AM EHSFOORTSCH DAGDiAD „DE TRIBUNE" EN DE LEESZALEN DE KANG-HE VAAS. Donderdag 5 Maart 1931 .DE EEMIANDER" 29e Jaargang No. 209 TWEEDE BLAD Algemeene beschouwingen over de rijksbegrooting WIJ ALLEEN IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V. DE INDISCHE BEGROOTING Nominatie voor den Heogen Raad EEN LIBERALE STEM TEGEN DE WERING Waarom „De Notenkraker" nooit vervolgd? naonmr EERSTE KAMER. Toekomstvoorspellingen van den heer Rink over de parlement iaire constellatie De economische crisis Aan de orde zijn de Algemeene Beschou wingen over de Rijksbegrooting. De heer Rink bespreekt drie punten na melijk het zich handhaven van de regee ring, zij het met krachtige middelen, het niet meer bestaan van de rechtsche coalitie en de thans niet waarschijnlijke samenwer king tusschen de Roomsch-Ivatholieken cn de Sociaal democraten. Het stellen van de portefeuille-kwestie in onderscheidene ge vallen acht hij niet inconstitutioneel. Met overtuiging zegt spreker, dat van een recht sche coalitie in den eersten tijd niets komt, evenmin als van samenwerking tusschen R.K. en S.D.A.P. Spreker meent, dat extra-parlementaire kabinetten, voorloopig zullen blijven, al be hoeven die niet steeds rechts getint te zijn. De heer Anema bespreekt de economi sche crisis, waarvan de factoren buiten de macht dor regeering liggen en dringt aan op rechtsche samenwerking. Het standpunt van S.D.A.P. tegen de mobilisatie acht spre ker zuiver revolutionair en de houding van de vrijzinnig-democraten weinig verheffend. De heer M c n d e 1 s heeft in de regcering geen politiek vertrouwen. Ilij zet uiteen de hopelooze verdeeldheid in de rechterzijde ten aanzien van belangrijke vraagstukken. De regeering maakt krachtig gebruik van het feit, dat men haar ter rechterzijde niet wil laten gaan. Dc toon van do werkloos heids-circulaire vindt spreker ergerlijk. Als voorbeelden van de dictatoriale neigin gen der regeering noemt spreker de radio kwestie, het verbod betreffende de Tribu ne en de desavoueering van de regeerings- gevolmachtigde Kiwiet de Jonge door den minister van koloniën. De heer Mcndels bestrijdt ten slotte den heer Anema en verdedigt het stand punt der sociaal-democraten bij mobilisatie. De heer Kranenburg acht het ver hoor op vraagpunten van den heer Albania door den Minister van defensie inconstitu tioneel en betoogt dat daardoor velen voor een gewetensconflict zijn geplaatst, waar door een onwettig verzet is aangekweekt. De heer de Savornin Lohman brengt lof aan minister De Geer voor diens soliede beheer en acht overigens het beleid van het kabinet onvast, hetgeen samen hangt met het extra parlementair karak ter. Spr. bepleit een wijziging der kieswet door verdeeling van het land in districten en ziet daarin een middel om tot parlemen taire kabinetten to komen. Spr. bepleit ten slotte een hernieuwde rechtsche samenwerking, ook ter bestlijding van het communisme De vergadering wordt verdaagd. EEN VORSTELIJK ADVOCAAT. Maastricht, 4 Maart. Dc „vorst van Geleen", mr. F. J. Leufkens, heeft, volgens de Tel„ een verzoek gericht aan den pre sident der arrondissementsrechtbank alhier om te mogen worden ingeschreven als ad vocaat en procureur. in Amersfoort koopen persoonlijk alle visehsoorten in de Rijksvischhallen te IJmuidcn. U is dus steeds verzekerd van de billijkste prijzen en de nood/akelijke kwaliteits controle! Thuisbezorgen zonoer verhooging Alléén: Utr.straat 40 Tel. 92 Amersfoort Hoofdkantoor IJmnlden Opgericht 1 Kiel 1900 Steeds voorhanden: Tarbot, Tong, Kabeljauw, Schelvisch, Schol, Bot enz. Vischconserven. Wanne Croquetten en