Toen Kerstmis was geb.oren WINTER EN LIEFDE KERSTKINDEREN Een Kerstverhaal door Jan R. Th. Campert MENUS Q&XUVi/. KERSTBOOM m YS Icclor seizoen heeft zijn eigen bétcekenis. Als men de dichters gclooven uil, dan is eigenlijk de lente de maand der liefde, maar dat moet toch een lioel dichterlijke opvat ling zijn, want het geluk heeft geen historie en de liefde kent geen speciaal seizoen. De verliefden wel! In Mei is er het ver langen, in Juli do maan-doorliclite avonden, maar ook in de herfst, als andere menschen ietwat melancholiek gestemd zijn, bestaan er geen hinderpalen voor verliefde harten. Hoogstens worden de bezitters er nog wat scntimentecler op.... De winlcr echter is een zeer goede vrienl ▼an de verliefden. Want al de daarin val lende feestelijkheden zijn doorspekt van de ?iefde en onhoorbaar suizen haar pijlen in de onrustig hamerende harten. Neem alleen St. Xicolaas! Een pracht- gelcgenheid om elkaar wat to geven. Al is het maar een vrijer van taai-taai of een hart van marsepein. liet kleine, onnoozele hart, dat menschcn-lsvcns aan elkander bindt, of om Shakespeare te misbruiken „d'r steekt meer achter zoo'n hart, dan wij met al onze geleerdheid vermoeden kunnen." Na een korte poos, precies lang genoeg om op adem tc komen, schemert het feest der verlovingen aan den horizon; Kerstmis! Op een fraaier en deugdelijker wijze kan men zich niet verloven. De gans is gebraden, vle mistletoe hangt... oh papa wikkelt al z'n scrv'ct om de cham- pagne-flesch. Onuitputtelijk zijn 's.syinicrs .voor vcrlióf- den de mogelijkheden. Hand in hand schaatsenrijden, enz. enz. Zij, die het weten, zeggen dat een zoen in December beter smaakt dan in Augustus. Het gebeurt met meer verantwoordelijk heidsgevoel. Een zonier-flirtatton .gaat niet diep, is oppervlakkig en leidt niet altijd naar het gelukkig slof. maar een wintcr-flirta- tion, die voortgezet wordt aan den huise- lijken haard onder wakende oogen voert tot ernstiger verbintenissen. En wat hebben do dichters der licfde-in- dc-lcnte daarou te zeggen? (Nadruk verboden). Van oudsher gelooft men, dat kinderen, die op Kerstmis geboren worden, een zeer t elukkig lot hebben. In Engeland w orden de ouders \an zoon kind door alle inwo ners van hun dorp gciukgewenscht en met geschenken overladen, lil Ierland hebben Kerstkinderen zelfs zekere voorrechten in 't bestuur dei. gemeente, omdat men hoopt dat hun eigen geluk ook de gemeente tot zegen zou zijn. De geschiedenis .verhaalt ons echter van drie Kerstkinderen, die juist zeer ongeluk kig waren. Keizerin Elisabeth van Oosten rijk zag haar naaste bloedverwanten op tragische wijze \au haar zijde weggerukt, terwijl zij zelf na een innerlijk eenzaam leven te Genève \crmoord werd. Goethe's zoon August werd eveneens op Kerstmis geboren en had een ongelukkig loven, om dat liij voortdurend leed onder het lot, den zcon van een groot man te zijn. Tenslotte heeft Peter Cornelius, de componist van de Moolijkc opera „De kalief van Bagdad" zijn leven lang te strijden gehad legen te leurstelling en tegenwerking, terwijl hij het >ucces van zijn werk niet meer beleefde en in bittere armoede gestorven is. 4al***' GxH-Xct cZr+<, Met een harden,, nijdigen slag sloeg de deur van de kleine herberg achter hem dicht. Even wankelde hij, toen de prikke- tend-zuivere lucht ijzig in zijn gezicht woei, dan herstelde hij zich en begaf zich op weg naar de kleine