AMEPSFOOMSCH DAGBLAD BINNENLAND De Verdwenen Delora Dinsdag 28 October 1930 .DE EEMLANDEft" 29e Jaargang No. 102 TWEEDE BLAD HOE JOSEPHIENTJE ONS LAND ZIET Ze eten goed en glimlachen weinig Prof. Mr. J. V. VAN DUCK f IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V. Utrechtachestraat 40 Telef. 92 WIJZIGING DER KIESWET GEVRAAGD Sted. feesten zonder Staatshoofd DE RADI0CENSUUR Rede van Mr. Boon FEUILLETON Nederlanders zijn zoo sterk als de dijken van hun land Joephine Baker is na een groote tour- née door Europa en Amerik in Parijs te ruggekeerd en vertelt aan een journalist in de „Intransigeant' haar vele indruk ken, of liever, deze vertelt ze in zijn blad, als uit den mond van Josephientje opge- teekend. Dezer dagen was ze toegekomen aan Nederland. Het Handelsblad heeft haar uit spraken over ons land vertaald: „Op Nederland", verklaart Josephientje, „ben ik dol. Je teint er zachtjes over een groote brug heen die wel verscheiden kilometers lang moet zijn, ten minste zoo leek mij een hoel groote brug over een geel water, dat schijnt ingeslapen te zijn on waar niets zich in weerspiegelt, een vlakte van water en modder. En dan in eens, aan het eind van de brug, ben je in het echte Nederland. „De kanalen en vaarten door de velden, dat zijn de wegen van Nederland. Maar je" ziet ze niet. En zoo zou je kunnen denken, dat er wagens overheen rijden met vleu gels er aan, dat zijn zeilen; wagens, die heelemaal geen haast hebben. „De Nederlanders zijn ernstige menschen met r^6o gezichten. Zij eten goed en glim lachen weinig, maar ze zijn vriendelijk en het is allemaal eerlijk-gemeend. Ze zijn bijna allen zoo sterk ate de dijken van hun land. En ieder spreekt daar drie of vier vreemde talen als iets heel gewoons. „Eens, toen ik er in een klein, heel pro per en stil, o zoo'n stil stadje was, hielden de menschen op straat mij bij m'n mouw vast, en zij wilden, dat ik voor ze zou dan sen op'straat. En toen heb ik gedanst. En allemaal vonden ze het aardig. Onder de menschen, die naar mij stonden te kijken, was ook een vrouw met een klein kindje op haar arm, een echt lief kindje. Dat nam ik uit de armen van de vrouw, zoo maar, om het eens even een kusje te geven en het wat te knuffelen en er een beetje mee te dansen ook maar de moeder keelt me woedend aan, en trok dadelijlc het kind weer nijdig van me af zij ontrukte haar kind aan de „wilde", be grijpt u? „Buiten, op het land, staan niets dan ailemaal heel lage kleine huisje, met bloe men; en de dames van die huisjes komen naar buiten en wandelen er met haar gan zen Wat is dAt aardig „Money, money „Troepen kinderen liepen Pepino cn mij achterna, en riepen uit alle macht uit hun bMle roode wangen: „Money! Money!" „U begrijpt, ze denken: zoo'n curiositeit zal wel rijk zijn. En omdat wij die dikke, gezonde wangen cn die blauwe oogen zoo aardig vonden, deelden wij yan die heel kleine geldstukjes uit, die net zoo blinken als de Hollandsche ruiten. „Den Ilaag dat is de hoofdstad van fietsen en van baksteen. Met policemen, die groote witte handschoenen aan heb ben, zooals de komieke negens in een revue dragen. „Rotterdam en Amsterdam dat leeft veel meer, daar is beweging in, booten, handel, en het is vol kleur. De Hollanders houden erg van sterke kleuren, van échte kleuren, rood, geel „Ik ben een maand geweest in dat land van water, zand en denneboomen. Augus tus—September 1928. En ik heb ervan lec- ren houden. Daarvoor moet jc je ook klóé- den als in dat land. En dus heb ik mij als Hollandsche gekleed, met een witte muts op, een langen, wijden rok