OPRUIMING VAN RESTANTEN
am$em wrageviw's
Tocht mar
Rusland
IEDER BEDRIJF ZIJN EIGEN LASTEN!
JOH. BOTTINGA
Langestraat 28
HET PENSIOENFONDS VAN
DE SPOORWEGEN
SLECHTS ENKELE DAGEN
NA DE DEBACLE DER
VEENDAMMER HYP-BANK
Vordering van curatoren
toegewezen
SCHANDELIJKE AAN
RANDING
DE KASBESTUREN ZIJN
ONTSTEMD
EERSTE KAMER.
De ministers Reijmer en
De Geer verdedigen
het ontwerp
Aangenomen met 15 tegen
11 stemmen
Bij de voorgezette behandeling van de
herziening der gemeentewet schetst minis
ter R u y s de voorgeschiedenis. Aan de ver
vulling van den wensch van den heer De
Vlugt zou grondwetsherziening moeten voor
afgaan, daar de grondwet het gemeente
bestuur in handen van den Raad legt.
Voor het ambt van burgemeester is de
vrouw minder geschikt dan de man. De
Tweede Kamer heeft de benoembaarheid
der vrouw in het ontwerp gebracht en spre
ker, hoewel dit een fout achtend, vond daar
in geen voldoende aanleiding tot intrek
king.
Samenwerking van gemeenten zal zoo
veel mogelijk aan intercommunale regeling
worden overgelaten.
Het ontwerp wordt aangenomen met 25
tegen 11 6temmen. Tegen stemmen de anti-
revolutionnairen en de Chr. historischen.
Aan de orde is het ontwerp ter voorzie
ning in het tekort van het Spoorwegpen
sioenfonds.
De heer Moltmaker komt er met
klem tegen op, dat bij deze maatregel geen
enkele personeels-organisatie :'s gehoord en
wijst ook op het eenzijdig doorvoeren van
allerlei maatregelen door de Spoorwegen en
waarschuwt, dat het personeel zich niet
alles zal laten welgevallen.
De heer Slingerberg deelt de bezwa
ren van den heer Moltmaker niet in die
mate en acht het beginsel juist dat ieder
bedrijf hun eigen pensioenlasten moet be
talen.
De heer de Bruin acht aan dit ontwerp
een sociaal economischen kant, hoewel de
regeering suggereert, dat de kwestie is van
bockhoudknndigen aard. Moreel ontoelaat
baar is het dat het personeel niet is gehoord.
De nieuwe last op de exploitatie zal maat
regelen noodig maken die ten nadeele strek
ken van het personeel en de reizigers.
De heer Oudegeest (s.d.) bestrijdt het
ontwerp dat onbillijk is, omdat de Staat
allerlei concurrentie tegen de Spoorwegen
toelaat.
De heer Oudegeest (s.d.) bajtrijdt
eveneens het wetsontwerp. Het pensioen
fonds is opgericht in 't belang van de maat
schappij, niet in dat van het personeel. De
Spoorwegen is een bedrijf, dat door den
Staat besprongen is doordat het allerlei
concurrentie is aangedaan. Daarom is het
onredelijk, dat het bedrijf nu alle lasten
moet gaan dragen. Deze nieuwe last zal
iedere verdere ontwikkeling van de Spoor
wegen tegenhouden.
De heer Koster (V.B.) gaat uitvoerig de
geschiedenis na van het pensioenfonds. Te
gen de voorgestelde regeling heeft spr. ern
stige bezwaren. Volgens hetgeen thans
voorgesteld wordt, zullen de afschrijvingen
gevaar loopen en zal een tekort op de af-
echrijvingsrekening kunnen ontstaan. De
in 1928 getroffen regeling dienaangaande
wordt hierdoor verzwakt. Daarenboven
acht spr. het voorgestelde noch economisch
noch moreel verdedigbaar. Het spoorwegbe
drijf mag in de toekomst niet worden ver
zwaard met dit zoo hoog opgeloopen te
kort. Ook de wijze van boeken is aan be
zwaren onderhevig. Het winstsaldo zal
moeten stijgen en daardoor waarschijnlijk
de vrachtprijzen, waar deze al zeer hoog
zijn en misschien zelfs de reizigerstarie
ven. De Spoorwegen worden te veel afhan
kelijk gesteld van den Staat. Ware de
Spoorwegen een particulier bedrijf geble
ven, dan zou dit groote tekort niet ontstaan
zijn. In de eerste plaats moeten hier de
economische nadeelen van het ontwerp in
aanmerking worden genomen. Spr. be
houdt zich voor, zijn stem tegen het ont
werp uit te brengen.