boerderij, een kwartier gaans van bet dorp. De dorpsstraat lag* verlaten Op grootc afstanden hier en daar een lan taarn, die een erbarmelijk-schraal licht rondom zich heen straalde. De huizen wa ren donker. Alleen bij den bovenmeester brandde de lamp nog. Zwaar klotsten de klompen van Ouwe Gerrit op de keien van den straatweg. Harde, onregelmatige sla gen in de stilte van den vrics-hélderen nacht. Hij duwde z'n handen in de zakken van z'n korte jekker. Koud was het, wecr- gaasch koud. Het hoofd voorovergebogen stapte hij verder. Daar bij Tineke Lans moest hij rechtsaf den zandweg in. Ouwe Gerrit had een goeicn avond gehad Voor zijn doen tenminste. Met Manus Pias, Houtepoot en Gieljan had hij zitten pandoe ren. Twintig centen had hij gewonnen en z'n heele vertering vrij En die was lang niet mis geweest. Anders dronk 'ie nooit zooveel, maar vandaag had hij den kolder in z'n kop gehad. Vanmorgen vroeg was 'ie al z'n huis uitgeloopen; Kees, de knecht, zou liet weinige werk, dat er *s winters te doen was, wel opknappen. Hij moest er 's uit! Met z'n -grootc drif tige passen was hij het dorp door gebeend. „Ouwe Gerrit liet 't weer!" mompelden de menschen, die 'in zagen. Wat w isten zij er- \an? Of zou Marden het verteld hebben? Marden, die ook postbode was. Dat er w eer 'n brief uit Canada gekomen was. Van Ger rit. Jonge Gerrit! D'r had een papier inge zeten, waar 'ic op de bank in de stad geld op kon krijgen. Eerst had 'ic 't willen vér- scheuren, maar 's w inters was 't een slechte tijd en al had jonge Gerrit 'm dan ook niet mooi behandeld, daar wist het geld niks vanaf. Dat veranderde er niet door! Ouwe Gerrit sloeg den zandweg in, die langs z'n boerderijtje leidde. Een hcldevc maan stond hoog aan den strakkon, sterre- bloescmcndcn hemel. Zwarte contouren toekenden de boêschcn tegen den horizon af. Als 'ie thuis was, zou er nog wel iels over zijn orn te eten Dat kon 'ie opwarmen. Misschien was Kees nog niet naar 't zolder. Maar dat zou wei niet. 't was al laat.... Vanmorgen was 'ie naar de stad gegaan. Vijftig guldens had 'ie op dat papiertje ge kregen. Vijf mooi, ritselende bankbiljetjes. Dat wa^ veel geld. Als 'ie Gieljan niet was tegengekomen, dan zou hij dadelijk weer naar het dorp zijn teruggegaan, maar Giel jan moest bij den notaris wezen en toen hadden ze d'r na afloop een gepakt en nog een, en 'savonds in het dorp waren ze bij Manus Ras blijven hangen. Om 'n kaartje te maken. Het was laat geworden en morgen moest 'ie naar de kerk. Dan was het Kerstmis en dat had 'ie nog geen enkelen keer gemist Ook niet in al die jaren, dat Jenneke, z'n vrouw, nou dood was Dat werd met 't ko mend voorjaar nou zeven jaar. Ze hadden 'm wel eens geplaagd, dat hij, Ouwe Gerrit, toch nog niet zoo oud was en dat hij temet hier of daar 's 'n kansje waagde, het best in orde zou komen. Hij liep dan wel tegen de zestig, maar d'r waren heel wat jonge ke rels met minder fut in d'r botten dan hij enhad,hij niet 'n aardig huisje met 'u /linken lap grond d'r bij? Nou liep de boel wel 's mis, d'r moest eigenlijk een vrouwmcnsch wezen, dat voelde 'ie zelf ook wel. Dc pannen en het koper blonken niet zoo mooi meer ais toen Jenneke d'r nog was. Die hield van der spullen. Die was van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in de weer! En de beesten werden niet altijd precies op tijd gemolken. Maar weer een vrouw over den vloer? Ouw e Gen it