aan, waar in je verdwaald raakt, en gele klompen aan. De charleston op gele klompen d&t was grappig. En ik heb melk godragen in groote blikken bussen. Wat lachten de men schen. Pepito vooral, die lachte als een dolle. Ik rook niet, nooit, anders zou ik vast ook zoo'n aarden pijpje erbij opge stoken hebben, zooals de visschersvrouwen rooken en do visschers zelf en do boeren, die zeer wijde broeken aan hebben en ha rige mutsen op. „In Scheveningen dragen de vrouwen op haar muts, boven haar voorhoofd, een paar gouden voelsprieten, net als van in secten, en dat trilt dan als ze loopen. Lange vrouwen zijn het, met zwarte pelerines om. Mooie vrouwen. De zee, voor Scheveningen, is bijna altijd knorrig en gerimpeld en trekt leelijke gezichten. De zee heeft ook niet al tijd een mooi glad gezicht met klassieke trekken. Maar wat een prachtige laan tus- schen de hoornen, met wandelingen, om van Den Haag naar Scheveningen te gaan, naar het strand van Scheveningen, waar koper blinkt. „Over mijn voorstellingen in Holland zal ik maar niet praten. Ik geloof, dat zo wel in den smaak gevallen zijn want de menschen hebben mij gevraagd om nog eens weer naar Holland terug te komen. „En ik zal er ook zeker nog eens terug gaan. Mooie kazen, tulpen en chocolade het is een fameus land!" Raadsheer in den Hoogen Raad en buitengewoon hoogs leevaar te Amsterdam 's Gravcnhage, 27 Oct In ruim 51- jarigen ouderdom is Zondag alhier over leden prof. mr. J. V. van Dijck, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden en buitengewoon hoogleeraar aan de Gemeen tclijke Universiteit van Amsterdam l)e thans ontslapene werd IS November 1S78 te Goor geboren. Hij studeerde cn pro moveerde aan de Rijksuniversiteit te Gro ningen 28 November 190") en werd in Maart 1906 benoemd tot adjunct commies aan het departement van Justitie te 's Gravenhage. Na benoeming tot commies in Juli 1909, tot hoofdcommies in Juli 1910, tot referendaris titulair in het voorjaar 1912 en tot referen daris in April 1913, werd hij in Maart 1910 geroepen tot de hooge functie van raad ad viseur aan dat departement. Zijn wetenschappelijke bekwaamheden, vooral op het gebied van dc criminologie, waren voor het gemeentebestuur van Amsterdam aanleiding, mr. Van Dijck in Maart 1922 te benoemen tot hoogleeraar in het strafrecht, de strafvordering en de cri minologie. In Augustus 1926 werd prof. Van Dijck benoemd tot raadsheer plaatsvervanger in het gerechtshof te Amsterdam en op 27 Juni 1927 volgde zijn benoeming tot raads heer in den lloogen Raad der Nederlanden. Het daarop volgende jaar werd prof. Van Dijck buitengewoon hoogleeraar. Zijn borst is versierd met het eerctcoken van officier in de orde van Oranje-Nassau en dat van ridder in do orde van den Ne- derlandschen Leeuw. Het stoffelijk overschot van prof. Van Dijck zal Donderdag a.s. te half twaalf op Nieuw Eik en Duinen worden teraardebe steld. DE NIE"WE BOERHAAVE. 's-G ravenhagc, 27 Oct. De bij de Haagsche Rechtbank aanhangige 'faillisse mentsaanvrage van de N.V. „de Nieuwe Boerhaave" is heden ingetrokken. Dr. A. VAN DER LAAN, Amsterdam, schrijft in „Voeding en Hygiëne", October 1930: Onder de voedingsmiddelen dient visch, waarmee wij dan in hoofdzaak bedoelen de gebruikelijke soorten zeevisch, een EERSTE PLAATSIN TE NEMEN, zoowel om hare lichtverteerbaarheid als om hare voedings waarde Deze soorten zeevisch koopt men in Amersfoort in den EET MEEi. VISCH OAN BLIJFT OE St. ANK UEZONO EN FH IfaOH! De bevoorrechting der kleine groepen moet ophouden lil het Voorloopig Verslag der Twejde Kamer op de begrooting van Binnenlar.