j HET GROOTSTE CADEAU. „Ventje," had Vader gezegd, kort na het eten, „ga je met Vader mee naar boven?" „Wat gaan we doen?" had Jannem&n een beetje bang gevraagd: „Paardrijden, en spel letjes?" „Nee, iets heel anders, kom maar eens mee. Zóó!" Eer hij het wist zat hij al hoog en droog op Vaders schouders. Dat vond Jan den laatsten tijd wel een beotje kinderachtig, vooral als hij op den grond stond. Maar zat hij eenmaal zoo dicht bij het plafond, dan keek hij triomfantelijk naar beneden, naar Jet, die nu ineens zoo klein leek, en naar al de groote dingen in dc kamer, die ook al hrein waren, veel kleinor, dan je zoo op den grond zou denken. Toch, zoo prettig als an ders vond hij net nu niet. Vóór het eten was Jet, die al twaalf jaar was, met Vader raec naar boven gegaan en schreiend terug gekomen. Het leek, of er iets vreemds ge beuren moest, net als heel lang geleden, toen V allemaal zwarte mcnschen in huis goko- ion waren cn Moeder hadden meegenomen jii een groote, witte kist Jan's lippen gingen verraderlijk trillen, toen hij daaraan dacht, en toen Vader hem boven in .de studeerka mer op don grond zette, rolde er een groote traan over zijn wang. „Wat is dat nu? Gaat mijn groote jongen huilen? Kom, dat had ik toch niet van je ge dacht Stil maar; als je nu op Vaders knie komt zitten, zal ik je eens iets heel prettigs mortellen. Is dat goed?" Jan had heelemaal geen lust, om dat ook kinderachtig le vinden. Alles was zoo vreemd tegenwoordig: de meid, die hem al eon paar keer heel anders had aangekeken, juffrouw Saar, do huishoudster, dio vanmiddag nog op hem geknord had en hem direct daarna vreeselijk gezoend, Jet, dio gehuild had, en Vader, ja, Va^r deed ook anders Er ging zeker iets erg naars gebeuren. En eer Jan het wist, lag hij al met zijn hoofd tegon Va ders schouder to snikken, 't Scheen wel, of het horloge in Vaders vestzak óók anders deed: het tikte veel harder. Maar Vader, die groote, goede Vader had zijn kleinen jongon al tegen zich aan ge drukt en begon zoo mooi te vertellen, dat hij het snikken al gauw vergat cn rustig lag te luisteren. „Weet je, wat het overmorgen is? Ja, na tuurlijk weet je dat. Dan komt Sinterklaas in het land cn brengt hij alle lieve kinderen wat moois. Ik weet zeker- dat hij jou niet vergeten zal. zou Moeder gréég willen. En" hier keek Vader zijn jongen aan „zou jij het ook willen, vent?" Even dacht Jan na; toen zei hij naden kend: „Ja, ik eigenlijk ook wel..." En toen, dringend: „Is zc erg lief, Vader net zoo lief als Moeder?" „Je nieuwe Moeder is heel lief, jongen, en ze houdt veel van je." „Kent ze me dan?" „Ta, jou wel; Jet nog niot. Zc heeft jo al eens gezien bij Oom Karei." „O! is het dan juffrouw tante" (verbetorde hij snel) „tante Jo, waar ik tante tegen moest zeggen?" „Ja," zei Vader, „dat is zc." „Die vind ik erg Hef, Vader, heusch. En wordt die mijn Moeder en Jet haar Moe der?" „Ja, ben je er nu blij 0111, jongen?" „O ja," riep Jan, vroolijk nu. En ineens werd hij gewaar, dat hij daar al dien tijd heel kinderachtig op Vaders knie gezeten had. Met een wip sprong hij er af. „Zal U het niet aan..