r KINDERRUBRIEK was hans werkelijk MOEDIG ÉMttüMÉMiaMiaSfaM. ■stittL Rubriek van Oom Karei Vele malen heb ilc lelui al kunstlee ver leid am na te doen en je familie thute mee bezie te honden. Zoovel* heb ik jelui er al verteld, dat mijn voorraad van die nardis heden vrijwel is uitgeput Kn toeh kreeg ik deze week weer In verschillende briefjes de vraag gesteld Oom Karei geef ons alsje blieft nog meer kunstje*. Goochel toer-n. kunstjes, daar hebben jelui blijkbaar nooit genoeg van. f.elukklg I* een van ome neef Jes, n.l. ..Hadio zoo vriendelijk geweest om. mij nog een paar kunstjes te vertellen. Ik zal ze bier laten volgen Zelf heb Ik t niet kunnen probeeren. Ik weet due n ze uitkomen. Dat moet jelui zelf maat ondervinden. De reeullaten hoor ik don wel eens. Uier laat ik .Radio" aan net woord. Je zit met je moeder, vader, broer zu oom of tante. Ju en te broer kent dit kuns je. Ze zegt: „Oom nier elaan drie Bloeien laar hij gaat op de eerste aloel ziften. Je broer roept „kom" en Je loopt langs de etoelen weet niet welke het Is. Omdat |e bi „kom" Is bet de eerste en .ris hij ze maar" dan is het de twvede en zegt hij „kom dan ruaat dan ts het de derde. Dus woorden, en de derde is drie woorden. Een eager kun«t|s. Je oom en tante zijn bU Je op visite. J< zegt: „oom zullen we wat gaan spelen." Ji oom zegt: „Ja." Jij zegt. ..Oom ale u wa aanraakt kan Ik weten wat het ie.Ie oon ,llegi: ja. omdat )e er hij staat „Neen ik ge achter dit Goed. Je gaal weg. Je oom taakt de lamp aan. Je broer zegt, „kom maar". Kn dan gaat hij opnoemen Tafel pol, kopje allemaal Tafel, thee lamp. Ja". Nu zie je tweemaal „tafel' sle en dan op op gén ua da laalate it de lamp la. Het geheim om te wc dit: Je broer zegt eerst tafel tafel en wat dan volgt is het, dus goed op gelet, ale voor de tweede keer het eerste komt dat Is list, maar vergis je niet, je oom lachl je dan uit en hl) gelooft je niet RAADSEL*. I. Roslna, Oscar, slee. Ier, na, a. 11 Wie do schoon post trekt hem met de woorden lep. Kees, cent. h« twee, baad. mos, tak. Deze week Is de prijs gewonnen „Cameradie hem a s. Maandag aan bureau kan komen afhalen. NIEUWE RAADSELS. Op da kruiajcelljn komt voor denies. X X X X X X 1st* rij gevraagde would, Je rij een gevaarlijk beeet. 3e rij ontkenning. ie rij leveren Indische eilanden. Ve rij voegwoord. «e een medeklinker. (Ingez. door Mosterdzaadje;. II. MUn geheel is oen spreekwoord van 0 voordon of 3i letters. 2, 28. 12 familieleden. 1. Ut U, 16, 3. 34. 19 Slaat in de luiit. 13. ft, 30. 6 Inwendig lichaamsdeel. 31, tt. 21, 17 ait in een bljecnkort. 20, l, 16. t4, li, 1». 32 is een specoru. 10, 5, 23. 18. «Wtomi nis je ziek ben!. 23. 8, 28 ia een beet in, 32. 27 la een diet (lugez. door Mosterdzaadje). 