AHÊDSFOOKTSCH DAGBIAB
Binnenland
DE LEZING VAN
VAN LYNDEN
Feuilleton
De Verdwenen Delera
Dinsdag 23 December 1939
.DE EEMLAISDER-
29e Jaargang No. 150
TWEEDE BLAD
HET ONTWERP TARWEWET
Het oordeel der rechtsgeleerden
BEZWARENDE PAPIEREN
Nog drie bedankjes
i
TWEEDE KAMER
Grooie belangstelling van de
zijde van het publiek.
Aan de orde is het ontwerp Tarwe wet
waarvoor groote belangstelling bestond van
de zijde van het publiek. Mr. van Hellen-
herg Hu bar acht buitengewone maatregelen
in dezen gerechtvaardigd Hij heeft echter
eenige bezuinigingn t.a.v. het voorgestelde
en meent, dat de bezwaren der meelimpor-
teurs niet moeten worden onderschat, Spr.
vraagt den Minister of het voorgeschreven
porcentage inlandsch meel zal blijven be
ueden het gestelde maximum van 25.
Tegen een geringe broodprijsverhooging
beeft spreker geen bezwaar gezien het be
lang voor een groote groep is hierbij be
trokken.
Mr. Knottenbelt acht een noodtoe
stand aanwezig doch meent, dat de tarwe-
bouw niet ten doode is opgeschreven. Spre
ker ontwikkelt verschillende bezwaren te
gen het ontwerp. Hij noemt in de eerste
plaats den vorm. Door de groote delegatie
van bevoegdheid aan de regeering ontstaat
groot* onzekerheid bij de bedrijven.
Voorts is een bezwaar de belemmering
van den handel in bloem en meel, waar
mee samenhangt de arbeid in onze havens.
De broodprijs en de prijs voor kippenvoer
zullen stijgen. Spreker meent, dat het niet
aangaat een deel der bevolking te helpen
ton koste van een ander deel.
Mr. Boon betreurt, dat dit voorstel in
cidenteel komt, terwijl een overzicht van
de te nemen maatregelen ontbreekt.
Spreker zou aan de teeltpremie de voor
keur hebben gegeven. He.t ontwerp geeft
een dictatoriale macht aan de rgeering en
richt het bedrijf van de meel-importeurs
ten gronde. Het menggebod staat gelijk met
een invoerverbod.
De heer van der Sluys noemt het ontwerp
een economische dwaasneid, doordat men
af moet blijven van de goedkoopo buiten-
Iandsche tarwe van prima kwaliteit, Mil-
lioenen moeten een offer brengen, die zelf
door de crisis getroffen worden en de uit
breiding der tarweteelt, die het gevolg zal
zijn is een economische ketterij. Spreker
zou de voorkeur geven aan een productie
premie en dient een motie in om daartoe
te geraken
De heer Lockefeer heeft ernstige be
zwaren, voornamelijk omdat de maatregel
strekt tot nadeel der importeurs.
De heer Bierema verdedigt het ont
werp, dat gelegenheid biedt voor 75 pet. te
profiteeren van lage prijzen op de wereld
markt
De heer Van Voorst tot Voorst is
de regeering dankbaar voor het ontwerp.
De heer Ebel6 is er niet tegen, doch
had liever een vervoer verbod gezien om
dat dit geen moeilijkheden meebrengt voor
de importeurs.
De heer de Visser vindt het ontweip
reactionair. Het speelt in de kaart van
groote boeren cn grondbezittere, die de
millioenen in den zak steken, welke ont
roofd worden aan het broodetend publiek.
De heer A ment juicht het ontwerp toe,
evenals de heer v. d. Heuvel. De laatste
wijst er op, dat door premies van het bui
tenland de meelimporteurs- reeds sterk be
voordeeld zijn.
De heer C o 1 ij n wenscht grondstoffen
voor eicrproductic niet getroffen te zien bij
dezen maatregel en vraagt bevredigende
toezegging ten deze.
De heer Uiemstra verdedigt het ont
werp, dat de loonsverlaging voor landar
beiders moet tegenhouden.