-," „Moedor?" „Aan Moeder vertellen?" „Wat?" vroeg Vader plagend. „Natuurlijk, dat ik op Uw knie heb geze ten." „Mag dat niet?" „Nee," zei Jan beslist „En wanneer..." „Over een paar weken komt zij hier voor goed bij ons wonen." „O," zei Jan „dus met Sinterklaas is zij er nog niet?" „Dan komt zij wel op visite, den hcelen dag." Met een peinzend gezichtje liep Jan een paar'minuten later dc kamer uit. Dc lieelc stoommachine was hij vergoten, evenals zijn Hans toaaewy/ Verleden jaar, hè, stond er een echte stoommachine op je te wachten op Sinter klaasmorgen; wat heeft-ie dikwijls gefloten cn gepuft! Zullen we hem dadelijk weer eens laten werken?" „Maar dan hard," zei Jan ineens weer blij „Zoo hard, dat-ie heelemaal staat te tril len. Goed? Maar dan niet dichterbij komen dan Vader zegt, hoor! Anders zou je wel eens een heete druppel in je gezicht kunnen krijgen. Jk herinner mij nog goed, hoe leelijk ik mezelf toen heb gebrand." „Nou, en óf," zei Jan. „Dat deed gemeen zeer, hè Vader?" „Alsjeblieft! Maar waar was ik ook geble ven?" ..Bij verleden jaar, bij Sinterklaas." „O. ja. En eerverlcden jaar, weet je dat nog?" Janneman ckicht even na. Toen was Moeder ziek cn ik had drie heele groote pe ren gekregen wel zóó groot en die heb ik toen aan Moeder gegeven. Ik wou alles geven maar Moeder wou alleen dc peren hebben Hij kon niet verder spreken. Vader had hem hard tegen zich aangedrukt en hem een zoen op zijn voorhoofd gegeven. Na een oogenblfkje zei Vader: „Toen was Moeder er nog, hè?" Jan's gezicht betrok cn een poosje zaten Ze allebei zwijgend voor zich uit tc kijken, landelijk zei Vader weer wat. „En al dien tijd heeft mijn kleine jongen geen Moeder gehad. Luister eens, ventje, zou je het prettig vinden als je... net uls vroc.- gcr... weer een Moeder had, aan wio je, nog veel beier dan aan Vader, alles kon zeg gen cn die voor je zorgde en 's avonds in- plaats van juffrouw Saar of Vader jc toe dekte... hè?" „Een Moeder?" peinsde Jan hardop. „Een andere, hoc kan dat nou?" „Dat kan toch wel jongen," antwoordde Vader zacht. „Kijk eens, Moeder is van jou cn van Vader en van Jet weggegaan, al wou ze o zoo graag nog een hcelen tijd hij ons blijven. Dat is nu al langen tijd geleden, al bijna twee jaar. En nu is jultrouw Saar lieel lief voor jou, cn voor Jet ook, maar dat begrijp je wel zc is toch jullie Moeder niet; alleen een Moeder kan zóó voor mijn jongen zorgen als hij het noodig heeft. En „!s Moeder nu eens wist, hoe lang jo al zon der Moeder bent, zou zc het heel droevig vinden, omdat Moededrs heel goed weten, hoeveel een Moeder is. Ze zou niet zeggen, dat 't niet heel goed kón, 'n andere Moeder krijgen, maar zc zou zelf willen, dat je een andere Moeder kreeg, een heclc, lieve, zachte andere Moeder, die altijd thuis is, als je uit school komt, die met jc uitgaat in dc vacan- tie, die jc ti;oost, als jc bedroefd bent. Dat Yadci. Hij had heusch zijn gedachten wel noodig om het groote nieuws te venverken. Maar Jan moest nog heel wat beleven eer het Sinterklaas was, en eer zijn nieuwe Moe der een heelen dag bij hem thuis zou ko men. In de huiskamer had hij Jet in een hoekje zien schreien. Jet was niet blij met de nieuwe Moeder geweest. En toen Jau er met haar over wou praten en vroeg, waarom ze dan niet blij was, liep ze snikkend do kamer uit. Nu dorst hij niets meer aan Vader tc vragen ook. Toen Jan in bed lag, had hij haar niet meer gezien. Den volgenden morgen wat was toch alles vreemd in huis had Jet aan het ont bijt roodgeschreide oogen. En des middags tusschcn schooltijd at ze haast niets. Jan werd cr nog peinzender van en besloot, haar na schooltijd nóg eens te vragen, waarom zc niet blij was en haar dan niet weg laten gaan, vóór hij het wist Maar vóór hij dien middag al zijn moed bijeengeraapt had, begon Jet er al zelf over. Ze waren alleen in de huiskamer Juffrouw Saar was in de keuken en Vader was nog