HET
FLI K-JE J
KINDERCOURANT
De rubriek van Oom Pün
DE PLAAT POETSEN
Eertige Zondagen achtereen haddeo -ow
paar kennissen van me enik erop zitten
wachten. Jullie hoeft niet lang te raden
waarop het wachten was, want de brief-
jes van de laatste weken gaven een even
sombere stemming weer als ik had op de
Zondagmorgons, welke aan den eersten
Pinksterdag zijn voorafgegaan. Het wach
ten was namelijk op goed weer!
Was het dan Zondagmorgen zoo mooi!
Dat nu niet bepaald, maar één tik op de
barometer m'n huisgenooton vreesden
dat ik het ruitjo had doorgetikt! bewees
mij, dat er vooruitgang in de lucht zat. Dus,
niet lang geaarzeld en naar de garage. Het
benzine-wagentje werd aangetrapt en nog
geen kwartier later hadden we de grens
der stad reeds overschredon. Wij hadden
één doel: om eens heerlijk te gaan genieten
van het gezellige leven op de Schevening-
sche boulevard, van de pret die dc kinde
ren in het zand maakten, van -het schitte
rend gezicht dat de zee ieder jéar, iederen
dag weer opnieuw biedt
De weg naar den Haag via Leiden kon
den wij droomen, zoodat wij daar nu niet
bepaald veel nieuws ontdekten 6inds onzen
laatsten tocht in het vorige seizoen. Het
eenige nieuwe was, dat op de plaatsen,
waar anders de politie staat te zien of de
motorrijders of automobilisten te hard rij
end, nu niets te bekennen was. De „auto-
vallen" waren opgeheven' Een ander
nieuwtje, en voor de motorrijders zeer ge
lukkig nieuwtje, was, dat de weg op ver-
échillendo plaatsen was vernieuwd, zoodat
£iet stootcn zoo goed als niet meer voor
kwam.
Zonder eenige pech kwamen wij om
kwart over tien op de Scheveningsche bou
levard aan. De zee was door den feilen
Noord Westen wind vrij onstuimig cn
daardoor erg mooi." Een vlakke rustige zee
,*jnd ik nooit zoo aardig, want dan kun je
evengoed de Loo6drechtsche plassen gaan
tien. Maar Zondagmorgen waren er behoor
lijke schuimkoppen waar te nemen en d&t
is juist het mooie. De groole golven komen
brieschend als leeuwen naar land eetten.
sij krullen zich nijdig om cn even later
vloeien ze rustig uit, alsof zij niets kwaads
in den zin hebben. Daar kan ik "uren naar
zien en steeds vraagt men zich weer af hoe
het mogelijk is, dat de zee niet verder dan
een bepaald gedeelte van het strand komt
en dan weer terugvloeit. Steeds maar door,
rs morgens en 's middags, 's avonds en 's
nachts, altijd hoort men het eentonige ge-
ruisch van de rustloozo golven.
Z'rtTffiFl Tl"
Nadat we de motor in een garage hadden
gezet en ons wat hadden opgefrischt, werd
een wandeling ondernomen naar de haven
Al vrij spoedig werden wij gewaar, dat vele
visschers de Pinksterdagen aan land door
brachten. Een groot aantal masten dat bo
ven de boulevard-muren uitstak, verried
dat de stoere visschers voor deze beide
Zondagen de huiselijke omgeving verkozen
bo\en het rommelige kajuitje van de vis-
schersschuit, die geen andere afwisseling
bood dan water- cn nog eens water.
Wanneer je zoo eens langs de haven
loopt, waar al die visschersscheepjes ge
meerd liggen, komt onwillekeurig de vraag
op hoe die visschers het aondurven ora met
zoo n oud en oogenschijnlijk vervallen krot
zee in te gaan. Zij liggen daar aan wal nog
te dobberen als notedopjes, laat staan hoe
zij zullen worden opgenomen als do golven
hun woeste kuren toonen Oud en ver
vallen, soms geheel verfloos liggen zij daar.
gereed om het ruime sop te kiezen, gereed
om de haring en bot, do schelvisch en gar
nalen en wat het zoute water der Noord
zee al zoo meer verbergt,, in zich op te
nemen.