voelue er niks voor! Met Jenneke was het goed ge gaan. maar als je eenmaal tegen de zes- lig loopt, dan begin je d'r toch niet meer an! Kees hielp aardig mee en ze kwamen d'r zoo ook wel Het licht in dc keuken was uit. Dan was 't'ie naar z'n bed, constateerde Ouwe Gerrit mopperend. Hij lichtte de klink op en stapte naar binnen. Stak dan de pe troleumlamp aan en stopte een pijp. Haalde z'n beurs uit z'n zak. D'r was nog drie-en veertig gulden en veertig cent. Mooi van jonge Gerrit om 'rn dat te zenden. Maar schrijven, terug schrijven, dat deed 'io niet! Een norsche trek zette zich plotseling op het gelaat van den ouden man vast. Nijdig trok hij aan zijn pijp en blies groote rook wolken uit Had die ellendige jongen maar niet weg moeten loopen! 't Was meneer tc min, meneer wilde hoogcr-op! Alsof dit huis en dit land niet goed genoeg voor 'm waren. Hij wilde wat zien van de wereld, had Tc gezegd. En Ouwe Gerrit nijdig, had tegen 'm geraasd en 'm 'n gulden gegeven; dan kon 'ie naar de stad. Woedend had de ander bet geldstuk door de keuken ge smeten en was de deur uitgeloopen. Laat in den nacht eerst was 'ie thuisgekomen. Hij. Ouwe Gerrit, was blijven wachten en toen was de uitbarsting gevolgd. Hard tegen hard! En de ander ging weg „Ga met God!" A De deur viel in het slot.... Jenneke had in de gang gestaan Zwijgend had ze den jongen omhelsd, maar geen woord om 'm tegen te houden had zc ge sproken. En nooit ook had zij hem er een, verwijt van gemaakt. Wèl had hij dikwijls gemerkt, dat zc jonge Gerrit miste cn och hij toch ook, al hield hij zich flink. Andere kinderen waren cr niet in het ging 'n mensch toch aan z'n hart. dat je nooit wist, wat er nou van z'n goed terecht zou komen, als 'ie d'r niet meer was Wani jonge Gerrit kwam niet meer terug Dien ging het tc goed. Dan liet hij het nog liever aan Kees, die had cr hart voor. Dikwijls had jonge Gerrit nog geschreven cn Jenneke had dc brieven zorgvuldig in hel kabinet opgeborgen. Bij d'r kerkboeken. En soms had ze teruggeschreven,- want erg vlug was ze niet met de pen. Wél las hij altijd de brie ven, die over en weer gingen, maar hij. kop pig, had er nooit een letter bij gezet. Dat deed 'ic niet, al... al had hij het soms bijna niet kunnen laten. Ook daarvan had Jenneke nooit iets gezegd. Zc leende 'm en wist dat, als zij erom vroeg, hij het zeker nooit zou doen. Alleen, alleen toen ze dan op sterven lag. had ze 'm gevraagd: .,En Gerrit?'' Hij had d'r toen beloofd, dat hij den jon gen zou schrijven cn hij had het gedaan ook. Eén keer. Dat z'n moeder dood was. En anders niks. Ze hadden elkaar niks te vertellen, niet voordat jonge Gerrit gezegd had, dat hij der spijt \au had cn dat hij terug kwam. Maar dat deed 'ie niet!-- Nooit - van z'n leven. Hij w as er getrouwd .en d rwaren al kinderen ook! - Wèl waren de brieven regelmatig blijven komen en gek, telkens als^ er w eer zoo n brief kwam met zoo'n vreemde postzegel, dan werd Ouw e Gerrit .KrêgM cn dan zeiden de menschen in hc.t dorjx „Ouwe Gerrit het 't weert- - - Dan moest hij er op zop'n. dag .op uit, dan. moest cr niks.Op zTt weg kpnVen. want an ders liep liet mis. Dan sloeg hij d'r op losT. als het moest!.... Ouwe Gerrit ,stak zTt pijp, die uitgegaan wasj^ nog 's op. Hij zou zich 'n nieuwe koopeu." Dat. kon d'r nou wel af. Dan stak hij z'n hand in z'n -buis, haalde de zwart-leeren portefeuille te-voor schijn en dat was dc