AHÊDSFOOKTSCH DAGBIAB Binnenland DE LEZING VAN VAN LYNDEN Feuilleton De Verdwenen Delera Dinsdag 23 December 1939 .DE EEMLAISDER- 29e Jaargang No. 150 TWEEDE BLAD HET ONTWERP TARWEWET Het oordeel der rechtsgeleerden BEZWARENDE PAPIEREN Nog drie bedankjes i TWEEDE KAMER Grooie belangstelling van de zijde van het publiek. Aan de orde is het ontwerp Tarwe wet waarvoor groote belangstelling bestond van de zijde van het publiek. Mr. van Hellen- herg Hu bar acht buitengewone maatregelen in dezen gerechtvaardigd Hij heeft echter eenige bezuinigingn t.a.v. het voorgestelde en meent, dat de bezwaren der meelimpor- teurs niet moeten worden onderschat, Spr. vraagt den Minister of het voorgeschreven porcentage inlandsch meel zal blijven be ueden het gestelde maximum van 25. Tegen een geringe broodprijsverhooging beeft spreker geen bezwaar gezien het be lang voor een groote groep is hierbij be trokken. Mr. Knottenbelt acht een noodtoe stand aanwezig doch meent, dat de tarwe- bouw niet ten doode is opgeschreven. Spre ker ontwikkelt verschillende bezwaren te gen het ontwerp. Hij noemt in de eerste plaats den vorm. Door de groote delegatie van bevoegdheid aan de regeering ontstaat groot* onzekerheid bij de bedrijven. Voorts is een bezwaar de belemmering van den handel in bloem en meel, waar mee samenhangt de arbeid in onze havens. De broodprijs en de prijs voor kippenvoer zullen stijgen. Spreker meent, dat het niet aangaat een deel der bevolking te helpen ton koste van een ander deel. Mr. Boon betreurt, dat dit voorstel in cidenteel komt, terwijl een overzicht van de te nemen maatregelen ontbreekt. Spreker zou aan de teeltpremie de voor keur hebben gegeven. He.t ontwerp geeft een dictatoriale macht aan de rgeering en richt het bedrijf van de meel-importeurs ten gronde. Het menggebod staat gelijk met een invoerverbod. De heer van der Sluys noemt het ontwerp een economische dwaasneid, doordat men af moet blijven van de goedkoopo buiten- Iandsche tarwe van prima kwaliteit, Mil- lioenen moeten een offer brengen, die zelf door de crisis getroffen worden en de uit breiding der tarweteelt, die het gevolg zal zijn is een economische ketterij. Spreker zou de voorkeur geven aan een productie premie en dient een motie in om daartoe te geraken De heer Lockefeer heeft ernstige be zwaren, voornamelijk omdat de maatregel strekt tot nadeel der importeurs. De heer Bierema verdedigt het ont werp, dat gelegenheid biedt voor 75 pet. te profiteeren van lage prijzen op de wereld markt De heer Van Voorst tot Voorst is de regeering dankbaar voor het ontwerp. De heer Ebel6 is er niet tegen, doch had liever een vervoer verbod gezien om dat dit geen moeilijkheden meebrengt voor de importeurs. De heer de Visser vindt het ontweip reactionair. Het speelt in de kaart van groote boeren cn grondbezittere, die de millioenen in den zak steken, welke ont roofd worden aan het broodetend publiek. De heer A ment juicht het ontwerp toe, evenals de heer v. d. Heuvel. De laatste wijst er op, dat door premies van het bui tenland de meelimporteurs- reeds sterk be voordeeld zijn. De heer C o 1 ij n wenscht grondstoffen voor eicrproductic niet getroffen te zien bij dezen maatregel en vraagt bevredigende toezegging ten deze. De heer Uiemstra verdedigt het ont werp, dat de loonsverlaging voor landar