AMEtïSFOOKTSCH DAGBLAD
Eet meer visch.
blijft ge
gezond
en iPriseh!
De Verdwenen Mm
Donderdag 13 November 1930
-DE EEM LANDER*
29e Jaargang No. 116
DE „NIEUWE BOERHAAVE" BIJEEN
TWEEDE BLAD
®1NNEWIAINID
De waarde van het
Julianak anaal
P
J(P
fM^TP:ll7Amsrmi
Annexatieplannen van
Boskoop
Een ledenvergadering
Het contract met de
Cura een fout
FEUILLETON
De goedkoopeNederlandsche
kanalen, of de economie der
waterwegen
Wij lezen in het orgaan „Spoo r- en
Tramwege n": De raad van beheer der
Nationale Unie heeft aan cle leden van bei
de Kamers der Staten-Genei-aal doen toe
komen een door ir. A. Mussert bewerkt
memorandum: „Over de waarde van de
Belgische bedreiging in zake de voeding
van het Julianakanaal".
Volgens dit memorandum zullen de kos
ten voor het verbeteren van den scheep
vaartweg van Nijmegen tot Maastricht
langs MaasWaalkanaal, gekanaliseerde
Maas en Julianakanaal in totaal 135
millioen bedragen. Dit peulschilletje moet
dan nog vermeerderd worden met 1
millioen voor bemalingsinstallaties voor
het geval het kanaal van uit België niet
voldoende gevoed zou worden. De jaarlijk-
sche exploitatiekosten voor deze installaties
bedragen volgens ir. Mussert 50.000.
Rekent men voor het geleende .aanleg-
kapitaal met een rente van 'sjaars,
voor aflossing van dit kapitaal met -A
'sjaars, voor onderhoud en bediening van
dezen waterweg met 2% 'sjaars, dan zijn
de jaarlijkscho kosten in totaal 7 d.i
9.450.000; vermeerderd met de 50.000
voor de bemalingsinstallaties wordt dit be
drag 9.500.000.
Veronderstellen we dat per jaar 4 mil
lioen ton goederen, in hoofdzaak steenkool,
ever dezen scheepvaartweg zullen worden
vervoerd; een bedrag, dat zelfs blijken zal
heel hoog gekozen te zijn, dan betalen de
belastingbetalers per ton vervoerde goede
ren reeds 2.37A van de totale vracht
kosten.
Hierbij komen dan nog voor de steenko
len de kosten voor het vervoer van de
steenkolenmijnen naar den scheepvaart
weg. Ook deze kosten zullen niet gering
zijn, ten minste voor de kolen, die de
Staatsmijnen zullen gaan aanvoeren over
de voor hen in uitvoering zijnde eigen
raijnspoorweg; met zijn rente- en aflos-
singskosten van het aanlegkapitaal, zijn
onderhouds- en bedieningskosten, zijn ren
te-, afschrijving6- en onderhoudskosten
van ,het spoorwegmateriecl.
Voorts komen de ko6ten v>jor overslag in
het schip, waarbij dan nog komt het er-
lies aan waardevermindering van de steen
kolen, tengevolge van dezen overslag; eene
waardevermindering, welke veelal op 7
wordt gesteld
LETTERBANKET
STAVEN BANKET
FANTASIE TAARTJES
IJMUIDER Viscnhandel H. GLASTRA Co. N.V.
ALLEEN: Utrechtschestraat 40 Telcf. 92.
Prijzen voor deze week:
OESTERS „Zeeuwsche Imperialon" s.v.p. TIJDIG bestollen.
per pond per pond
Kabeljauw, niet uitgesneden 45 ct. Kookschelvisch, vanaf 40 ct.
dikke moten of staartstuk 60 ct. Tarbot, 60 ct
Bakschol, vanaf 25 ct. uitgesneden SO ct.
Kookscliol, vanaf 50 ct, Kooktong 150 ct
Bakschelvisch, vanaf IS ct. Baktong 150 ct.
Zee-carbonade zilverblank, zeer fijn, tegen dagprijs Verder alle soorten versche
Noord- en Zuiderzeevisch. lederen dag aanvoer levende Zuiderzee-bot, versche garna
len, zoutevisch, stokvisch, gerookte zalm enz. Alle soorten vischconserven. „Drovi,
steeds visch in huis".
THUIS BEZORGEN ZONDER VERHOOGING.
Heerlijke gebakken visch, croquetten. vischkoekjes, gemarineerde haring en rolmops.
IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V. Alleen: Utrechtschestr. 40, Telcf. 92.
Vervolgens, in vele gevallen tenminste,
komen nog de kosten voor het landtrans
port op de plaats van bestemming.
En danwaar men in on6 land ge
woon is alleen maar rekening mede te
houden, komen tenslotte de kosten voor
het werkelijke transport te water.
Daar thans reeds de vrachten per spoor,
voor gelijke kwantums steenkool als de
schepen vervoeren; dat wil zeggen voor ge-
heele treinladingen naar Amsterdam en
Rotterdam slechts 2.10 en 2 per ton
bedragen; hetgeen al minder is dan het be
drag, dat de goè-gemeente per ton voor een
gedeelte van den scheepvaartweg moet
opbrengen, verkrijgt rnen wel een schitte
rende dunk van de economische begrippen
van de voorstanders der goedkoope kana
len.
Het wordt inderdaad hoos tijd, dat men
nu spoedig nog eens 50 millioen gaat
uitgeven voor de verbetering van den
scheepvaartweg van Amsterdam naar den
Bovcn-Rijn. Gelukkig, dat tenminste met
den aanleg van de zoo economische Twen
te—Rijnkanalen al een aanvang is ge
maakt.
DOODELIJK VERKEERSONGEVAL.
Grave, 12 Nov. Hedenavond te zes uur
is op den Elftweg onder de gemeente Velp
bij Grave een ernstig verkeersongeval ge
beurd. Op den Rijksstraatweg Den Bosch—
Nijmegen reed de 20-jarige motorrijder S. F.
uit Nijmegen tegen een boerenwagen, die
van een deugdelijken reflector was voor
zien. De motorrijder en de duorijder werden
op den weg geslingerd.
S. F. werd in cleerniswekkenden toestand
naar het ziekenhuis te Grave overgebracht,
alwaar hij bij aankomst overleden is. De
duorijder kwam met den schrik vrij.
REORGANISATIE DER BRANDWEER
TE MIDDELBURG.
Nadat in de raadsvergadering van 15 Oc
tober met algemcene stemmen is aangeno
men het voorstel tot verbetering der voor
ziening met brandbluschwater, doen B. en
W. van Middelburg thans een voorstel tot
reorganisatie der brandweer, zulks aan de
hand van de desbetreffende adviezen van
de Commissie uit de Kon. Nederl. Brand-
wecr-vereeniging.
Wat betreft het materieel wijzen B. °n W.
er op, dat de gemeente op dit oogenblik be
schikt over twee autospuiten met een capa
citeit van 1000 liter per minuut bij 80 meter
opvoerhoogtc. Een daarvan zouden B. en W.
willen vervangen door een zware autospuit
met een capaciteit van 1800 liter per minuut
bij 80 meter opvoerhoogte of 1200 liter bij
100 meter, met toepassing van een uitrus
ting voor beide spuiten. Eén schuimblusch-
installatie acht men voldoende, terwijl
voorts een derde ladderwagen wordt aan
geschaft en de inrichting der vier bestaan
de groote slangenwagens wordt verbeterd.
Tenslotte wordt het alarm systeem gereor
ganiseerd.
Onverminderd verzet bij de gemeente
Alphen aan den Rijn
In de eerstvolgende vergadering van den
Raad van Alplien a.d. Rijn zullen de nieu
we annexatieplannen van Boskoop een punt
van bespreking uitmaken.
Men zal zich herinneren zegt het Hbld.
dat Boskoop reeds in 1921 bij Gcdcp. Sta
ten plannen tot een grenswijziging heeft in
gediend, welke neerkwamen op annexatie
van een gedeelte van Alphen a. d. Rijn, Ha-
zerswoude en Reeuwijk. Ged. Staten achtten
toen- den tijd daarvoor niet geschikt en ad
viseerden het gemeentebestuur van Boskoop
de grensregelingsplannen eerst weer in te
dienen, nadat voor de gemeente betere tij
den zouden zijn aangebroken. Dat tijdstip
acht Boskoop thans gekomen en het ge
meentebestuur heeft zich daarom opnieuw
tot Ged. Staten gewend met een schrijven,
waaruit blijkt, dat de gewenschte grensrege
ling de volgende gebieden omvat: van de
gemeente Alphen a. d. Rijn de polders Nesse
en Rijneveld; van de gemeente Reeuw ijk
het resteerende gedeelte van den polder Rij
neveld, genaamd Spoelwijk, benevens het
blok Randenburg; van de gemeente Haz?rs-
vvoude een gedeelte vaiï het Hazerswoudsche
Rietveld met den Simonspolder, benevens
een gedeelte van de Hazerswoudsche Droog
makerij met een gedeelte van den Am-
bacli tspolder.