De heer Janssen (r.k.) meent, dat het
spoorwegpersoneel in de eerste plaats be
lang heeft bij deze regeling. Zonder moei
te behoeven te betalen ziet het de uitbe
taling van de pensioenen verzekerd. I>e
Staat en het bedrijfmoeten hier betalen.
De aansprakelijkheid in 1912 was beperkt
en voorwaardelijk.
Echter de Staat onttrekt zich niet aan
zijn verplichtingen, want de kans bestaat,
dat de Staat nu meer moet betalen dan het
geval zou zijn als een vast bedrag te zij
nen laste werd gebracht. Voor de nadee
len voor het personeel vreest spr. niet. Hij
wijst erop, dat de Spoorwegen pas een
classificatie hebben ingevoerd, die 8 ton
kost, hoewel men wist dat de exploitatie
rekening zou worden belast met minstens
4 millioen in verband met dit tekort.
Minister R e ij m e r zegt, dat toet van
het grootste belang is, dat spoedig een
oplossing wordt gevonden. Hier was geen
aanleiding tot het plegen van overleg met
het personeel. Dit staat buiten deze zaak
en ac belangen van het personeel zijn er
met bij betrokken. Juist door het niet hoo-
run van het personeel is het bewijs gele
verd, dat zijn belangen geen gevaar loo
pen. De heer Moltmaker heeft het wel zeer
pessimistisch voorgesteld. De thans gebo
den regeling is een zaak geweest van
moeizaam overleg. Tc zwaar belast kan
het bedrijf hierdoor niet worden, want
kon het het bedrag niet betalen, dan neemt
de Staat het voor zijn rekening. De ver-
voerscconomie, die de heer Koster erbij
haalde, kan beter besproken worden bij de
begrooting van Waterstaat. Verhooging
der tarieven is van dezen po6t evenmin te
duchten.
Minister De Geer maakt eenige op
merkingen naar aanleiding van histori
sche beschouwingen, die gehouden zijn. De
overeenkomst van 1912 gaf geen recht-
streeksche vordering op 1en Staat. Bij
naasting kan een deel van het tekort on
gedekt worden overgedragen. Bij slechte
uitkomsten hadden de maatschappijen het
recht naasting te eischen. Er is weliswaar
in 1920, al is het niet formeel, genaast.
Daaruit volgt juist, dat de heele mo
reels kwestie niet meer aan de orde is.
Deze kwestie werd dus van zuiver boek-
houdkundigen aard. Ware er formeel ge
naast, dan zouden de kosten dezer dek
king zonder twijfel ook op de exploitatie
rekening zijn gezet. Wat de rede van den
heer Oudegeest betreft, is spr. liet met hem
eens, dat wij in Nederland met den gelij
ken uitbouw van 6poor-, water-, land- en
luchtwegen tot bezuiniging moeten komen
doordat al deze vervoermiddelen elkaar
beconcurreercn Maar daarom zou het
struisvogelpolitiek zijn als men niet ieder
bedrijf zijn eigen lasten laat dragen.
Het ontwerp wordt aangenomen met 15
tegen 11 stemmen.
Tegen; soc.-democratcn en de heeren
Kranenburg en v Embden (v.d.), Dc Bruyn
(r.k.) en Koster (lib.).
De voorzitter deelt mee dat hij voor
nemens is de Kamer weder bijeen te roe
pen tegen Dinsdag 17 Februari.
Do vergadering wordt gesloten.
VRAAGT UWENNU0^ W1NKELIER
of N.V. HUL5KO TSazoo AMER5FQORT
DE ROTTERDAMSCHE COMMUNISTEN.
Van Burlnk mot een eigen
lijst bij de raadsverkiezingen.
In den strijd tusschen de Rotterdamsche
officieel© communisten en den heer Van
Burink en zijn aanhang, welke strijd dezer
dagen weer ontbrand is door het bedanken
van den heer Van Burink als lid van de
C.P.H. is een nieuw element gekomen door
do bekendmaking van het feit, dat de
heer Van Burink van plan is bij de a.s
raadsverkiezingen met een eigen lijst uit
to komen.
FAILLISSEMENT AFGEWEZEN.
De Sodalitas-alfaire.
