amepsfoöetsch dagblad
Eet
risch
De Verdwenen Delera
Donderdag 27 November 1930
-DE EEMLANDEft"
TWEEDE BLAD
BINNENLAND
Arbeidsbemiddelingswet
Verworpen moties inzake
de tandtechnici
FEUILLETON
28c Jaargang «o. 128
EERSTE KAMER.
Het wetsontwerp z.h.st,
aangenomen
Winkelsluitingsdebat begonnen
Nadat cenige kleine ontwerpen zijn aan
genomen oppert de heer Gelder man be-
zwaren tegen de wettelijke regeling van
het instituut der arbeidsbeurzen (arbeids
bemiddelingswet) met name tegen het uit
stervingssysteem der particuliere instellin
gen met winstoogmerk.
De heer De B r u ij n gevoelt veel voor
de regeling en zou de particuliere arbeids
beurzen met winstoogmerk op korten ter
mijn willen zien verdwijnen.
De heer D a n z hoopt dat door het wets
ontwerp de uitbreiding arbeidsbemiddeling
zal worden geperfectioneerd.
De heer P o 11 e m a acht wettelijke rege
ling ongewenscht en noemt o.a, de ver
plichte neutraliteit van openbare arbeids
beurzen hij staking of uitsluiting een fout.
De heer Kranenburg verklaart voor
stander te zijn.
Minister Verschuur acht de regeling
van de materie door den staat zooal niet
noodzakelijk dan toch gewenscht.
Het wetsontwerp wordt zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen.
Daarna is aan de orde het ontwerp win
kelsluitingswet.
De heer Dobbel man erkent de kleine
voordeelen van het ontwerp, doch acht voor
de kleine winkeliers groote nadeelen eraan
verbonden. Urgent is het ^iet en de Zon
dagswet zou kunnen vóórgaan.
De heer van den Bergh refereert zich
aan het oordeel van het Weekblad van het
Recht, dat uit juridisch oogpunt dit ont
werp veroordeelde. De wcnschelijkheid van
een Rijksregeling is niet gebleken; een
plaatselijke regeling verdient de voorkeur.
Spreker bepleit voorts opschorting tot meer
normale tijden, indien het ontwerp wordt
aangenomen.
Tenslotte is de compensatie voor de Jood-
sche winkeliers zéér onvoldoende in het
ontwerp geregeld.
De heer De Gij se laar acht een Rijks
regeling ongewenscht, vooral voor het plat
teland. Het ontwerp beteekent voor duizen
den den ondergang en leidt anderzijds tot
allerlei ontduiking.
De heer Hendrix noemt vele voordee
len van het ontwerp op.
De heer D a n z acht den tijd gekomen
voor een Rijksregeling, welke onwillige ge
meenten dwingt. Beter nog ware een slui
ting te 7 uur geweest.
De heer van Sasse van Ysselt be
pleit evenals de heer van Citters een
soepele toepassing voor het platteland.
De heer Hermans juicht een wettelijke
regeling zeer toe, juist in het belang van
den kleinen winkelier.
De vergadering wordt hierop verdaagd tot
morgen, wanneer do Minister aan het
woord zal komen.
J. J. G. BARON VAN VOORST TOT VOORST
Zijn toestand uiterst zorg
wekkend.
'Arnhem, 26 Nov. Naar wij vernemen
is de toestand van J. J. G. baron van Voorst
tot Voonst uiterst zorgwekkend. De pa
tiënt is stervende.
UIT DE STAATSCOURANT.
Verleend de titulaire rang van hoofdcom
mies aan den commies van het departe
ment van koloniën Mr. P. Koch.
Bij beschikking van den minister van
financiën is de ontvanger der regeering en
domeinen B. J. Stroes verplaatst van kan
toor Elburg naar het kantoor Oud-Beijer
land.
TWEEDE KAMER
De motie Van den Tempel inzake de
kasvoorschotten aan de Holl.
Lloyd aangenomen
Geschorste behandeling van
het wetsontwerp
De motie: Bakker-Nort, verlenging
termijn der bevoegdheid voor afgewezen
tandtechnici, wordt verworpen met 61 te
gen 27 stemmen.