Wij zijn niet de eenigen die in de haven
ronddwalen. Ook de visschers, die dag-in
dag-uit op de schuiten hun bedrijf uitoe
fenen, loopen er. Zelfs op Zondag kunnen
zij het bedrijf niet de rug toe keeren. De
zee is er \oor hen cn zij zijn er voor de zee.
Storm of regen, zij geven er niet om. Rus
tig met hun verweerde on bruin-rood ge
brande gezichten nemen zij de vloot in:
oogenschouw, wellicht donkend aan hen
die niet meer van zee zijn weergekeerd.
Ondanks dat varen zij den anderen dag
weer rustig uit, overtuigd van do macht
der zee, maar niet bang om met hun klei
ne visschersboot en groote behendigheid in
het varen den strijd tegen de grillige ba
ren aan te binden zoodra dat floodig is....
(Slot volgt).
OPSTELLEN WEDSTRIJD.
Ik zal thans de onderworpen opgeven
waarover jullie een opstel kunt maken.
Aangezien voor het maken van een goed
op6tel nogal eenigen £sd noodig is zal ik
jullie langer dan een week tijd geven.
De opstellen moeten uiterlijk Zaterdag
28 Juni fn mijn bezit zijn. Op de enveloppe
moet duidelijk vermeld zijn „Opstellen
wedstrijd.'*
Het gèheel mag niet langer zijn dan vier
bladzijden van een schoolschrift, terwijl het
niet mag zijn geschreven door anderen dan
de nichten of neven die aan de kinderru
briek meedoen.
Jullie kunt kiezen uit de volgende
onderwerpen: 'V
Jfj; j
's Zondags buiten.
Op verjaarsvisite bij een vriend of vrlen-
'din.
Mijn liefste vacaritie-bezigheid.
Aan dezen wedstrijd is méér dan één
prijs verbonden. Ik hoop, dat jullie allen je
best zult doen om ook tot de prijswinnaars
te behooren.
DE CORRESPONDENTIE.
Zonnestraaltje. Heb je nogal ge
noten in Loosdrecht? Ik denk van wel, want
als ik zelf in Loosdrecht ben heb ik er al
tijd plezier. Ik ben Zondag ook aan het
water geweest, n.l. in Scheveningen. Hoe is
het met de collecte gegaan, heb je nogal
goede zaken gemaakt?
Cl "ia. Ik kan me zoo voorstellen
dat jè op den verjaardag van jé broertje
veel pret hebt gehad. Heeft hij goed ge-
tracteerd?
Piepkuiken. Natuarrfjk mag je
weer mee doen met de raadsels. Zul je dan
zooveel mogelijk de oploseingon inzenden,
dan heb je óók meer kans op een prijs.
Kampioen. Ik heb eersten Pink
sterdag een mooie motortocht gemaoktnaar
Schevenin&.n, doch den tweeden dag moest
ik voor de blauwe week-demonstr^tie weer
in Amersfoort zijn. Vond je don stoet niet
mooi met al die vaandels en vlaggen? Van
die loterij weet ik niets af; het lijkt me wel
een aardig idee. Ik zal er eens aan den
ken.
Zonneroosje. Ik heb van de week
toevallig ook sigaretten gekocht, waar zul
ke wapens bij ingesloten zaten. Ik zal ze
voor je klaar leggen. Ik zal je maar vast
namens Indiaan bedanken voor de Hag-
zegels.
Nachtegaaltje. Fijn zeg, dat jij
zoo maar vrij van school bent en dan naar
Amsterdam kunt gaan. Heb je daar een
feestje? Ja, de optocht heb ik gezien, ik
vond hem heel mooi.
