AMEnSFOöKTSCH DAGBLAD TE WEINIG GELD VOOR DEFENSIE NIEUW PARIJS De moeilijkheden in het bedrijfsleven Fa. B. KRAAL HAWEKO jc.DIJAGER|§ De Verdwenen Delora Zaterdag 15 November 1930 -DE EEM LANDER" 29e Jaargang No. 118 DE VREDESFORMATIE DER INFANTERIE Critiek en lof voor den minister TWEEDE BLAD Jongenshandschoenen in wol en astrakan LANGESTRAAT 26 Kinder- en Dames- taschjes Porternonnaie's Lijstenmakerij en Kunsthandel S. RUITENBERG Hzn. Demi-saisons assen BowSsteBIen Bowlglazen Het adres voor Hoeden en Petten, FEUILLETON HET TEMPO DER SOCIALE WETGEVING Een Economische Raad WIJ ALLEEN IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V. Voorloopig verslag der Tweede Kamer over de defensie begrooting Verschenen is het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk VIII der Begrooting (Defensie). Het volgende is er aan ontleend: „Verscheidene leden getuigden van hun waardeering voor het beleid van den Minis ter, voor de groote belangstelling voor de zee- zoowel als voor de landmacht, waarvan hij blijk geeft, en voor zijn optreden, waar hij met organen der weermacht persoonlijk in aanraking komt. Andere leden konden zich met 's Minis ters beleid niet vereenigen. Zij betreurden het, dat deze burger-Minister kennelijk in alles de legerleiding volgt, welke streeft, zooal niet naar het opdrijven der militaire eischen, dan toch naar het onverzwakt handhaven van het bestaande. Zoo zal van vermindering van bewapening niets komen. Zat de wil om te verminderen en te bezui nigen voor, dan zou de begrooting niet, als thans, een verhooging van ruim 1.750.000 te zien geven; verhooging, waartegen dc hier aan het woord zijnde leden met klem protesteerden. Dan zou een aanvang zijn gemaakt met de afschaffing van de doode weermiddelen en met de geleidelijke ver mindering van het contingent, waarop reeds zoo vaak is aangedrongen. Van afschaffing van de cavalerie en van de herhalingsoefe ningen, mede reeds jaren bepleit, is geen sprake. De zaken worden volkomen op den ouden voet voortgezet. Het eindcijfer is zelfs verhoogd, ofschoon de uitgaven voor de uit rusting van het leger zijn verlaagd Sommige leden hadden den indruk ge kregen, dat in de laatste jaren over te wei nig geld beschikt is kunnen worden om de defensiemiddelen behoorlijk op peil te houden. Allereerst komt dit naar de meening de zer leden uit in den toestand, waarin de vloot verkeert. Bij de voorbereidende be handeling van de in het V. V. genoemde vlootplannen werd er op gewezen, dat de O 6, O 7 en O 8, die in 1916 te water wer den gelaten, niet tijdig zullen kunnen wor den vervangen. Volgens de genoemde plan nen zullen eerst in 1941 twee O-bootcn ter vervanging gereed zijn. Een oorlogsschip voor West-Indië is niet beschikbaar. Voor bescherming van de Nederlandsche belan gen in de West-Indische wateren is thans aangewezen de opiumjager Arend, die van het Indische Gouvernement moet worden gehuurd. Speciaal voor den dienst in West- Indië worden twee Z-booten bestemd, die daarmede aan de sterkte in Nederland ko men te ontbreken. Het voor dat gebieds deel aan te bouwen flottieljevaartuig heeft te geringe snelheid en onvoldoende ge- vechtswaarde. Het personeel van de vloot in Indiö heeft niet de vereischte sterkte. Aanvankelijk werd gemeend, dat zou kun nen worden volstaan met 2009 man Euro- peesch personeel. De commandant der Zee macht in Nederlandsch-Indié vroeg echter in 1928 2193. in 1929 2312 en in 1930 2453 man terwijl uit de Memorie van Toelichting blijkt, dat thans 2447 man blijvend noodig worden geoordeeld. In verband met tijdver lies door overvoer en verlof zal een zekere reserve aanwezig moeten zijn. Zoo zal 500 man nieuw personeel moeten worden aan gesteld. Voor West-Indië komt daar nog bij 400 man. Tezamen vormt dit 900 man. Ware met de uitbreiding van personeel eerder begonnen, dan zou' thans niet, gelijk in de Memorie van Toelichting wordt gemeld, tot 1934 behoeven te worden gewacht voor en aleer de noodige sterkte