'Als een jongen negen jaar oud is, la hij natuurlijk bang vom niets! Dit zou Hans jo dodelijk verteld hebben. Wat moest bij lachen, toen hij Jaantjo tegen bet keuken meisje hoorde zeggen, dat zt) bang was out *s avonds, ais het donker was, door do laan te loopen. Verbeeld je: bang in donker! Hans besloot Jaantje eens to tooncn. Ito* dapper hti wel wa*. HIJ zou haar tegemoet gat int liet wee maar een kwartiertje loopen naar bot dorp en bij zou dus niet lang weg zijn. 5i*)|fa| zou hij het doen, al waa het alleen maar om iedereen ie laten zien. hoe moedig hij was. Maar toen Hans het hek opendeed, vond hij het toch wel wat erg donker bui- ton' III) bleef op den weg stilstaan en pro beerde den dikken eik te onderscheiden, die op den hoek stond Het was echtci zoo duis ter. dat Ut) dien hceletnoHl niet zien kon. Eigenlijk vond Hans laantje nu toch niet zón lal als bij dien morgon gedacht had. Het was vreeslijk donker Griezelig donker zelfs! „L»«ve help! Ik wou. dat ik het nooit be gonnen waa.' zuchtte hij lllj had natuurlijk heil gemakkelijk weer naar huis kunnen gaan. maar llnne gaf niet gemakkelijk iets op. Als hij zich één- maal Iets voorgenomen had. hlald bil vol. zelfs al was hij overtuigd, dat hij veraten, diger deed door het op te geven. Als hU Moeder gevraagd bad. sou zl| hem natc lijk aezegd hebben thuis te blijven ..Mjzar Jaantje is «om melaie." biold Haqi zichzelf voor, „ën'Jongens zljh nooit .beng." Plotseling dacbt bij aan Max. Max waa zUn hond an trouws speelkame raad Vader bad tagan Hans gezegd, Max nooit los door den tuin mocht loopen, «ant Vader was erg trotscb op zijn keurig •angelegden tuin en Maz had de gewoonte niets te ontzien en dware door alles heon te rennen. Als Hans dus met tijn hond ging. moest hl) hem altijd den riem nemen. „Maz Mazle!" riep liane zacht, echter hard genoeg om door den hond gehoord worden. Het dier was opgetogen: nun uitgaan! Dat gebeurde nooit! Maar hij voelde wel voor oen wandeling In donker! Il(j waa zOO opgewonden, dat hU aan geen riem en geen bloemperken of 1st» derge lijk» dacht Hij luisterde zelfs niet en vriendelijk woord r' een vermaning, liet zich dan ook niet aan den riem nemen, liep liane In lijn vreugde bijna onderol- boien en rende, luid blaffend, den tuin Hans dacbt op dit oogenbllk al r aan hetgeen hij van plan was. Zijn eenige gedachte gold don ondeugenden Maz. Och. och.' Iedereen kon het natuurlijk hel pen, Iedereen, behalve llans! Het was schuld van die domme Jtiantje, avonds niet door de donkere laan durfde loopen Het waa de schuld van dien wilden Max. die zijn baasje bijna wegrende. Ja. bet wse zelfs de schuld van Vader, omdat Vader er zoo'n keurigen t op nahield, waarin Max zooveel vernielen Klitier! Kletter! Klitior! Het leek wel het geluld van brekend glas! Hij liep zoo hard, als zijn korte beentjes dragen konden! er gebeurd? td Vaders spiksplinternieuwe broeibakken mol de jonge komkommer- en docnplantcn niet gezien en natuurlijk breekt glus, als een wilde hond cr boven op springt! Maar Max was zelf zéé geschrikt liet leven, dat bij regelrecht bok terugliep, waur hij weldra lag te lilj- en en zijn gewonden poot tc likken. Ht) jnd een wandeling in donker toch eigen- Ik het domste wat oen hond doen kon. Hans ging ook naar huis. liet scheelde iet veel. of luj was in tranen uitgebarsten, doelt hij beet zich op de lippen goed te houden. Hij kon in dor zien, hoe groot de schade was, wt aangericht had. maur gering wits zij stellig Toen hij door Uc achterdeur