Dwerg. Welke plaatjes van de Va-
derlandsche historie bedoel Je? Wil Je eens
opgeven van welke fabriek of firma ze zijn
Ik zal je maar vast namens de gelukkigen
bedanken voor je giften. Ik heb ook wel
aardigo Pinksterdagen gehad; de eerste daa
naar Scheveningen cn de tweede op Birk-
hoven.
Matroosje. Kiespijn? Als bet. op
stel dan maar niet in een kiespijn-stem
ming is geschreven, want ik hou van vroo-
lijklieid. Maar hoe gaat het ermee, is de
kies nog los, of is hij er .al heelemaal uit?
Ik vrees dat hij door jou gepeuter er niet
beter op zal worden.
V e rg e e t-m lj-n i e t j e. Ik zou haasl
jaloersch op je worden; wat heb jij een
massa mooie cadeaux voor je verjaardag
gekregen zeg, om van te watertanden! Hoe
gaat het nu met de hoofdpijn, al weer wat
beter?
Bobby. Ik kan merken dat je weinig
tijd gehad hebt om den brief te schrijven,
want je hebt zoo kriebelig geschreven, dat
ik vrees, dat jo daardoor je handschrift
zult bedreven. Maar enfin, een vlotte hand
is ook wat waard, zul je zeggen.
Iris. Dat is nu niet bepaald een pret
je om met zulke feestdagen met eon dik
gezicht te loopen. Ik heb me met Pinkste
ren best geamuseerd en zonder kies
pijn! Ja, ik ben ook den hcelcn middag op
Birkhoven geweest; het is daar wel heer
lijk. maar ook wel een beetje warm, vind-je
niet?
Waterlelie. Je vertelt niet veel van
jo middagje op Birkhoven. Spaar je dat
soms voor den opstellenwedstrijd? Ik kan
jo geen ongelijk geven!
Indiaan. Ja makkelijk waren de
raadsela nu niet, maar dan heb je er des
te meer voldoening van als je ze na lang
zoeken goed opgelost hebt. Maar met een
beetje zoeken en na goed probeeren waren
ze toch* wel op te lossen!
Condor. Het hertenkamp In Zeist is
heel aardig, maar heb je de bisons niet ge
zien of ben je niet zoo.ver geweest? Ik heb
het hertenkamp in den Haag gezien, daar
loopen ook pracht beesten rond.
Bruinoog. Ik vond het weer op
tweeden Pinksterdag mooier om naar Loos
drecht te gaan, dan op eereten Pinksterdag.
De wind was Zondag veel kouder! Stuur
je me de Hag-wapcns eens, dan zal ik zc
aan Indiaan geven. Zet je er dan even bij
voor wie ze bestemd zijn? In den ruilhan
del is voor jou ook nog wat te vinden.
Rozenknop. De meeting was wel
aardig, maar ik vond den optocht mooier
Cupido. Ik hoop dat het boek naar
je zien is. Het weer begint nu goed te wor
den voor de stekkon; alleen moet je eraan
denkon, dat je ',s avonds goed sproeit.
Ik heb een brief ontvangen waarin 2 bon
nen van do Haust-beschuit zaten. Er stond
echter geen schuilnaam in vermeld en óók
geen familienaam. Wie is die onbekende
neef of nicht?
De oplossingen.
I. Vieze varkens worden niet vet met:
worst, vier, Dieze, kanon, vat> teen, vin en
os.
II
PINKSTEREN
I m i teer en
Noo r d w y k
K y k d u in
S t I ene
T r o- i n
Echt
R i b
E b
N
In plaats van Noordwijk is óók goed
N a a 1 d w ij k, in plaats van Echt: Epen.
De prijs is deze week voor Kamp-io-on,
die hem Maandagmiddag aan ons bureau
kan komen afhalen.
Op de le rij: het gevraagde woord.