Vischkoekjes, Heerlijke gebakken Visch, gemarineerde Haring, Rolmops. TWEEDE KAMER De afdeeling justitie met 58 tegen 18 stemmen aanget nomen De afdeeling Justitie van de Indische be grooting wordt met 58—18 stemmen.aange nomen. Op de nominatie voor raadsheer in den Iloogcn Raad worden geplaatst: No. 1. Dr. Meckrnann, rechter te Amster dam; Xo. 2. Dr. Chr. van Oppen, te Maastricht; No. 3. Dr. van Asperen, raadsheer bij het gerechtshof te den Haag Bij dc voortgezette behandeling der Indi sche begrooting dringt de heer Cramer aan op opiumverbod, de heer Ter Laan op ver hooging van oude pensioenen van militai ren. De heer Boetzclaer wcnscht strengere controle bij de opiumsmokkelarij en bepleit verbetering van den toestand van dc oud- gepensionneerden. Dc heer J o e k e s sluit zich daarbij aan. Mevrouw de V r i e sB ruins bepleit bestrijding van bet drankmisbruik. De hceren F c b c r en van Kempen bepleiten beperking van den opiunihandel. Do heer de Visser becritiseert de Indi sche financieele politiek en do mislukking van de propaganda voor de Indische weer macht. Dc heer Van de Bilt (R. K.) bepleit eveneens verbetering van de oude pensioe nen. Minister De Graaff antwoordt, dat al leen door internationale samenwerking het opiumkwaad kan bestreden worden. De gelijkstelling van dc oude militaire pen sioenen met die van tegenwoordig stuit af op de financieele onmogelijkheid. Bij de afd. Binncnlandsch bestuur bepleit de heer Cramer opheffing van het dubbel bestuursstelsel van de heerendiensten cn van den gedwongen arbeid. De heer van Boetzelacr is van mee ning, dat aan de bestuurshervorming hard wordt gewerkt. De heer F e b e r vraagt wanneer de on- derteekening der conventie tot afschaffing van den gedwongen arbeid kan tegemoet gezien worden. Minister De Graaff zal de onderteeke- ning van de conventie tot afschaffing van den gedwongen arbeid bevorderen. De Be stuurshervorming gaat geleidelijk voort. De heer Gerhard bepleit verbetering van den onderbouw van het onderwijs. De vergadering wordt verdaagd Dit is zeker, dat mijn geloof oneindig toe neemt van het oogenblik af, dat ik een ander gemoed ervan kan overtuigen. NOVALIS. Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. Maar er waren dingen, die gebeuren moesten en bezigheden, van welken aard dan ook, zijn een goede afleiding in zulke omstandigheden. Ik maakte mijn avondeten klaar en daar ik vanaf mijn kindsheid was grootgebracht door Keziah (mijn moeder was gestorven toen ik nog in de wieg lag) waschte ik de gebruikte borden en de scho tels af en borg ze op hun eigen plaats in de keukenkast. Keziah een echte piet-lut bij alle huiselijke bezigheden liet nooit iets vuil staan en zij zou niet kunnen sla pen als bijvoorbeeld een theelepeltie 's avonds vuil was blijven liggen Toen dat klaar was, nam ik mijn medicijnen en be gon te lezen bij het doovende haardvuur. En in het oude huis werd het stiller en stiller je kon de stilte voelen. Als Keziah toen onverwachts was thuis gekomen, had het mij niets kunnen schelen als zij nog een uur of langer had doorgezaagd over het familiezilver, zijn keur en zijn geschiedenis Tegen negen uur maakte die stilte mij giek en ging ik naar bed. En daar ik als een gevolg van mijn ziekte nog zwak was, viel ik spoedig in een diepen slaap. En even spoedig werd ik weer wakker door twee erschillende geluiden. Een daarvan was het slaan van de oude klok van grootvader, die middernacht aankondigde met twaalf lange, doffe slagen. Dat kon mij niet sche len. Maar wel sloeg ik acht op het andere geluid het geluid van voetstappen, ge heimzinnig maar onmiskenbaar. Ik