AM EHSFOORTSCH DAGDiAD
„DE TRIBUNE" EN DE LEESZALEN
DE KANG-HE VAAS.
Donderdag 5 Maart 1931
.DE EEMIANDER"
29e Jaargang No. 209
TWEEDE BLAD
Algemeene beschouwingen
over de rijksbegrooting
WIJ ALLEEN
IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V.
DE INDISCHE BEGROOTING
Nominatie voor den
Heogen Raad
EEN LIBERALE STEM
TEGEN DE WERING
Waarom „De Notenkraker"
nooit vervolgd?
naonmr
EERSTE KAMER.
Toekomstvoorspellingen van den heer
Rink over de parlement
iaire constellatie
De economische crisis
Aan de orde zijn de Algemeene Beschou
wingen over de Rijksbegrooting.
De heer Rink bespreekt drie punten na
melijk het zich handhaven van de regee
ring, zij het met krachtige middelen, het
niet meer bestaan van de rechtsche coalitie
en de thans niet waarschijnlijke samenwer
king tusschen de Roomsch-Ivatholieken cn
de Sociaal democraten. Het stellen van de
portefeuille-kwestie in onderscheidene ge
vallen acht hij niet inconstitutioneel. Met
overtuiging zegt spreker, dat van een recht
sche coalitie in den eersten tijd niets komt,
evenmin als van samenwerking tusschen
R.K. en S.D.A.P.
Spreker meent, dat extra-parlementaire
kabinetten, voorloopig zullen blijven, al be
hoeven die niet steeds rechts getint te zijn.
De heer Anema bespreekt de economi
sche crisis, waarvan de factoren buiten de
macht dor regeering liggen en dringt aan
op rechtsche samenwerking. Het standpunt
van S.D.A.P. tegen de mobilisatie acht spre
ker zuiver revolutionair en de houding van
de vrijzinnig-democraten weinig verheffend.
De heer M c n d e 1 s heeft in de regcering
geen politiek vertrouwen. Ilij zet uiteen de
hopelooze verdeeldheid in de rechterzijde
ten aanzien van belangrijke vraagstukken.
De regeering maakt krachtig gebruik van
het feit, dat men haar ter rechterzijde niet
wil laten gaan. Dc toon van do werkloos
heids-circulaire vindt spreker ergerlijk.
Als voorbeelden van de dictatoriale neigin
gen der regeering noemt spreker de radio
kwestie, het verbod betreffende de Tribu
ne en de desavoueering van de regeerings-
gevolmachtigde Kiwiet de Jonge door den
minister van koloniën.
De heer Mcndels bestrijdt ten slotte
den heer Anema en verdedigt het stand
punt der sociaal-democraten bij mobilisatie.
De heer Kranenburg acht het ver
hoor op vraagpunten van den heer Albania
door den Minister van defensie inconstitu
tioneel en betoogt dat daardoor velen voor
een gewetensconflict zijn geplaatst, waar
door een onwettig verzet is aangekweekt.
De heer de Savornin Lohman
brengt lof aan minister De Geer voor diens
soliede beheer en acht overigens het beleid
van het kabinet onvast, hetgeen samen
hangt met het extra parlementair karak
ter. Spr. bepleit een wijziging der kieswet
door verdeeling van het land in districten
en ziet daarin een middel om tot parlemen
taire kabinetten to komen.
Spr. bepleit ten slotte een hernieuwde
rechtsche samenwerking, ook ter bestlijding
van het communisme
De vergadering wordt verdaagd.
EEN VORSTELIJK ADVOCAAT.
Maastricht, 4 Maart. Dc „vorst van
Geleen", mr. F. J. Leufkens, heeft, volgens
de Tel„ een verzoek gericht aan den pre
sident der arrondissementsrechtbank alhier
om te mogen worden ingeschreven als ad
vocaat en procureur.
in Amersfoort koopen persoonlijk alle visehsoorten in de
Rijksvischhallen te IJmuidcn. U is dus steeds verzekerd
van de billijkste prijzen en de nood/akelijke kwaliteits
controle! Thuisbezorgen zonoer verhooging
Alléén: Utr.straat 40 Tel. 92 Amersfoort
Hoofdkantoor IJmnlden Opgericht 1 Kiel 1900
Steeds voorhanden: Tarbot, Tong, Kabeljauw, Schelvisch,
Schol, Bot enz. Vischconserven. Wanne Croquetten en
Vischkoekjes, Heerlijke gebakken Visch, gemarineerde
Haring, Rolmops.