in tiule gn omen wue, hoorde hij Jaantjo en Mina in s keuken samen praten. Jaantje vertelde, ut de chauffeur haar aangeboden bad mot haar mee te gaan. Hij moest toch iu het dorp ztjii. Nu voelde Hans de tranen workelljk over zijn wangen rollen. Op dat oogenbllk zou hij zijn liefste speelgoed voor gegeven heb- !n. als bh Jaantje maar nooit had willen ionen, hoe dapper hij wel was. Ik geloof nlci. dat Hans verwachtte, dat da gehruken broeibak tan,en 's nachts weer zouden worden! En ik ben er van overtuigd, dat hij zo evenmin vergat! Maar toch vertelde hl) den volgenden mor» Vader en Moeder niet» van het geen cr gebeurd was. ,lk heb Tom een geducht standje gevc- n.' zei Veder dien avond. „Twee van mUn nieuwe hroelbakrttmen zljtt stuk en de planten erg beschadigd. Ale hij er eerlijk uitgekomen was, dat hij het gedaan zou ik hel niet zoo erg gvonden heb- want iedereen houdt wel eens een ongeluk. Hij bleef het echter stokstijf ont kennen en toen werd ik boos Niemand en- -a kan het gedaan hebben. Ik weet, dat Hans met het -lochia weer don gebeden dag in huls is geweest had Hans het land! Had hij niet altijd beweerd, dat litj voor niets en nie mand bang was?' Eu on wot hl| bang ge teut om ds waarheid te zeggen I Hl) liep Vader achtama naar diens alu- leerkamcr. Zijn krullcbol boog hij van schaamte en er stonden tranen in zijn oogen. „O Vader, snikte hij hel op eens uit .Tom kan 't heelemaal niet helpen! Max heeft de ramen gebroken en en het Ijn schuld!' t verleid* dus van Juaiilj* en hoe hl) haar ztjn moed had willen toonen, hoe hij eigenlijk toeh bang geweest was in donker Max geroepen hadhoe hij er wel aan ge dacht had, dat Max niet lot door den tuin loopen, doch in het begin maar ge daan had. aliof bij liet voor één keertje! vergat- En hoe dit toen hij hem aan t riem wilde nemen, onmogelijk was. 'ader waa niet boo». maar keek alleen heel ernstig. Daarna had hij oen lang ge sprok met zijn zoontje en bracht hem on der het oog, hoe dwaas bet waa: te zeggen bung ta zijn en hoe vreeselijk laf -m geweest wan. niets tc durven zeggen van de gebroken ramen. .Ik zal mijn weekgeld opsparen om nlau- ramen te koopen. Vader.' zoi Hana, zichzelf een etraf opleggend, knikte. voegde bij er aan toe. „En Wie het eerst don paal bereikte Aan het einde van <1e baan En terugkwam ann 't beginpunt Zou met 't prijsje strijken gaan- O, Ik tvln hett suoefdo Peter. Ik haal stellig wel den prijs En ben vftör wij straks naar buts gaan, Overwinnaar op hot Ijs! Peter pochte. Peter snoefde, Peter zag het stokje niet. Viel or over, dood zlcb pijn en Vóór hom uit reed plolsllng Plot! Allen Op de ijsbaan lachten. Lachten snoever Peter uil. Snoevers winnen zelden, Peter! - Riep cr iemand overluid. 