Op do 2a rij: een plaats in Noord Holland.
Op de 3e rij: een plaats in Overijssel.
Op de ie rij: een staat van Europa.
Op de 5e rij: een plaats in Noord Holland.
Op de 6e rij: een vervoermiddol.
Op de 7e rij: een jongensnaam.
Op de 8e rij: een boom.
Op de 9e rij: een nooL
Op de 10e rij: cn medeklinker.
II
X
X
X
- x
X
x
X
Op de kruisjeslijn komt de naam van een
werelddeel.
Op do le rij: een lichaamsdeel.
Op de 2e rij: een Duitsche badplaats.
Op de 3c rij: een plaats in Gelderland.
Op de 4e rij: een deel voor een boerderij.
Op do 5e rij: een boom.
Op de 6e rij: iets voor de wintersport in
Zwitserland.
Op de 7e rij: een tuingereedschap.
ONZE RUILHANDEL.
Indiaan kan wat koffie Hag-zegels ko
men halen, die ik van Zonneroosje heb ge
kregen.
Zonneroosje kan wat sigaret ten-wa
pens komen halen, benevens een paar post
zegels van Dwerg.
Voor Condor liggen postzegels klaar
van DweVg.
Kerstroos kan ook postzegels komen
halen, welke van Dwerg afkomstig zijn.
J a s m lj n kan één padde6toel-bon van
Dwerg komen halen; ik heb er ook nog een
paar bijgedaan.
Dwerg kan ook nog wat postzegels ko
men halen, die ik verleden week van Zon
neroosje heb gekregen.
Bruinoog kan nog een paar Bussink's
plaatjes komen halen.
OOM PIM.
De familie Terpstra zit aan tafel en Kees,
dc oudste der beide jongens, vraagt aau
Vader, of hij ook gehoord heeft, dat er weer
een dief uit dc gevangenis is gebroken.
„Ja, ja," zegt Vader, ,,'t Is wat moois! 'k
Geloof, dat de bewaking wel wat to wen-
schen overlaat. Er wor^t nu natuurlijk
nauwkeurig nagegaan, hoe do inbreker uit
gebroken is cn hoewel dit voor latero uit
brekers misschien moeilijker daardoor ge
maakt zal worden, is dezo man toch maar
weer ontsnapt! Wie weet, waar hij op 't
oogenblik zit!"
„Zou hij ver weg zijn, Vader?" vraagt
kleine Hans, die de mogelijke nabijheid
van een dief allesbehalve veilig vindt en
het eerst denkt aan zijn mooicn speelgoed
auto, welken hij de vorige week op zijn ver
jaardag van zijn grootvader gekregen heeft.
Hij neemt zich dan ook voor, zijn speel
goedkast straks goed te sluiten cn den sleu
tel met Beer mee naar bed te nemen. Jo
kunt nooit weten!
„Wie zal het zeggen?" Is de wedervraag
van Vader. „Hij heeft do plaat gepoetst,
maar zal zich waarschijnlijk wel ergens
in den één of anderen hooiberg misschien
verstoppen."
„Welke plaat, Vader?" vraagt Hans heel
verwonderd.
Lachend zegt Vader nu:
„Geen echte plaat, Hans! De plaat poet
sen beteekent: er van doo»- gaan, heel stil
letjes, zonder dat iemand er iets van
merkt. Begrijp je dat, mannetje?"
Hans knikt begrijpend, 't Is een grappige
uitdrukking, maar hij zal haar geed ent-
houden. Grooto monschen zeggen soms zul
ke vreemde dingen, dat je zou denken, dat
ze er heel wat anders mee bedoelden. Maar
als je dat nu eenmaal weet
Dien avond, als Moedor vóór zij naar bed
gaat, nog eens naar Kees on Hans komt
kijken, ziet zij, dat haar jongste een sleutel
stijf in zijn handje geklemd houdt. Wat zou
hij daarmee voorhebben?
