arararagra
St. EMI LION
LAG ER BLOED OP DE DEURMAT?
UTR:STR:17 Tel:145
Voortzetting van de
behandeling
De dochters van Lans gehoord
Onderwys en vredesactie
Wat is een „aan ieder
bekende" traditie?
AARDAPPELMEEL IN HET
BROOD
Nadeel voor het bakkersbedrijf
HUMORHOEKJE
s^lWI\HL[(
Per flesch f 1.40. Per anker f 56
1924
DE ZAAK'LANS
Heeft Bieling zijn feekening
gechargeerd?
'&-G r a v e n h a g e, 1? Sept. Het Haag-
sche gerechtshof heeft hedenochtend de
behandeling voortgezet van de moordzaak-
jLans.
De belangstelling was thans veel minder
ilan gisteren.
Bij een gehouden appèl-nominaal bleek,
ïdat van de gedagvaarde getuigen 10 niet
zijn verschenen.
Als eerste getuige worSt heden gehoord
'de weduwe van den verslagens, mevr. P.
iC. LansKroon. Deze verklaart, dat ver
dachte tegen haar heeft gezegd, dat hij p
iden bewusten dag vroeg was weggegaan.
Hij heeft een uur genoemd, maar als ver
dachte zegt „vroeg", dan moet dat. voor
zes uur geweest zijn.
De verslagene had op den moorddag te
gen getuige gezegd, dat hij niet veel te
doen had, en dat hij vroeg zou thuisko
men. Hij kwam altijd om 6 uur thuis en
[wanneer het later mocht worden, dan te
lefoneerde hij even.
Toen hij dien dag niet gebeld had, heb-
fien getuige en haar dochter herhaaldelijk
naar het kantoor getelefoneerd. Aangezien
geen antwoord kwam, is de oudste dochter
gaan kijken en daarbij deed zij de vrcese-
iijke. ontdekking.
De venslagene heeft verdachte altijd ten
[volle vertrouwd, v. O. was echter niet geschikt
(voor zijn werk, maar hij werd in dienst
gehouden, omdat hij vrouw en kinderen
had.
Verdachte heeft Vrijdagmiddag met den
accountant van Voorst een onderhoud ge
had over voortzetting der zaken. Hierbij is
;ook ter sprake gekomen, dat verdachte di
recteur zou worden.
Verdachte ontkent, dat over het direc-
2teur worden gesproken is.
Incident.
"Wanneer mr. Kokcskv aan getuige eeni-
$e vragen stelt en de procureur-generaal
ieen opmerking maakt roept mr. Kokosky
met stemverheffing uil: „Mijnheer de pro
cureur-generaal, ik ben aan het woord en
lik wensch niet. door u geïnterrumpeerd te
[Worden. Na mij kunt u het woord krijgen".
Mr. de Visser: LT hebt gisteren ook tel-
fkens opmerkingen gemaakt, toen ik aan
het woord was Ik licb daartegen geen be
zwaar gemaakt.
Mr. Kokosky: Maar ik heb er wel be
lt waar legen. U is in deze zaak partij,
Mr. de Visser: U -niet.
Mr. Kokosky: Neen, ik niet, ik 6ta hier
5 oor den verdachte, maar u had hier niet
[moeten zitten. Het is niet juist, dat in deze
zaak het O.M. wordt waargenomen door
iemand, die ook als officier bij de recht
bank heeft gezeten.
Als volgende getuige wordt gehoord mcj.
P. C. Lans, die op den bewusten Donder-
idagmiddag met haar moeder was wezen
wandelen. Getuige is om kwart voor zes
•thuisgekomen en na dat oogenblik is niet
[getelefoneerd.
De jongste dochter van den heer Lans
{verklaart om kwart voor zessen te zijn thuis
«gekomen. Er is toen niet getelefoneerd.
Haar vader kwam meestal ongeveer 6 uur
thuis. Als hij later kwam, telefoneerde hij.
•Zij zegt niet te weten, hoe laat haar moeder
idien dag thuis kwam. Zij heeft het kantoor
ppgebeld en geen gehoor gekregen.
Mr. Kokosky vraagt of 't dikwijls voor-
Kwam dat haar vader later thuis kwam.
Get.: „Neen. Niet den laatsten tijd/'
Mr. Kokoksky: „U hebt de vorige maal
verklaard, dat uw moeder en zuster iets
later, u meende 6 uur 15 thuis gekomen is.