op de vloot in Nederlandsch-lndié zou zijn bereikt. In dc tweede plaats zagen de hierbedoel- de leden een bewijs van een minder goede verzorging van de defensiebelangen als ge volg van het ontbreken van de noodige geldmiddelen in de ontworpen wijziging van de vredesformatie der infanterie. In de Memorie van Toelichting wordt medege deeld, dat gebleken is, dat er bezwaren be staan tegen de onderverdeeling van het re giment infanterie in twee schoolcompag- nieën en dat daarom de opleiding in het vervolg bij drie compagnieën zal plaats hebben. Zulk een verdeeling in drie com pagnieën heeft men ook vroeger gehad. Zij is echter vervangen door do tegenwoordige regeling om redenen van bezuiniging. Do thans in te voeren organisatie zal op zich zelf weder verhooging van uitgaven met zich brengen. Tegenover deze verhooging zal echter, volgens de Memorie van Toe lichting, worden gesteld een verlaging door vermindering van het aantal officieren met één per regiment. Zoo zal, als indirect ge volg van de destijds aangebrachte bezuini gingen, de infanterie worden verzwakt Sommigen der hierbedoelde leden, die het onwaarschijnlijk achtten, dat de defensie uitgaven veel hooger zullen kunnen worden opgevoerd, waren van meening, dat voor de verhooging van uitgaven voor materieel, welke noodzakelijk is compensatie zou kun nen worden gevonden in een vermindering van de uitgaven voor personeel. De bedra gen, noodig voor de bezoldiging van het bc- roepspersoncel, hetzij door een verbetering der organisatie, hetzij door opheffing van een divisie, schijnt de eenige uitweg. Bij de luchtvaartaf deeling en den motordienst valt thans het omgekeerde te constateercn. Daar stijgen de personeelsuitgaven, terwijl die voor het materieel een sterke vermin dering ondergaan. Daarmede wordt het de- fensiebelang slecht gediend. DE AMSTERDAMSCHE KUNST SUBSIDIES. B. en W. van Amsterdam stellen den raad voor, over 1931 de volgende kunst subsidies te verleenen; aan het Schouw- tooneel dir. A. v. d. Horst, 15,000; aan het Ensemble Bouber 5000; aan de Mij. Apollo 2000; aan het Concertgebouw 107.000, benevens een bijdrage van 25,000 in een eventueel tekort; ten be hoeve van de concerten te geven door het koor der afd. Amsterdam van Toonkunst, 7500; aan de Kon. Oratoriumvereeniging, de Chr. Oratoriumvereeniging. de R.K. Oratoriumvereeniging en de vereeniging de Stem des Volks, onderscheidenlijk 5000, 5000, 3000 en 2000; aan de vereeniging Schola Cantorum 1300; aan de vereeniging Volkszang 750; ten be hoeve van de uitvoeringen van verecnigin- gen, aangesloten bij den Bond van Am- sterdamsche zangverecnigingen, den Bond van Am6terdamsche christelijke zang- en muziekvereenigingen en den Bond van Amsterdamschen dilettantenmuziekver- eenigngen 22,250 en voor het honorarium der commissie van deskundigen 750; ten behoeve van uitvoeringen van zang- en muziekvereenigingen, welke niet zijn aan gesloten bij een plaatselijken bond, ƒ3500; aan de vereeniging Het Kamerorkest van het Concertgebouw-Sextet 1000; aan de Mij. Cecilia 2000; aan de Wagnervereeni- ging 6000 voor het geven van populaire uitvoeringen; aan de Italiaansche Opera 9200 en aan den Amsterdamschen Kunst kring voor Allen 12,000 Voort6 stellen B. en \V. voor, hen te machtigen, ten behoeve van het organi- seeren van een historischen tooncelcyclus een bedrag van ten hoogste S000 te be steden en een crediet van ten hoogste 8000 te hunner beschikking te stellen teneinde daaruit bij buitengewone ge beurtenissen op kunstgebied een êubsidie te kunnen toestaan. 4*++++++++++*++++++*++++++++++ U trechtscbestraat Tel. 638 Arnh. weg 32 Tel. 1069 Onze collectie lijsten munt uit tloor mooie profielen voor elke omlijsting. BILLIJKE PRIJZEN Utr. straat 26 - Tel. 243 LANGESTR. 