«d- sche Zaken wordt de vraag gesteld, tot wel ke resultaten de minister is gekomen bij de overweging van de ten vorigen jare be pleite wijzigingen van de Kieswet, welke de vergrooting van het aar..tal handteeke- ningen voor do candidaatstelling van de leden der Tweode Kamer, alsmede de vcr- deeling van h?t land in 4 districten be troffen. Eenige leden vragen indien, naar ze mcenen te weten, het Centraal Stembureau te dezer zake advies aan den minister hoeft uitgebracht, daarvan op de hoogte te wor den gesteld. Vrij algemeen oordeelt men een wijziging van de Kieswet gewenscht, waarbij de be voorrechting. welke de kleine groepen thans boven de groote genieten, wordt uitgeslo ten. Eenige leden bepleitten een verandering in de wijze, waarop het stemmen bij vol macht geregeld is. Zou n.iet kunnen wor den bepaald, dat de volmacht niet alleen voor één keer, toch ook tot wedcropzeg- gens kan worden gegeven? Andere leden willen de oplossing vin den in het verstrekken aan schippers van een legitimatickaart, tegen inlevering waar van. zij in een willekeurige gemeente tot de stemming zouden kunnen worden toegela ten. jachtdiner ten paleizc, waar zij ook over nachtten, evenals hun personeel, jagers on chauffeurs. Zaterdagmorgen vertrokken dc hoeren weder naar hunne woonplaatsen. Was Prins Hendrik verleden jaar nog geregeld toe schouwer, hij de jachten, thans was dc Prins afwezig. Ook hertog Adolf Friedrich, 's prinsen broeder, nam dit jaar niet aan de jachten deel, evenmin als de heer von Bulöw en graaf Rhode. DE VLUCHT VAN DEN HEER VAN TYEN. Naar het Persbureau Vaz Dias uit Stam- boul verneemt, is de heer Van Tyen op zijn zakenvlucht naar Ned. Indiè Maandagmor gen om 8.04 uur vandaar vcrtroskcri. We gens slechte wecrsomstandiglwdrn z\g de heer Van Tycn zich genoodzaakt naar Stam- boul terug te keeren, waar hij om 10.47 landde. ONDERZOEK NAAR PRIJZEN IN DEN KLEINHANDEL. Door twee hoogleeraren. 's-Gravenhage, 27 Oct. Op verzoek van den minister van Arbeid, Handel cn Nijverheid, hebben de heeren prof. H. A. Kaag, te Tilburg, en prof. dr. N. J Polak, tc Rotterdam, zich bereid verklaard een on derzoek in te stellen naar de oorzaken, welke de beweging der kleinhandelsprijzen doen afwijken van die der groothandelsprij- zen en naar de grootto dier afwijking. DE HOFJACHTEN. Bij de dricdaagschc Hofjachten zijn met vijf en twintig geweren in totaal geschoten honderd vijftig herten en vier wilde zwij nen. lederen avond na afloop van de jacht vereenigden de heeren jagers zich aan een Vragen van Kamerleden omtrent de feesten te Zwolle en Nijmegen In het voorloopig verslag over hoofdstuk V (Rinnenlandsche Zaken en Landbouw) der Rijksbegrooting voor 1931, komt nog de volgende zinsnede voor betreffendo feeste lijke herdenkingen te Nijmegen cn te Zwolle. Het had de aandacht getrokken, dat dc Koningin niet aanwezig is geweest bij 'Ie onlangs plaats gehad hebbende feestelijke herdenking te Nijmpgen en te Zwolle van voor die gemeenten belangrijke feiten. Men meende te weten, dat dit te wijten is aan de omstandigheid, dat door de betrokken ge meentebesturen de in dezen gebruikelijke stappen niet zijn gedaan. Deze stappen zou den zijn nagelaten onder den invloed van vertoogen van leden eener politieke partij wclko tegen den monarchalen regeerings vorrn gekant is. Mocht een cn ander juist zijn, dan zouden de hierbedoelde leden tc* gen de gevolgde gedragslijn met klem wil len opkomen. Naar hun meening behoort het antwoord op de vraag of het staats hoofd bij weïkc feestelijke herdenking of gebeurtenis