V zegt het nu anders. Was het iets later of
heel wat later? Uw moeder zeide, kwart
voor zeven. Het moet later geweest zijn.
•Wat denkt u daarvan?"
Get. weel. het blijkbaar niet.
Daarna komt getuige W. de Haas, vroeger
lid der vennootschap, voor. Hij is den mor
gen na den moord naar het pand Oostzee-
'dijk gegaan en heeft een gesprek met van
P. gehad.
Pres.: „Had hij het erover de zaak voort
le zetten? Wat was uw indruk?''
Get.: „Ik had wel dien indruk, dat Van O.
8e zaak wilde voortzetten.' Hij verklaart
[verder bloed op de deur van hef magazijn
gezien te hebben en een vlek naast de mat.
Vervolgens komt de getuige H. F. Bieling,
Kunstschilder, die teekeningen van enkele
bloedvlekken gemaakt heeft.
De bloedvlekken
bevonden zlcH op de deur ter hoogte van
pl.m. 1.60 M., 't maakte den indruk of het
achterhoofd legen de deur gegaan was. Ver
der komt ter tafel een foto van de rnat met
bloed er op. Het kwam getuige, gezien het
bloed op dc deur, voor, dat Lans beneden
gedood zou moeten zijn en dat men hein
later naar hoven gebracht heeft. Hij ver
klaart verder, dat ieder, die over de mat
geloopen heeft, bloed aan zijn schoenen ge
kregen moet hebben.
Pres.: „Hoe groot was die plek bloed?''
Get.: „20, 25 c.M. middellijn. Het bloed
van den vloer moet zich aan de mat mede
gedeeld hebben."
Proc.-genéraal: „U moet goed nagaan wat
u zegt. De werkster heeft uitdrukkelijk ver
klaard, dat er geen bloed op de mat is ge
weest, dc politie evenzoo. Dc heer Lieber,
verslaggever van Dc Voorwaarts, die gelijk
met u in t huis geweest is, heeft gezegd
tegen Bieling. dat dc leekening overdreven
was cn den indruk maakte gechargeerd te
zijn. De heer Tas, van de politie, heeft ge
zegd: do heer Bieling is een kunstenaar en
heeft gewerkt op de sensatie van het pu
bliek.
Getuige blijft er bij lot zijn dood toe, dat
er bloed op de mat was en dat 't bloed van
de deur vloeide. 1-Iij herhaalt zijn verkla-
rinig, van dc deur liep het bloed in stralen
naar beneden. Getuige zegt nooit op sen
satie uit tc zijn, hij werkt niet op het pu
bliek.
Dc inspecteur van de Rollerdamsche po
litie J. V. Tas wordt daarna verhoord.
Pres.: ,„U -vond dc leekening van den lieer
Bieling overdreven?"
Oct.: „Ik weet zeker, dat er voor en ge
deeltelijk over de mat heen een geringe
hoeveelheid bloed lag.'' Ilij achtte 't niet
de moeite waard om 't te fotografcercn.
Mr. Kokosky komt er weer op terug, dat
do mat in beslag genomen had moeten wor
den. Hij concludeert, dat er in elk geval
bloed op cle rnat lag, veel of weinig, 't doet
er niet toe.
Getuige S. S. de Korte heeft op 29 Nov.
even voor 7 de sleutels van het kantoor
pand aan mc-j. Lans gegeven cn is met haar
het portaal ingegaan. Onderaan de trap
zag hij een actetasch liggen cn een groote
bloedvlek, reeds opgedroogd. Toen de heer
Lans op 't geroep niet kwam, is De Korte
de politie gaan waarschuwen; mej. Lans
wachtte op het terrein. Toen cle Korte terug
was, zijn beiden weer liet huis ingegaan en
naar boven gegaan en hebben rechts van
de trap boven een bloedvlek cn den kapot-
ten hoed gevonden, en in de keuken lag
het lijk van den heer Lans.
Mr. Kokosky wijst op de onwaarschijn
lijkheid, dat op dien tijd het bloed al gestold
geweest zou zijn.
Getuige mej. Chr. G. W. Lans verklaai t,
dat Van O. ongeveer elf uur op den avond
van den moord bij haar geweest is. Van O.
zeide orn half zes naar huis gegaan te zijn.
Verdachte: „Het is voor mij onverklaar
baar, dat mej. Lans zegt, dat ik verklaard
heb om half 6 naar liuis gegaan te zijn.''
President: „Uw vader heeft met u over
een accountantsonderzoek gesproken. Hij
vertrouwde-Van O.?"