De heer Braat betreurt het, dat het
maximum-percentage is vastgesteld en
hoopt dat na 3 jaar de wet zal worden ver
lengd.
De heer Oud staat met groote huivering
tegenover het voorstel, omdat het een di
recte belasting op brood is. Een belangrijk
deel gaat weg aan improductieve uitgaven.
Spr. hoopt echter dat een oplossing mo
gelijk zal zijn.
De heer Kersten vreest van het ont
werp vermeerdering van het aantal amb
tenaren en ondeskundige oontroleurs.
De heer Bakker wijst op de vergaande
consequenties van dit ontwerp, dat hij al
leen als een noodmaatregel beschouwt
De vergadering wordt verdaagd.
UIT DE STAATSCOURANT.
Toegekend de gouden eere-medaille der
Oranje Nassau-Orde aan C. H. van Wijnen,
waterbouwkundige bij de N.V. Ned. Aan
nemingmaatschappij v.h. H. F. Boersma in
Ned. Indië en de bronzen eere-medaille aan
F. H. Benda, borstelmaker bij de Culem-
borgsche borstel- cn kwastcnfabrick to Cu-
lemborg.
EEN MESSENSTEKEIL
Nieuwe P e k e 1 a, 22 Dec. Zondagavond
omstreeks elf uur is Nieuwe Pekela in op
schudding gebracht door het optreden van
een zekeren J. K. Deze had to veel gedron
ken en was in een toestand van delirium-
tremens geraakt, waarin hij met een mes
cenigc personen to lijf ging. Hierbij werd
D. cn Th. van der Molen op de armen ge
wond. De man heeft zich toen zelf met een
mes in de beencn gestoken. De veldwachter,
die in de onmiddellijke nabijhe.d van het
gebeurde woont, heeft K. aangehouden. Hij
moest naar het ziekenhuis in Winschoten
worden overgebracht
ROOMSCH-KATHOLIEKE WERKGEVERS.
De heer Asselbergs bedankt.
Dezer dagen heeft het federatiebestuur
van de Algcmecne R.-K. Werkgeversver-
eeniging vergaderd ten kantore der vereeni-
ging te 's-Gravenhage. De voorzitter, de
beer J. P. J. Asselbergs, deelde in den aan
vang der vergadering mede, dat hij een
herbenoeming als voorzitter niet meer zou
accepteeren, ofschoon het scheiden van deze
functie hem speet.
De vice-voorzittcr, de heer H. W. D. Hel
lebrekers, dankte in hartelijke bewoordin
gen den scheidenden voorzitter, welke woor
den door de vergadering met applaus wer
den bekrachtigd.
Bij schriftelijke stemming werd hierop
mr. M. P. L. Steenberghc met algemeenc
stemmen tot opvolger van den heer Assel
bergs gekozen; De heer H. W D. Hellebro
kers werd bij acclamatie tot «vice-voorzitter
herbenoemd, terwijl dc vacature voor pen
ningmeester in verband met de mededeelin-
gen van mr. Steenberghe werd aangehouden
tot de volgende federatievergadering in
Februari 1931.
De begrooting voor 1931 word vastgesteld
en een nieuwe kascommissie benoemd.
Bij de bespreking van de economische
crisis in verband met de op het congres tot
uiting gekomen wenschen, werd vooral ge
wezen op het vraagstuk der industrieele
credieten, de mogelijke ratificatie der Han
delsconventie, het instellen der Onderhan-
delings-commissie met Duitschland cn ten
slotte het dumping-vraagstuk cn de ge
meentelijke loonpolitiek.
Ook het voorontwerp van wet op de he-
drijfsraden werd met groote aandacht be
handeld. De speciale studiecommissie uit
dc A.R.W.V. en het R.-K. Verbond van
Werkgeversvakvereenigingen was met haar
werkzaamheden gereed en zou de resulta
ten zeer spoedig aan dc bevoegde instan
ties overleggen.
OP HEETERDAAD BETRAPT.
Voorzorgsmaatregelen die nuttig
bleken.