Als Moeders oog echter toevallig valt op
de speelgoedkast, die gewoonlijk op een
kier staat, maar nu goed gesloton is, terwijl
de sleutel ontbroekt, begrijpt zit, welken
i^erWaard
Klein meisje met jo puntmuts
En roode keepje aan,
Je bent precies Roodkapje.
Zou j'ook naar Oma gaan?
Wat? Is die Oma sukk'lend
En breng je haar nu wat?
'k Geloof, je bent, Roodkapje,
Grootmoeders kleino schat!
Maar jij mijn lief Roodkapje,
Hoeft heusch niet bang te zijn
Voor wolven, want dio zijn er
Niet in ons landje klein!
Ga jij gerust naar Oma,
Ik denk, dat z'op je wacht
En dat zij, als jo *r aankomt,
Van blijdschap vroolijk lachh
Ik wensch je veel plezier, hoor!
Groet Oma maar van mij.
Met 't geen je voor haar meebrengt,
Is Oma zeker blij.
Stap jij, mijn klein Roodkapje,
Nu maar heel stevig aan,
Dan kun jo vóór hot donker
Al lang naar huis weer gaan.
Ie bent een levend sprookje
Uit Moeders sprookjesboek.
Wuif nog eens met je handje
Vóór 't omslaan van den hoek!
sleutel het baasje zoo krampachtig vast
houdt cn als zij zich het ge-prek aan tafel
herinnert, weet zij ook, waarom hij het
deed. In de avondkrant heeft echter go-
staan, dat de dief gevat is en zij neemt zich
voor, dit den volgenden morgen ann haar
jongens te vertollen, opdat Hans zich voor
taan geen zorgen over zijn speelgoed meer
hoeft te maken.
Het gevolg hiervan is, dut Hans den sleu
tel *s avonds weer in de kast laat en het
heele geval weldra vergoten schijnt te zijn.
Een 'paar weken later Is Moeder druk
aan den schoonmaak.
Op een middag, els Moeder Hans uit zijn
frobelklasje haalt, babbe«t hot ventje van
allerlei: wat de juffrouw vo »r verhaaltje
verteld heeft, wat hij gevlochten heoft enz.
enz
Plotseling vraagt Moedor hem:
„Hans, hadt jij of Kees soms een knik
ker verloren?"
Hans herinnert het zich niet meer en
vraagt belangstellend:
„Hebt u 'm dan gevonden. Moeder?"
„Ik niet, maar Mina. de werkster. Vlak
bij den haard. Ze heeft de plaat gepoetst."
„Is het een glazen knikker met een bcest-
jo er in?" vraagt Hans nu weer.
„Ja," antwoordt Moeder.
„Dan zal hij wel van mij zijn," merkt
het baasje op.
Thuisgekomen laat Moedtr hem den
knikker zien. Hans herkent h°m als den
zijne en als Kees ook thuiskomt én den ge
vonden knikker ziet, zegt hij, dat deze wer
kelijk van llans is.
Hans is blij met zijn teruggevonden schat
en heeft een gevoel, alsof hij hem opnieuw
cadeau heeft gekregen.
Even later, als hij meent, dat Moedor al
leen in de keukon is, steekt hij zijn bol om
de deur om iets to vragen.
Tot zijn verbazing ontdekt hij echter ook
Mina in de keukon.
„Ben je weer teruggekomen, Mina?"
vraagt hij dan.
„Wat bedoel je, Hans?" vraagt Mina, dio
nu op haar beurt verbaasd is. „Je hebt me
vanmorgen toch al gezien!"
Nieuwe raadsels.
I.
xxxxxxxxxx I
Xiiiiiii*
X i i i i
*X i i
X o
X a
X a
X a f
X a
X
Op do kruisjeslijnen komt de naam van
een plaats in Utrecht.
Jetje moet oen drankje slikken
en dat drankje smaakt zoo naar
Jet krijgt dan van Moes een flikje;
kreeg ze 't zonder drankje maar!