De Haogsche rechtbank heeft behan
deld de door mr. van Velzen namens don
trustee van de obligatiehouders der Sodali-
tas Medicorum Oblatorum Ordinis Sancli
Benedicti ingediende aanvraag om Burgers
en Co.'s Bank te 's-Gravenhago in staat
van faillissement te verklaren.
Nadat mr. Kunkeler het verzoek had be
streden, heeft de rechtbank dc faillisse
mentsaanvraag afgewezen.
De procedure inzake de volstorting
op de aandeelen.
's-G r a v e n h a g e, 30 Jan. De Hooge Raad
heeft heden arrest gewezen in de procedu
res tusschen curatoren in het faillissement
der Veendammer Hypotheekbank en vroe
gere aandeelhouders van die bank.
Een dier aandeelhouders, dc heer Zuider-
weg, had drie aandeelen van f 1000, waarop
10 was gestort, overgedragen op verschil
lende personen achtereenvolgens, waaron
der J. P. H. Woltman en J. Woltman Jr.,
om ten slotte te komen in handen van L.
W. S. Paardckooper.
Bij die overdracht is Zuiderweg door di
rectie en commissarissen der Veendammer
ontslagen van de verantwoordelijkheid tot
volstorting der aandeelen.
Nadat het faillissement der Bank was
uitgesproken, hebben curatoren echter bij
inleiden Je dagvaarding van Zuiderweg die
volstorting gevorderd.
Zuiderweg verzette zich tegen die vorde
ring en beroept zich daarbij op een dading
tusschen curatoren cn de Woltmannen cn
beweerde, dat volgens die dading de aan
deelen zouden zijn volgestort door de Wolt
mannen, welke volstorting verdisconteerd
zou zijn in de betaling door de Woltman
nen, die zij krachtens de dading hebben ge
daan en welke betaling door Zuiderweg
werd gesteld op een waarde van eenige mil-
lioenen.
De rechtbank te Amsterdam achtte dit
verweer ongegrond, en wees de vordering
van curatoren toe.
In hooger beroep heeft het gerechtshof,
na te hebben beslist, dat de onderhavige
zaak moet worden beoordeeld naar het
recht dat gold voor de inwerkingtreding
van de wet van 2 Juli 192S (Stbl. 216), hei
verweer, dat de volstorting geacht moet
worden reeds te hebben plaats gehad, ver
worpen en het vonnis der rechtbank be
krachtigd.
Than? heeft de ITooge Raad het door Zui
derweg Ingestelde cassatieberoep tegen dit
arrest varworpen.
LOU IN DEN FAUTEUIL.
Op het trambalcon.
In „De Vrijheid" vertelt de lieer Hans:
Ik stapte in een bijwagen van lijn 6 te
Den Haag en was nauwelijk neergevallen,
locn m'n verbaasde oogen op het voorbal-
con een heer zagen, gezeten in een gemak
kelijker. armstoel. Een keurige fauteuil. De
heer zal doodkalm z'n pijpje te rooken. Zoo
zout had ik liet nog nooit gegeten; een
amstool op het voorbalcon van een tram,
en daarin gemakkelijk, de becnen vór recht
uit, een heer in dolco far niente, onder liet
genot van een pijp toeback. Doch liet zou
nóg zouter worden, want wie was het die
aldus tramde? De heer De Visser. Dood
kalm. Dood-genoeglijk. Ik geloofde m'n
oogen niet en ik heb den goheclen rit het
abele spel zitten aanschouwen. Totdat bij
een halte de bolsjewiekschc staatsman op
stond, uit de tram stapte, den stoel met een
vluggen zwaai over z'n linker-schouder
wierp en weg-wandelde, in de richting van
z'n woning
Zie, wie op zulk een eenvoud des harten
een stoel transporteert, en dat nog wel wan
neer je Kamerlid, Statenlid, Raadslid en jjfe-
zant van Rusland bent, heeft m'n sympa
thie gewonnen.
Een 15-jarig meisje tweemaal
het slachtoffer
Men meldt uit Gouda aan de N.R.C.