niet thuis. Jet zat zwijgend op dc divan. Toen Jan in haar buurt kwam, keek hem zóó smeekend aan, dat hij naast haar ging zit ten. „Ben je nog bedroefd, Jet?" vroeg hij aar zelend. Jet klemde haar lippen opeen, om haar tranen niet tc laten overloopcn. Maar het lukte niet. De tranen kwamen toch, ze snikte wild en eerst na een tijdje was zc zooveel bedaard, dat ze spreken kon. „Vin-jij het niet vreeselijk, dat wc een nieuwe Moeder krijgen?" Tusschon een paar heftige na-snikken door kwam het er uit „Ncc-ee," antwoordde Jan. „Vader zegt toch Driftig keerde Jet zich om. „Wat geeft dat, wat Vader zegt. Ze komt tóch en Vader wil het óók cn niemand denkt cr moer om Moeder; een andere, in Móeders plaats. Dat kan toch nooit!" „Maar..." waagde Jan te zeggen. „Ja, jij hebt gemakkelijk praten, jij hebt Moeder niet zoo gekend als ik. Jc was nog zoo jong toen ze Jet kon niet verder. Haar schouders schokten zoo van het snik ken, dat Jan niet wist, wat hij moest doen. Toen Jet weer wat bedaarde, zei hij: „Maar Moeder zou het toch ook willen. Va der zei 't zelf." „Dat weet ik juist niet," antwoordde Jet „Als ik dat maar wist...* „Maar Vader zei het toch. En dan is 't zoo," besliste Jan. „Heb jij haar wel eens ge zien?" „Wie? Haar?" Jan knikte. „Nee „O, dan weet je niet hoe aardig ze is. Ik beb haar gezien," vertelde lilj, trots, dat hij nu eens meor wist dan Jet, en ook omdat hij voelde, dat ze aandachtig luisterde. „Ik heb haar gezien on als jc wist, hoe lief ze is cn hoe prottig ze tegen mij gepraat heeft, zou je zoo bedroefd niet zijn." Op hetzelfde oogenblik kwam Juf binnen. „Komen jullie eten?" Vader komt vanavond iaat thuis. Kom Jetteke, ga jc mee? Juf bedoelde het goed, maar dc toon waar op ze, een beetje troostend, tot Jet sprak, maakto Jet opnieuw weck. En met een be drukt gezicht volgdo Jan. Heel ongemerkt was er twijfel in hem ge komen. Hot was niet zoo'n gezellige avond, als de avonden vóór Sinterklaas anders waren. Iuplaats van aan Sinterklaascadeautjes, dacht Jan er aan, of de komst van do nieu we Moeder wel werkelijk zoo prettig was. En Jet, stil en met een bleek gezichtje, dacht aan haar gestorven Moeder, in wier plaats nu een andere komen zou. In tweo kamers, in tweo bedden in dit huis schreiden dien avond tweo kinderen zich in slaap. Plotseling zoo leek het ging dc deur van Jan's slaapkamertje open. Eer Jan liet wist was liet gebeurd: Sint- Nieolaas zat aan zijn bed! Toch vond hij het niet vreemd, was hij niet eens hang. En al was hij in 't begin bang geweest, lang zou hij liet niet gebleven zijn, want Sinl-Nicolaas begon vriendelijk tegen hein te praten, vroeg hem van school, van zijn kameraadjes, van zijn stoommachine... Ja, herinnerde hij hét zich, precies zoo aar dig en vriendelijk had hij zich Sint-Nicolaas altijd voorgesteld, cn hij antwoordde zonder mankeeren. Hij voelde zich echt op zijn ge mak, zoo alleen met dien goedhartigon Sin terklaas. Dc Sint scheen alles te weten. Dat Jet en hij een nieuwe Moedor kregen, dat Vader het hem zelf verteld had en dat Jet er bedroefd om was. „Maar hoe vind jij het?" vroeg Sinterklaas, en hij keek hem daarbij diep in de oogen, zoodat Jan verlegen werd. Maar niet alleen om dat kijken was hij verlegen, ook om dat hij eigenlijk niet goed wist, wat hij zeg gen zou. Eerst had hij het wel prettig gevon den, een nieuwe Moeder te krijgen, maar nu Jet het zoo verschrikkelijk vond wist hij niot meer, of het juist niet verkeerd was, het pret tig te vinden. „Ik weet liet