TWEEDE KAMER
De afdeeling justitie met 58
tegen 18 stemmen aanget
nomen
De afdeeling Justitie van de Indische be
grooting wordt met 58—18 stemmen.aange
nomen. Op de nominatie voor raadsheer in
den Iloogcn Raad worden geplaatst:
No. 1. Dr. Meckrnann, rechter te Amster
dam;
Xo. 2. Dr. Chr. van Oppen, te Maastricht;
No. 3. Dr. van Asperen, raadsheer bij het
gerechtshof te den Haag
Bij dc voortgezette behandeling der Indi
sche begrooting dringt de heer Cramer aan
op opiumverbod, de heer Ter Laan op ver
hooging van oude pensioenen van militai
ren.
De heer Boetzclaer wcnscht strengere
controle bij de opiumsmokkelarij en bepleit
verbetering van den toestand van dc oud-
gepensionneerden.
Dc heer J o e k e s sluit zich daarbij aan.
Mevrouw de V r i e sB ruins bepleit
bestrijding van bet drankmisbruik.
De hceren F c b c r en van Kempen
bepleiten beperking van den opiunihandel.
Do heer de Visser becritiseert de Indi
sche financieele politiek en do mislukking
van de propaganda voor de Indische weer
macht.
Dc heer Van de Bilt (R. K.) bepleit
eveneens verbetering van de oude pensioe
nen.
Minister De Graaff antwoordt, dat al
leen door internationale samenwerking het
opiumkwaad kan bestreden worden. De
gelijkstelling van dc oude militaire pen
sioenen met die van tegenwoordig stuit af
op de financieele onmogelijkheid.
Bij de afd. Binncnlandsch bestuur bepleit
de heer Cramer opheffing van het dubbel
bestuursstelsel van de heerendiensten cn
van den gedwongen arbeid.
De heer van Boetzelacr is van mee
ning, dat aan de bestuurshervorming hard
wordt gewerkt.
De heer F e b e r vraagt wanneer de on-
derteekening der conventie tot afschaffing
van den gedwongen arbeid kan tegemoet
gezien worden.
Minister De Graaff zal de onderteeke-
ning van de conventie tot afschaffing van
den gedwongen arbeid bevorderen. De Be
stuurshervorming gaat geleidelijk voort.
De heer Gerhard bepleit verbetering
van den onderbouw van het onderwijs.
De vergadering wordt verdaagd
Dit is zeker, dat mijn geloof oneindig toe
neemt van het oogenblik af, dat ik een
ander gemoed ervan kan overtuigen.
NOVALIS.
Uit het Engelsch door
J. S. FLETSCHER.
Maar er waren dingen, die gebeuren
moesten en bezigheden, van welken aard
dan ook, zijn een goede afleiding in zulke
omstandigheden. Ik maakte mijn avondeten
klaar en daar ik vanaf mijn kindsheid was
grootgebracht door Keziah (mijn moeder
was gestorven toen ik nog in de wieg lag)
waschte ik de gebruikte borden en de scho
tels af en borg ze op hun eigen plaats in
de keukenkast. Keziah een echte piet-lut
bij alle huiselijke bezigheden liet nooit
iets vuil staan en zij zou niet kunnen sla
pen als bijvoorbeeld een theelepeltie
's avonds vuil was blijven liggen Toen dat
klaar was, nam ik mijn medicijnen en be
gon te lezen bij het doovende haardvuur.
En in het oude huis werd het stiller en
stiller je kon de stilte voelen. Als Keziah
toen onverwachts was thuis gekomen, had
het mij niets kunnen schelen als zij nog een
uur of langer had doorgezaagd over het
familiezilver, zijn keur en zijn geschiedenis
Tegen negen uur maakte die stilte mij
giek en ging ik naar bed. En daar ik als
een gevolg van mijn ziekte nog zwak was,
viel ik spoedig in een diepen slaap. En even
spoedig werd ik weer wakker door twee
erschillende geluiden. Een daarvan was
het slaan van de oude klok van grootvader,
die middernacht aankondigde met twaalf
lange, doffe slagen. Dat kon mij niet sche
len. Maar wel sloeg ik acht op het andere
geluid het geluid van voetstappen, ge
heimzinnig maar onmiskenbaar. Ik ging
in mijn bed opzitten cn luisterde en ik
schaam mij niet om te zeggen, dat hel
angstzweet mij uitbrak; ik werd doodsbang
toen de voetstappen ophielden bij onze wa
randa.