ook aanwezig zal zijn, in geen enkel opzicht beinvloed te worden door de verlangens van hen. die den bestaanden re gecringsvorm niet den juisten achten. Gaarne zouden dezelfde leden vernemen, welk college of orgaan in elk der beid»* genoemde gemeenten voor do begane on juistheid verantwoordelijk is te stellen HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE. Naar het Deventer Dagblad verneemt, heeft het hoofdbestuur van den Nederl. Gra- fischen Bond de houding der gedelegeerden en de ondcrhandelingscommissic voor een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst goedgekeurd en besloten zij den leden te adviseeren het overeengekomene te aan vaarden. DE CARNEGIESTICHTING. Den Haag, 25 Oct. Bij K. B. is herbo noemd tot bestuurder, tevens secretaris penningmeester der Carnegiostichting, prof mr. dr. J. P. A. Francois, administrateur bG het departement van buitenlandsche zaken Mr. G. A. Boon. Verzet tegen de preventieve censuur 's-G ravenhage, 27 Oct. Mr. G. A. Boon iceft hedenavond in en vergadering van do Haagsche afdecling van den Vrijheids bond gesproken over ,Dc radiocensuur". Spr. wildo het nu niet hebbon over de radio-distribntle. Deze kwestie rust niet, maar zo is mo- inenteel niet aan do BB orde. Dat er kwestie - ffrfofr-jfi gekomen over de radiocensuur noemt Bpr. „dor Fluch der Bósen Tat" Spr. ging de oorzaak na. welke tot het conflict geleid heeft en do Interpellatie- Albania veroorzaakt heeft. Op den voor grond wil spreker zetten, dat de Kamer vol komen cn welbewust de censuur heeft aan vaard. Eerst geruimen tijd later zijn er eenige protesten gehoord. Spr. zette het verschil uiteen tusschen het algemeen pro gramma en het programma der omroep- vereenigingen. Voor het algemeen pro gramma draagt de regeering een zekero verantwoordelijkheid. Spr. gelooft niet, dat de radio contrdlc-commissie haar taak goed opvat bij de beoordeeling van het algemeen programma. Het criterium moet zijn, dat niemand er aanstoot aan kan nemen, maar de commissie stelt zich op hot standpunt, dat het uitgezondene iedereen genoegen moet doen. En zoo komt men tot de gekste gevallen, waarvan spreker verschillende voorbeelden aanhaalt. Zelfs moest nog overwogen worden of het Wilhelmus wel op een algemeen Nederlandsch programma thuis behoort. In die Algemeene Programma-commissie zitten menschen van allerlei richting. Maar zij bemerken wel, dat het rustiger wordt en in de toekomst zal de toepassing wel wat soepeler worden. Een preventieve censuur zal echter altijd onmisbaar blijven. Het eigenlijke strijdpunt is echter het pro gramma der omroepverenigingen. Hier verzet men zich ten stelligste tegen de pre ventieve censuur. De heer Albarda zegt nu wel, dat men de programma's best kan overlaten aan de vereenigingen, maar spre ker toont met vele voorbeelden aan, dat re pressie niet voldoende is. doch dat ook bij dc bijzondere programma's preventief toe zicht noodzakelijk is Echter moet er een beroepsinstantie komen en spreker twijfelt er niet aan of deze zal ook worden inge steld. Spr. acht het een gewenschte regeling, dat dc commissie repressief aan een omroepver- eoniging voor eenigen tijd den zendtijd kan ontnemen en deze over dc andero vereeni gingen verdeelt. Maar dan moet do politiek ook uit de radio verdwijnen. Er is geen land ter wereld waar do toe stand zoo is als hij ons, wat spreker met voorbeelden uit de wetgevingen der ver schillende landen op dit gebied aantoont. Zeer veel dingen worden gezegd, welke niet door den beugel kunnen Maar de heer Albarda, de meest 'verantwoordelijke so