De motie de Vries-Bruins, betref
fende schadevergoeding aan tandtechnici,
die in het bezit waren van het visum van
1929 doch bij het laatste examen werden
afgewezen, wordt verworpen met 53 tegen
35 stemmen.
De motie Brantigam (voorschotrege
ling aan de Koninklijke Hollandsche Lloyd
gedurende 1931, in afwachting van het re
sultaat van een onderzoek of reorganisatie
mogelijk is) wordt aangenomen met 64 te
gen 26 stemmen.
Op verzoek van Minister Verschuur
wordt de behandeling van,het wetsontwerp
geschorst opdat de Minister zich kan be
raden of en in hoeverre gevolg kan wor
den gegeven aan de in de motie uitgespro
ken wensch.
Hierna i6 aan de orde de Onderwijsbe-
grooting.
Do heer Van Wijnbergen bestrijdt
de motie Lingbeek, omdat het salaris-
vraagstuk bij het georganiseerd overleg
thuis behoort en verzoekt den Minister aan
de commissie-Rutgers op te dragen te on
derzoeken in hoeverre meer rekening kan
worden gehouden met het behoefte-element
in de onderwijzerssalarisscn.
Mej. Westerman pleit voor verhoo
ging van den toelatingsleeftijd voor de la
gere school.
Mej. Groene weg wenscht definitieve
beslissing over het spellingsvraagstuk én
bepleit wettelijke regeling van het bcwaar-
schoolonderwijs.
Mej. Suze Groene weg meent, dat de
motie-Lingbeek niet kan uitgevoerd worden
en dient zelf een motie in, om in het tegen
woordige bezoldigingsstelsel een regeling in
te voegen voor onderwijzers-kloosterlingen.
De heer Ter Laan vraagt een ruim
beurzenstelsel voor arbeiderskinderen, die
hoogcre burgerscholen, gymnasia of hoo-
gere scholen wenschen te bezoeken.
De heer Lingbeek verdedigt verder
zijn motie.
De heer Zij ls tra meent dat de stijging
der onderwijs-uitgaven niet te wijten is aan
de pacificatie. Spr. is den minister dank
baar, dat hij een regeling heeft gebracht
in het spellingsvraagstuk.
De heer De Boer bepleit de belangen
van het onderwijs aan schipperskinderen.
De heer Ketelaar meent, dat de minis
ter te veel zijn aandacht concentreert op de
L.-O.wet, waardoor andere voorzieningen in
het gedrang komen.
De heer Van D ij k wijst op het belang
van de eenheid van schrijfwijze der aard
rijkskundige namen.
De heer T i 1 a n u s zal tegen de motie-
Lingbeek stemmen, omdat hij vreest dat zij
in een bepaald politiek licht komt te staan.
De heer Visscher pleit voor versobe
ring der onderwijsbegroting, door meer ge
IJMUIDER Vischhande! H. GLASTRA Co. N.V.
ALLEEN: Utrcchtschestraat 40 Telef. 92.
Prijzen voor deze week:
3ESTERS „Zeeuwsclie Imperialen" s.v,p. TIJDIG bestellen.
per pond per pond
Kabeljauw, niet uitgesneden -16 cL Kookschelvisch, vanaf 35 ct.
di'kike mooten of staartstuk 55 ct Tahbot, 65 ct.
Bakschol, vanaf 30 ct uitgesneden 85 ct
Kookschol, vanaf 45 ct Kooktong 130 ct.
Bakschelvisch, vanaf 18 ct. Baktong 130 ct
Zee-carbonade zilverblank, zeer fijn, tegen dagprijs Verder alle soorten versche
Noord- en Zuiderzeevisch. lederen dag aanvoer levende Zuiderzee-bot, versche garna
len, zoutevisch, stokvisch, gerookte zalm enz. Alle soorten vischconserven. „Drovi,
steeds visch in huis".
HEDEN VERKRIJGBAAR DE EERSTE SCHELVISCH MET LEVER.
Heerlijke gebakken visch, croquetten. vischkoekjes, gemarineerde haring en rclmops.
IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V. Alleen: Utrechtschestr. 40, Telef. 92.
bruik te maken van de vrije krachten in de
maatschappij.