'lei kreeg echter medelijden, Zei: - WIJ doelen nlm den pril», - 'n Groote doos met Drosle-fllkkent Die zal smaken! Leve 't ijs! „En ik zul JanntJe noch iemand anders <oit meer uitlachen, omdat hij bang Is, Indlgdo llans, terwijl hl) Vader goeden- nacht wonschtc. HOOGE SCHOENEN „To, je moet je hoogc schoenen ma aandoen, want je andere moeten naar d ihocnmaker." zei Moeder, terwijl zij de spotte schoenen ven ouderen bekeek. ..Jakkes, hoogc schoenen, dat staat K> gek. Ik kan die lage nog lieal Regent tocli niet," mopperdo To. „Neen, kind. dat gaat niet. Vandaag komt ouwen» do schoenmaker Trek Jo booge i llchlo kou had ze haar z bruine schoentjes r meisjes op school li Ha li»?' ■Uns b wild* zlcb op de lippen, maar minste dapper zijn. - en ik zal het Tom wel uitleg- hen. zeggen, hoe t mij spijt, dat hij de schuld kreeg," zei hij Vader klopte hem op den schouder en voegde er aan toe: Dat ie do beste manier om echt moedig worden, m'n Jongen. En vergeet nis', een ware held nooit zegt, -lat bij hang voor niets. HIJ wacht, totdat hij op üc proef gestald wordt' „Bah. die hoogc er» dan aen! 't Slaat meer dan gek. „Doe don een paar zwar stelde Moeder goedig voor. „O, zwarte kousen vind ik afschuwelijk:" zeurde To, terwijl ze oen vies gezicht trok. Nu werd Moeder boos- „Gecn praatjes verder! Jij trekt de boogt* schoenen aan.' En al zette To ook nog zoo'n leclijk ge zicht, ze moest de hooge schoenen aan. Klot één dag. maar wel vier dagen. ICn ze was dolblij, toen de schoenmaker haar lage schoentjes weer thuis bracht. O, die To was zoo graag netjes! En nu gezet op een paar spekzolen. Zooveel den ze. En ze liepen lekker zacht. O. dolgraag wou zo zulke schoenen hebben. Maar ze begreep heel best, dat ze er niol om hoefde Ie vragen, zoolang ze twee paar schoenen had. Was ze monr met goed fatsoen van die vervelende hoogc rijglaarzen af! Maai verslijten deed zij ze niet. Want ze bad ze han't no- non Zelfs als 't stortregende, deed zij ze nog niet aan, tenzij Moeder ze bij haar bracht. To had een xus|e, dat ruim een Jaar Jon- ger was. Ze heette Mies en was groot voor haar leeftijd. Nu wilde het geval, dat To cr juist bij stond, toen de schoenmaker beweerde, dat Miesje's schoenen niet me or gemaakt kon don worden. „Dat valt me tegon," zei Moeder. „Dio ze aan heeft, moeten ook gauw mee," „Dan zal ze nieuwe mocton hebben," op perde de man. „Daar zal ik eerst nog eeiiB over denken, antwoordde Moeder en ging naar binnen. „Mies kan best mijn hoogs scheenon aan.' stelde To voor ..Die passen „Daar zeg je zoo ie Ut," zei Moe, „Je draagt te toch haast nooit. Ze staan dat nutteloos.' Dus kreeg Mies tot Tos groote de hoogc schoenen. En Mies, dio zoo over tobde, hoe ze er uitzag, rcee eiken morgen dapper de rijglaarzen aan Ze had er veel plezier van, want hot wax November en dag san dag plaste de regen neer. Maar toen kwam December en Juist met da Keratvacenlie begon het t* vriezen Dadelijk werden de schaaleen uit da kost De meisjes hadden het 't vorig jaar ge leerd en verheugden zich er erg op, om het dezen wlntér weer wet beier te loeren. Ze irokken dadelijk naar hel slootje vlak bij bet huis en bonden de sehaattsn onder Mies waa het jerst klaar an re*d weg- Eao i nog mooier, dus sloeg dwarsslooljo Mies rerhta al To volgde, imiav och, To was niet zoo gelukkig. Telkens viel ze, en nauwelijks wns zo weer opgestaan, of z« tuimelde op- i vó4r nieuw. Bah. »vat vervelend! En t vorig nm,Brv ging het el zoo aardig. O, dio band zal niet goed. Die knoldo zoo