Woensdagavond is een 15-jarig meisje
uit Reeuw ijk het slachtoffer geworden van
twee aanrandingen. Het kind was tegen
het vallen van den avond te voet op weg
naar Gouda om een paar boodschappen te
uoen. Op den Bodegraafschen straatweg
reed haar een auto achterop, waarvan de
bestuurder haar vroeg, of zij wilde meerij
den naar Gouda. Het kind nam deze uit-
noodiging aan en verzocht den bestuurder,
bij aankomst te Gouda, op een bepaald
punt te stoppen. De man gaf aan dit ver
zoek geen gehoor; naar hij zeide, moest
hij een paar straten verder een boodschap
doen, daarna zou hij haar terugbrengen
riaar do straat, waar zij moest zijn. In
plaats daarvan sloeg de auto den weg naar
Rotterdam in, wat het meisje niet bemerk
te. Op een eenzamen polderweg nabij Nieu-
werkerk aan den l.Tssel heeft de man haar
aangerand en in het donker achtergelaten.
Na ecnigen tijd ontmoette zij een man
op een fiets, die vroeg, waarom zij liep te
huilen. Het meisje vertelde wat er met
haar gebeurd was. De fietser toonde zich
zoor verontwaardigd en bood aan, haar
achter op zijn fiets naar Gouda te brengen.
Onderweg heeft deze man zich echter
eveneens aan haar vergrepen, om daarna
langs een donkeren zijweg te verdwijnen.
Te voet is het kind naar Gouda gegaan en
vervolgens met den autobus naar Reeu-
wijk.
De bestuurder van den auto is nog den
zelfden avond te Reeuwijk aangehouden.
Hij heeft zijn daad bekend. De tweede aan
rander wordt nog gezocht.
DE HOOGE WATERSTAND.
Was van de Maas.
Maastricht, 30 Jan. De Maas is in
den afgeloopen nacht 54 c.M. gewassen. De
peilschaal aan de Maasbrug wees aan 3.57
M., hetgeen 45.58 M. boven N.A.P. is. Het
dorp Hcugem is ondergeloopen, terwijl het
water liet dorp Limmel reeds binnenkomt.
De Maas is nog steeds wassende. Uit België
wordt geseind, dat dc Sambrc langzaam
valt.
Het is dezen winter reeds cle vijfde maal,
dat cle Maas buiten haar oevers treedt.
XXXI
Eindelijk vroeg ik hun, of mijne zusters
en broeder nog leefden cn beefde om hun
antwoord te vernemn. Zij zeiden mij, dat
mijne zusters nog leefden, doch dat mijn
broeder reeds voor 8 maanden begraven
was. Dit berigt trof mij geweldig en mijn
voorgevoel was dus werkelijk bewaarheid.
Men besloot nu mijne zuster, die te Amster
dam woonde, en die mij voor dood hield,
voorzigtiglijk op mijn komst voor te berei
den. Ik verlangde ontuitsprekelijk naar het
oogenblik, waarop ik haar weder zoude zien
en toen ik het eindelijk niet langer uit kon-
de houden, begaf ik mij naar haar woning.
Ik vloog in hare armen en wij konden beiclo
van blijdschap niet tot bedaren komen. Ein
delijk zeide zij, o Karei, nu is het wel, nu
heb ik toch eenen broeder weer, want Wil
lem is reeds dood. Ik vroeg haar waarom
zij nog rouwkleeren droeg, daar toch de
rouw over hem reeds lang uit was! Dit is
over u, zeide zei, want men had ons berigt,
dat ge dood waart. Met de hartelijkste blijd
schap ontdeed zij zich nu dadelijk van haar
rouwgewaad. Ik bragt nu bij haar een ge
lukkigen dag door en begaf mij s'anderen
daags naar Alphen. Ook mijn jongste zuster
was niet minder verblijd over het wederzien
van den reeds dood geloofden broeder.
Zoo was ik dan weder in menn vaderland
teruggekeerd, maar alle mijne gelukkige
uitzigten waren verdwenen. In den jaren
1912 was ik reeds tot hoofdofficier gedesig-
neerd, toen de slag aan de Berezina op
eens mijne hoop vernietigde. Nu kwam ik
weder uit mijne gevangenschap terug, arm
cn berooid. De armee waaronder ik gediend
had, bestond niet meer. Een nieuwe was
inderzelven plaats gekomen, waar meest al
lo officiersplaatsen reeds vervuld en zelfs
nog vele officieren overkompleet waren. ITet
vooruitzigt was dus duister voor mij. Daar
ik beruste in deze bestiering der voorzie
nigheid, vertrouwde op hare zorg, en
Irooste mij met het denkbeeld, dat mijn va
derland gerecl en weder vrij was. Aan haar
bragt ik vrijwillig mijn geluk ten offer.