De heer M o 11 e r zal tegen de moties
Lingbeek en -Groeneweg stemmen, en be
handelt eenigc détailpunten.
De heer Zadel h off wijst op de urgen
tie van salarisverbetering voor de onderwij
zers. Gelden, die daarvoor uit de schakist
worden getrokken, brengen duizendvoudige
rente op.
Do heer Duymaer van Twist
wenscht, dat er meer gedaan wordt voor
het onderwijs aan schipperskinderen.
Hierna wordt de vergadering gedaagd.
DE HEEMSKERCK VAN TUNIS
VERTROKKEN.
Blijkens bij het Departement van Defen
sie ingekomen bericht is H. Ms. Ileems-
kerek den 25sten November van Tunis ver
trokken.
SAMENWERKENDE ZENDINGS
CORPORATIES.
De Koningin schenkt 1000.
Met groote blijdschap en dankbaarheid
vermelden de bestuhm der Samenwerkende
Zendings-Corporaties, dat in verband met
de Zendingsweek van H. M. de Koningin een
bijdrage van 1000 werd ontvangen.
Het totaal van de inkomsten uit «ie Zen
dingsweek bedroeg op Maandag 24 Novem
ber 126.000. Uit tal van gemeenten worden
de bijdragen echter nog verwacht, omdat de
collecte niet overal in dezelfde week is ge
houden. Verleden jaar was het totaal
210.000, maar dit werd toen pas in Decem
ber bereikt. Ook nu hopen de Corporaties,
dat de opbrengst der Zendingsweek den
achterstand in de inkomsten gedurende de
vorige maanden zal inhalen. Zij doen daar
toe een dringend beroep op de medewerking
van allen, die het groote belang der Zen
ding inzien.
ZIEKTE AAN BOORD.
Het s.s. „Maas" lo Rotterdam.
Rotterdam, 25 November. Dezer da
gen is het Rotterdamschc 6.s. Maas weer
in de haven teruggekeerd. Men zal zich
herinneren dat vrijwel de gehcele beman
ning van dit schip ziek is geweest toen dit
in Las Palmas was. De leden der beman
ning zijn toen in een ziekenhuis opgeno
men geweest, waar zij hersteld zijn. Daar
na heeft het schip de reis weer voortgezet.
Bij de aankomst hier ter slede waren ech
ter tien van de manschappen weer ziek.
Deze zijn door de rivierpolitie van boord
gehaald en overgebracht naar het tropi
sche ziekenhuis aan de Oosterkade, waar
zij ter verpleging zijn opgenomen. Het s.s.
Maa6 is vervolgens weer naar zee vertrok
ken.
BRAND IN EEN HOEDENMAGAZIJN
TE ROTTERDAM.
De verbrande collectie niet
groot.
Rotterdam, 25 November. Even voor
vieren is vanmiddag brand uitgebroken op
de tweede etage van pand 62 aan de
Noordmolenstraat waarin een magazijn
van dames- en kinderhoeden van do fa.
Ivuyper is gevestigd. ïn dit pand is bene
den een winkel, op de eerste étage woont
de familie Kuyper en op de tweee étage
zijn de voorraden opgeslagen. Op deze étage
staat een electrisch persapparaat cn de
eigenaar beweert dat daaruit vonken zijn
gespat toen het werd aangestoken. Hij
denkt dat door die vonken de brand is ont
staan.
De brandweer heeft het vuur met drie
stralen bestreden. Daarbij stuitte men op
een dikken rook, zoodat men moeijjjk in
hot pand kon komen cn reserve-personeel
van do reddingsbrigade te hulp moest wor
den geroepen. Dit is met roolcmaskers naar
binnen gegaan. Ondertusschcn had de
brand die was begonnen in een tus-schen-
kamer zich al uitgebreid naar de voorzijde,
waar de vlammen een oogenblik hebben
uitgeslagen. Omdat men ccn oogenblik
vreesde dat ook de zolder, waar ccn partij
emballage lag opgeslagen, was geen bran
den is ook nog de machinale ladder ontbo
den waarmee ccn onderzoek is ingesteld.