35 TEL. 308 LANGESTRAAT 19 RHeeren Mode Magazijn 3 Het is dikwijls een voortuitgang als men van iets terug komt. Door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 28 Op dat oogenblik begreep ik, dat ik op 't punt 6tond ten minste iets van de waar heid te vernemen. „De heer Delora heeft andere plannen", zeide hij met nadruk. „Ja, dat dacht ik wel", antwoordde ik Ik zag, hoe Louis zijn hoofd half om wendde. Er kwam geen verandering in den toon van zijn stem noch in zijn houding, maar natuurlijk klonken daarom zijn woor den wat wonderlijker, toen hij zeide: „Voor het oogenblik zetten wij ons ge sprek niet voort, mijnheer. Daar zit iemand hier vlak bij, die er een lief ding voor over zou hebben wanneer hij ons kon beluiste ren. Het gevolg hiervan is natuurlijk, dat men niets meer zegt. Als mijnheer mij een kwartiertje van zijn tijd wil afstaan op rijn kamer, b.v. om zes uur „Goed, om zes uur dan, Louis." Louis streek nog even mijn tafellaken glad en nam met een buiging afscheid van mij. Ik zag toen dat aan de tafel naast mij, tot nog toe door Louis' lichaam voor mij verborgen, dezelfde heer zat, die op het •tation vlak bij ons had gestaan! Na den lunch nam ik een taxi, bracht een bezoek bij mijn kleermaker, wipte even mijn club binnen en sloeg wat sigaretten in. Maar Londen was zoo vervelend als slechts mogelijk is in den zomer, zoodat ik blij was in mijn hotel terug te zijn, vooral toen ik in de lift Felicia ontmoette. Zij schrikte toen zij mij zag en scheen een beetje ze nuwachtig. Toen de lift bij haar verdieping stil hield, stapte ik ook uit. „Laat ik u naar uw kamer brengen", zeide ik, „het is bijna vijf uur." „Heel graag," antwoordde zij, „ik moet u bepaald even spreken, kapitein. Ik heb toen ik uitging vergeten u iets te zeggen." Ik loosde een zucht en antwoordde: „Ik vergeet altijd heel wat, dat ik u zeg gen wilde als ik bij u ben." Glimlachend riep zij uit: „Begint u nu ook al met malligheden? Maar laten wij daar nu verder niet op ingaan. Ik wil ern stig met u spreken. Die Louis is terug, niet?" „Ja, hij was tegen don lunchtijd weer in het café." „Kapitein Rotherby", ging zij voort, ter wijl wij haar kamer binnengingen, „die Louis is een wonderlijk heer. Ik geloof, dat hij te uwen opzichte iets in den zin heeft. Wilt u mij beloven, dat u zult oppassen met hem?" „Oppassen? Ik begrijp u niet recht, maar natuurlijk beloof ik u het." Zij pakte mij bij de lapellen van mijn jas, alsof zij mij naar zich toe wilde trek ken. Ik voelde mijn hart sneller kloppen, want donker blauw waren haar oogen „Begrijpt u mij niet, kapitein? Laat ik u dan zeggen, dat die Louis niet is wat hij schijnt. Ik ben overtuigd, dat hij u met een bepaald doel mede nam naar het Gafé des Deux Epingles. Hij denkt misschien wel, dat u in zijn macht is, nu, onidat u vocht met dien anderen heer en hem deer lijk hebt gekwetst. En Louis is goed op de hoogte!" „Ga voort, wat ik u bidden mag!" „Ik vraag u alleen voorzichtig te zijn. Wanneer hij u verzoekt iets voor hem te doen, overtuig u dan wel, dat het iets is, dat niet in strijd is met uw eer en goeden naam! Werkelijk, kapitein, Louis en zijn vrienden zijn geen menschen van uw slag. Zij zijn slimmer dan u, misschien zijn zij knapper, maar ik ben niet overtuigd dat zij eerlijk zijn. Louis zal misschien probeeren u zooveel vrees aan te jagen, dat u zicü aan zijn zijde schaart, zoo hij niet probeert u langs anderen weg daartoe te brengen", voegde zij er met een veelzeggcnden blik aan toe. „U moet niet naar hen luisteren, u moet mij dat beloven." „Dat doe ik van ganscher harte", ant woordde ik, „noch Louis, noch iemand an ders op dc wereld zal mij er toe kunnen brengen iets te doen, dat ik als onteerend als Pi strijd met den plicht van een fat soenlijk man beschouw." „I ouis is zeer slim", fluisterde zij. „Hij is best staat iets voor te stellen als vol komen in den haak, terwijl het toch niet zoo is." „Jawel, dat zie ik ook wel", verzekerde ik haar. „Maar hoe komt u aan al die we tenschap omtrent Louis?" „Och, dat doet er niets toe", antwoordde zij een beetje ongeduldig. „Anderen heb ben mij dat van Louis verteld.. Ik ken dat soort menschen wel Ik ben er van over