Zaterdagnacht werd door de politio te
Arnhem bizonder bewaakt het gebouw van
dc arbeidsbeurs, omdat daar ccn extra uit-
keering voor do werkloozon in geld aanwe
zig was. De bewaking bleek niet zonder
doel, want de politie slaagde erin twee Rot
terdammers op keeterdaad bij ccn inbraak
poging te betrappen cn te arresteeren. Hun
inbrekersgorcedschappen werden in beslag
genomen. Een derde persoon wist te ont
snappen. (IIbid.)
DE DOODELIJKE MIST.
Ook to Wouw waargonomon,
Naar aanleiding van dc in dc bladen, de
laatste dagen nog vóórkomende berichten
omtrent het ook in ons land constatecren
van den „(feo'ddijken mist" deelt een land
bouwer uit Wouw, de lieer J. L. aan „Do
Grondwet" mede, dat ook liij ccn soortge
lijk geval heeft gehad als dc landbouwer
uit Someren.
Hij was dien bewuslcn namiddag te oi>
ge veer half c'rio met zijn zoontje op het
veld aan het werk toen ze door 3cn zware
gele mistwolk werden overvallen. Hij ver
klaart dat de hitte ondraaglijk was en er
ger dau op het heetst in den zomer. De
wolk was spoedig verdwenen, zoodat zij er
geen nadelige gevolgen van hebben onder
vonden. Zoo lang zij in» de mistwolk waren
hadden zij het beiden erg benauwd.
EEN KRANIGE REDDING.
Amsterdam, 21 December. In den af-
gcloopen nacht te ongeveer een uur, werd
de 28-jarige mej. Marie van Hal, wonende
De Wittenkadc olhuis, uit haar slaap ge
wekt, door een van buiten komend hulpge
roep.
Mej. van Hal, vermoedende dat iemand te
water was gevallen, begaf zich dadelijk op
straat, waar een heer haar vermoeden be
vestigde door to vertellen, dat een persoon
iu het water was gevallen van dc Kostver-
loronkade.
Zonder zich te bedenken, sprong dc dap
pere vrouw, die lid is van de Arasterdam-
sche reddingsbrigade in liet water on naar
een keer te hebben gedoken, slaagde zij er
in den drenkeling te grijpen en op het dro
ge te brengen.
Onmiddellijk stelde zij pogingen in liet
werk om bij het slachtoffer, ccn man, die,
naar later bleek, onder den invloed van
sterkon drank verkeerde, cn wellicht hier
door to water was geraakt, dc levensgees
ten op te wekken.
-Na drie kwartier ingespannen arbeid
werden deze pogingen met succes be
kroond.
Per auto van den G. G. G. D., welke iu*
middels was gearriveerd, word de drenke
ling daarop naar het Binnen Gasthuis ver
voerd.
Ook mej. van Hal heeft zich daarheen be
geven, ten einde een wonde in het been te
laten verbinden, welke zij bij liet reddings
werk had opgeloopeh.
Behalve dit letsel en ccn verkoudheid
door het koude bad, heeft, voor zoover
thans t* bezien valt, dit nachtelijk avon
tuur geen ernstige gevolgen voor de kra
nige redster gehad.
H.M. DE KONINGIN.
's-Gravcnhagc, 22 Aug. H. M. de Ko
ningin is hedennamiddag omstreeks half
zes per auto van het Loo in de Residentie
teruggekeerd cn heeft het middagmaal bij
de Koningin-Moeder gebruikt.
DE POSTVLUCHTEN.
Bij dc K.L.M. is bericht ontvangen, dat
het zevende postvliegtuig, dc P.H.A.E.O.,
Maandagmorgen te 5.38 uur uit Calcutta is
vertrokken en te 9.30 uur te Akyab gearri
veerd. Vandaar vertrok liet toestel om 10.05
uit Akyab en landde te 17.15 uur te Bang
kok. Alles is wel aan boord. Heden wordt
i de reis voortgezet.
A.V.R.O.'CONFLICT.
De publicatie zou de A.V.R.O.
ernstig schaden.
„Het Vaderland" heeft zich met do vol
gende vragen tot baron Van Lyndon ge
wend, die er geen bezwaar tegen maakte zo
te beantwoorden en het blad te machtigen
die antwoorden te publiceeren.