beiders moet tegenhouden. De heer Braat betreurt het, dat het maximum-percentage is vastgesteld en hoopt dat na 3 jaar de wet zal worden ver lengd. De heer Oud staat met groote huivering tegenover het voorstel, omdat het een di recte belasting op brood is. Een belangrijk deel gaat weg aan improductieve uitgaven. Spr. hoopt echter dat een oplossing mo gelijk zal zijn. De heer Kersten vreest van het ont werp vermeerdering van het aantal amb tenaren en ondeskundige oontroleurs. De heer Bakker wijst op de vergaande consequenties van dit ontwerp, dat hij al leen als een noodmaatregel beschouwt De vergadering wordt verdaagd. UIT DE STAATSCOURANT. Toegekend de gouden eere-medaille der Oranje Nassau-Orde aan C. H. van Wijnen, waterbouwkundige bij de N.V. Ned. Aan nemingmaatschappij v.h. H. F. Boersma in Ned. Indië en de bronzen eere-medaille aan F. H. Benda, borstelmaker bij de Culem- borgsche borstel- cn kwastcnfabrick to Cu- lemborg. EEN MESSENSTEKEIL Nieuwe P e k e 1 a, 22 Dec. Zondagavond omstreeks elf uur is Nieuwe Pekela in op schudding gebracht door het optreden van een zekeren J. K. Deze had to veel gedron ken en was in een toestand van delirium- tremens geraakt, waarin hij met een mes cenigc personen to lijf ging. Hierbij werd D. cn Th. van der Molen op de armen ge wond. De man heeft zich toen zelf met een mes in de beencn gestoken. De veldwachter, die in de onmiddellijke nabijhe.d van het gebeurde woont, heeft K. aangehouden. Hij moest naar het ziekenhuis in Winschoten worden overgebracht ROOMSCH-KATHOLIEKE WERKGEVERS. De heer Asselbergs bedankt. Dezer dagen heeft het federatiebestuur van de Algcmecne R.-K. Werkgeversver- eeniging vergaderd ten kantore der vereeni- ging te 's-Gravenhage. De voorzitter, de beer J. P. J. Asselbergs, deelde in den aan vang der vergadering mede, dat hij een herbenoeming als voorzitter niet meer zou accepteeren, ofschoon het scheiden van deze functie hem speet. De vice-voorzittcr, de heer H. W. D. Hel lebrekers, dankte in hartelijke bewoordin gen den scheidenden voorzitter, welke woor den door de vergadering met applaus wer den bekrachtigd. Bij schriftelijke stemming werd hierop mr. M. P. L. Steenberghc met algemeenc stemmen tot opvolger van den heer Assel bergs gekozen; De heer H. W D. Hellebro kers werd bij acclamatie tot «vice-voorzitter herbenoemd, terwijl dc vacature voor pen ningmeester in verband met de mededeelin- gen van mr. Steenberghe werd aangehouden tot de volgende federatievergadering in Februari 1931. De begrooting voor 1931 word vastgesteld en een nieuwe kascommissie benoemd. Bij de bespreking van de economische crisis in verband met de op het congres tot uiting gekomen wenschen, werd vooral ge wezen op het vraagstuk der industrieele credieten, de mogelijke ratificatie der Han delsconventie, het instellen der Onderhan- delings-commissie met Duitschland cn ten slotte het dumping-vraagstuk cn de ge meentelijke loonpolitiek. Ook het voorontwerp van wet op de he- drijfsraden werd met groote aandacht be handeld. De speciale studiecommissie uit dc A.R.W.V. en het R.