niet, Sinterklaas," hakkelde hij. En nu deed Sinterklaas wat Vader ook ge daan zou hebben. Hij schooi een beetje dich terbij, lachte hem bemoedigend toe en zei: Je weet het niet, hè? Dat komt omdat je eerst blij was met het groote nieuws cn toen zag, dat Jet cr bedroefd om was. Je denkt, dat Vader het weet en dat Jet het weet, maar één van beiden kan het toch maur werkelijk weten, is het niet?" „Ja Sinterklaas." zei Jan zachtjes. „En wie zou het nu het beste weten van de twee?" Vader natuurlijk," antwoordde Jan met overtuiging. „Maarliet hij er op volgen, „Jet huilde zoo erom!" „Ik begrijp het wel, hoor jongen," zei Sin terklaas zóó vriendelijk, dat Jan er tranen van in de oogen kreeg, „ik begrijp wel, dat jc bent gaan twijfelen na wat Jet je verteld heeft, maar dat komt, omdat jij Jet niet goed begrijpt. Jet heeft haar eigen jullie eigen Moeder heel goed gekend, veel beter dan jij. omdat je nog zoo jong was, toen ze van jullie wegging, en nu kan zc er maar niet aan wennen een ander in de plaats van haar eigen Moeder te zien. Het lijkt haar vreese lijk, omdat ze jullie nieuwe Moeder nog niet gezien heeft en daarom nog niet weet, hoe goed en lief ze is. Jij weet dat wel, en daar door kon jc blij zijn. Als Jet haar ziet..." Sinterklaas wachtte even: Jan keek hem met groote oogen aan en wou dc woorden wel uit Sinterklaas' mond trekken „als Jet haar ziet, zal ze zoo bedroefd niet meer zijn en als zc met haar gepraat heoft, zoo pret tig als jij zal ze ook blij wezen. En al heel gauw zullen jullie geen van beiden Moe der meer villen missen" Jan ontwaakte. Verwonderd keek hij do kamer rond, die leeg lag in liet morgenlicht. Vaar was Sin terklaas? Langzaam werd het hem helder, dat hij gedraoiïid had. Het gaf even een teleurstel ling, maar niet lang. Toen hij terugdacht aan wat Sinterklaas hem in zijn droom had verteld, begreep hij, dat hij heelemaal gemi reden had, om teleurgesteld te zijn, veeleer om blij te wezen. Met Jet zou het immers goed komen? En óf het goed werd? Het werd de prettigste Sinterklaasdag, dien ze ooit beleefd hadden. Tante Jo, die nu „Moeder" heette, was nog geen uur in do kamer, of Jebwas niet van haar weg te krijgen. Ze moest al haar ca- deaux zien en zegger?, hoe ze ze vond. En toen Moeder wegging, hing Jet aan haar ar men en fluisterde zij haar tusschcn twee om helzingen in: „Maar U bent het grootste ca deau!" Dikwijls dien dag keek Vader eens naar Jan en Jan eens naar Vader en dan wisten zc het samen wel. P. VAN RENSSEN. SURPRISE. Een St. Nicoiaas-vertelling. Hij had het dan toch maar gedaan. Zoo bijster goed was het jaar wel niet geweest, maar do Suiker had hem er weer eon beetje bovenop geholpen cn kon hij Lucie ooit iets weigeren? Ze had het hem wol niet gevraagd, maar de laatste keer hadden zij samen gewinkeld en toon had zij zoo vol aandacht stil gestaan voor die etalage, en zoo ingespannen getuurd naar die cénen ring, dat hij wel cei> rund geweest zou zijn, als hij het niet gemerkt had! Vragen wilde zij niet, dat voelde hij wel Zóó was Lucie nou: bescheiden, angst wekkend, onnatuurlijk bescheiden soms! Hij vond het af en toe wel wat verducht. Als hij zoo zijn zakenvrienden hoorde over dc eischen cn caprices hunner echtgcnooten, dan móest hij eensklaps met een soort ver bazing deuken aan zijn kleine blonde Lucio, die nóóit iets vroeg, tenzij het dan ooK strikt noodzakelijk was. zitkamer bij den haard, met Lucie, die zoo prettig kon vertellen van haar dagelij kschc bezigheden en dio daarbij zoo goed wist