HOOFDSTUK II.
Oom Joseph Krevin
Als gij alle omstandigheden in aanmer
king neemt, dan zal het u niet verwonderen
dat ik angst had. Oui te beginnen was ik
nog zwak, lichamelijk zwak, tengevolge van
mijn langdurige ziekte; ik was te zwak om
zelfs met een kind te echten. Ik was in een
huis, waarin in weerwil van alle grendels,
sloten cn raampinnen kon worden ingebro
ken. Het buis lag verlaten; 't dichtst nabij-
zijnde huis lag een paar honderd meter ver
der. En wie anders zou kunnen komen dan
iemand met kwade bedoelingen? Zeker ni<>t
Keziah; indien zij bnverwacht was terug
gekomen, zou zij steentjes tegen het raam
hebben gegooid en geroepen hebben En ook
niet Veller, do plaatselijke veldwachter de
zware siap van Veller zou ik op een mijl
afstand gehoord hebben. Wie die man ook
was, hij liep zachtjes, niet zoo zachtjes als
een kat, dat is zeker, en toch liep hij
haast onhoorbaar. Maar wie was hij en
wat voerde hij in zijn schild? Ik had zijn
SAMENWERKING IN DE FILM
INDUSTRIE.
Orion-Filmfabriek en N.V.
lilti".
.Pro*
Dezer dagen is te 's-Gravenhage beslo
ten tot samenwerking van twee vooraan
staande Nederlandsche filmfabrieken, n 1
de N. V. Profilti (voorheen filmfabriek der
Nederlandsche Bioscoop Trust), algemeen
bekend door haar reclamefilms, en de N.V
Orion Filmfabriek, vervaardigster van de
Orion-Revue en van talrijke documentaire-
en cultuurfilms.
Onder de overwegingen, welke tot deze
vereeniging hebben geleid, telt zeer zek^r
liet feit, dat beide bedrijven elkander aan
vullen en dus grootcr efficiency kan wor
den bereikt.
Tot Directeur der N. V. Profilti wordt
met ingang van heden benoemd, dc lieer
A. de Voogd, tot adjunct-directeur de 4heer
C. S. Th. van Gink. De heer van Gink blijft
Directeur van N. V. Orion Filmfabriek, ter
wijl de heer de Voogd tot adjunct-directeur
van deze Vennootschap wordt benoemd.
Door uitbreiding van de filmfabriek in
de Koningin Sophiestraat 3335 wordt deze
samenwerking practisch mogelijk ge
maakt.
DE BOUW VAN DE BRUG NABIJ
ZALT-BOMMEL.
Tegenslag bij den aanleg van
een dam.
Zaltbommel, 4 Maart Tot de voor
bereidende werkzaamheden voor den bouw
van de brug nabij Zalt:Bommcl, behoorde
o.m. het maken van een dam dwars door
een vrij diepe pips, gelegen tusschen den
strekdam langs de Waal op den Noordelij
ken oever en de Znmerkade,,
Deze dam, circa 120 M. lang, waarover
later alle bouwmaterialen zullen moeten
worden vervoerd, kwam j.l. Donderdag ge
reed, nadat daaraan ruim 3000 M3 zand
was verwerkt en nadat er Vrijdag voor de
veiligheid een dikke bouten \locr o\er
heen was gelegd, om zooveel mogelijk een
gelijkmatig verdeelde belasting te krijgen,
werd er Zaterdagmorgen een der hijsch
kranen (een z.g. rupskraan) van 45000 K.G.
zonder stoornis over liecn gevoerd.
Hedenmorgen werd de 2e kraan ook on
der eigen kracht over den opgeworpen dam
heengevoerd en juist op tijd. want het was
sende rivierwater (sinds Zaterdagmiddag
ongeveer 1.30 M.) begon al flink aan den
dam te knagen.
Circa een uur nadat dc 2e kraan den
vasten wal had bereikt, was een groet deel
van den dam in de diepte verdwenen.
Was die dam iets eerder weggezakt, dan
zou de zware rupskraan rnce in het water
zijn weggeschoven en zou het een heel
werk geweest zijn die kraan, die van een
grijper voorzien, de fundeenngspulten van
de pijlers moet uitgraven, weer op het
droge te brengen.