om haar enk< ging weer aan den kant zitten oc schaam over te binden Maar 't ging niet veel beter. Nu voelde zo bet: ze gwlklo. En' nu wl»l ze ook. hoe hel kwam: zo ,iad baai hooge schoenen niet aan.' fn een wip waren de schaatsen af en bolde To nan' hui*. Ze nok veel te hord aan do bol en Moe der die dacht dat er een ongeluk gebeurd as, deed gauw open. „Wat Is er uun de hand?" vroeg Moeder beangst. „O, Ik kom in'n hooge schoenen aandoen." „Je hong.i schoenen?" vroeg Moeder ver ouderd. „Jij hebt toch geen hooge schoc- Evenals da mansclton zlcb spronkelljken s ontwikkeld hebben, katten, paarden, varkens en andartèjj dieren heel wat van bun vooroudara, t, de wildernis leefden. Toch ft' dl* voorouders eenfgo erfd, welke zij nooit zullen waardoor ilj zich van anders onderscheiden. W* vragen bijvoorbeeld nooit, komt, dut een paard zoo hard li iilthoudlngsveru Toeb is dit heel gemakkelijk 1 feit, dat zijn vooroudera. a vluchten voor da wolven - vijanden! en zich tegen die dieren dedlgon moesten. Ilun steigeren en *i uilslaan was oorspronkelijk o> zich le verdedigen, wanneer do v besprong Hun gehinnik wa» woord en levona een rne|>stcm, wildo paarden In kudden wegdraaiden, want deze signalen waren noodlg om bas afdwalen lo behoeden. Al* -schapen schrikken, rennun ,at altijd een hoogte op, wanneer dio Cnn minste In de nabijheid aangetroffen wordt pit komt. omdat hun voorouders oorspronkelflk uit bergstreken komen. Zij volgen steeds den bolhamol of leider, „mdat bun voorouden in gavamiijko bergpassen allemaal OR, aan rijtje achter alkaar liepen. Zoo knorren varken*, omdat zij bun voed sel zochten in dicht* wouden, waar ztj elkaar niet konden zien en dtp geluiden moesten maken om bl) elkander te bUJ- Honden hebben da gewoonMravsehelden beeren in het rond ie draaien, vóór rij gaan liggen. Dit komt ons nu eigenaardig voor, maar loen deze dieren vele eeuwen geleden nog In het wild leefden, sliepen zij tuzschoa boog gras en moesten zij verschelden koe ren in het rond loopen om hun slaapplaat* uit ta hollen. Deze gowoonte, welk* os? den Indruk geeft, alsof ze hun bad opmaken, slapen, is du* feitelijk niets „Zeker heb Ik hooge schoenen. Die heb ik toch verleden janv ook aan gohnd." ,Jo, maar die heb je aan Mies gegeven." .O, Ju, dal 's waar ook," zei To spijtig. „Dal was ik heelemaal vergeten. Laten wa dan gauw een pnar nieuwe gaan xoopon." „Maar. kind, waar denk jo «anl 'I Gold groeit niet op m'n rug." h hooge achoonon hebben rijden," zei To huilend, zwik telkens." en rijden." „Toch zul je moeten kiezen," zei Moeder, m verder verzoek ik jo met dat gehuil fi te houden." To snikte stil verder. O, wat had zo nu in spijt, dat zo haar hooge schoenen weg gedaan had! Intuaschcn kwam Mlesje thuis. „Ik zie To nergens. zol ze. „To ls binnen," zei Moeder „Hoeft ze nlot gereden?" „Even. Maar ze hee'.t verdriet" En Moe der vertelde 't gauw van de hooge schoe- „!k heb zoo zalig geredon," riep Mies, oen ze binnenkwam, „lo moet op de dwars- iloot gaan. Dnnr Is zulk mooi Ijs'."' „Ik... Ik hikte To. „ik kan., slot rijden Ik... zwik." ,,'k Zal wel gauw m'n Bchoencn uittrek