-K. Verbond van Werkgeversvakvereenigingen was met haar werkzaamheden gereed en zou de resulta ten zeer spoedig aan dc bevoegde instan ties overleggen. OP HEETERDAAD BETRAPT. Voorzorgsmaatregelen die nuttig bleken. Zaterdagnacht werd door de politio te Arnhem bizonder bewaakt het gebouw van dc arbeidsbeurs, omdat daar ccn extra uit- keering voor do werkloozon in geld aanwe zig was. De bewaking bleek niet zonder doel, want de politie slaagde erin twee Rot terdammers op keeterdaad bij ccn inbraak poging te betrappen cn te arresteeren. Hun inbrekersgorcedschappen werden in beslag genomen. Een derde persoon wist te ont snappen. (IIbid.) DE DOODELIJKE MIST. Ook to Wouw waargonomon, Naar aanleiding van dc in dc bladen, de laatste dagen nog vóórkomende berichten omtrent het ook in ons land constatecren van den „(feo'ddijken mist" deelt een land bouwer uit Wouw, de lieer J. L. aan „Do Grondwet" mede, dat ook liij ccn soortge lijk geval heeft gehad als dc landbouwer uit Someren. Hij was dien bewuslcn namiddag te oi> ge veer half c'rio met zijn zoontje op het veld aan het werk toen ze door 3cn zware gele mistwolk werden overvallen. Hij ver klaart dat de hitte ondraaglijk was en er ger dau op het heetst in den zomer. De wolk was spoedig verdwenen, zoodat zij er geen nadelige gevolgen van hebben onder vonden. Zoo lang zij in» de mistwolk waren hadden zij het beiden erg benauwd. EEN KRANIGE REDDING. Amsterdam, 21 December. In den af- gcloopen nacht te ongeveer een uur, werd de 28-jarige mej. Marie van Hal, wonende De Wittenkadc olhuis, uit haar slaap ge wekt, door een van buiten komend hulpge roep. Mej. van Hal, vermoedende dat iemand te water was gevallen, begaf zich dadelijk op straat, waar een heer haar vermoeden be vestigde door to vertellen, dat een persoon iu het water was gevallen van dc Kostver- loronkade. Zonder zich te bedenken, sprong dc dap pere vrouw, die lid is van de Arasterdam- sche reddingsbrigade in liet water on naar een keer te hebben gedoken, slaagde zij er in den drenkeling te grijpen en op het dro ge te brengen. Onmiddellijk stelde zij pogingen in liet werk om bij het slachtoffer, ccn man, die, naar later bleek, onder den invloed van sterkon drank verkeerde, cn wellicht hier door to water was geraakt, dc levensgees ten op te wekken. -Na drie kwartier ingespannen arbeid werden deze pogingen met succes be kroond. Per auto van den G. G. G. D., welke iu* middels was gearriveerd, word de drenke ling daarop naar het Binnen Gasthuis ver voerd. Ook mej. van Hal heeft zich daarheen be geven, ten einde een wonde in het been te laten verbinden, welke zij bij liet reddings werk had opgeloopeh. Behalve dit letsel en ccn verkoudheid door het koude bad, heeft, voor zoover thans t* bezien valt, dit nachtelijk avon tuur geen ernstige gevolgen voor de kra nige redster gehad. H.M. DE KONINGIN. 's-Gravcnhagc, 22 Aug. H. M. de Ko ningin is hedennamiddag omstreeks half zes per auto van het Loo in de Residentie teruggekeerd cn heeft het middagmaal bij de Koningin-Moeder gebruikt. DE POSTVLUCHTEN. Bij dc K.L.M. is bericht ontvangen, dat het zevende postvliegtuig, dc P.H.A.E.O., Maandagmorgen te 5.38 uur uit Calcutta is vertrokken en te 9.30 uur te Akyab gearri veerd. Vandaar vertrok liet toestel om 10.05 uit Akyab en landde te 17.15 uur te Bang kok. Alles is wel aan boord. Heden wordt i de reis voortgezet. A.V.R.O.'CONFLICT. De publicatie zou de A.V.R.O. ernstig schaden. „Het Vaderland" heeft zich met do vol gende vragen tot baron Van Lyndon ge wend, die er geen bezwaar tegen maakte zo te beantwoorden en het blad te machtigen die antwoorden te publiceeren. Vraag 1. Wat waren uw motieven om u in de A.V.R.O.