ging in mijn bed opzitten cn luisterde en ik schaam mij niet om te zeggen, dat hel angstzweet mij uitbrak; ik werd doodsbang toen de voetstappen ophielden bij onze wa randa. HOOFDSTUK II. Oom Joseph Krevin Als gij alle omstandigheden in aanmer king neemt, dan zal het u niet verwonderen dat ik angst had. Oui te beginnen was ik nog zwak, lichamelijk zwak, tengevolge van mijn langdurige ziekte; ik was te zwak om zelfs met een kind te echten. Ik was in een huis, waarin in weerwil van alle grendels, sloten cn raampinnen kon worden ingebro ken. Het buis lag verlaten; 't dichtst nabij- zijnde huis lag een paar honderd meter ver der. En wie anders zou kunnen komen dan iemand met kwade bedoelingen? Zeker ni<>t Keziah; indien zij bnverwacht was terug gekomen, zou zij steentjes tegen het raam hebben gegooid en geroepen hebben En ook niet Veller, do plaatselijke veldwachter de zware siap van Veller zou ik op een mijl afstand gehoord hebben. Wie die man ook was, hij liep zachtjes, niet zoo zachtjes als een kat, dat is zeker, en toch liep hij haast onhoorbaar. Maar wie was hij en wat voerde hij in zijn schild? Ik had zijn SAMENWERKING IN DE FILM INDUSTRIE. Orion-Filmfabriek en N.V. lilti". .Pro* Dezer dagen is te 's-Gravenhage beslo ten tot samenwerking van twee vooraan staande Nederlandsche filmfabrieken, n 1 de N. V. Profilti (voorheen filmfabriek der Nederlandsche Bioscoop Trust), algemeen bekend door haar reclamefilms, en de N.V Orion Filmfabriek, vervaardigster van de Orion-Revue en van talrijke documentaire- en cultuurfilms. Onder de overwegingen, welke tot deze vereeniging hebben geleid, telt zeer zek^r liet feit, dat beide bedrijven elkander aan vullen en dus grootcr efficiency kan wor den bereikt. Tot Directeur der N. V. Profilti wordt met ingang van heden benoemd, dc lieer A. de Voogd, tot adjunct-directeur de 4heer C. S. Th. van Gink. De heer van Gink blijft Directeur van N. V. Orion Filmfabriek, ter wijl de heer de Voogd tot adjunct-directeur van deze Vennootschap wordt benoemd. Door uitbreiding van de filmfabriek in de Koningin Sophiestraat 3335 wordt deze samenwerking practisch mogelijk ge maakt. DE BOUW VAN DE BRUG NABIJ ZALT-BOMMEL. Tegenslag bij den aanleg van een dam. Zaltbommel, 4 Maart Tot de voor bereidende werkzaamheden voor den bouw van de brug nabij Zalt:Bommcl, behoorde o.m. het maken van een dam dwars door een vrij diepe pips, gelegen tusschen den strekdam langs de Waal op den Noordelij ken oever en de Znmerkade,, Deze dam, circa 120 M. lang, waarover later alle bouwmaterialen zullen moeten worden vervoerd, kwam j.l. Donderdag ge reed, nadat daaraan ruim 3000 M3 zand was verwerkt en nadat er Vrijdag voor de veiligheid een dikke bouten \locr o\er heen was gelegd, om zooveel mogelijk een gelijkmatig verdeelde belasting te krijgen, werd er Zaterdagmorgen een der hijsch kranen (een z.g. rupskraan) van 45000 K.G. zonder stoornis over liecn gevoerd. Hedenmorgen werd de 2e kraan ook on der eigen kracht over den opgeworpen dam heengevoerd en juist op tijd. want het was sende rivierwater (sinds Zaterdagmiddag ongeveer 1.30 M.) begon al flink aan den dam te knagen. Circa een uur nadat dc 2e kraan den vasten wal had bereikt, was een groet deel van den dam in de diepte verdwenen. Was die dam iets eerder weggezakt, dan zou de zware rupskraan rnce in het water zijn weggeschoven en zou het een heel werk geweest zijn die kraan, die van een grijper voorzien, de fundeenngspulten van de pijlers moet uitgraven, weer op het droge te brengen. Het bestuur der Centrale Ver. omzeilt de kern der kwestie Het Vad. is het niet eens met