Get.: „Volkomen.''
Zij verklaart verder, dat om half zes haar
zuster naar huis gegaan is op den bewus
ten dag, haar moeder en zij kwamen tus-
schcn kwart voor zeven en zeven uur thuis.
Als haar vader later kwam, telefoneerde
hij.
President: „U hebt getelefoneerd en geen
gehoor gekregen.'*
Get.„Ja''.
Zij vertelt daarna, hoe zij samen met De
Korte naar het kantoor gegaan is en hoe
zij het lijk van den heer Lans aantroffen.
President: „Wie had den sleutel van het
achterhek?"
Get.: „Vader had er een, en Van O. cn
..Kees" (Bruinaars). Vader cn Van O. gin
gen meest samen weg door het voorhek.
Dc president doet nog enkele vragen om
trent de door Van O. gedragen kleeren,
waarover get. weinig inlichtingen geven
kan. Alleen herinnert zij zich, dat in Van
O.'s grijze pak een scheur zat.
De zitting wordt geschorst tot 2.15 uur.
Na heropening der zitting, om half due,
wordt het getuigenverhoor voortgezet.
Er wordt medegedeeld, dat de getuigen
mej. C. Tinbergen en de heer P. C. van den
Heuvel niet kunnen verschijnen wegens
ziekte. De procureur-generaal ziet in ver
band hiermede van het hooren dezer ge
tuigen af, cn daar ook de verdediger hier
mee accoord gaat, doet hij de verklaringen
door hen voor de rechtbank te Rotterdam
afgelegd, voorlezen.
Vervolgens wordt getuige J. J. Lans ge
hoord. Deze heeft den dag na den moord
met van O. getelefoneerd, die zich toen met
hem over den moord onderhouden heeft.
Van O. zou ook gevraagd hebben, of ze dc
zaak maar voort zouden zetten. Omtrent
zijn vertrektijd had Van O. gezegd, dat de
heer Lans en hij beiden den vbrigen avond
met ja* cn hoed aan gestaan hadden, cn
Lans t«n gezegd had: Ik blijf toch nog
maar even.
Mcj. J. R. Valk is om 10 over half G met
mej. Tinbergen \an het kantoor der N.V.
de Haas weggegaan door het voorhek, dal
juist gesloten werd. Van O. cn de heer Lans
waren er nog.
Voor getuige, telefoonjuffrouw, weg ging,
had zij vier stoppen ingezet, vandaar dat
het privékantoor met de stad verbonden
was. Toen zij later op den avond terug
kwam, waren de stoppen er uit en ook een
pennetje was eruit getrokken, zoodat er
geen hel kon gaan.
De president ondervraagt getuige verder,
hoe zij 's avonds cle brandkast aangetrof
fen heeft, get. heeft gezien, dat er papieren
uitgehaald waren, die over den grond ver
spreid waren. Het briefje van f25, dat door
anderen gezien is, heeft zij echter niet op
gemerkt.
Getuige F. Wessel, die een kantoor heeft
in dezelfde gang aan den Oostzeedijk, heeft
cenige malen mcnschen in do gang hooren
loopen. Ongeveer 10 minuten voor half 8 a
8 uur is mcj. Lans hij hem komen telcfo-
ncpren naar cle politic.
Getuige J. Zandman, agent van politie te
Rotterdam, was op 29 November op het
bureau cn kreeg bericht, dat door De Korte
aan den Oostzeedijk assistentie was ge
vraagd. Hij is er heengegaan cn heeft in
het portaal van het kantoor van Dc Haas
een plas bloed gezien. Naar dc mat heeft hij
niet gekeken. Boven was het lijk van den
heer Lans, met een plas gedeeltelijk geron
nen bloed ernaast. De brandkast stond
open; in de brandkast stond een onaange
roerd bakje met geld; hij kreeg dan ook
niet den indruk, dat een inbraak gepleegd
was.
Op een vraag van mr. Kokosky ant
woordt getuige, dat het bloed in liet benc-
denportaal cenigszins verspreid op den
grond lag.
Volgende getuige is de agent van politie
M. A. de Graaf f; deze heeft op 29 Nov.
tusschen 6.10 en 6.12 uur licht zien bran
den op het kantoor \an dc Haas.
Getuige kan zich niet meer herinneren,
dat agent Brons tegen hem gezegd heeft,
dat hij een paar dagen vóór den moord
een man op verdachte wijze op de Admira
liteitskade heeft zien loopen. die voortdu
rend naar het perceel van de Haas keek.