-zaak te mengen? Vraag 2. Is uw inmenging in hot arti kel in de „Radio-Bode" van 19 December j.l. juist weergegeven? Antwoord 1. Ik ben oud-hoofdbe stuurelid van dc A.V.R.O. Drukke bozigucden noopten mij indertijd als zoodanig te bedan ken. Sindsdien bleef ik buiten allo radioza ken. Wel bleef ik de A.V.R.O. welgezind; ik zie in haar een instituut, dat blijken hoeft gegeven dc kunst te verstaan bij een groot deel van ons volk het gevoel voor wat ons allen bindt tc doen herleven of te verster ken. Hetgeen, naar het mij voorkomt, icdo- ren dug meer noodzakelijk wordt. Gehocl ongezocht, ja zelfs ongcwensclif, ben ik op dc hoogte gekomen van papieren on zaken, welke mij voor enkele leiders van de A.V.R.O. bezwarend schenen. Ik heb aan hun echtheid, resp. juistheid. niet durven twijfelen, omdat men nu eenmaal van men- schen, die men als fatsoenlijk beschouwt, daar men voor het tegendeel geen aanlei ding heeft, niet begint gemeenheden te verwachten. Althans, ik wensch zulks niet te doen. Word ik van deze opvatting de dupe, dan zal ik dit ongemak liever dra gen, dan dat ik mij op het uitgangspunt zal moeten gaan stellen, dat, behoudens tegen bewijs, fatsoenlijke menschen niet bestaan. Mijn motieven er mij mede '.3 belasten den directeur van het Omroepbedrijf der A.V.R.O., Vogt, tc gaan spreken, waren, dat ik publicatie dier stukken en moeilijkheden, zooals zich thans helaas toch voordoen, w il de voorkomen. Publicatie zou, meende ik, de A.V.R.O. en ook den heer Vogt, ernstig schaden. Dit te verhinderen, doch tevens to zorgen dat ongewensch te toestauden zich in den vorvolge niet meer zouden kunnen voordoen, was het doel van mijn stap. Antwoord 2. Ja en neen. Hetgeen zou moeten geschieden werd den heer Vogt niet onder geheimhouding voorgesteld, zoodat bij de drie punten, welke ik noemde, met zijn voorzitter en/of bestuur kon behande len. Verder was ik door mijn informator gemachtigd zijn naain te noemen en deed dit, toen de heer Vogt mij dien vroeg. Er is dus in elk opzicht open kaart gespeeld De drie punten luidden: 1. Een door mij met name genoemd lid van het dagelijkse!» bestuur, oud-bestuurder van den A.N.R.O welko als zoodanig geen bezoldiging mag ontvangen en dit, naar men mij had ge zegd, in eenigerlei vorm toch zou krijgen, zou uit het bestuur moeten treden. Als em ployé zou hij natuurlijk bezoldiging mogen genieten. 2. De voorzitter, van wien men meende te weten dat hijzelf wenschtc af te treden, zou op de a.s. vergadering van 13 December op de meest eervolle wijze zijn faak neerleggen. Hij zou zoo spoedig moge lijk worden vervangen door wat ik noemde een groot Nederlander, man van gezag en ervaring en daardoor in staat om het he laas verbroken contact met dc Regeering te heretellen, de gcwenschte besprekingen, zoo roet autoriteiten, politieke leiders als andere omroeporganisaties, to onder houden. Die voorzitter zou moeten worden gezocht cn uit geheel vrijen wil door be* stuur en/of leden moeten worden gekozen. Van een z.g. „krachtfiguur" hob ik niet ge rept, 3. De directeur moest zich verbinden in geen enkel opzicht buiten zijn voorzitter om te onderhandelen met autoriteiten, an dere omrocpvcrcenigingcn of politieke par