tc luisteren naar wat hij op z'n hart hadZe zou wel verrast zijn, dat hij zoo vroeg kwam. Anders werd het toch meestal half acht In geen maanden was hij om half zeven thuis gekomen. Henk legde het avondblad naast zich neer, hij kon er zijn aandacht niet bij bepalen. Al die ongelukken, al die politieke berichten... het interesseerde hem vandaag niet. Er was maar één ding, wat hem interes seerde: gauw thuis to zijn en weer greep zijn hand naar hot kleine doosje, veilig go- borgen in zijn diepe jaszak. Dan liep dc trein het station van Heidedorp binnen. Haastig sloeg hij de richting van zijn huis in. Het was vinnig koud. Een vrics-heldere nacht stond over het land. Do sterren fon kelden. Een scherpe wind woei langs de laan, welke hij volgde. Hij was nu niet vor meer van huis. Daurginds bij Huizo Erica moest hij rechtsaf, dan nog enkele tientallen meters... on door dc boomen zag h\j het licht al branden. Behoedzaam liep hij het tuinpad ze moest niet hooren, dat hij er al aankwam.,. Even keek hij door de brcede ramen Daar zat LucieMaérHot was Henk alsof het hem plotseilng duizelde. Een licht gevoel wervelde door zijn hoofd. Hij moest even de oogen sluiten. Zijn handen balden zich tot vuisten. liet was niet waar! Het mocht niet waar zijn. Hij had verkeerd gekeken. Weer boog hij zich naar het raam. Nee, hij had zich niet vergist. Op de leu ning \an een der fauteuils zat Lucie, en haar hand streek licht als liefkoozend door het haar van een anderAVie was dat? Donker was hij, dat was het eenige wat Henk zag, En dit jaar was zij al héél zuinig geweest. Ze wist, dat de zaken niet al tc rooskleurig waren gegaan. Ze wist ook, dat het buiten wonen dubbele kosten had meegebracht. Toen sb nog in de greote stad woonden, was het kantoor aan huis geweest dat scheel de veel. Maar sinds haar ziekte en het ad vies van den dokter: buitenlucht, door de bosschen loopen ging dat niet meer. Ze hadden een aardig villu'tje gevonden, een kwartier afstand van Ileidedorp, dat on geveer een half uur sporens van dc groote stad lag. Kortom: ze waren forensen gewor den. lederen ochtend ging hij, Henk, de deur uit, kwam eerst 's avonds laat terug. Blij wéér ver le zijn van het jachtende stadsle ven. Dc week ends waren altijd prettige da gen. Henk hield van buiten. Hij kon uren lang met zijn hond over dc hei zwerven of door de bosschen, hij werkte met een hard nekkige ijver op het zandige stukje grond, dat hij weidsch betitelde: onze tuin - cn ook Lucio scheen ervan te houden. Hij had zich wel 's ongerust gemaakt. Tenslotte kwam zij uit do groote stad, was er geboren, had er geleefd. Zou de veran dering niet al te bruusk geweest zijn? Er waren geen bioscopen en geen schouwbur gen, geen tea-rooms en geen dancings.. Maar neen, ook Lucie scheen zich geschikt tc hebben. Zij hadden een paar aardige ken nissen en iedereen zei van Honk en Lucie, dat hun huwelijk in deze tijden een exceptie was. Alsof zij afgunstig waren op dit geluk... De kraag hoog-opgeslagon, handen in de zakken van zijn wijden ulster, stapte Henk naar het station. Hij kon 17.26 nog gemak kelijk halen. Op een avond als deze, op St. Nicolaasavond wilde hij tenminste eens vroeg thuis zijn. Dat had hij cr wel aan verdiend. Het was een ellendig-drukke dag geweest. Met de ouwe Yerslooten had hij uren-lang geconfereerd over dc belegging van wat ka pitaal, die kerel was zoo eigenwijs als ik- weet-niet-wat, 'geen behoorlijk woord mee te praten, koppig cn eigenzinnig. Enfin, het was nu voorbij cn in