dc houding van het bestuur van do centrale vereeniging van openbare leeszalen tot we ring der „Tribune". liet blad schrijft onvler meer; „Dit bestuur stelt voorop, dat het er niet aan denkt de onpartijdigheid to senenden, wel neen. maar dc Trjbunc lag reeds in zeer betrekkelijk weinig openbare leeszalen ter lezing en do communisten hebben daar over nooit geklaagd, maar het blad ié in den laatsten tijd zoo „onfatsoenlijk" gewor den, en men moet toch niet vergeten, dat art. 4 van de voorwaarden, waaronder Rijkssubsidie wordt verleend, voorschrijft alle moreel-schadelijke lectuur te weren. En al moge Minister Heemskerk, toen hij in 1912 voor subsidie deze voorwaarde vast stelde, alleen gedacht hebben aan sexucele pornograpliie, dan komt dat, omdat deze staatsman zich niet heeft kunnen voorstel len, dat het ooit zou kunnen gebeuren, dat een politiek blad iemand in zijn godsdienst zou kwetsen. En dan worden staaltjes van dat kwetsend optreden, die inderdaad voor bet grijpen zijn aangehaald, en dan zegt t bestuur van de centrale vereeniging, „dat het daarmee de kern der kwestie raakt, en eindigt met een majestueus: „Schunnighe den moeten worden geweerd", wel wetende, dat liet daarmee vele onnadenkenden op zij ne hand zal krijgen, en dat het daarmee als het ware de verdedigers van de vrijheid van 'drukpers in den hoek der.schunnigen duwt. In de eerste plaats zij er op gcwezen.dat niet dit bestuur, maar do rechter heeft uTT te maken of De Tribune moreel schadelijke lectuur verspreidt. Daarvoor hebben wij ar tikel 210 van het Wetboek van Strafrecht, dat op verspreiding daarvan als maximum eene gevangenistraf van een jaar of een geldboete van drieduizend gulden zet. In de tweede plaats is die voorstelling van een zoo bij uitstek scherpzinnig man als Heemkerk, die niet zou voorzien heb ben. dat er wel eens een politieke plaat zou kunnen komen, die andersdenkenden In hunne godsdienstige gevoelens zou kunnen kwetsen, verbijsterend van onbenulligheid en van gemis aan kennis van de feiten. Kende Heemskerk dan Dc Notenkraker niet; wij bedoelen de kunstrijke platen van den (e vroeg overleden IHbn, den Hahn. die Dr. Kuyper er zoo geestig placht tus schen te nemen, en wiens caricaturen door dezen zoo op prijs werden gesteld. (Zie Dr. Kuyper's voorrede in „Dr. Kuyper in de Ca- ricatuurV, van Holkema en Warendorf, Am sterdam 1909). Wij hebben gelukkig al die platen, die Hahn in De Notenkraker ten beste gaf, in ons bezit, een kostelijk bezit, maar ook hij heeft dikwijls dc godsdiensti ge gevoelens van anderen niet ontzien. Bij voorbeeld niet (wij zouden dozijnen voor beelden kunnen geven( in De Notenkraker van 12 October 1912 met „De christelijke kruiwagen". Die kruiwagen is toch het kruis, wanï-op dc Christus genageld is, en op zijn lichaam zitten drie leden van de Rechtsche Coalitie, die daarop naar het gc stoclte der cere worden gereden, terwijl het wiel van den kruiwagen ccn groote rijks daalder is. Waarom is er tegen deze en andere pla ten nooit opgetreden of ernstig oppositie gemaakt? Het antwoord ligt voor de hand: Omdat toen de S.D.A.P. reeds lang zoo re visionistisch geworden was. dat ze geen vrees meer inboezemde. En als die plaat in De Tribune, die, hoe smakeloos ook, toch, wat dc kwetsing van godsdienstigo gevoe lens betreft, op ééno lijn kan worden ge stold worden met de door ons genoemde plaat, wèl gebruikt wordt als wapen tegen hot communisme, is dit. omdat dit nog wèl verschrikt. Das iet des Pudels Kern, van kernen gesproken, want do kom van de kwestie wordt door het Bestuur van de centrale vereeniging zelfs niet aangeraakt, rnaar