Vraag 1. Wat waren uw motieven om
u in de A.V.R.O.-zaak te mengen?
Vraag 2. Is uw inmenging in hot arti
kel in de „Radio-Bode" van 19 December j.l.
juist weergegeven?
Antwoord 1. Ik ben oud-hoofdbe
stuurelid van dc A.V.R.O. Drukke bozigucden
noopten mij indertijd als zoodanig te bedan
ken. Sindsdien bleef ik buiten allo radioza
ken. Wel bleef ik de A.V.R.O. welgezind; ik
zie in haar een instituut, dat blijken hoeft
gegeven dc kunst te verstaan bij een groot
deel van ons volk het gevoel voor wat ons
allen bindt tc doen herleven of te verster
ken. Hetgeen, naar het mij voorkomt, icdo-
ren dug meer noodzakelijk wordt.
Gehocl ongezocht, ja zelfs ongcwensclif,
ben ik op dc hoogte gekomen van papieren
on zaken, welke mij voor enkele leiders van
de A.V.R.O. bezwarend schenen. Ik heb aan
hun echtheid, resp. juistheid. niet durven
twijfelen, omdat men nu eenmaal van men-
schen, die men als fatsoenlijk beschouwt,
daar men voor het tegendeel geen aanlei
ding heeft, niet begint gemeenheden te
verwachten. Althans, ik wensch zulks niet
te doen. Word ik van deze opvatting de
dupe, dan zal ik dit ongemak liever dra
gen, dan dat ik mij op het uitgangspunt zal
moeten gaan stellen, dat, behoudens tegen
bewijs, fatsoenlijke menschen niet bestaan.
Mijn motieven er mij mede '.3 belasten
den directeur van het Omroepbedrijf der
A.V.R.O., Vogt, tc gaan spreken, waren, dat
ik publicatie dier stukken en moeilijkheden,
zooals zich thans helaas toch voordoen, w il
de voorkomen. Publicatie zou, meende ik,
de A.V.R.O. en ook den heer Vogt, ernstig
schaden. Dit te verhinderen, doch tevens to
zorgen dat ongewensch te toestauden zich
in den vorvolge niet meer zouden kunnen
voordoen, was het doel van mijn stap.
Antwoord 2. Ja en neen. Hetgeen zou
moeten geschieden werd den heer Vogt niet
onder geheimhouding voorgesteld, zoodat
bij de drie punten, welke ik noemde, met
zijn voorzitter en/of bestuur kon behande
len. Verder was ik door mijn informator
gemachtigd zijn naain te noemen en deed
dit, toen de heer Vogt mij dien vroeg. Er
is dus in elk opzicht open kaart gespeeld
De drie punten luidden: 1. Een door mij
met name genoemd lid van het dagelijkse!»
bestuur, oud-bestuurder van den A.N.R.O
welko als zoodanig geen bezoldiging mag
ontvangen en dit, naar men mij had ge
zegd, in eenigerlei vorm toch zou krijgen,
zou uit het bestuur moeten treden. Als em
ployé zou hij natuurlijk bezoldiging mogen
genieten. 2. De voorzitter, van wien men
meende te weten dat hijzelf wenschtc af te
treden, zou op de a.s. vergadering van 13
December op de meest eervolle wijze zijn
faak neerleggen. Hij zou zoo spoedig moge
lijk worden vervangen door wat ik noemde
een groot Nederlander, man van gezag en
ervaring en daardoor in staat om het he
laas verbroken contact met dc Regeering
te heretellen, de gcwenschte besprekingen,
zoo roet autoriteiten, politieke leiders
als andere omroeporganisaties, to onder
houden. Die voorzitter zou moeten worden
gezocht cn uit geheel vrijen wil door be*
stuur en/of leden moeten worden gekozen.
Van een z.g. „krachtfiguur" hob ik niet ge
rept, 3. De directeur moest zich verbinden
in geen enkel opzicht buiten zijn voorzitter
om te onderhandelen met autoriteiten, an
dere omrocpvcrcenigingcn of politieke par
tijleiders.