Het bestuur der Centrale Ver.
omzeilt de kern der kwestie
Het Vad. is het niet eens met dc
houding van het bestuur van do centrale
vereeniging van openbare leeszalen tot we
ring der „Tribune". liet blad schrijft onvler
meer;
„Dit bestuur stelt voorop, dat het er niet
aan denkt de onpartijdigheid to senenden,
wel neen. maar dc Trjbunc lag reeds in
zeer betrekkelijk weinig openbare leeszalen
ter lezing en do communisten hebben daar
over nooit geklaagd, maar het blad ié in
den laatsten tijd zoo „onfatsoenlijk" gewor
den, en men moet toch niet vergeten, dat
art. 4 van de voorwaarden, waaronder
Rijkssubsidie wordt verleend, voorschrijft
alle moreel-schadelijke lectuur te weren. En
al moge Minister Heemskerk, toen hij in
1912 voor subsidie deze voorwaarde vast
stelde, alleen gedacht hebben aan sexucele
pornograpliie, dan komt dat, omdat deze
staatsman zich niet heeft kunnen voorstel
len, dat het ooit zou kunnen gebeuren, dat
een politiek blad iemand in zijn godsdienst
zou kwetsen. En dan worden staaltjes van
dat kwetsend optreden, die inderdaad voor
bet grijpen zijn aangehaald, en dan zegt
t bestuur van de centrale vereeniging, „dat
het daarmee de kern der kwestie raakt, en
eindigt met een majestueus: „Schunnighe
den moeten worden geweerd", wel wetende,
dat liet daarmee vele onnadenkenden op zij
ne hand zal krijgen, en dat het daarmee als
het ware de verdedigers van de vrijheid van
'drukpers in den hoek der.schunnigen duwt.
In de eerste plaats zij er op gcwezen.dat
niet dit bestuur, maar do rechter heeft uTT
te maken of De Tribune moreel schadelijke
lectuur verspreidt. Daarvoor hebben wij ar
tikel 210 van het Wetboek van Strafrecht,
dat op verspreiding daarvan als maximum
eene gevangenistraf van een jaar of een
geldboete van drieduizend gulden zet.
In de tweede plaats is die voorstelling
van een zoo bij uitstek scherpzinnig man
als Heemkerk, die niet zou voorzien heb
ben. dat er wel eens een politieke plaat zou
kunnen komen, die andersdenkenden In
hunne godsdienstige gevoelens zou kunnen
kwetsen, verbijsterend van onbenulligheid
en van gemis aan kennis van de feiten.
Kende Heemskerk dan Dc Notenkraker
niet; wij bedoelen de kunstrijke platen van
den (e vroeg overleden IHbn, den Hahn.
die Dr. Kuyper er zoo geestig placht tus
schen te nemen, en wiens caricaturen door
dezen zoo op prijs werden gesteld. (Zie Dr.
Kuyper's voorrede in „Dr. Kuyper in de Ca-
ricatuurV, van Holkema en Warendorf, Am
sterdam 1909). Wij hebben gelukkig al die
platen, die Hahn in De Notenkraker ten
beste gaf, in ons bezit, een kostelijk bezit,
maar ook hij heeft dikwijls dc godsdiensti
ge gevoelens van anderen niet ontzien. Bij
voorbeeld niet (wij zouden dozijnen voor
beelden kunnen geven( in De Notenkraker
van 12 October 1912 met „De christelijke
kruiwagen". Die kruiwagen is toch het
kruis, wanï-op dc Christus genageld is, en
op zijn lichaam zitten drie leden van de
Rechtsche Coalitie, die daarop naar het gc
stoclte der cere worden gereden, terwijl het
wiel van den kruiwagen ccn groote rijks
daalder is.