Moes bewaart de flikjes veilig
in een groote, rondo doos;
is het drankje niet meer noodig,
maar dit duurt nog wel een poos
Nu, dan krijgt Jet ook geen flikjo
zoo spreekt Moes; Jet kijkt haar aan
en zegt: Moesje, laat u 't drankje H
dan nog maar héél lang hier staan! 11
HERMANNS,
„Dat weet ik wel," antwoordt Hans,
„maar Moeder zei, dat je do plaat gepoetst
had en bedoelde daar dus mee, dat jo stil
letjes weggeloopen was."
Nu lachen Moeder en Mina toch om het
hardst! Als Moeder eindelijk uitgelachen
is, zegt zo:
„O Hansje, Mina heeft de plaat vóór den
haard in de huiskamer gepoetst! Ga maar
eens kijken, hoe mooi die glimt."
Hans gaat nu naar de huiskamer en be
grijpt de vergissing. Maar hoe kon hij ook
weten, dat Moeder de echte plaat bedoelde?
Wat is het soms toch moeilijk te weten,
wat de groote menschcn meenen! Hij had
Vaders uitdrukking wel goed onthouden,
maar nu kwam het toch heel anders uit
dan hij gedacht had.
CARLA HOOG.
HET GEHEUGEN-SPEL
Dit is een heel aardig spelletje dat je met
oen groot gezelschap kunt doen. Het is bo
vendien heel nuttig, want het leert je op
merkingsvermogen ontwikkelen. Een van
de spelers mag de opgave aan de anderen
opgeven. Zonder dat de anderen het zior\
legt hij op een groot theeblad zooveel mo
gelijk verschillende voorwerpen; zoo onge
veer vijftien en twintig.
Het moeten de meest uitcenloopende din
gen zijn, b.v. oen theelepeltje, een vulpen
houder, een zakmes, een schaar, een doosje,
een boek, een lucifer, een sigaar, een vaasje,
een portmonnaie, een enveloppo, een sleu
tel, en zakdoek, een aschbak, een dobbel
steen, een kurk, en een stuk papier.
Heeft hij dit blad klaargemaakt, dan
dekt hij het too met een servet en zet het
midden op tafel. Gedurende een paar tellen
neemt hij nu het servet er af, zoodat ieder
een zien kan wat er op het blad ligt
Hierna legt hü er het servet weer over-»
heen en nu moet ieder oen stuk papier en
een potlood hebben en krijgt vijf minuten
om op te schrijven, wat hij gezien hoeft.
Ju zult zien dat er weinigon zijn, die dat
dan nog precies weten. Wie do mcesto
voorwerpen heeft opgeschreven heeft het
spelletje gewonnen en mag tot belooning
hot blad opnieuw vullen. Het spelletje
brengt do aardigste verrassingen, want de
meest voor de hand liggende dingen wor
den soms vergeter».
Ook hangt het erg van degene af, die het
blad klaarmaakt, of het makkelijk of moei
lijk is. In het algemeen zijn die bladen het
moeilijkst, waar do meest gewone dingen
op liggen.
Nog moeilijker is do volgende variatie op
he't geheugenspelletje. Iedereen krijgt een
even groot stuk papier. Het best doe je dus
om blaadjes van een klein bloknootje te ne
men. Nu zet degene die de opgave maken
moet op het papier een willekeurig aantal
stippen, zoo ongeveer tusschen de vijftien
en twintig cn wel op de meest grillige wijze.
Dit stukje wordt ook een paar tellen aan
de spelers vertoond en dan moeten ze too
nen, onthouden te hebben, hoe die stippen
er op staan cn op hun blaadje dat precies
zoo na teekencn.
Ook hier komt niet zoo heel veel van te
recht, Degene die het het best heeft gedaan
is natuurlijk weer de winnaar en mag do
volgende opgave samenstellen.