Heb ik dan niet als voorwaarde gesteld,
dat ik zeer tijdelijk als waarnemend
voorzitter zou optreden? Neen, allerminst
als voorwaarde. Ik heb uitdrukkelijk ver
klaard, geen enkele taak dan die van dezo
bemiddeling to willen vervullen en die al
leen tc hebben aanvaard, omdat ik de ge
noemde punten, zouden iniin informaties
juist zijn, in het belang van de A.V.R.O.
achtte. Wel heb ik, in het zeer langdurig on
derhoud mot den heer Vogt, ongeveer woor
delijk het volgende gezogd: „Indien onver
hoopt op de vergadering von Zaterdag geen
enkele andere mise-en-scèno mogelijk zou
zijn, zou ik mij desnoods beschikbaar willen
stellen om onder voorwaarde dat mijn
voorzitterschap hoogstens een paar weken
zou duren en punt 1 van do agenda de
zonde van een nieuwen voorzitter zou wor
den zeer lijdelijk te fungeeren, indien
dc overgrooto meerderheid van het besiuur
dit zou wenschen."
Van mijn kant stel ik er prijs op tc ver
klaren. dat ik de voor mij belangrijke afwij
kingen tussclien deze lezing en die van de
A.V.R.O. niet aan opzet toeschrijf Ik con
stateer zo slechts.
Ik wil hieraan nog tocvoegon, dat ik, na
mijn stap, geen enkele anderen heb ge
daan of denk te doen. Na ontvangst van
het bericht van den hoer Vogt. dat dezo
mijn voorstellen niet. aanvaardde, heb ik
liera de ontvangst van zijn brief bevestigd,
dit zijn besluit aan mijn informator mede
gedeeld cn doen weten, dat ik mij verder
terugtrok.
Communiqué van den A.V.R.O,
Het algemeen bestuur van de A.V.R.O-, op
Zaterdag 20 Dec. 1930 in vergadering bij
een;
gehoord de geruchten, die zijn verspreid,
verklaart ter geruststelling der A.V.R.O.-
leden, die men tracht tc suggerecren, dat
een samenworking van de A.V.R.O. met oen
andere omroepvereeniging reeds op dit
oogenblik zou zijn tot stand gekomen;
dat er geen samenwerking in wolken
vorm ook met oen der andere omroepver-
ccnigiugen bestaat.
Drie bedankjes uit Noord*
Holland.
Dc A.V.R.O. deelt ons mede
Het Gewestelijk Besiuur voor Noord-Hol
land heeft dezo vergadering niet afgowacht
en heeft het volgend schrijven aan het Dag.
Bestuur van de A.V.R.O. gericht:
„Na kennisneming der in de pers gepu
bliceerde stukken verklaren ondergeteeken-
deu geen verantwoordelijkheid te willen
dragen voor den stand van zaken in de
A.V.R.O.
Onder volledige handhaving van hetgeen
zij U in hun schrijven van 11 December me
dedeelden, verklaren zij hun lidmaatschap
van de A.V.R.O. met ingang van heden tc
beëindigen."
Dr. MAX JUDA, Voorzitter van het
Gew. Besiuur „Noord-Holland".
F. WESTERLING, dierenarts, Secre
taris v.h. Gew. Best. „Noord-Hol
land" cn hoofdleider der Hout-
rustdemonstratia; cn
WOUTER HULSTEYN. lid van het
Gew. Best „Noord-Holland" en
van het Dagel. Bestuur.
Hr. Ms. HEEMSKERK.
Hr. Ms. Heemskerck is heden, 22 Decem
ber, ter rcede te Willemsoord aangekomen.
We hebben dikwijls meer behoefte aan
Iemand, die met ons gevoelt, dan aan een
die voor ons handelt.
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER.
CO
„Niot?" antwoordde Ralph. „Ik heb zit
ten denken over wat je mij heb medege
deeld, Austen, en ik geloof, dat ïL je mis
schien een aanwijzing kan geven. Weet je,
dat op het oogenblik de twee grootste oor
logeschepen der wereld op een werf aan de
Tyne voor Brazilië worden gebouwd?"
„Ja. dat weet ik, ga door."