Uitvoering van dit plan zou inhouden,
dat aan Boskoop in totaal zou worden toe
gevoegd een oppervlakte van 1194 H.A. met
1245 bewoners.
Mochten Ged. Staten zich met deze uit
breiding niet kunnen vereenigen, dan geeft
Boskoop in overweging een plan, waarin
niet zijn opgenomen de gedeelten der ge
meente Hazerswoude.
In de bedreigde gemeenten staat men in-
tusschen nog net zoo tegenover de Boskoop-
sche plannen als in 1921. Dat blijkt wel uit
het prae-advics van B. en W. van Alphen,
die uitvoerig de motieven van Boskoop
weerleggen. Voor de bewering, dat Boskoop
vanwege zijn uitbouw naar de zijde van
Alphen expansie noodig heeft, achten zij
geen feitelijken grond aanwezig, evenmin
als voor het motief, dat de tijdsomstandig
heden thans voor een grenswijziging gun
stig zouden zijn. Zij geven den Raad dan
ook in overweging aan Ged. Staten mede te
deelen, dat de Raad geen enkel steekhou
dend motief heeft kunnen aantreffen voor
de noodzakelijkheid van de totstandkoming
cener grenswijziging tusschen beide ge
meenten.
Het voorstel tot ontbinding
aan de orde
's Gravenliage, 12 Nov. In het Zuid-
Ilollandsch Koffiehuis is hedenochtend een
buitengewone algemcene vergadering ge
houden van leden van de Onderlinge Waar-
borg-Maatschappij „De Nieuwe Boerhaave".
Tot de vergadering werden overeenkom
stig art, 38 der statuten alleen toegelaten
die leden, welke hun laatsto premiekwi
tantie konden tocnen.
Voorzitter was de heer W. H. Hioolen,
president-commissaris der Maatschappij.
De heer Hioolen opende te ongeveer half
elf de vergadering.
Na goedkeuring van de notulen der vo
rige vergadering van 3 Mei j.l. deelde de
voorzitter mede, ddt de directeur niet aan
wezig is op verzoek van commissarissen.
Spr. verwacht op deze vergadering allerlei
vragen. Hij is bereid hierop in het algemeen
te antwoorden, doch verklaart op detail
punten niet te kunnen ingaan.
Daarna was aan de orde hot voorstel van
het bestuur om de Maatschappij te ontbin
den. Dit voorstel is genomen in de verga
dering van commissarissen van IS October.
De ontbinding is noodig geworden, omdat
er in de premiebetaling een zoodanige
stagnatie was ontslaan, dat men meende de
zaak niet verder te kunnen voortzetten.
Commissarissen hebben dan ook gemeend
in het belang der leden de kwitanties in
het begin van November niet meer te moe
ten aanbieden.
De heer C. Hout vroeg of in den oproep
voor de vergadering niet had kunnen wor
den medegedeeld, dat de laatsto kwitantie
moest worden gedeponeerd of worden mee
gebracht. Door dit verzuim zijn thans vele
leden gedupeerd.
De voorzitter betreurt deze weglating
eveneens, doch merkt op dat de leden dezen
eisch uit de statuten hebben kunnen leeren
kennen.
De heer A. Sanders vraagt hoe het bij
liquidatie staat met de verplichtingen der
Maatschappij tegenover de verzekerden.
De voorzitter kan hierop moeilijk ant
woorden, want de afdoening zal afhangen
van het verloop van de zaak.
Mr. Roeper Bosch, rechtskundig advi
seur der Maatij., deelt mede dat naar zijn
meening de polissen van beide zijden moe
ten worden nagekomen in geval van liqui
datie, tenzij partijen er de voorkeur aan
zullen geven-om de loopende verzekering te
laten vervallen.
Wanneer men de polis handhaaft, zal
men ook de premie moeten blijven doorbe
talen.
De heer A u s e m s vraagt wat het ver
schil is tusschen de gevolgen van faillisse
ment en die van liquidatie. Voorts zou spr.
gaarne vernemen hoe groot het aantal
leden is.
De voorzitter schat dit aantal op 8 h
10.000.