behendig omzeild. Het gaat or toch niet om of De Tribune in meer dan een openbare leeszaal ligt; het gaat om de ui terst gewichtige vraag, of een blad, waar van do bevoogde autoritoit nog niet heeft uitgesproken, dat het zich aan verspreiding van immoreels afbeeldingen beeft schuldig gemaakt, daaruit verwijderd mag wordon. En het is een absolute misvatting, dat aan de openbare leeszalen de taak zou zijn op gelegd te zorgen, dat wij allen, als de HaJ- lemannetjes, zoo bijzonder fatsoenlijk zul len worden: daarvoor moeten dc School cn de Kerk hun be6t doen. DE AUTOMATISEERING VAN DEN TELEFOONDIENST Op dc vragen van den hoer Guit betref fende automotiseering van den interlocalen telefoondienst, heeft minister Reymcr geant woord, dat dc mogelijkheden, die dc auto- matiscering der telefonie ook ten aanzien van het intcrlocale verkeer biedt o.m. ver snelling van do verkeersafwikkeling, 24 uurs dienst voor 't gcheelo land voor den minister aanleiding zijn geweest zijn goedkeuring te hechten aan bet voornemen van do leiding van hot Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie cn Telefonie, om ook bet intcrlocale telefoonverkeer, met behoud van de onvermijdelijke handbediening op* knooppunten, geleidelijk te automatiseeren. Dc techniek van de automatische vekeers- afwikkeling brengt medo het interlocale verkeer in bepaalde, territoriaal begrensde, groeien (men kan zo districten noemen) sa men te vatten en deze groepen met elkaar in verbinding te brengen. Verwacht wordt, dat de automatiseering welko technisch zoowel in het locale al6 in het intcrlocale verkeer Voorziet, pl.m. 13.500.000 meer aan kapitaalsuitgaven zal vragen dan voortzetting van het handbe- drijf. Belangrijker dan dit cijfer is even wel, dat op grond van de gemaakte bere keningen mag worden verwacht, dat door voering van de automatische verkeorsafwtk- keling bij alle voordeelen daarvan voor den gebruiker ook voor hot bedrijf een voordeel zal zijn, door een niet onaanzien lijke vermindering aan exploitatielasten, onder welke uiteraard zijn begrepen rente en afschrijving van het bovengenoemde ka pitaal. De duur van uitvoering der werken wordt geschat op 13 A 15 jaar. In Beieren en Zwitserland is op overeen komstige wijze cn schaal de automatisce- ring van den telefoondienst in uitvoering. Dc daar bereikte resultaten voldoen, zoo wel technisch als cxploitatief, aan de ver wachtingen. GROOTE SPRITS KLEINE SPRITS AMERSF. MOPPEN AMERRSF. JANHAGEL ALLERHANDEN voetstappen duidelijk gehoord op het laatste gedeelte van het pad, dat leidt van het tuinhek naar de waranda. Toen was het weer stil; ongetwijfeld was bij bezig üe sluitingen van de voordeur te onderzoeken. Ik zag hem voor me daar ik in die dagen een levendige verbeeldings kracht had zich in de maneschijn voor over buigende naar het slot, de deurkruk in de hand. misschien overwegende wat hij moest doen om binnen te komen Plotseling hoorde ik hem weggaan. Ongetwijfeld ging hij het pad weer af. En toen sprong ik uit het warme bed en haastte ik mij naar 'het raam. trok het blind open en staarde in de duisternis. De Laatste-kwartier maan stond aan den hemel, juist boven den inham, maar waarschijnlijk als gevolg van ie hitte van den vorigen middag hing er een zware, witte mist boven de kust cn het land in de verte, zoo ook tusschen ile boschjes en boomen in onzen tuin. Toch zag ik mijn middernachtelijken bezoeker, tenminste ik zag een glimp van hem toen hij door het hek verdween. Het scheen een zwaren, breed geschouderden man te zijn: mogelijk dat de mist hem zwaarder deed schijnen dan hij was. Hij ging de