Daar ik echter nu geheel zonder bestaan
was, en niet gaarne van de weldaden mijner
familie wilde leven, moest ik pogingen doen
om weder geplaatst te worden. Ik begaf mij
dus den 3 October naar 's-Gravonhage en
vervoegde mij bij het departement van oor
log om mijnen dienst aan te bieden. Ik
werd gelast mijnen staat van dienst op te
maken welken ik 's anderen daags inlever
de, met bijgevoegd verzoek om geplaatst te
worden. Een goed vriend, dc B. genaamd,
wien ik voor eenige jaren in Oostvriesland
had leeren kennen, bood mij dadelijk zijne
hulp en bcijstand aan, waarvan ik dank
baar gebruik maakte. Mij werd dadelijk hal
ve soldij toegelegd, en na mijn adres op
gegeven te hebben, verliet ik de residentie,
in de hoop intusschen mijn verblijf ten hui
ze mijnor zuster te Alphen om aldaar mijn
bestemming af te wachten. Doch toen dit
eenige weken geduurd had. besloot ik naar
's-Gravenhage terug te keeren, denkende
aldaar beter in de gelegenheid te zullen
zijn om mijne sollicitatie te bevorderen,
waar omtrent echter het uitzigt niet zeer
vleijncl was, want hoe velen liepen hier
niet, die hetzelfde bedoelden als ik. Eindelijk
waagde ik het mij in persoon bij den sou-
vereinen vorst te vervoegen en hoogstder-
zelve mijne belangen mondeling voor te
chagen. Ik deed dit met vrijmoedigheid. Z.
K. H. hoorde mij minzaam aan, en het ge
volg van deze audiëntie was, dat ik 4 dagen
daarna eene aanstelling kreeg als kapitein
bij een bataillon van Lieni, hetwelk te De
venter in garnizoen lag. Ik begaf mij on
verwijld derwaarts en vatte nu mijn oud
handwerk weder op, met het vaste voor
nemen, om door dc getiouwe vervulling
mijner pligten, als soldaat en als burger
van het nu weer vrije Nederland, mij de
achting mijner mede burgeren, en de gunst
van onzen geëerbiedigden koning waardig
te maken.
En hiermede eindigt dus het vorhaal der
lotgevallen, die ik gedurende cle 2 jaren
ivan 25 Julij 1812 tot 1 October 1814) onder
vonden heb, lotgevallen, die inderdaad
merkwaardig genoeg zijn, om bekend ge
maakt te worden. Ik heb pijn cn smart, hon
ger en koude, mishandeling en vernedering
geleden, ben door ziekte aan den oever des
di ods geweest, maar ik heb ook tevens dc
hoogste genoegens des levens gesmaakt Ik
heb deelnemende vriendschap, belangloze
hulpvaardigheid en edele menscblievend-
licid gevonden. Ik heb even als Ulyssus vele
steden en landen gezien en zeden van men-
schen en volkeren beschouwd. Ik heb on
meedogende gevoellooze barbaren, maar ook
de edelste rnenschen leeren kennen, ontel-
hare malen aan den docd blootgesteld, ben
in het leven gespaard, terwijl zoo vele dui
zenden mijner krijgsmakkers en landgenoo-
ten door lood of staal, door ziekte of koude
den dood vonden, en sommigen een ver
schrikkelijk uiteinde hadden. Voor dit alles
hebt gij mij genadiglijk bewaard, o goede
voorzienigheid. Gij hebt mij uit duizenden
gevaren gered! Gij hebt menigmaal een
mengsel van zoetigheid in den bitteren kelk
mijns lijden gestort! Gij hebt mij gezond en
behouden in mijn vaderland, in den kring
Verlenging van de uitkee*
ringsduur der kassen
Audiëntie bij den minister
Amsterdam, 30 Jan. Hedenmiddag
vergaderde het bestuur van het N.V.V. met
dc bij het N.V.V. aangesloten bonden in
zake de heden gepubliceerde circulaire van
den Minister van Arbeid, betreffende ver
lenging van don uitkeeringsduur der werk-
loosheidskassen
Ten zeerst waren de Kasbesturen ont
stemd over het door den Minister ingeno
men standpunt, hetwelk zeer belangrijk
afwijkt van het advies, hetwelk door de be
treffende Advies-Commissie voor de Werk
loosheidsverzekering was uitgebracht
Na uitvoerige besprekingen werd het be
stuur van het N.V.V. opgedragen, in samen
werking met do andere Vakcentralen een
spoed-audiéntie met den Minister van Ar
beid aan te vragen, ten einde de verschil
lende bezwaren, welke tegen de voorge
stelde regeling bestaan, aan den Minister
kenbaar te maken en op verbetering der
regeling aan te dringen.