Verder behoefde van de diensten van den
ladder geen gebruik te worden gemaakt
omdat het vuur toen al uit was. Een niet
groote voorraad hoeden is verbrand. De
grootste collectie was echter een paar we
ken geleden de deur uitgegaan. De eige
naar is verzekerd.
De brand heeft in dit dichtbevolkte stads
deel veel belangstelling getrokken.
VOOR DE TWEEDE MAAL ONTSNAPT.
Weer een Russische verste
keling.
Rotterdam, 25 November. Het s.s.
Bcllatrix dat hier ter stede is aangekomen
heeft een Russische verstekeling meege
bracht die uit het beruchte gevangenkamp
te Archangel was ontvlucht. De vluchteling
is al eens eerder uit dit kamp ontvlucht en
toen ook als verstekeling mee naar Hol
land gekomen. Hij is toen van boord ge
haald en naar den Vreemdelingendienst
overgebracht die den man weer naar zijn
land heeft teruggezonden. Hij is toen weer
opgesloten in het zelfde gevangenkamp
met de mcdedeeling dat zijn straf met drie
jaar verlengd werd.
De man is nu voor de tweede maal ont
vlucht cn hier aangekomen. Ook nu is hij
weer ter beschikking van den Vreemdelin
gendienst gesteld. Alle Russische vluchte
lingen die hier aankomen bidden en smee-
ken dat zij maar niet worden teruggezon-
ALS HET WOESTE WATER KOMT....
Ze hadden getweeën te ramen gezwoegd
Het best van hun leven gegeven,
Ilun akkers bearbeid, bemest cn geploegd,
Het was hun een lust om to leven.
Ilun huis cn hun goed, eerst met schulden
beswaard,
Was eindelijk vrij en dc zorgen,
Aanvank'lijk zoo groot, weken weg voor
hun vlijt:
Er daagdo een zonnige morgen.
Ilun huisje dat kende geen kruis meer,
o neen,
Gezelligheid, blijdschap cn vrede,
't Was of er doorloopend het zonnetje
scheen
Hun gave met lauw'ren omkleedde.
Ilun goed lag zoo lief aan den oever der
Maas
In schaduw van Icmmenrijke hoornen,
Ze waren in rijkdom een keizer de baas
Wie had zoo'n geluk durven droomen.
En als in den winter gozelligen kout,
Do avonden wat ging verdrijven,
Als stormen dan loeiden cn 't water der
Maas
Niet meer in haar bedding wou blijven,
Dan vloeiden z' zich veilig in 't huisje
zoo mooi
Men had 't immers stevig doen bouwen!
Dan sliepen ze vast, hoe de stormwind
ook woei
Ze konden zich rustig vertrouwen.
„Niets is hier bestendig" bleek hier ook
alras
De vredige rust ging verloren!
Want plots kwam het water in donkeren
nacht
Hun dierb'rc illusie verstoren
Verwoest en vernield werd hun eenigst
bezit
Vervlogen do zonnige dagen
Hunlhoeve, huil land, heel het levensgeluk
Werd wreed in de golven hegraven!
Nu hulploos cn arm en hij vreemden in
huis
Die 't lot spoedig liefd'rijk verzachten
Het was nu een uitkomst in 't heetst van
den strijd!
Maar wat deed de toekomst verwachten?
Zoo noodig komt 't antwoord van 't Hol
landsche Volk
Dat plicht kent d' elleiid' tc bestrijden.
Dat, groot in hulpvaardigheid, troostend
verzacht,
En liefde en steun biedt in 't lijden!
GROEGROE
(Alle rechten voorbehouden).
den, daar zij allen beweren dat hen een ze
keren dood wacht. Het schijnt overigons
met dezen vluchteling nogal losgcloopen te
zijn. In bevoegde kringen beschouwt men
deze beweringen dan ook min of meer als
een fabeltje!
BOTERLETTERS- en
LETTER BANKET
Door E. PHILLIPS OPPKNHE1M.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER,
fi*
„Heeft u ons gezien?"