Wat de gevolgen der liquidatie aangaat,
merkt spr. op, dat het voorstel tot liquidatie
als gevolg zal hebben, dat alle leden een
jaar premie zullen moeten bijbetalen. Dit
zal voldoende zijn voor een behoorlijke
liquidatie cn dan zullen alle schuldeischers
kunnen zijn voldaan.
De heer Ausems vraagt of de leden, die
naar de Cura overgaan, ontslagen worden
van hun verplichtingen tegenover de
Nieuwe Boerhaave.
De voorzitter antwoordt hierop ontken
nend.
Ongewond blijft in het leven slechts hij,
die ter wille van den lieven vrede eiken
strijdt vermijdt
VON REINIIARDT.
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER.
26
Zij stapte in de lift en nadat zij mij ten
afscheid had toegewuifd, keerde ik naar
mijn kamer terug. Om klokke half een
ging Ik naar het café om te lunchen. De
zaal was goed bezet, maar haast de eerste,
dien ik zag, was Louis, die minzaam en
beleefd een gezelschap bezoekers naar hun
plaats geleidde. Ik nam plaats aan mijn
vaste tafel en keek toe hoe hij zijn werd deed.
Wat moet hij een pracht van een kellner
geweest zijn, dacht ik. Vlug en geruiscli-
loos bewoog hij zich, zijn oogen schenen
overal heen te kijken, zoodat hij de ge
ringste fout van zijn ondergeschikten op
merkte, evenals het haast onmerkbare
voorhoofd fronsen van zijn klanten. Ieder,
die daar zijn lunch gebruikte, kreeg het
gevoel alsof hij een deel van Louis' per
soonlijke belangstelling deelachtig werd.
In de verte zag men, hoe hij met zijn in
nemend lachje een behoorlijk menu op
stelde voor een bedeesd jongmensch, ter
wijl hij een paar oogcnblikken later met
een smulpaap of een trouwen klant de
herinnering ophaalde aan een of andere
kostelijke saus. Zoon man had als mattre
d'hotel zijn carrière gemist. Hij bezat de
gaven van een diplomaat, de vlotheid en
inspiratie van een genie.
Ik had gemeend, dat hij niet gemerkt
had, dat ik de zaal was binnengekomen,
doch plotseling stond hij met een vriende
lijke buiging voor mijn tafel.
„De plat du jour", merkte hij op, „is
vandaag voortreffelijk. Mijnheer moet hem
bepaald bestellen. Als men een paar dagen
genoten heeft van de Fransche keuken,"
ging hij voort, „dan is een eenvoudige
Kngelsche 6Chotel soms een ware lek
kernij."
„Wel verplicht, Louis," antwoordde ik.
„Maar deel mij eens mede wat er van den
heer Delora iz geworden."
Mijn plotselinge aanval werd gepareerd
met 't gemak van een volleerd meester, ten
zij hij waarheid sprak.
„De heer Delora!" herhaalde hij. „Logeert
die dan niet hier met zijn nichtje? Ik heb
al naar ze uitgekeken tegen dat de lunch
tijd aanbrak."
„Zijn nichtje is hier, maar de heer De
lora is weggebleven."
Louis deed toen iels wat ik hem vroeger
noch daarna heb zien doen, hij liet iets val
len dat hij in de hand hield. Het was niet
meer dan een wijnkaart en hij boog zich
om het papier op te rapen met een woord
van verontschuldiging. Maar ik zag duide
lijk, dat toen hij weer rechtop stond, de in
spanning van het bukken geen kleur naar
zijn gelaat had gejaagd, maar juist alle
kleur van zijn wangen had doen verdwij
nen:
„Wou u zeggen, dat de heer Delora ergens
elders zijn intrek genomen heeft?"
Ik schudde ontkennend het hoofd, zeg
gende:
„Van Folkestone af hebben zij met mij
in dezelfde coupé gereisd. Op liet Charing
Cross Station is de heer Delora, die deer
lijk van zeeziekte te lijden had gehad en
blijkbaar zeer zenuwachtig en weinig op
zijn geraak was, uit den trein gesprongen,
eigenlijk nog voor deze goed stil stond en
is in een hansom gekropen, om zich naar
dit hotel te begeven. Wij hadden afgespro
ken, dat ik de zorg voor zijn nichtje op mij
zou nemen en hem zou volgen. Toen wij
hier aankwamen, was hij er nog niet en hij
is daarna ook niet verschenen. Ik heb daar
even zijn nichtje gesproken en zij heeft mij
verzekerd, dat zij er zelfs geen idee van
had, waar hij kon zijn."