Mr. Kokosky: U hebt dal toch voor
de rechtbank verklaard.
Getuige: Dau zal het wel zoo zijn.
Vervolgens is als getuige aan dc beurt
commissaris S. Dijkstra, die de situatie
in het kantoor van dc Haas eveneens heeft
opgenomen. Toen \erdachle verscheen,
vroeg deze wat er aan dc hand was, hoe
wel hij dit al lang had kunnen hooren
van dc vele menschen, die huiten ston
den cn die wisten wat er gebeurd was. Ge
tuige heeft daarop aan verdachte gezegd,
dat Lans vermoord was. Verdachte schrok
in het geheel niet en hij gedroeg zich niet
als iemand, die zoo'n feit voor het eerst
hoort.
Getuige geeft voorts aan, waar hij overal
bloed heeft aangetroffen, o.a. rechts op den
grond in hét henedenportaal.
M r. Kokoek y: Mie had bij het onder
zoek dal dien avond is ingesteld cle lei
ding en wie is dus verantwoordelijk voor
alles wat verzuimd is?
c t u i g e: Ik weet van geen verzuimen.
M r. Kokosky: Daar zullen we het nog
wel over hebben. Maar wie had de leiding?
Getuige: De recht er-commissaris.
M r. Kokosk y: M eet u er iets van,
dat opdracht is gegeven, dat alles voor den
volgenden ochtend 9 uur opgeruimd moest
zijn?
Getuige: Ik heb in overleg met mr.
dc Visser tegen inspecteur Hermans ge
zegd. dat den volgenden dag allc6 weer op
geruimd kon worden.
M r. de Visser: Getuige Dijkstra heeft
medegedeeld, dat de leiding in handenwas
van den rechter-commissaris. Dat is niet
juist, want de feitelijke leiding berust in
den aanvang steeds bij de* politie. En dat
de leiding bij de politie is gebleven, blijkt
wel uit het feit, dat de rechter-commissa
ris eerder is weggegaan.
Getuige: Er zal..dan een misverstand
zijn geweest. Ik was van oordeel, dot de
eigenlijke leiding hij den rechtcr-commis-
earis was.
Daarna werd gehoord de agent van po
litie G. dc .long, die ter plaatse een on
derzoek met den politiehond heeft inge
steld. Het spoor leidde door het achterhek
naar de Admiraliteitskade. Ook heeft get.
den hond laten ruiken aan een handdoek,
welke over het lijk van den heer Lans lag.
Get. L. II. H. J. Vermaas, expeditie
chef, 6loot in den regel het achterhek.
De vijlen, die gebruikt werden, werclm
op \erschillendc plaatsen bewaard, veelal
op de plaats, waar men ze gebruikt had.
Ook deze getuige heeft in het beneden-
portaal een \lek bloed links op den grond
gezien. Op de mat heeft hij echter niet
gelet.
Na een opmerking van verdachte geeft
getuige toe, dat de vijlen ook wel beneden
werden gebruikt.
Mr. Kokosky: Hebt u op 29 Nov. een
vijl gemist?
Getuige: Neen.
Mr. Kokosky: Heeft u daarna een vijl
gemist?
G e t.: Neen, dat was niet belangrijk.
Mr. Kokosky: Juist, waar er meerdere
vijlen waren cn vaststaat, dat een vijl mot
wordt gemist, is het dus niet noodzakelijk
dat men een vijl eerst uit het pakhuis zou
moeten halen, voordat men haar zou kun
nen gebruiken.
Op een vraag van mr. Kokosky antwoordt
ge t. nog, dat de politie hem gewaarschuwd
had om niet in het bloed te trappen, dat
in liet henedenportaal lag.
Mr. Ko kos ky: Zoo, er was dan dus
reden voor zoon waarschuwing. Wanneer
de politie u niet gewaarschuwd had, zou u
natuurlijk in het bloed getrapt hebben en
dan onder het bloed hebben gezeten.
Mr. Kokosky merkt nog op. dal Ijcl
ook mogelijk is, dat iemand zich heeft la
ten insluiten.
M r. de Viseer: Inbrekers, die zich la
ten insluiten, nemen gewoonlijk wapens
mee en zoeken niet naar een vijl, waarvan
ze niet welen, waar hij is.
De president deelt mede, dat nog twee
getuigen zullen worden gedagvaard.