ken." zei Mie», „dan kan jij ze aan. „Ik ben >ch zoo moe. Ik moet eens een u rusten," En ze voegde de dead bit hel woord en reeg de schoenen los. To's verdriet wns nu meteen over. Ze t Mies' schoenen aen ru we» weldra klear weg te gaan. „Nu," zei Moeder, „zeg je niets?" En Moe der wees naar Mies. „O, dank je wel, hoor Mies," zei To, wijl ze Mies op dan schouder klopte. Toen vertrok ze. Mies deed haar pantoRelljea aan en ging En toen To tegen het donker thuis kwara en fijn gereden had, spraken da melajea af, om beurten met de hooge schoenen a rijden. Toen Vader 's avonds van hel geval boor de, vond hij de oplossing wol aardig gevon- Hun kleedje of kuaaeff^R steeds door hen behandeld als het hoog» gras door huu vooroude ra ,,T«' Katten hebben inlaadden nog. da'meeste overeenkomst met de diens, waarvan til afstammen. Dikwijl* gsrtoonen zij da algen* schappen van leeuwen of, tijgers. Hun on berekenbaarheid, liira blazen on aan boe gen rug opzeilen, hun plotseling» sprongen ii lust om te krabben, al deze algenschap- rn vinden hun oorsprong in de wildernis. Dit alles la dus gemakkelijk verkle in, inanr wil bedenken niet alljd, als w|J 'ze huisdieren gadeslaan, dat Hf afstam- isn van dloron, die In het wild leefden en at zij dio eigenschappen niet kunnen af schudden. Hun karaktertrekken verliezen zij niet, ook al zijn ze nog zoo vertrouwd geraakt met den rncnBch. ria CORRESPONDENTIE. - Ja, want ander» weet ik niet hoe ik je moet noemen en zou Je geen ant woord krijgen. Zoo gauw Jk er weer een* 'oor heb zal ik er een zoeken, boor. ret or ook wat moeite mee hebben, zier lelie. Dat want zoo gauw, dat zul ie eens zien maar Ja moet goed volhouden. Rozeknop. Neer,, daar is veel tyd >or noodig on dat heb Ik niet. Ik hoop het por jullie allemaal, maar het zou wel immer zijn, alles loopt zoo uit cn dan la. el ineens allemaal bedorven. Cupido. 01 ja gelijk In-lit. hoor dot i gezond, geniet maar zooveel )o kunt van do buitenlucht. lijk o ichrijven, hoor. adj 'Ik. - a Dal kan natuur» "i! iun mag je toch wol bedankt voor de raad- i, hoor. Het Ik heb ja wel g erg aardig. Dat gaat vi Wildzang. Dan heb Ja daar geen kans voor. Voel Je je al een beetje oud wor- r. Nu ik zou zeggen vijftien,maar je mng dan (och nog wel voor de aardig heid mee doen 'oekoek. Dan ga je zeker lijn le- hé. Ik km het boek niet Wel bedankt do mop. Je weet misschien wel dat Jullie nu onderling moeten rullen dat Ik er alleen maar inzet wat je «o ruilen hebt En oi, het was heel aardig. Dat zal wel. Jij bent er niet alleen. 1 a d i o. Wel bedankt voor de raadsel* kunstjes, hoor. lerstroos. Dat zal dan wel een drukfout zijn of een vergissing. Wipneus. Ik denk dat dat een fout Vindt je het niet fijn? Dat was jammer. Ja, die wat erg aardig. Die drie waren al lerliefst. l)an krijg je er ook weer gauw genoeg van. Dan is het goed. hoor Camera. Dat krijg ik dus de vol gende week? Vast wel bedankt, hoor. OOM KAREt. ONS RUÏLHOEKJE. Radio. Kruiskamp 81 alh' beeft 5 tur- mac tash-ka plaatjes en daar wilde zil graag net zooveel Amstolpermingen voor hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 12