mist te gemoet en was daarin nu verdwenen, ter wijl hij langzaam ging in de richting van de landtong, die uitkwam bij Gallowstree Point. Het denkbeeld kwam toen bij mij op om een lamp op te steken en die voor het raam te zetten van een der bovenkamers, zoodat de man. wie hij ook mocht zijn. zou denken, dat het spookte in het huis. Bij nader inzien kon hij dat ook beschouwen ais een ultnoodlging om terug te komen. Ik was er niet op gesteld hem terug te zien komen, in geon geval voor daglicht. Daar om kroop ik weer in mijn bed cn lag nog langen tijd klaar wakker en steeds luiste rende. Ik hoorde niets dan het zwakke gè- klots der golven op het strand cn het ge wone gekrijsch van een zeevogel. Ten leste viel ik in slaap, in een vasten slaap en toen ik weer wakker werd en halfweg ie trap afliep om op grootvader's klok te kij ken, was het juist zeven uur en de geze gende zon stond hoog aan den hemel, lief lijk glimlachend over het strand cn de zee. Er was voor mij geen reden om op te staan; ik had tot 's middags in mijn bed kunnen blijven, als ik daar lust in had ge had. Maar mijn kracht en mijn levensgees ten kwamen weer boven en er was iets in dien frisschen lentemorgen, dat mij tot daden aanzette. Ik sch.oot eenige kleercn aan, maakte vuur in het keukenfornuis en zette er den waterketel op; tegen acht uur ontsloot ik de voordeur cn keek den tuin in. Plotseling deed zich een verrassing voor, die mij een schok gaf Want daar aan de linkerzijde van de bank in de waranda lag een tasch een vreemdsoortige, ver sleten, ouderwetsche tasch waarvan het Ieder was geschaafd en de sloten gehavend en verroest; het was zoo'n tasch, die je ge makkelijk in je hand draagt; zij was slor dig dichtgebonden met gewoon touw op een manier, die deed veronderstellen, dat de tasch niets van waarde bevatte en dat alles goed genoeg was om er het ding mede dicht te binden. Dat mijn middernachtelijke bezoeker deze zonderlinge bagage in de waranda had neergezet, daarvan was ik even zeker, als dat zij daar voor mijn oogen lag. Ik dacht er niet aan om die bagage aan te raken, maar ik ging de waranda in om ze dicht bij te bekijken. Er waren daarop eens een paar letters geschilderd geweest in zwart, maar zij waren nu bijna geheel uitge- wischt. En in vroeger tijden waren er velo etiketten op geplakt, want daarvan zag men aan olie kanten overblijfselen. Een nieuw adres zat er echter niet op; niets gaf aan wie de eigenaar was, noch vanwaar cn langs welken weg haar eigenaar hier was gekomen. Hij was intusschen gekomen cn rechtstreeks naar dc buitendeur, zoo* als ik had uitgemaakt, had daar zijn spul len neergezet en was weer heengegaan. Ik overwoog verschillende waarom's en wat's en wie's, toen ik een zwaren stap boordo op den kiezelweg langs den tuin. Dat was Veller, die langs ons huis wandelde; hij kwam eiken morgen voorbij. Hij boog zijn rond, rood gezicht over de heg, zag mij en glimlachte hij was een van die men* schen. die altijd lachen. „Goeie morgen, jongeheer Ben!" zeide hij. „Ik ben blij je weer op de been te zien!" „Dank j* wel", antwoordde ik. „Koini eens hier Veller". Hij opende het tuinhek, kwam den tuin in en keek onderzoekend ïond. Ik wees, zonder iets te zeggen, op het ding bij de bank. „Aha!" riep hij uit. „Precies. Ik zie het een tasch! En wat moet dat beteekencn, jongeheer Ben?" „Veller", zeide ik. „Luister. Mijn zuster is op reis; zij moest gisteravond naar Kingshavcn, naar mevrouw Hozler..." Hij knikte, alsof hij wilde zeggen „ik weet er alles van" en glimlachte met groo te voldoening. (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5