Vrijdag vergaderde het bestuur van het
R.K. Werkliedenverbond mot de besturen
der vverkloozenkassen van aangesloten
Vakbonden, ter bespreking van de bepa
lingen, door den Minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid vastgesteld omtrent ex
tra-subsidie aan werkloozenkassen ter
verlenging van den reglcmentairen uitkee
ringsduur met hoogstens 6 weken.
De vergadering betreurde, dat de rege
ling zoolang op zich heeft laten wachten,
wijl reeds vele leden hun reglementaire
uitkeering hebben genoten.
Als 'n eerste tegenvaller werd geconsta
teerd, dat niet de geheele kosten der ver
lenging voor rekening van de Overheid
kunnen worden gebracht, doch dat de helft
van het op 31 December j.l. voorhanden
zijnde geld, hetwelk bijeengebracht is oro
aan de reglementaire verplichtingen te
kunnen voldoen, zal moeten worden ge
offerd voor uitkeering aan crisiswerkloo-
zen.
Voorts werden nog enkele andere moei
lijkheden en wenschen naar voren ge
bracht.
Besloten werd alle pogingen in het werk
te stellen om alsnog de gewenschte verbe
teringen te verkrijgen.
Naar wij vernemen is tegen Maandag a.s.
de drie groote Vakcentrales, het N.V.V., het
R.K.W.V. en het C.N.V. eene audiëntie bij
den Minister aangevraagd
WEG AFGESLOTEN.
Deurnc, 30 Jan. Naar wij vernemen
heeft de Directie van da Maatschappij
„Helenaveen" gisteren eenige wegen te
Griensvon afgesloten. Hieronder behoort
ook de grintweg bij het station Helenaveen,
waardoorheen een sloot is gegraven, zoo
dat het verkeer van Deurne via Griensven
naar Horet-Venlo, niet meer mogelijk is.
De Burgemeester van Deurne heeft on
middellijk pogingen in het werk gesteld
deze afsluiting te doen opheffen en in over
leg met den Burgemeester van Horst, onder
welke gemeente deze weg van ganoemde
Maatschappij gelegen is, den Officier van
Justitie tc Roermand in kennis gesteld.
Deze hoeft ter plaatse reeds een onderzoek
ingesteld.
Het verkeer ondervindt hierdoor natuur
lijk groote vertraging. Zoo moet men om
van Helmond naar Venlo te komen, den
weg nemen via Deurne en Venray, hetgeen
een omweg is van ongeveer 12 K.M.
mijner naast bestaanden teruggevoerd. U, u
alleen, zij daarvoor mijn vurigste dank toe-
gebragt.
En welk gewigtige gebeurtenissen hadden
er gedurende mijne afwezigheid plaats ge
had! Welke veranderingen waren er voor
gevallen. Bij mijn vertrek was mijn vader
land nog onderworpen aan do heerschappij
van eenen geweldenaar, die er zich op de
wjllokeurigste wijze meester van gemaakt
had, en zuchtte onder het knellend juk der
vernederendste slavernij. Nu integendeel
was hot weder vrij. De Nederlandsche natie
had hare onafhankelijkheid en zelfstandig
heid weder gekregen en met dezelve hare
-joude veerkracht, en begon met snelheid te
verheffen, uit den lagen staat, waarin 't ver
zonken geweest was. Ik verheugde mij in
deszelfs herlevende bloei. Nog eenmaal, wel
is waar, moest het eenen zwaren schok door
staan, nog eenmaal was haar pas herbo-
rene vrijheid op het punt om weder vernie
tigd te worden. Doch ook deze storm dreef
gelukkig voorbij cn de aloude moed der
Nederlanderen schitterde op het luister
rijkst in deze dagen van gevaar. Mogt dit
de laatste beproeving zijn, welke de Neder
landsche deugd moest ondergaan. Mogt. de
vrijheid, en onafhankelijkheid onzer natie
op onwrikbare gronden rusten. Mogt hare
zoolang kwijnende welvaart langzamerhand
herleven, en eindelijk weder tot die schit
terende hoogte stijgen, als in de gelukkige
dagen onzer voorvaderen!