tijleiders. Heb ik dan niet als voorwaarde gesteld, dat ik zeer tijdelijk als waarnemend voorzitter zou optreden? Neen, allerminst als voorwaarde. Ik heb uitdrukkelijk ver klaard, geen enkele taak dan die van dezo bemiddeling to willen vervullen en die al leen tc hebben aanvaard, omdat ik de ge noemde punten, zouden iniin informaties juist zijn, in het belang van de A.V.R.O. achtte. Wel heb ik, in het zeer langdurig on derhoud mot den heer Vogt, ongeveer woor delijk het volgende gezogd: „Indien onver hoopt op de vergadering von Zaterdag geen enkele andere mise-en-scèno mogelijk zou zijn, zou ik mij desnoods beschikbaar willen stellen om onder voorwaarde dat mijn voorzitterschap hoogstens een paar weken zou duren en punt 1 van do agenda de zonde van een nieuwen voorzitter zou wor den zeer lijdelijk te fungeeren, indien dc overgrooto meerderheid van het besiuur dit zou wenschen." Van mijn kant stel ik er prijs op tc ver klaren. dat ik de voor mij belangrijke afwij kingen tussclien deze lezing en die van de A.V.R.O. niet aan opzet toeschrijf Ik con stateer zo slechts. Ik wil hieraan nog tocvoegon, dat ik, na mijn stap, geen enkele anderen heb ge daan of denk te doen. Na ontvangst van het bericht van den hoer Vogt. dat dezo mijn voorstellen niet. aanvaardde, heb ik liera de ontvangst van zijn brief bevestigd, dit zijn besluit aan mijn informator mede gedeeld cn doen weten, dat ik mij verder terugtrok. Communiqué van den A.V.R.O, Het algemeen bestuur van de A.V.R.O-, op Zaterdag 20 Dec. 1930 in vergadering bij een; gehoord de geruchten, die zijn verspreid, verklaart ter geruststelling der A.V.R.O.- leden, die men tracht tc suggerecren, dat een samenworking van de A.V.R.O. met oen andere omroepvereeniging reeds op dit oogenblik zou zijn tot stand gekomen; dat er geen samenwerking in wolken vorm ook met oen der andere omroepver- ccnigiugen bestaat. Drie bedankjes uit Noord* Holland. Dc A.V.R.O. deelt ons mede Het Gewestelijk Besiuur voor Noord-Hol land heeft dezo vergadering niet afgowacht en heeft het volgend schrijven aan het Dag. Bestuur van de A.V.R.O. gericht: „Na kennisneming der in de pers gepu bliceerde stukken verklaren ondergeteeken- deu geen verantwoordelijkheid te willen dragen voor den stand van zaken in de A.V.R.O. Onder volledige handhaving van hetgeen zij U in hun schrijven van 11 December me dedeelden, verklaren zij hun lidmaatschap van de A.V.R.O. met ingang van heden tc beëindigen." Dr. MAX JUDA, Voorzitter van het Gew. Besiuur „Noord-Holland". F. WESTERLING, dierenarts, Secre taris v.h. Gew. Best. „Noord-Hol land" cn hoofdleider der Hout- rustdemonstratia; cn WOUTER HULSTEYN. lid van het Gew. Best „Noord-Holland" en van het Dagel. Bestuur. Hr. Ms. HEEMSKERK. Hr. Ms. Heemskerck is heden, 22 Decem ber, ter rcede te Willemsoord aangekomen. We hebben dikwijls meer behoefte aan Iemand, die met ons gevoelt, dan aan een die voor ons handelt. Door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. CO „Niot?" antwoordde Ralph. „Ik heb zit ten denken over wat je mij heb medege deeld, Austen, en ik geloof, dat ïL je mis schien een aanwijzing kan geven. Weet je, dat op het oogenblik de twee grootste oor logeschepen der wereld op een werf aan de Tyne voor Brazilië worden gebouwd?" „Ja. dat weet ik, ga door." „Wat heeft Brazilië aan