brief. D'r stond niet veel in\llecn dat het goed ging in Ca nada en dat z'n vader voor dat_ papiertje maar een Kerstmis-porsent, nee, present moest koopen. Waarachtig dal zou 'ic! Dc pijp! Toch aardig van dien. aap, toch aar dig... Als Jenneke d'r hog geweest was, zou ze jonge Gerrit geschreven hebben „en ook van uw vader vele groeten." Daar had hij, Ouwe Gerrit, nooit iets van gczêid. Dat waren vrouwenzaken, daar moest je je as man niet in mengen. Daar kwamen maar nesten van Maar na dat eene briefje, toen Jenneke dood was, liad Te daar, in Canada, nooit meer iets gehoord. Z'n eigen schuld, z'n eigen schuld, mompelde Ouwe Gerrit Jn zichzelf. Dan stond hij op, ging naar do voorka nier om liet geld in het kabinet tc bergen. Achter het geldkistje lagen Gerrit's brieven, een heele stapel naast Tonneke's kerkboe ken. Die had 'ic morgen noodig. Kon "ie d'r al vast. wel uithalen... D'r lag wat in.. Een portret van Gerrit, toen 'ie nog 'n jon gen was Lang keek Ouwe Gerrit d'r naar, dook uit z'n zak den bril op om beter te zien. Dan zette hij het op liet penantkastje naast Jenneke en veegde de glazen van z'n hri' schoon D'r moest nog wel postpapier zijn Toen Ouwe Gerrit diep in den nacht klaar* was met den brief naar Canada, begon in dc verte een klok- tc luiden, een zingende cn heldere muziek door den stillen nacht het portret bleef staan. Kerstmis was geboren (Nadruk verboden). O, heerlijke Doom, met je stralende pracht, Je vroolykc kaaisjesgeflonker, Wat stu je daar rustig, als Toonbeeld van Kracht, Fél afstekend legen liet donker. Jij brengt bij dc menschen, lioè slecht zo ook zijn, I-Iet' goede toch altijd naar boven, Door jou wordt de Mensch in een stemming gebracht,. Van rustig en \iedig gelooven. O. heerlijke Boom, met jo kleurigen tooi, Vol prachtige siersTen beladen, Je takken met sneeüwige vlokken bedekt, Omslingerd door zilveren draden En als dan de Kerstklok te luiden begint? „Er werd eens een kindje geboren Dan voelen we 't heilige „Vrede op Aard."1 Weer sterker, dan ooit nog te voren. GUUS BETLEM Jr. Aantrekkelijke versieringen Toen het leven eenvoudiger was, ging men even naar builen, naar liet boscli, om te halen, wat men voor de kerstversiering van het huis noodig had. Daar hakte tnen kurstboomen om en plukte lauwertakken of ander groen. Tegenwoordig verstaat men on der deze versiering dikwijls een overvloed van veelkleurige clccirischc gloeilampjes, en hoe geschikt zij ook zijn voor versie ringen, soms maakt men er werkelijk een te overdadig gebruik van. Bovendien is het omdraaien van een schakelaar op De cember wel een heel fantasielooze manier om het feest in ic leiden. Wij -geven dan ..qpk voor ons gevoel dc voorkeur aan een vectoring met bef nooit afgezaagde groen. AI halen wij het ge woonlijk ufet meer uii het basch, tip de mark* kunnen wij hét te kust en- u keur krijgen; flciiiiC'. sparre-, ceder-, hulst- en laurier-takken zijn jjljlc zeg)- goed''.tut. -kran sen op *$ingcr«s samen te bindèn Ilujst, en' andere bésjès staan ööh yroolyki terwijl men iijer en daar het effect kón fcihóósjén door druiven, .granaatappelen óf andere vruchten. Men kali ook de oude ltaliaan- schc me est pi*-- navolgen en komkommers 'gebruiken als onderdeel van de decoratie. Stroobloemen cn dcnncappels staan ook móói; de laatste kunnen desgcwénscfrt ver zilverd of verguld worden. Eén punt wordt bij de meeste versieringen uit hét oog