't eten toen zij in de
kamer zaten die hij voor haar moeder had
ingericht, waar de houten stoeltjes, het
kleine bureau, de oude koperen candela-
bers nog dezelfde waren als van dertig jaar
geleden, zeide zij:
„Vadertje, ik heb zoo gedacht, of je 't
goed zoudt vinden als ik te Mildenham een
soort tehuis oprichtte, waar arme kinde
ren konden worden opgenomen en versche
lucht, en goed voedsel kregen! Er zijn er
zooveel duizenden
Zeer ontroerd door den eersten wensch.
dien hij haar had hooren uiten sinds 't on
geval, nam Winston haar hand, en die be
kijkende alsof hij een antwoord zocht:
„Ben je er. sterk genoeg voor, lief kind?"
„Zeker, mij deert niets meer nu, alleen
hier." Zij trok zijn hand naar zich toe en
drukte die tegen haar hart. „Wat verloren
is, keert niet weer. Ik kan 't niet helpen; ik
zou me er wel tegen verzetten, als ik kon.
Het is voor jou zoo vreeselijk geweest, 't
Doet me zoo'n leed."
Winston zei iets onverstaanbaars, en zij
vervolgde: J.i 0.
„Als ik voor ze te zorgen heb, dan zou ik
niet zooveel kunnen denken; hoe drukker
hoe beter. Ook goed voor ons bohemien
kindje om ze daar te hebben. Ik zou dade
lijk willen beginnen.
Winston knikte. Alles wat voor haar besl
maar was alles!
„Ja. zeker" zei hij, „ik begrijp t, je kon
die twee oude boerenwoningen nemen om
te beginnen, cn we vinden wel iets dat je
lijkt."
„Maar ik mag 't allemaal zelf doen, niet?'
Winston glimlachte om dat echte oude
trekje van haar. Zij zou alles doen, alles be
talen, een straat vol kinderen inbrengen,
als 't haar maar voldoening gaf!
„Rosamund zal je wel helpen ze uit te
zoeken" zei hij. „Zij is 'n beste voor die
soort van dingen."
Toen keek hij haar aandachtig aan, en
zei:
„Moed houden mijn kind; 't komt eens
alles terug."
Gyp trachtte te glimlachen. Toen hij dat
zag, begreep hij maar al te goed wat 't kind
bedoelde met; Mammie leeft ergens anders,
geloof ik."
Plotseling zei zij heel zacht:
„En toch had ik 't niet willen missen."
Ze zat met de handen gevouwen in haar
3choot, twee vlammen op haar gezicht, haar
oogen vreemd schitterend, dien stillen lach
nog om haar mond. En Winston dacht met
half gesloten blik voor zich uit; „Liefde
overmatige liefde, sterker dan de dood, men
sterft er bijna aan Maar had 't toch niet
willen missen. Waarom?
Drie dagen later liet hij Gyp bij zijn zus
ter achter cn ging zelf terug naar Milden
ham, om met de noodige veranderingen van
de woningen te beginnen. Hij had niemand
zijn komst gemeld en liep van het station
op een heerlijken, helderen, warmen Juni
dag. Toen hij door het inrij-hek kwam in
de berkenlaan, vielen op den grond de bla-
derschaduwen, met gouden glinsteringen
van het zonlicht door de boomen. De hel
groene bladeren, de grijze knoppen, al die
zonnestralen door de schaduw heen, het
bracht hem in verrukking, toen hij van den
stoffigen weg kwam. Midden in de laan
stond in de verte een wit figuurtje als op
den uitkijk.
„O Grandy. ben je terug, ben je terug?
Wat leuk!"
Winston nam haar krullen in de hand,
en haar aanziende, zei hij:
„Wel mijn wild vogeltje, wil je mij er een
van geven?"
Kleine Gvp staarde, hem aan met schit
terenden blik, en zijn knieën omklemmend
antwoordde ze innig:
„Ja, omdat ik zoo van je houd. Trek
maar!"
EINDE.