d2rg3lijke groote oorlogsschepen? Het ligt voor de hand, dat het er niets mee zou kunnen uitrichten. Het heeft niet eens genoeg personeel om ze te bemannen en het zou een hsele hap uit zijn geldkist zijD, als het er tos over ging ze in dienst te stellen Nu ben ik van meening, dat de opdracht om de beide sche pen te bouwen een 6p2culatieve zaak- is van een paar slimmerds in de Braziliaansoht* regeering. die voorzagen, dat er weldra troebele tijden zouden komen en die be reid zijn Z3 te verkoopen aan den hoocsten bieder, hetzij een Europeaan of een Aziaat." Ik begreep in eens waarheen Ralph Srilde. (f - „Wel, lieve hemel", riep ik, „je meent dus, dat Delora hierheen is gereisd om den verkoop er van in orde te maken 3rd een of andere regeering, vermoedelijk in dit creval China?" „Waarom niet?" vroeg Ralph. „Met is aannemelijk en verklaart tot op zekere hoogte wat jou tot nog toe geheimzinnig heeft toegeschenen. Er is geen andsr land. dat in aanmerking komt voor den aankoop van dc oorlogsschepen als China, tenzij dan Rusland, en dergelijke transacties heb ben altijd met de noodiga geheimzinnig heid plaats." „Als je den spijker op den kop hebt ge slagen, is natuurlijk alles zoo klaar als een klontje en is Delora gerehabiliteerd. Maar er is atijd nog een punt, dat boven mijn begrip gaat en dat is, waarom hij zich ver bonden heeft met een dievenpak als de ltfi van het Café des Deux Epingles. cn waar om hij verplicht zou zijn van dien Louis een bondgenoot ts maken, om niet te zeg gen een m3deplichtige." „Nu. je kunt niet alles tegelijk begrijpen. Maar ik zou intusschen, al6 ik in jouw plaats wa6, trachten uit te vinden of de wenk, dien ik je nu geef, past in het raad sel, waarvoor je 6taat." „Ik zal zien van avond de waarheid los te krijgen van dien Delora", verklaarde ik tenslotte. „Maar nog wat, Ralph." „En dat is?" „Ik heb Felicia Dslora ten huwelijk ge vraagd." Ralph keek mij een oogenblik aan, alsof hij meends. dat ik een aardierheid verkocht. Maar daarop vroeg hij: „Zou het niet ver standiger geweest zijn. zoo jo daarmee ge wacht had tot jo deze zaak tot klaarheid had gebracht?" - „Neen, li2t werd me te machtig," ver klaarde ik. „Het meisje staat geheel alleen en ik zie met verdriet, welk een arm pion- netje zij is in het 6pel dat die kerels sp3- len. Ik zou haar liefst aan dat milieu heb ben ontrukt, Ralph, maar zij \v,ii laar niet van weten. Zij i6 van oordeel, dat zij dank schuldig is aan haar oom en zij wil zich naar zijn hevelen schikken." „Daarom kun je geen kwaad van haar denken", merkte Ralph op. „Neen, maar dat maakt den toastand wel moeiolijker." „Kom me morgenochtend weer opzoeken cn deel me dan nauwkeurig mede wat er tusschen jou en Delora is verhandeld. Wij moeten Dicky niet te lang op een tele gram van ons laten wachten." Ik beloofde dat en vertrok. HOOFDSTUK XXXV. Ik gevoelde dien avond instinctmatig de noodzakelijkheid om, alvorens naar Ber- mondsey te vertrekken, alle mogelijke voorzorgsmaatregelen te nemen. Ik schreef daarom een brief, waarin ik verhaalde van mijn bezoek aan die achterbuurt en van mijn vermoedens cn gaf hem aan den por tier. „Kijk eens, Ashley", zoidc ik, „ik ga uit op een expeditie waaromtrent ik mij niet volkomen gerust gevoel. Tusschen ons ge zegd en gezwegen, 'i staat in verband met de verdwijning van den