Waarom is er tegen deze en andere pla
ten nooit opgetreden of ernstig oppositie
gemaakt? Het antwoord ligt voor de hand:
Omdat toen de S.D.A.P. reeds lang zoo re
visionistisch geworden was. dat ze geen
vrees meer inboezemde. En als die plaat in
De Tribune, die, hoe smakeloos ook, toch,
wat dc kwetsing van godsdienstigo gevoe
lens betreft, op ééno lijn kan worden ge
stold worden met de door ons genoemde
plaat, wèl gebruikt wordt als wapen tegen
hot communisme, is dit. omdat dit nog wèl
verschrikt. Das iet des Pudels Kern, van
kernen gesproken, want do kom van de
kwestie wordt door het Bestuur van de
centrale vereeniging zelfs niet aangeraakt,
rnaar behendig omzeild. Het gaat or toch
niet om of De Tribune in meer dan een
openbare leeszaal ligt; het gaat om de ui
terst gewichtige vraag, of een blad, waar
van do bevoogde autoritoit nog niet heeft
uitgesproken, dat het zich aan verspreiding
van immoreels afbeeldingen beeft schuldig
gemaakt, daaruit verwijderd mag wordon.
En het is een absolute misvatting, dat aan
de openbare leeszalen de taak zou zijn op
gelegd te zorgen, dat wij allen, als de HaJ-
lemannetjes, zoo bijzonder fatsoenlijk zul
len worden: daarvoor moeten dc School cn
de Kerk hun be6t doen.
DE AUTOMATISEERING VAN DEN
TELEFOONDIENST
Op dc vragen van den hoer Guit betref
fende automotiseering van den interlocalen
telefoondienst, heeft minister Reymcr geant
woord, dat dc mogelijkheden, die dc auto-
matiscering der telefonie ook ten aanzien
van het intcrlocale verkeer biedt o.m. ver
snelling van do verkeersafwikkeling, 24
uurs dienst voor 't gcheelo land voor
den minister aanleiding zijn geweest zijn
goedkeuring te hechten aan bet voornemen
van do leiding van hot Staatsbedrijf der
Posterijen, Telegrafie cn Telefonie, om ook
bet intcrlocale telefoonverkeer, met behoud
van de onvermijdelijke handbediening op*
knooppunten, geleidelijk te automatiseeren.
Dc techniek van de automatische vekeers-
afwikkeling brengt medo het interlocale
verkeer in bepaalde, territoriaal begrensde,
groeien (men kan zo districten noemen) sa
men te vatten en deze groepen met elkaar
in verbinding te brengen.
Verwacht wordt, dat de automatiseering
welko technisch zoowel in het locale al6 in
het intcrlocale verkeer Voorziet, pl.m.
13.500.000 meer aan kapitaalsuitgaven zal
vragen dan voortzetting van het handbe-
drijf. Belangrijker dan dit cijfer is even
wel, dat op grond van de gemaakte bere
keningen mag worden verwacht, dat door
voering van de automatische verkeorsafwtk-
keling bij alle voordeelen daarvan voor
den gebruiker ook voor hot bedrijf een
voordeel zal zijn, door een niet onaanzien
lijke vermindering aan exploitatielasten,
onder welke uiteraard zijn begrepen rente
en afschrijving van het bovengenoemde ka
pitaal.
De duur van uitvoering der werken wordt
geschat op 13 A 15 jaar.
In Beieren en Zwitserland is op overeen
komstige wijze cn schaal de automatisce-
ring van den telefoondienst in uitvoering.
Dc daar bereikte resultaten voldoen, zoo
wel technisch als cxploitatief, aan de ver
wachtingen.
GROOTE SPRITS
KLEINE SPRITS
AMERSF. MOPPEN
AMERRSF. JANHAGEL
ALLERHANDEN
voetstappen duidelijk gehoord op het
laatste gedeelte van het pad, dat
leidt van het tuinhek naar de waranda.
Toen was het weer stil; ongetwijfeld was
bij bezig üe sluitingen van de voordeur te
onderzoeken. Ik zag hem voor me daar
ik in die dagen een levendige verbeeldings
kracht had zich in de maneschijn voor
over buigende naar het slot, de deurkruk
in de hand. misschien overwegende wat hij
moest doen om binnen te komen Plotseling
hoorde ik hem weggaan. Ongetwijfeld ging
hij het pad weer af. En toen sprong ik uit
het warme bed en haastte ik mij naar 'het
raam. trok het blind open en staarde in de
duisternis. De Laatste-kwartier maan stond
aan den hemel, juist boven den inham,
maar waarschijnlijk als gevolg van ie
hitte van den vorigen middag hing er een
zware, witte mist boven de kust cn het
land in de verte, zoo ook tusschen ile
boschjes en boomen in onzen tuin. Toch
zag ik mijn middernachtelijken bezoeker,
tenminste ik zag een glimp van hem toen
hij door het hek verdween. Het scheen een
zwaren, breed geschouderden man te zijn:
mogelijk dat de mist hem zwaarder deed
schijnen dan hij was. Hij ging de mist te
gemoet en was daarin nu verdwenen, ter
wijl hij langzaam ging in de richting van
de landtong, die uitkwam bij Gallowstree
Point.