ciaal-democraat, geeft hierin een slecht voorbeeld. Heeft hij niet in een congres ge zegd, dat wanneer de regeeringen den oor log ontketenen, alls middelen, ook niet- grondwettige, geoorloofd zouden zijn. Deze redevoering wilde hij niet ter inzage aan de contróle-commissie geven en is daarom ook niet uitgezonden. Wanneer de politiek in den aether verbo den wordt, verdwijnen meteen al die kleine vereenigingen. Verdwijnt echter de politiek niet uit de radio, dan vraagt spreker ook recht voor den liberalen omroep. Tenslotte sprak mr. Boon de hoop uit, dat men eindelijk zal gaan inzien dat Neder land zich de risée maakt van heel de be schaafde wereld, en dat deze zaak nu eens op geheel anderen voet geregeld zal worden. Voor de wereld is niets zoo overtuigend als succes; gewillig buigt hij zich voor het ge luk van den roem. v. RANKE. Dor E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 12 „Misschien had u wel een aangenamer samenkomst?'' „Onmogelijk, mademoiselle!" antwoord de ik. Ik was het café binnengegaan, zonder er «en oogenblik aan te denken, het hof aan de jonge dame te maken. Ik gevoelde in de eerste plaats belangstelling voor haar, omdat ook zij een habitué was van dat ge heimzinnige café en ook omdat ik reeds onmiddellijk had gevoeld, dat zij nog een andere reden dan de meest voor de hand liggende had om mij dat briefje te doen toekomen. Intusechen was het zaak voor mij dit niet aan haar te laten merken en ik aarzelde dan ook geen oogenblik m, toen ik op haar uitnoodiging op de sofa nanet haar had plaats genomen, haar hand te grijpen. Zij trok deze niet terug, Joch gaf ook geen enkel teeken van aanmoediging. „Mijnheer", begon zij, „bega, wat ik u bidden mag. geen onbezonnen dingen. Het is misschien erg dwaas van mij geweest u te verzoeken hier te komen. Wij kunnen hier enkele minuten rustig praten mis schien zien we elkander nog eens weder, maar ik ben altijd bevreesd voor wat er kan gebeuren." „Mijnheer Bartot?" vroeg ik. Zij knikte bevestigend en antwoordde: „Ja, hij is buitengewoon jaloersch." „Gaat u eiken avond met hem naar het restaurant op de Place d'Anjou?" „Ik kom daar zeer dikwijls. Als ik mij niet vergis is mijnheer daar een vreemde ling?" „Inderdaad, gisteravond ben ik er voor de eerste maal geweest." „En u is er heengegaan", zeide zij, met haar ledig likeurglaasje spelend, „in gezel schap van Louis?" „Inderdaad", erkende ik. „Louis brpngt daar nooit iemand zonder een bepaald? bedoeling." „Kent u Louis dan?" vroeg ik. Zij trok de wenkbrauwen op en vervolg de: „Dien kent iedereen! Een grooter mooi prater bestaat er op de wereld niet.' „Louis zou zich gevleid gevoelen, wan neer hij dat hoorde." „Louis kent zichzelve en hij weet dat ook anderen hem kennen. Het speet me werkelijk, mijnheer in zijn gezelschap te zien." „Wel bedankt voor zooveel belangstel ling", zeide ik Zij wierp voor de eerste maal een bTik naar mij waarin iets van coquetterie was te lezen. „Ik geloof wel van mijn belangstelling blijk te geven door mijnheer hier te ont moeten", zeide zij zacht. „Vertel mij eens, hoe het kwam, dat u daar met Louis was." „Rein toeval", antwoordde ik. „Ik ont moette hem toen ik uit de opera kwam. Ik verveelde mij cn we gingen samen naar Montmartre. Ik geloof, dat ik mij daar nog érger verveelde en toen stelde Louis voor aan het café des Deux Epingles een bezoek te brengen." „Wist u", ging zij voort, „dat u daar- den man zou ontmoeten met wien u .handge meen is geweest?" Ik schudde het hoofd en antwoordde: „Ik had er niet het minste idee van." Zij boog zich een eindje naar