„Ja, uit dat bovenraampje daar", ant
woordde ik, met een gebaar naar het
raampje wijzend. „Ik was naar die kamer
gelokt om voor uw oom te spelen, om
slachtoffer te worden van een aanslag, die
op hem gemunt was ja, het was handig
in elkaar gezet! Ik had een slaapdrank
ingekregen en moest daar bewusteloos blij
ven liggen, om verdacht te worden van de
misdaad door dezen schelm gepleegd. Maar
ik geloof niet, dat ik u al dat moois be
hoef te vertellen. Het is een oud nieuwtje
voor u", voegde ik er ruwweg bij.
Zij keek mij rnet ontzetting aan.
„U gelooft toch niet..
„Och, ik geloof niets", antwoordde ik,
„ik geloof niemendal! Elk woord dat jul
lie beiden tot mij hebt gesproken is een
leugen geweest. Uw gansche leven is één
leugen! De hemel moge welen waarom ik
ooit anders heb geloofd!"
Ik hield op, terwijl ik haar aanzag.
„Laat mij los", smeekte Louis, „en ik zal
u de volle waarheid mededeelen."
„Ik geloof, dat ik dan meer kans zou
loopen een por te krijgen met het mes, dat
je in je zak hebt", antwoordde ik minach
tend, daar ik had bemerkt, hoe zijn linker
hand zich in de laatste oogenblikken naar
beneden had gewrongen. „Ja, ik zal je los
laten! Ik gevoel niet de minste belangstel
ling voor een van u beiden, geen belang
stelling voor al je geknoei, wat het ook
moge wezen! Houd je verhaal maar voor
je. Ik hoor het liever niet. Blijf daar liggen
cn praat met je medeplichtige!"
Ik wierp hem van mij af, zoodat hij in
een hoek van de kamer terecht kwam.
Daarop ging ik de kamer uit, sloot de deur
van de zitkamer achter mij, liep door de
gang en klom de trap op naar mijn ver
dieping. In mijn kamer gekomen sloot en
grendelde ik mijn !eur en keek op mijn
horloge. Het was kwart voor drie. Ik nam
mijn reisgids van mijn boekenplank, pakte
een en ander aan kleeren in, zette een wek
kerklokje op zeven uur en stapte in bed.
Ik zei tot mezelve, dat ik aan niets meer
wilde denken, dot er geen persoon op de
wereld was, die Felicia was geheetcn. dat
zij nooit had geleefd, dat zij alleen een fi
guur was uit de nachtmerrie, waaruit ik
mij bezig was te bevrijden! Ik maakte mij
zelve wijs, dat ik ging slapen en ik bleef
wakker liggen tot de dag aanbrak. Gedu
rende al dien tijd was er slechts één ge
dachte, welke mijn brein vervulde!
HOOFDSTUK XXI.
Den volgenden morgen, om een paar mi
nuten over negen, stond ik voor het hotel,
toeziende hoe men mijn bagage laadde op
de imperial van een rijtuig. De portier
stond naast mij, een waakzaam oog hou
dend op de handelingen van mijn helpers.
„Doe mij plezier mijn brieven op te zen
den" verzocht ik hem. „Ik ga voor enkele
weken naar Norfolk, misschien zelfs nog
wel voor langer.'
„U kunt er op rekenen, mijnheer. Maar
intusschen", liet hij er op volgen, „willen
we toch nog even nazien wat de post van
morgen heeft gebracht. Kijk, daar is er juist
een bij voor u".
Ik scheurde den brief open en bleef op
het trottoir staan om hem te lezen. Hij was
uit Feltham Court in Norfolk gezonden en
droeg de dagteekening van den vor-.gen
dag. Hij luidde:
„Beste Austen, ik schrijf je in haast
dit briefje voor het geval je voorne
mens was om hierheen te reizen Ik
heb het plan opgevat om een paar we
ken te Londen door te brengen en mijn
huis ter beschikking gesteld van een
onzer kennissen. Alleen de jacht blijft
voor jou gereserveerd.
Met hartelijken handdruk,
t. t.
RALPH.
Ik stond op het punt mijn bagage weer af
te laden en mijn plannen te wijzigen. Plot
seling evenwel kwam het als een ingeving
bij mij op, dat het wellicht nog zoo kwaad
niet zou zijn, zoo ik onder gegeven omstan
digheden de wijziging van mijn plannen
niet aan een ander deed kennen. Ik stopte
dus mijn brief in mijn zak en stapte in mijn
rijtuig.