De zitting wordt hierna geschorst lot
morgenochtend 10 uur,
Het oordeel van Ds. Geelkerken
over de uitspraak in de
zaak:Schurer
Naar aanleiding van dc uitspraak der
Commissie van Beroep, welke het ontslag
Van den onderwijzer, den heer Fedde Schu-
rer, hem gegeven door het bestuur der
Christelijke school te Lemmer, handhaaf
de, schrijft dr. J. G. Geelkerken in Woord
cn Geest het volgende: „Wij deelcn het
standpunt van den heer Fedde Schurer in
zake de verhouding van Christendom en
oorlog, voorzoovcr ons dit hekend is, per
soonlijk niet. Wij zijn geen voorstanders
van eenzijdige nationale ontwapening cn
volkswcerloosheid. Na het bovenstaande
nadrukkelijk uitgesproken te hebben, moet
het ons nu echter uit de pen, dat wij met
dit al de mofiveëring van cle'uitspraak der
Commissie van Beroep in de zaak-Schurcr
en dus ook die uitspraak zelve niet anders
dan hoogst bedenkelijk kunnen achten. Ei-
wordt verklaard, dat de zienswijze van
appellant omtrent hetgeen uit hel Chrisle
lijk beginsel voortvloeit inzake het vervul
len van militairen dienst in strijd is met' de
Gereformeerde belijdenisschriften gelijk ze
op dit punt steeds zijn opgevat en uitge
legd." En er wordt beweerd, dat wie in cle
Christelijke school werkzaam is, lot roeping
heeft lager onderwijs te geven, op den
grondslag der Gereformeerde belijdenis
schriften in cle aan ieder bekende traditio-
neelc bcleekenis. Wie stelt vast wat nor
matieve Gereformeerde traditie is? Soms
een Commissie van Beroep? En waaraan
ontleent een „aan ieder bekende" traditie-
haar bindend gezag? Aan de Gereformeer
de communis opinio'? De Roomschc kerk
heeft haar organen, die vaststellen wat
traditie is en als zoodanig bindend gezag
heeft. Maar dit is dan ook Roomsch, niet
Gereformeerd. Naar Gereformeerd beginsel
is cn dc traditie èn dc belijdenis èn haar
uitlegging èn haar opvatting alleen en uit
sluitend gezaghebbend wanneer zij ruston
op dc Heilige Schrift, die alleen en uilslui
tend dc norm is van denken cn doen. De
'Commissie van Beroep decreteert eenvou
digweg: Men heeft zich te houden aan de
aan ieder bekende bestaande traditioneele
opvattingen. En als dit èn te dezer zake cn
voor andere vraagstukken van onzen tijd
voor onderwijzers cn anderen verplichtende
gedragslijn wordt op poene van ontslag en
dergelijke, inderdaad, dan maakt zich hier
een hoos traditionalisme breed, dat het
historisch gewordene stelt hoven de cischcn
van het evangelie, de eïechen van Gods
Woord, cn waartegen in naam van dal
evangelie, het Gereformeerde beginsel, on
verzoenlijke strijd tot het uiterste den Ge
reformeerden Christen is geboden."
HET WEEKBLAD „PAN".
A msterdam, IS Sept. Het Amsterdam-
sche gerechtshof heeft heden uitspraak ge
daan in de strafzaak tegen d^n uitgever
van het weekblad „Pan" J. II. E., die door
de rechtbank op 21 April 1.1. tot 1000.
boete subs. 50 dagen hechtenis werd ver
oordeeld, wegens het verspreiden en in
voorraad hebben van eenig geschrift, con-
6tootelijk voor de eerbaarheid.
Het Hof vernietigde het voonis der recht
bank. Opnieuw rechtdoende verklaarde het
Hof dc feiten bewezen cn veroordeelde
verd. tot een geldboete van 500 subs. 25
dagen hechtenis.
De advocaat-generaal had bevestiging
van het vonnis geëiecht.
SPOORWEGRAAD.
Dc minister van Waterstaat heeft aan den
heer W. G. A. M. v. d. Lugt, lid van de Ka
mer van Koophandel cn Fabrieken voor
Rotterdam aldaar, op zijn verzoek eervol
ontslag verleend als lid v an den Spoor weg?
raad, met dankbetuiging voor dc in deze be
trekking bewezen diensten.
Benoemd tot lid van den Spoorwegraad
tot 15 Februari 1933 de heer mr. R. Mees,
lid van de afd. Grootbedrijf van de K. v. K.
en Fabrieken te Rotterdam.