mij toe en zeide: „Indien u belust is op avonturen, mijn heer, dan moet u zich niet door Louis laten vergezellen. Hij weet niet wat vrienden zijn, hij kent alleen zich zelf. Het is een zeer gevaarlijk metgezel. Er zijn wel ande ren cn beteren, die u tot metgezellen moest maken." „Mademoiselle", antwoordde ik met een blik in haar oogen, „dat alles is van niet zoo bijster groot belang. U deed mij in den afgeloopen nacht een briefje toekomen. Wanneer zal ik het geluk mogen hebben u nogmaals te bewonderen in dat mocie, blauwe costuum en u mede te nemen naar den schouwburg, een souper of waarheen u wilt?" Zü wierp een blik naar mij van onder haar wimpers. Het gordijn was niet neer gelaten en 't zachte zonnelicht speelde over haar gelaat Zij was dik gepoeierd en flink geverfd, gelijk tegenwoordig alle krtappe vrouwen doen, maar baar trekken waren mooi en haar oogen hoogst bekoorlijk. „O, mijnheer riep zij uit, „dat zou dub bel onvoorzichtig wezen' Het is inderdaad niet verstandig van u om zich al te veel in Parijs te laten zien. Die arme mijnheer Ta- pilow heeft het danig tc kwaad gehad." „Mademoiselle", yoizekeide ik haar, „er zijn oogenblikken waarop gevaar van geen bcteekenis is.'' „Zijn alle Kngelschen zoo galant „Wol als zij in eenzelfde verleiding ver keeren." „IJ verstaat de kunst van complimentjes tc maken uitnemend." „Dat is een kunst, waarin ik nooit sterk tvas.'' Zij slaakte een zucht. Ik begreep opper best, dat zij met zeker ongeduld dit duel met woorden streed en er andere dingen waren, waarover zij craag wilde spreken. Ten slotte vroeg zij mij „Vertel mij eens. mijnheer, wat die Ta pilow tegenover u had misdreven." „Vergeef het mij. maar dat is een znak tusschen hem cn mij." „En Louis dan „Louis weet van niets. Zij keek mij verbaasd aan. Zij was blijk baar overtuigd, dat Louis mij daarheen had meegenomen met het doel mij daar Tapi- low te doen ontmoeten cn zij had reden de waarheid te willen uitvisschen. „Natuurlijk was het een vrouwenkwestie", prevelde zij, „de vriendin van mijnheer o! misschien een of andero bloedverwante. Ik ben erg jaloersch van aard. Zeg me dui maar gauw. dat het een familiebetrekking gold." ..Mademoiselle", antwoordde ik ernstig ..ik kan onmogelijk met u praten over de ■v.rzaak van het geschil tusschen dien man en mij. Vergeef mij. dat ik u er op wijs, dat het een zeer pijnlijk onderwerp vcor mij is Vergeef het mij ook, dat ik er u op wijs" ging ik voort, terwijl ik ook haar andere hand in de mijne nam, „dat toen ik u die paar regels zag krabbelen en u ze aan mij deed toekomen en ik nu hier ben gekomen het niet met do bedoeling is om op vragen betreffende andere personen te antwoor- Jen." Zij keek mij aan. Het waren ongewoon en wonderlijk blauwe oogen. Daarna schudde 'ij het hoofd en trok met een zucht haar handen terug. „Maar mijnneer", zeide zij, „daarna is er heel wat gebeurd. U moet u niet te Parijs laten zien. Het is voor u wenschelijk om zoo spoedig mogelijk naar Engeland terug •e keeren." „Och, ik ben hier volkomen veilig „Dan is de zaak dus in orde gekomen!" riep zij haastig uit. „Louis is in ieder geval een vriend van mijnheer. Hij heeft mis schien.. „Laten wij niet langer over deze zaak -preken" verzocht ik, „ik wilde liever...." Zij hief het hoofd omhoog en schoof een eindje van mij af, terwijl zij zenuwachtig r.aar de deur keek. '.zL (Wordt vervolgd). VROOM DREESMANN Langes'raat. 3zst:kte 2 pers. Satinet dekens in zeer mooie kleurstellingen 8.90, 6.75. Dezelfde in 1 pers. maat 5.90, 5.40.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 5