„Goed begrepen?" Ashely?" vroeg ik.
„Zend alles door naar Feltham Court, brie
ven, briefkaarten en wat er verder voor mij
mocht komen."
„In orde mijnheer. „Ik wensch u goede
reis."
„Zeg aan den koetsier, dat hij mij naar
Liverpool Street Station brengt", waren
mijn laatste woorden, terwijl ik instapte.
Wij gingen op weg en reden met bekwa
men spoed naar Liverpool Street, al6of we
den trein moesten halen. Toen ik evenwel
het station had bereikt deponeerde ik rnijn
bagage bij de vestiaire en reed in een han
som naar het Claridge Hotel. Ik vernam
daar, dat mijn broer er eenige apartemen-
ten had gehuurd cn zijn bediende, die mij
dadelijk in de zitkamer liet, deelde mij
mede, dat zij er zeker wel een maand zou
den blijven.
„Mijnheer is dadelijk klaar rnet zich te
kleeden", voegde hij er bij. "In een paar mi
nuten zult u hem wel zien verschijnen."
Ik nam een ochtendblad ter hand, maar
vond er niets belangrijks in. Weldra ver
scheen mijn broeder, steunnend op twee
krukken en zich met moeite voortbewegend.
Ilij was niet meer dan tien jaar ouder dan
ik. maar het ongeluk, rlat hem was overko
men en 't daarop gevolgde pijnlijke ziekbed
hadden hem ontzettend verouderd. Zijn haar
was vroegtijdig grijs geworden en diepe rim
pels doorploegden zijn gelaat. Ik ging naar
hem toe en drukte hem de hand, terwijl ik
zeide:
„Maar beste Ralph, dat is nog eens een
aangename verrassing. Den laatsten keer,
dat ik bij je was, twijfelde je er aan, of je
wel over zes maanden je ziekenstoel zou
kunnen verlaten!"
„Ja ik ga vooruit, Austen", antwoordde hij
„goddank, ik ga vooruit. Ik ga even in dien
gemakkelijken stoel zitten cn dan zullen wij
6amen ontbijten."
„Ik stond op het punt naar Feltham te
vertrekken toen ik vanmorgen je briefje ont
ving."
„Wanneer ben je uit Parijs teruggekeerd?"
„Drie of vier dagen geleden."
Hij keek mij met eenige verbazing aan en
ik haastte mij er bij te voegen:
„Ja ik weet, dat ik dadelijk bij je had
moeten komen, maar allerlei omstandighe
den hebben dat verhinderd en ik vond het
moeilijk om weg te komen."
„En wat kom je mij nu vertellen?"
„Ik ben Tapilovv in een klein Fransch café
togen gekomen. Ik heb gehoord, dat hij het
leven er afgebracht heeft, maar hij is voor
de rest verminkt en geteekend."
Mijn broeder liet niets blijken van verras
sing, zelfs niet van belangstelling in het ge
beurde. Aleen kwam er een sombere uit
drukking op zijn gelaat.
„Ik ben eigenlijk maar blij, dat je hem
niet naar de andere wereld hebt gezonden",
zeide hij. „Maar mag ik eens vragen, of je
kans hebt er door in moeilijkheden te gera
ken?"
„Neen. De zaak heeft zich afgespeeld in
een inrichting van iewat slechte reputatie.
Ik geloof niet, dat ik er nog iets over z.al
hooren, tenzij van Tapilow zelf."
„Nu, dan laten we de zaak maar verder
rusten", besloot Ralph met een hoofdknik
je.
„Jij hebt niets naders gehoord?"
„Niets!" antwoordde hij kortaf. „Wc la
ten verder de zaak rusten."
Aldus sprak ik met hem niet verder over
zijn eigen zaken. Zijn knecht brac-ht de po6t
en de couranten binnen, pookte het vuur op
en deelde mede, dat het ontbijt klaar stond.
„Eet je mee, Austen?" vroeg hij.
„Ik heb niets meer genoten dan een kop
koffie en een broodje", antwoordde ik. „Ik
vermoed, dat het mij dus wel zal smaken."
(Wordt vervolgd).