z'n rechterjaszak voel de hij het kleine doosje, waarin de ring mot dien prachtig-glanzenden smaragd, waar dat wist Henk zeker! Lucie naar snakte. Ze zou oogen opzetten! Want tenslotte had den zc zoo half en half afgesproken/ dat ze dit jaar geen werk zouden maken van St. Nirolaas. „Het was tQch eigenlijk een kinderfeest!" had Lucie heel verstandig gezegd. En Henk had het be-aamd. „En we zijn zoo langzamerhand groote, zwaarwichtige mcnschen geworden!" was zij verdcr-gegaau. En ook daarop had hij zwij gend geknikt. In den trein vond hij nog een hoek-plaats- je vrij. Hot was vol, overigens. Menschen met vrooliike gezichten, de móesten beladen met allerlei pakjes. Daar had jo Chris Ver berg met z'n vrouw. Zeker inkoopen gedaan. De stakker bezweek bijna onder den last Tja, als je met Clara Verberg getrouwd was!Dat viel niet mee! IJlings snelde dc trein door het donkero landschap. Maar liet ging Henk veel te lang zaam. Hij betrapte er zich zelf op, dat hfj er na,»r verlangde thuis tc zijn, in z'n gezellige on ook dat die ander heel gemakkelijk lang uit lag in zijn stoel, dronk van zijn port als ofalsóf hij er thuis hoorde! Hij scheen tc pralen, Iienk zag, hoe zijn hand heftig gebaarde, hoe Lucic aandachtig naar hem scheen tc luisteren cn zijn haar streelde en haar hoofdje tegen het zijne vleide... Plotseling eindeloos-vermoeid voelde Henk zich. Alles aan hem scheen verlamd. Lang zaam liep hij het tuinpad weer terug^ den weg over, het bosch inIn z'n rechterhand klemde hij Lucie's cadeau. Een mooie thuis komst! Als hij niet zoo vroeg was gekomen, had hij niets gemerkt natuurlijk! De hemel wist hoe lang dit spelletje nu al duurde. Maanden misschien AVas dat Lucio? AVas haar bescheidenheid, alles wat haar voor hem zoo aantrekkelijk maakte, waarom hij van haar hield, alleen maar een mask' Het was or ,»eer tien uur, toen hij het tuinpad weer opliep. Hij deed geen moeite zachtjes to loopen. Het kon hern niets meer scholen. Hij was in die enkele uren met zichzelf in het reine gekomen: er zouden maatregelen getroffen moeten worden... Morgen zou hij naar Jacques Buma gaan, die zou hen scheiden. Had 'ie ook 'es een cliënt! Moe voelde hij zich en rillerig... Dan ging de deur open. Lucie stond in de opening. „Jongen, ik hoorde jc aankomen. Wat ben jc laat! En ik heb juist zoo'n aar dige verrassing voor jc!" Een pijnlijk lachje gleed om Henk's mond. Ja, ja, het was een héél aardige verrassing. Het kan niet aardiger. Het was trouwens een avond >oor verrassingen, St. Nicolaas. Maar hij had de zijne al te pakkenJ Ilij hing zijn jas op „Kijk eens achter je, Henk!" Hij deed het werktuigelijk. Maar... dat was Fred!... Fred stond daar, z'n jongere broer, terug uit IndiÖ... Hij voelde zijn hand schuddden en een ste vige klap op zijn schouder. „Kerel, wat bon ik blij, dat ik je weer zie. Druk gehad? Jo ziet cr niet bijster floris sant uit!" Hij lachte, kon geen woord uitbrengen, 'n Idioot w as hij geweest!" 'n Stomme jaloer- sche gekHoc had hij dat ooit van Lucie kunnen denken Gedrieën gingen zij naar binnen... Lucie kreeg haar ring. „Hoe wist jc dat ik die zoo graag „Ik heb je gezicht toch gezien!" „En nou heb ik niets voor jou, geen enkel cadeautje. AVe hadden toch afgesproken dat „AA'eet ik wel, weet ik wel" glimlachte Henk. „Maar mijn surprise heb ik al en ik ben cr best tevreden mee!" „Jammer, dat je zoo laat was pruilde Lucie. „Héél jammer" beaamde Henk vol over tuiging. "TRHOEVEN.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 12