ver loren, u k. dot zij ..architectonisch" moeten zijn, tn.a.w. een bepaalden vorm moeten vertoonen en deze ook overal moeien her halen. Niets is smakeloozer, dan een bos takken, dié van oen deur afhangt, of naast een schoorsteenmantel staat, zonclei* dat ze eerst zorgvuldig gerangschikt zijn. Heeft men iets moois in dc kamer, bv. een decora tieve» schoorsteenmantel, dan legt men er den nadruk op door een spaarzame versie ring, waardoor de lijnen niet verdoezeld worden. Ik zag eens een zeer goede ver siering, beslaande uit twee kleine denne tjes in potten met rood papier ter weerszij den van den schoorsteenmantel on tw-ee vazen met losse takken groen er op. Een andere aardige decoratie was groo- tcndéèls uitgevoerd met kleine denne* boompjes van 30 a -40 cM. hoogte, in rood geverfde potjes. Een groene schaal met roode appels stond op den schoorsteenman tel en roode kaarsen voltooiden het geheel. Verder kan men elke decoratie afmaken mei slingers; deze leggen echter bijzonder den nadruk op deurposten, enz., en het hangt dus van het huis en zijn inrichting af, of men cr gebruik van kan maken. Ook een mooie trap kan zeer goed met slingers versierd worden. Deze slingers behoeft, men ook niet altijd met rood af tc wisselen; ge woonlijk staan vergulde palmbladeren en sterren van vergulde sparappeltjee er wèl zoo mooi bij. Groen met lange naalden staat meestal mooier dan met. korte naalden, vooral ooi- hot versieren van deuren en trappen. Ook een hek kan er mede opgetuigd worden. Een origineel idee was het belichten van een alleenstaande den in een tuin dóór een on- zichtbaai opgestelden schijnwerper; men kar. er zich geen voorstelling van maken, hoe mooi da* staat in een donkeren tuin. De oude Engelscho gewoonte van kaarsen in dc vensterbank plaatsen is ook zeer decora tief. Waar men de versiering gedeeltelijk door middel van licht wil aanbrengen, zijn kaarsen beter dan electrisché gloeilampjes; zij geven niet zoo'n fél licht, werpen een warmen glans over de gezichten en passen ook meer bij het karakter van het feest. Hetzelfde betreft het. zingen van kerst liederen dóór alle aanwezigen. Ook hier is dc natuurlijke stem verre te verkiezen bo ven dc cramofooii of de radio vox. Tegen het gebruik van kaarsen wordt dikwijls het brandgevaar aangevoerd; dit wordt belang rijk erniihdcrd door altaarkaarsen te ne- Men, terwijl ook kandelaars het brandge vaar grootendeels opheffen. Toch liob ik eens een zeer smaakvolle versiering gezien, waarbij op oen balcon vier - sparretjes In roode tonnen stonden, die met enkele w itte clectrischo. gloeilampjes waren verlicht. Ik heb ook wel eens een zeldzaam mooie kerstboom mot electrischc gloeilampjes ge zien; deze was bijna uitsluitend versierd met een overvloed van zilverdraden* z.g. „engelenhaar", dat in de spaarzaam ver lichte kamér on door de enkele gloeilampjes in den boom schitterde, alsof de boom een zilveren pyramidc was. Verder was de boom versierde met zilveren bollen en lelies. Het effect was veel mooier, dan van dc ge kleurde en dikwijls bonte kerstboomen, die mc-n gewoonlijk ziet. Toch moet men ook hij het versieren van een kerstboom wel over zeer veel smaak be schikken, om de kaarsjes to kunnen vervan gen door electrisch licht, zonder liet effect te verstoren door te fel of onoordeelkundig aangebracht licht. Do Kerstboom brandt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 6