oom van juffrouw Delora. Ik vermoed, dat het mogelijk en zelfs waarschijnlijk is, dat ik er moeilijk heden bij zal ondervinden en nu zou ik graag willen, dat je mij iets beloofdet. Ik moet naar Berraondsey cn als ik nu nadat het half twaalf zal zijn gesiagen niet terug _bcn, zou ik willen dat je dezen brief, waar in de geheelc zaak uiteengezet wordt, naar Scotland Yard bracht. Als je het zelf niet kunt doen, draag het dan op aan iemand, dien je volkomen vertrouwen kunt." De portier keek een beetje bedenkelijk en antwoordde: „Best, mijnheer, ik zal er voor zorgen. Maar mag ik me de vrijheid veroorloven u iets aan te raden? In uw plaats zou ik zorgen, dat ik vergezeld werd door een paar agenten in burger. liet is daar een tamelijke achterbuurt en er doen zich in den laatsten tijd nog al rare/dingen voor." „Ik kan er niet van af er heen te gaan, maar ik wil niet dat het met mij verkeerd afloopt. Ik heb een revolver in mijn zak en heb niet voor niets van Baxter leeren boksen. Ik geloof dus niet, dat ik in Ber- mondsey in ernstige moeilijkheden zal ge raken. Ma ar je kunt niet weten!" „Ik hoop het ook niet, mijnheer", ver klaarde de portier beleefd, „maar als ik om half twaalf niets van u heb gehoord, ga ik zelf naar Scotland Yard." „Prachtig", verklaarde ik, „maar intus schen zou ik om te beginnen wel een taxi willen hebben." Ik reed naar het mij opgegeven adres. Het was een afgelegen, half vergeten straat, welke dood liep en dicht bij de Theems was gelegen. De enkele huizen, die er ston den, waren wat grooler dan die der omge ving, maar zagen er wanhopig bouwvallig uit. Het perceel waarvoor ik tenslotte stil hield grensde aan een houtloods of juister deze maakte er deel van uit. Ik stapte uit de taxi en strompelde naar de voordeur. Op een paar el afstands van me trachtte een zware hond hevig blaffend zich ios te rukken van zijn ketting. Ik gevoelde nie een weinig opgelucht, toen dadelijk na mijn kloppen de denr werd geopend. „Woont hier do heer Hoffmeyer?" vroeg ik. Een oud mannetje, dat zich met een kaars in een goodkoopen kandelaar bij lichtte, knikte zwijgend en sloot de deur achter mij. Ik merkte niet tot mijn genoe gen op, dat hij er ook weer de grendels op schoof. „Waarom doet u dat?" vroeg ik ver stoord. „Ik blijf hier maar een paar minu ten. Het i6 werkelijk niet de moeite waard de deur to grendelen!" De man keek mij aan zonder ccn woord to zeggen. Hij scheen geen lust tc hebben om te praten, of was daartoe niet in staat. Alleen toen ik mijn vraag herhaalde, knik te hij langzaam als iemand, die nauwelijks had begrepen wat hem was gezegd. Ten slotte zei hij slechts: „De heer Hoffmeyer is in zijn kamer en zal u met genoegen ontvangen." Ik volgde hem langs zoo armoedige trap pen cn gangen als ik nog nooit in mijn leven hacl gezien. De muren waren klam en hier en daar hing het behangsel in groote vieze lappen omlaag. Hei plafond was vrijwel ongewit cn de trappen, welke wij passeerden, hadden geen Ioopers. Het heele huis zag er afschuwelijk armoedig uit. Tenslotte liet hij mij binnen in een kleine zitkamer, waar een heer aan tafel zat te schrijven. Hij keek op toen ik bin nenkwam. ITet was Delora. „Nu", begon hij „is dat de manier waar op u uw belofte nakomt." j £WordL vervolgd). -> i

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 5