Louis stond roerloos naast mij en ver
klaarde: „Dat is een allerwonderlijkste ge
beurtenis, mijnheer."
„Zoo iets vreemds is mij in mijn leven
nog niet overkomen," voegde ik er aan toe.
„Mijnheer stelt natuurlijk het hoogste be
lang in de zaak. U heeft met hen gereisd,
u heeft laten merken, dat u de schoon
heid van 't jonge meisje bewonderde en
dus kan ik begrijpen, dat u de zaak bijzon
der interesseert."
„Zoo sterk, Louis," verklaarde ik, ,dat ik
van plan hen alles te doen om het raadsel
van Delora's verdwijning op te lossen. Ik
heb niets omhanden en het zal mij aflei
ding bezorgen."
Hoofdschuddend merkte Louis op: „Het
is niet altijd geraden zich in andermans
zaken te mengen! De verdwijning van den
heer Delora is misschien niet zoo toevallig
als ze lijkt."
„Wat wil je daarmee zeggen*?" vroeg Ht
haastig. t
„Och niets, mijnheer," antwoordde Louis
met een schouderophalen, „het was maar
zoo'n opmerking in het algemeen. Wanneer
iemand verdwijnt, dan is iedereen er als
een haas bij om te spreken van bedrog,
van moord en meer van dat moois. Maar is
dat nu werkelijk redelijk? Veelal is de man,
die zoek is geraakt, verdwenen met zijn
eigen goedvinden. Hij verdwijnt uit vrees
voor dingen die hem zouden kunnen over
komen, dan wel omdat hij zelf er een
bedoeling mee heeft."
„Je zoudt dus willen zeggen, dat de ver
dwijning van Delora van vrijwilligen aard
is?"
Nogmaals zijn schouders ophalend, ant
woordde Louis:
„Wie kan dat zeggen, mijnheer. Ik beweer
niets. Ik heb niet anders gezegd dan wat
men doorgaans in een dergelijk geval op
merkt. Eén oogenblik, mijnheer."
Hij vloog weg om een paar nieuwe gasten
te verwelkomen, bracht hen naar hun tafel,
stelde hun lunch samen, liep een paar
maal door de zaal, hier en daar even stil
staande om een buiging voor een klant te
maken, om te zien of de schotcis tijdig wer
den aangebracht, om een of andere, fout in
de bediening te herstellen. Terwijl mijn
oogen hem volgden, leek het mij wel alsof
hij honderderlci dingen had in orde ge
bracht, alvorens hij weer bij mij terugkeer
de. Maar het duurde inderdaad slechts en
kele oogenblikken of hij stond weer voor
mijn tafel, met een kalm gelaat toeziende
hoe ik werd bediend.
Toen wij weer een oogenblik alleen waren,
boog Louis zich een weinig over mijn tafel
en zeide glimlachend: „Mijnheer stelt heel
veel belang in de verdwijning van een ken-
i»is, een mijnheer* dien hij in den treki
Op een vraag van den heer Willigis, of
de leden bij faillissement hoofdelijk aan
sprakelijk zijn voor de gohecle schuld der
maatschappij, zegt de voorzitter, dat
het zijn meening is, dat de leden niet hoof
delijk aansprakelijk zijn.
De heer K es ting zou het wenschelijk
achten om bij liquidatie, indien zulks mo
gelijk is, de loopende contracten te verbre
ken, omdat anders de maatschappij een te
groot risico op zich zou nemen.
Voorts vraagt spr. hoe het staat met de
herverzekering bij de Cura.
De voorzitter deelt mede, dat de
quaestie van deze herverzekering een dor
fouten van de directie is. Het contract met
de Cura was opzegbaar en nu heeft de Cura
het contract opgezegd ruct ingang van 1
Januari 1930. Do heer Resting zegt dat dit
niet juist kan zijn, want hij heeft een
quitantie, die geteekend is na 1 Januari
1930 en waarin de Cura zich verbindt baar
verplichtingen uit do herverzekering voort
vloeiende, na te komen tot 1 December 1934.