VRAAGT WINKELIER
OF N.V- HULSKO TELÏ200 AMERSFOORT
Een bederf voor hel eerste
volksvoedsel
De heer Sal C. Rodrigues^ voorzitter der
afdecling Amsterdam van den Bakkersge-
zellcnbond, schrijft aan liet Volk:
liet koninklijk besluit, waarbij wordt toe
gestaan het gebruik van aardappelmeel bij
dc broodproductie, zal menigeen tot cle
vraag hebben gebracht of er ook gebrek aan
goed tarwemeel bestaat, orn brood van te
maken. Op deze vraag kan kort cn goed het
antwoord luiden: neen, er is geen gebrek
aan goede graansoorten, zoodat niet dc ge
ringste aanleiding bestaat vreemde meng
sels aan het brood toe tc voegen.
Voor wie de overzichten van de graan
markt bijhoudt, is het geen vraag of er een
tekort aan graan is op dc wereldmarkt. Er
is, gezien uit den gezichtshoek van kapita
listisch belang, een ontzettend teveel aan
graan.
Met allerhande middelen is, naar oud
recept, kunstmatig dc graanproductic be
perkt.
De deskundigen, wier oordeel als maatstaf
dient op de wereldmarkt, zijn van oordcel,
dat het laruc-oogstjaar 1930 buitengewoon
gunstig zal zijn, zelfs wanneer de schatting
naar den oogst voor Argentinië en Austra
lië voorbarig hoog is, dan nog zal dc graan
opbrengst die van het jaar 1929 overtreffen.
De hittegolf is den tarwe-oogst. in Mistra'
lie en Britsch-Inclië, in West** en Miclden-
Europa, danig ten goede gekomen, lloe het
zij. er is geen gebrek aan goede graansoor
ten te bespeuren. Wat is er dan wel voor
een ernstige reden aardappelmeel te willen
toevoegen aan de broodfobricage? Er is
geen andere reden, dan een ernstige poging
van dc slechtst denkbare protectie voor den
aardappelmcelhandel. Deze handel zal er
niet wel bij varen. Aardappelmeel is weinig
goedkooper dan de goede tarvvesoorten.
welke voor een goed stuk brood gebruikt
worden. Hot vreemde mengsel zal liet
brood minder smakelijk maken.
Het brood doel als volksvoedsel groot nut
cn is onontbeerlijk. Maar laat dat eerste
volksvoedsel niet in smaak en kwaliteit be
dorven worden door mengsels van produc
ten clic voor andere- doeleinden zeer ge
schikt, maar voor brood buitengewoon on
geschikt. goocht moeten worden. Iu 'tijden
van nood is alles welkom. De oorlogstijd
heeft bewezen dat alles gegeten wordt. Het
was bijna geen brood dat den mcnschen
voorgezet werd. Slechts clc vorm bleef be
houden, maar dat kon niet anders.
Thans een maatregel te gaan toepassen,
waarvan' het cle vraag is of het iemand
eenig nut zal geven, maar die bedoeld
wordt als een groepsbelang, mag toch on
der geen voorwaarde een gioot gemeen
schapsbelang iu den weg staan. Het geldt
hier het eerste volksvoedsel. ecu volksvoed
sel dus van den eersten rang.
Het Kon. besluit, nu nog slechts vaag cle
protectie aandienende, zal straks de regee
ring, indien in den aanvang roods niet ern
stig v erzet komt tegen deze verknoeiing van
het hoste volksvoedsel, aanleiding geven
tot het openlijk voorstellen van een z.g.
noodwetje, ter bevordering van den aardnp-
pclmeclliandel.
Er zijn tc groote belangen voor de volks
massa bij betrokken, dan dat het Kon. be
sluit voorbij kan worden gegaan. En wan
neer do regeering groepsbelangen wil be
hartigen, dan is het toch een zaak van wijs
beleid met de poging, een groep te willen
helpen, een andere groep der bevolking niet
in den weg tc treden. IIcL belang van het
bakkersbedrijf staat hier waarlijk in niet
geringd ma to op het spel. Daar is geen
woord te veel aan gezegd. Het publiek zal
de goede broodsoorten moeten blijven koo-
pen en zich niet laten afschepen met min*
uer goecl brood tegen bijna denzelfden prijs.
„Goeie help, jij bent ook modern ingericht, Hoe bevalt
je die rommel
„Nou, in het begin raakte ik wel eens in de war. Ik
heb een poosje in de boekenkast geslapen en dc boeken
in het bed opgeborgen, voor ik het merkte,"
(Passing Show).