tuigd, dat hij met een voorstel bij u zal komen. Wilt u zich in acht nemen .voor hem?,"- De Minister van Arbeid kondigt verschillende ontwerpen en maatregelen aan 's-Gravenhage, 14 Nov. Blijkens de Memorie van Antwoord aan de Tweedo Kamer, inzake de begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid, is het standpunt van den Minister, dat ook de tegenwoordige moeilijkheden in het bedrijfsleven er niet toe mogen leiden de uitbreiding van de sociale wetgeving stop te zetten, maar dat meer nog dan in voormalige tijden men zich nauwkeurig heeft af te vragen, welke vermoedelijk de economische gevolgen van iedere maatregel zullen zijn en of het be drijfsleven op dit oogenblik die maatregel zal kunnen dragen. Uit die overweging komt hem het hui dige tijdstip niet geschikt voor om met name een wettelijke regeling voor do ar- beidsvolwassenen in het landbouwbedrijf aanhangig te maken; ook een wettelijke re geling van de werkloosheidsverzekering die, als zij iets zal beteekenen, nieuwe las ten aan het bedrijf zal moeten opleggen zal niet op den voorgrond kunnen staan. Anderzijds zullen eerlang verschillende onderwerpen aan de orde worden gesteld, die de Minister ook in deze omstandighe den urgent en verantwoord schijnen. Het ontwerp voor een nieuwe veilig heidswet, dat den Hoogen Raad van Ar beid is gepasseerd, zal binnenkort de Sta- ten-Gcneraal kunnenu bereiken. Een voor ontwerp voor een bcdrijfsradenwet is aan den Hoogen Raad van Arbeid toegezonden cn aan een wetsontwerp betreffende alge meen verbindend-verklaring van bepalin gen van collectieve arbeidscontracten do laatste hand gelegd. Een voorstel tot wijzi ging van de bepalingen der sociale verze kering bevindt zich in vergevorderde staat van voorbereiding. Een voorontwerp werktijdenregeling voor kantoren wordt dezer dagen aan den Hoo gen Raad van Arbeid toegezonden en het wordt tevens gepubliceerd, zoodat de be langhebbenden allen gelegenheid hebben hun Zienswijze daarover kenbaar te ma ken. Bereikt het advies den Minister tij dig, dan mag verwacht worden, dat de be palingen omtrent de arbcids- en rusttijden voor deze inrichtingen uiterlijk op 1 Mei a.s. in werking zullen treden. Bij de technische herziening der Ziekte wet, welke in voorbereiding is. kan worden overwogen of en in hoever namens de Ra den van Arbeid de bevoegdheid kan wor« 'den gegeven om onder lioogcre goedkeuring regelen te stellen, welke voor bepaalde groepen van arbeiders kunnen afwijken van de algemeen geldende wettelijke voor schriften. Bij deze technische herziening zal o. m. de vooruitbetaling van de premies verschuldigd aan do Raden van Arbeid aan de orde worden gesteld. Het ligt in do bedoeling van den Minis ter om zoodra het ontwerp Ziekenfondswet tot wet zal zijn verheven, de in werkingtre- ding van Art. 124 der Ziektewet te bevor deren. Voor zoover de werkloosheidskassen zul len blijken te kort te schieten aan de eischen door de crisis te stellen, neemt de regeering een aanvullende regeling in overweging. De Minister is bekend met de moeilijke omstandigheden, waarin zich de Neder landsche musici bevinden. Dat deze om standigheden verband houden met het wer ken in Nederland van niet-Nederlandsche musici is ongetwijfeld waar, al werken ook andere oorzaken mede. Wellicht zal er aan leiding bestaan om het probleem der mu sici afzonderlijk onder de oogen te zien. Het voornemen bestaat een economische raad in te stellen, waarin vertegenwoordi gers van handel, landbouw en industrie naast die van andere departementen, dd waarborgen kan verschaffen tot samenwer king van die departementen en van de noo dige voeling met het bedrijfsleven in den vollen omvang. Inzake de conclusies der commissie tot onderzoek van het cadeaustelsel wenscht do Minister zich nag nader te beraden. De Minister is voornemens een zeer be perkte wijziging der IJkwet te bevorderen. Het ligt in de bedoeling ten behoeve van den Octrooiraad een afzonderlijk gebouw to stichten. Ten aanzien