„Wat heeft Brazilië aan d2rg3lijke groote
oorlogsschepen? Het ligt voor de hand, dat
het er niets mee zou kunnen uitrichten.
Het heeft niet eens genoeg personeel om
ze te bemannen en het zou een hsele hap
uit zijn geldkist zijD, als het er tos over
ging ze in dienst te stellen Nu ben ik van
meening, dat de opdracht om de beide sche
pen te bouwen een 6p2culatieve zaak- is van
een paar slimmerds in de Braziliaansoht*
regeering. die voorzagen, dat er weldra
troebele tijden zouden komen en die be
reid zijn Z3 te verkoopen aan den hoocsten
bieder, hetzij een Europeaan of een Aziaat."
Ik begreep in eens waarheen Ralph
Srilde. (f -
„Wel, lieve hemel", riep ik, „je meent
dus, dat Delora hierheen is gereisd om
den verkoop er van in orde te maken 3rd
een of andere regeering, vermoedelijk in
dit creval China?"
„Waarom niet?" vroeg Ralph. „Met is
aannemelijk en verklaart tot op zekere
hoogte wat jou tot nog toe geheimzinnig
heeft toegeschenen. Er is geen andsr land.
dat in aanmerking komt voor den aankoop
van dc oorlogsschepen als China, tenzij
dan Rusland, en dergelijke transacties heb
ben altijd met de noodiga geheimzinnig
heid plaats."
„Als je den spijker op den kop hebt ge
slagen, is natuurlijk alles zoo klaar als een
klontje en is Delora gerehabiliteerd. Maar
er is atijd nog een punt, dat boven mijn
begrip gaat en dat is, waarom hij zich ver
bonden heeft met een dievenpak als de ltfi
van het Café des Deux Epingles. cn waar
om hij verplicht zou zijn van dien Louis
een bondgenoot ts maken, om niet te zeg
gen een m3deplichtige."
„Nu. je kunt niet alles tegelijk begrijpen.
Maar ik zou intusschen, al6 ik in jouw
plaats wa6, trachten uit te vinden of de
wenk, dien ik je nu geef, past in het raad
sel, waarvoor je 6taat."
„Ik zal zien van avond de waarheid los
te krijgen van dien Delora", verklaarde ik
tenslotte. „Maar nog wat, Ralph."
„En dat is?"
„Ik heb Felicia Dslora ten huwelijk ge
vraagd."
Ralph keek mij een oogenblik aan, alsof
hij meends. dat ik een aardierheid verkocht.
Maar daarop vroeg hij: „Zou het niet ver
standiger geweest zijn. zoo jo daarmee ge
wacht had tot jo deze zaak tot klaarheid
had gebracht?" -
„Neen, li2t werd me te machtig," ver
klaarde ik. „Het meisje staat geheel alleen
en ik zie met verdriet, welk een arm pion-
netje zij is in het 6pel dat die kerels sp3-
len. Ik zou haar liefst aan dat milieu heb
ben ontrukt, Ralph, maar zij \v,ii laar niet
van weten. Zij i6 van oordeel, dat zij dank
schuldig is aan haar oom en zij wil zich
naar zijn hevelen schikken."
„Daarom kun je geen kwaad van haar
denken", merkte Ralph op.
„Neen, maar dat maakt den toastand wel
moeiolijker."
„Kom me morgenochtend weer opzoeken
cn deel me dan nauwkeurig mede wat er
tusschen jou en Delora is verhandeld. Wij
moeten Dicky niet te lang op een tele
gram van ons laten wachten."
Ik beloofde dat en vertrok.
HOOFDSTUK XXXV.
Ik gevoelde dien avond instinctmatig de
noodzakelijkheid om, alvorens naar Ber-
mondsey te vertrekken, alle mogelijke
voorzorgsmaatregelen te nemen. Ik schreef
daarom een brief, waarin ik verhaalde van
mijn bezoek aan die achterbuurt en van
mijn vermoedens cn gaf hem aan den por
tier.