Het denkbeeld kwam toen bij mij op om
een lamp op te steken en die voor het
raam te zetten van een der bovenkamers,
zoodat de man. wie hij ook mocht zijn. zou
denken, dat het spookte in het huis. Bij
nader inzien kon hij dat ook beschouwen
ais een ultnoodlging om terug te komen. Ik
was er niet op gesteld hem terug te zien
komen, in geon geval voor daglicht. Daar
om kroop ik weer in mijn bed cn lag nog
langen tijd klaar wakker en steeds luiste
rende. Ik hoorde niets dan het zwakke gè-
klots der golven op het strand cn het ge
wone gekrijsch van een zeevogel. Ten leste
viel ik in slaap, in een vasten slaap en
toen ik weer wakker werd en halfweg ie
trap afliep om op grootvader's klok te kij
ken, was het juist zeven uur en de geze
gende zon stond hoog aan den hemel, lief
lijk glimlachend over het strand cn de
zee.
Er was voor mij geen reden om op te
staan; ik had tot 's middags in mijn bed
kunnen blijven, als ik daar lust in had ge
had. Maar mijn kracht en mijn levensgees
ten kwamen weer boven en er was iets in
dien frisschen lentemorgen, dat mij tot
daden aanzette. Ik sch.oot eenige kleercn
aan, maakte vuur in het keukenfornuis en
zette er den waterketel op; tegen acht uur
ontsloot ik de voordeur cn keek den tuin
in. Plotseling deed zich een verrassing
voor, die mij een schok gaf Want daar aan
de linkerzijde van de bank in de waranda
lag een tasch een vreemdsoortige, ver
sleten, ouderwetsche tasch waarvan het
Ieder was geschaafd en de sloten gehavend
en verroest; het was zoo'n tasch, die je ge
makkelijk in je hand draagt; zij was slor
dig dichtgebonden met gewoon touw op een
manier, die deed veronderstellen, dat de
tasch niets van waarde bevatte en dat alles
goed genoeg was om er het ding mede
dicht te binden.
Dat mijn middernachtelijke bezoeker deze
zonderlinge bagage in de waranda had
neergezet, daarvan was ik even zeker, als
dat zij daar voor mijn oogen lag. Ik dacht
er niet aan om die bagage aan te raken,
maar ik ging de waranda in om ze dicht
bij te bekijken. Er waren daarop eens een
paar letters geschilderd geweest in zwart,
maar zij waren nu bijna geheel uitge-
wischt. En in vroeger tijden waren er velo
etiketten op geplakt, want daarvan zag
men aan olie kanten overblijfselen. Een
nieuw adres zat er echter niet op; niets gaf
aan wie de eigenaar was, noch vanwaar
cn langs welken weg haar eigenaar hier
was gekomen. Hij was intusschen gekomen
cn rechtstreeks naar dc buitendeur, zoo*
als ik had uitgemaakt, had daar zijn spul
len neergezet en was weer heengegaan. Ik
overwoog verschillende waarom's en wat's
en wie's, toen ik een zwaren stap boordo
op den kiezelweg langs den tuin. Dat was
Veller, die langs ons huis wandelde; hij
kwam eiken morgen voorbij. Hij boog zijn
rond, rood gezicht over de heg, zag mij en
glimlachte hij was een van die men*
schen. die altijd lachen.
„Goeie morgen, jongeheer Ben!" zeide
hij. „Ik ben blij je weer op de been te
zien!"
„Dank j* wel", antwoordde ik. „Koini
eens hier Veller".
Hij opende het tuinhek, kwam den tuin
in en keek onderzoekend ïond. Ik wees,
zonder iets te zeggen, op het ding bij de
bank.
„Aha!" riep hij uit. „Precies. Ik zie het
een tasch! En wat moet dat beteekencn,
jongeheer Ben?"
„Veller", zeide ik. „Luister. Mijn zuster
is op reis; zij moest gisteravond naar
Kingshavcn, naar mevrouw Hozler..."
Hij knikte, alsof hij wilde zeggen „ik
weet er alles van" en glimlachte met groo
te voldoening.
(Wordt vervolgd^