van do tandtechnici meen! de Minister, dat er geen reden is om de af gewezenen opnieuw examen te laten doen. Binnenkort stelt de Minister zich voor een wetsontwerp inzake de artsenijbercid- kunde aanhangig te maken. In dat ont werp zal de gelegenheid bestaan verschil lende uitwassen als gevolg van den handel ,.cn specialité" te treffen. Voorshands is dfl Minister nog niet bereid het vakdiploma van drogisten tot een staatsdiploma tfl maken. Indien blijkt, dat het aanhangige ont werp Drankwet niet tijdig kan zijn behan deld, zal de Minister bereid- zijn een voor stel te doen om de termijn van art. 66 van de Drankwet wederom tc verlengen. Do regeering is bereid in daarvoor geschiktd gevallen aan gemeenten crediet tc verstrek ken voor voorschotten onder hypothecair verband om arbeiders aan een eigen wo ning te helpen. in Amersfoort koopen persoonlijk alle visclisoorten in de Rijksvisohhallen te IJmuiden. U is dus steeds verzekerd van de billijkste prijzen en de noodzakelijke kwaliteits controle! Thuisbezorgen zonder verhooging. Alléén: Utr.straat 40 Tel. 92 Amersfoort Hoofdkantoor IJmuiden Opgericht .1 Moi 1909 Steeds voorhanden; Tarbot-tong, Kabeljauw, Schelvisoh, Schol, Bot enz. Vischconserven. Warme Croquetten en Vischkoekjes, Heerlijke gebakken Visch, gemarineerde Haring, Rolmops. „Dat beloof ik. Kan ik u vandaag nog eens ontmoeten? Verlies niet uit het oog, dat ik alleen om uwentwil bier blijf. An ders was ik van middag al naar Norfolk gegaan." Zij slaakte even een zucht en zeide half tol zich zelve: „Ik weet nog niet recht.... ik zou zoo meenenmaar neen, laten wij samen eten, mijnheer! Neem mij ergens mee naar toe waar het erg rustig is en waar niemand ons ziet!" t „Dus niet beneden in het café?" vroeg ik glimlachend. Met een gebaar van afschuw strekte zij haar handen uit, terwijl zij uitriep: „Wel neen. Als het maar eenigszins mo gelijk is, laten wij dan ergens heengaan zonder dat Loois er iets van afweet!" „Het komt in orde!" beloofde ik. „Mag ik straks nog even bij u komen om te hooren waar ik u kan ontmoeten?" Zij dacht ev<*n na en zeide toen: „Om ze ven uur. Maar ga nu weg. Ik wacht mijn naaister." Ik gihg heen, doch ik had nog maar en kele schreden in de richting van de deur gedaan, of zij riep mij terug met de woor den: „Kapitein Rotherby, ik moet u nog wat mededeelen!" Ik wachtte met eenige spanning af, wat zij nog op het hart had en terwijl zij een anderen kant uitkeek, zeide zij ten slotte: ,,U behoeft u niet verder ongerust te ma ken over mijn oom. Hij is teruggekeerd." „Teruggekeerd?" riep ik met verbazing uit „En wanneer dan?" „Daar net", antwoordde zij. „Hij is ernstig ongesteld en gedurende eenigen tijd zal er niemand bij hem kunnen worden toegela ten. Maar hij is in ieder geval terugge keerd." „Dat doet mij werkelijk genoegen", ver klaarde ik. Op haar gelaat was niet merkbaar, dat zij zelve daar bizonder verheugd over was, of dat zij er zich door verlicht gevoelde, en Ik was, eerlijk gezegd, een weinig verwon* derd over haar houding. Maar zij gaf geen raderen uitleg Er werd nu aan de deur geklopt en zij dwong mij tot vertrekken onder den uit roep: „De naaister!" Ik ging naar boven om op Louis te wach ten. HOOFDSTUK XV. Louis verscheen als altijd prompt op tijd. Hij had een menu in de hand, alsof hij bij mij kwam om mijn bevelen te vernemen voor een of of ander feestje. Ik sloot zoowei ie deur van de hal als die van mijn kamer en begon: „Welnu, Louis, we zijn nu alleen en veilig voor ongewenscht bezoek. Deel mij nu eens precies mee wat je op het hart hebt." Louis bedankte voor den stoel, dien ik hem aanwees en bleef, geleund tegen den kant van de tafel, tegenover mij staan. „Kapitein Rotherby", begon hij, „ik heli wel eens gedacht, dat mannen van geest als u, die iets van de wereld hebben gezien, het toch wel een droevig vooruitzicht moeten vinden eenmaal het leven van een landedel man te moeten leiden." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 5