„Kijk eens, Ashley", zoidc ik, „ik ga uit
op een expeditie waaromtrent ik mij niet
volkomen gerust gevoel. Tusschen ons ge
zegd en gezwegen, 'i staat in verband met
de verdwijning van den oom van juffrouw
Delora. Ik vermoed, dat het mogelijk en
zelfs waarschijnlijk is, dat ik er moeilijk
heden bij zal ondervinden en nu zou ik
graag willen, dat je mij iets beloofdet. Ik
moet naar Berraondsey cn als ik nu nadat
het half twaalf zal zijn gesiagen niet terug
_bcn, zou ik willen dat je dezen brief, waar
in de geheelc zaak uiteengezet wordt, naar
Scotland Yard bracht. Als je het zelf niet
kunt doen, draag het dan op aan iemand,
dien je volkomen vertrouwen kunt."
De portier keek een beetje bedenkelijk
en antwoordde:
„Best, mijnheer, ik zal er voor zorgen.
Maar mag ik me de vrijheid veroorloven u
iets aan te raden? In uw plaats zou ik
zorgen, dat ik vergezeld werd door een
paar agenten in burger. liet is daar een
tamelijke achterbuurt en er doen zich in
den laatsten tijd nog al rare/dingen voor."
„Ik kan er niet van af er heen te gaan,
maar ik wil niet dat het met mij verkeerd
afloopt. Ik heb een revolver in mijn zak
en heb niet voor niets van Baxter leeren
boksen. Ik geloof dus niet, dat ik in Ber-
mondsey in ernstige moeilijkheden zal ge
raken. Ma ar je kunt niet weten!"
„Ik hoop het ook niet, mijnheer", ver
klaarde de portier beleefd, „maar als ik
om half twaalf niets van u heb gehoord,
ga ik zelf naar Scotland Yard."
„Prachtig", verklaarde ik, „maar intus
schen zou ik om te beginnen wel een taxi
willen hebben."
Ik reed naar het mij opgegeven adres.
Het was een afgelegen, half vergeten straat,
welke dood liep en dicht bij de Theems
was gelegen. De enkele huizen, die er ston
den, waren wat grooler dan die der omge
ving, maar zagen er wanhopig bouwvallig
uit. Het perceel waarvoor ik tenslotte stil
hield grensde aan een houtloods of juister
deze maakte er deel van uit. Ik stapte uit
de taxi en strompelde naar de voordeur.
Op een paar el afstands van me trachtte
een zware hond hevig blaffend zich ios te
rukken van zijn ketting. Ik gevoelde nie
een weinig opgelucht, toen dadelijk na mijn
kloppen de denr werd geopend.
„Woont hier do heer Hoffmeyer?" vroeg
ik.
Een oud mannetje, dat zich met een
kaars in een goodkoopen kandelaar bij
lichtte, knikte zwijgend en sloot de deur
achter mij. Ik merkte niet tot mijn genoe
gen op, dat hij er ook weer de grendels op
schoof.
„Waarom doet u dat?" vroeg ik ver
stoord. „Ik blijf hier maar een paar minu
ten. Het i6 werkelijk niet de moeite waard
de deur to grendelen!"
De man keek mij aan zonder ccn woord
to zeggen. Hij scheen geen lust tc hebben
om te praten, of was daartoe niet in staat.
Alleen toen ik mijn vraag herhaalde, knik
te hij langzaam als iemand, die nauwelijks
had begrepen wat hem was gezegd. Ten
slotte zei hij slechts:
„De heer Hoffmeyer is in zijn kamer en
zal u met genoegen ontvangen."
Ik volgde hem langs zoo armoedige trap
pen cn gangen als ik nog nooit in mijn
leven hacl gezien. De muren waren klam
en hier en daar hing het behangsel in
groote vieze lappen omlaag. Hei plafond
was vrijwel ongewit cn de trappen, welke
wij passeerden, hadden geen Ioopers. Het
heele huis zag er afschuwelijk armoedig
uit. Tenslotte liet hij mij binnen in een
kleine zitkamer, waar een heer aan tafel
zat te schrijven. Hij keek op toen ik bin
nenkwam. ITet was Delora.
„Nu", begon hij „is dat de manier waar
op u uw belofte nakomt."
j £WordL vervolgd). ->
i