Het Bestuur doet daarna het volgende
voorstel:
Do buitengewone algemeene vergadering
van leden der wederkccrige Waarborg
Maatschappij Verzekering Maatschappij „Do
Nieuwe Boerhaave", op 12 November 1930 te
's Gravenhago bijeen;
gehoord de debatten;
gehoord de beantwoording van do gestel-,
de vragen;
benoemt een commissie van onderzoek;
bepaalt, dat deze commissie tot taak zal
hebben te onderzoeken, waardoor bet tekort
in „De Nieuwe Boerhaave'' is ontstaan en.
of door aan haar toe te rekenen fouten de
directie voor dit tekort geheel of gedeeltelijk
aansprakelijk kan worden gesteld;
verleent aan deze commissie de bevoegd
heid om voor rekening der „Nieuwe Boer
haave" zich bij dit onderzoek door een door
deze commissie aan te wijzen deskundige
te laten voorlichten,
verleent aan deze commissie de bevoegd
heid het resultaat van haar onderzoek ter
kennis te brengen van de leden der „Nieu
we Boerhaave''.
Een commissie van onder
zoek benoemd.
In de heden gehouden buitengewone ver
gadering van leden der Nieuwe Boerhaavo
werd na langdurige discussies besloten een
commisèie in te stellen, welke tot taak zal
hebben te onderzoeken waardoor het te
kort in de Nieuwe Boerhaave is ontstaan
en of, door aan haar toe te rekenen fouten,
de directie voor dit tekort geheel of gedeel
telijk aansprakelijk kan worden gesteld. In
de commissie werden benoemd mr. van
Gcnechtcn te Utrecht en de heeren A. San
ders en C. Haupt, beiden te Den Haag. Ten
slotte werd een motie aangenomen waarin
de meening werd uitgesproken, dat het het
belang der schuldeischers en der verzeker
de leden is, dat niet het faillissement
wordt uitgesproken, maar dat er surséance
van betaling wordt verleend, terwijl aan
het bestuur en aan de commissarissen op
dracht werd verleend na eventueele sur
séance-verleening opnieuw een buitenge
wone algemeene vergadering bijeen te roei
pen, waarin onder meer zal worden voorge
steld tot liquidatie over te gaan.
AANKLACHT TEGEN EEN
GENEESHEER.
Arnhem, 11 Nov. Door een werkman tö
dezer stede is tegen een geneesheer een aan
klacht bij de Justitie ingediend. Een kind
van den werkman kwam Woensdag ziek
uit,school. De dokter' werd geroepen, die
verkoudheid constateerde. De toestand werd
echter zorgelijk en de dokter werd opnieuw
gewaarschuwd. Vrijdag was hij nog niet ge
komen ondanks herhaaldelijken aandrang.
Hij kwam pas Zaterdagmiddag het kind be
zoeken en achtte toen opneming in het zie
kenhuis noodzakelijk. Enkele uren na do
opneming is het kind overleden.
heeft ontmoet, maar hij vraagt niet naar
dingen, waarbij hij nauwer is betrokken."
„Je doelt zeker op Tapilow", merkte ik
haastig op.
Louis knikte bevestigend en vervolgde
„Tapilow ligt in een ziekenhuis en wordt
beter. Maar hij zal zijn leven lang mank
blijven en zijn leven lang zal een lit-
tecken, van zijn voorhoofd naar zijn mond
loopend, zijn gelaat ontsieren."
Ik knikte peinzend en merkte op: „Dal
is misschien nog wel de beste tuchtiging."
Ik meende, dat er iets van bewondering
sprak uit Louis' grijsgroene oogen.
„Mijnheer is een goedig mcnsch," pre*
velde hij.
„Waarom ook niet," antwoordde ik. „Wij
bezitten allemaal een zekere dosis philo-
sophie, niet waar? 1-Iet was onvermijdelijk,
dat als die man en ik elkaar zouden ont
moeten, ik zou trachten hem te vermoorden.
Ik beschikte dien avond niet over e«li
wapen en ik pakte hem eenvoudig mil
mijn handen beet. Maar je weet wat w
verder is gebeurd. Was hij vermoord, daü
zou ik er voor hebben moeten boeten. Het
was een waag, maar je zult mij toegeven,
dat ik dien moest aanvaarden. Het gebeur
de was onvermijdelijk. Het kwaad, dat hij
aan iemand, die mij zeer na aan het hart
ging, had berokkend was te ernstig, te af
schuwelijk, dan dat het ongestraft mocht
blijven."
„Maar als hij beter wordt," merkte Louis
met nadruk op, „dan heeft u een vijand
meer in de wereld."
(Wordt vervolgd).