Kindercourant van EEN ONDANKBARE LANDVOOGD Beste Nichten en Neven, Ik heb deze week van een van jullie eeu kort verhaaltje ontvangen dat ik aardig ge noeg vindt om het in de kindercourant op te nemen. De jeugdige schrijver heeft mij echter zeer bescheiden verzocht om zijn uaam er niet onder tc zetten. Ik zaï aan JU vriendelijke verzoek voldoen en het stukje -onder onderteekoning hier laten volgen Het is getiteld: DE NACHTMERRIE Willem was boos, vreescUjk boos. HU had altijd goede cijfers voor zijn gymnastiek cn nu had hij een drie gekregen! En beba«vo •lat hij een drie had moest hij ook nog een poot van een bank betalen. Jullie zult na- ruurlijk wagen hoe dat zoo was gekoman Welnu, de jongene waren op een bank aan het stoeien geweest en toen Willem dat zag svas hU er dadelijk bovenop gesprongen niet het gevolg, dat 1e poot brak. hij was chter zoo hard neergekomen omdat oa» der jongens hem een duw had gegeven. H.j nad ook heel goed gezien wa"e hei gedaan had: het was Kees de gluiperd geweest. En wat nu het leelijke was, ze hadden Willem do schuld gegeven! De drie had hij gekre gen, omdat hij aan zijn buurman had ge vraagd hoeveel zoo'n poot wel kostte. Toen de lecraar 's avonds thirs kwam giug hij vlug naar bed omdat hij slaap had. maar het 6lapen wilde niet erg 'ukken. Hij dacht eerst eens over het geval na Het was toch wel goed dat hij de poot liet totalen, v ant wat moest zoo'n jongen ook zoo wi.d op een bank springen? Even later dacht 'jij. „Heeft bij het wei zeker gedaan? Och dat kon hem ook weinig schelen, want zoo'n lieverd was Willem nu ook niet. Toen hij eindelijk in slaap was gevallen kwamen de draomen! Hij zat in het gyranasticKlokajJ en voor hem zat Willem met zijn stok en «iep voortdurend: Je moet er door zakken erdoor zakken! Alle jongens van de klas kwamen er ook bij en ook zij riepen maar steeds dat hij erdoor moest zakken. Het angstzweet begon hem uit breken, zooiat hij om hulp begon te roepen Hij zag d<> jon gens het cijferboekje pakken en hen niets andere dan drieën zetten, terwijl zij met stokken boven zijn hoofd zwaaiden Ein delijk scheeuwde de leeraar zoo hard dat de poot brak en hij in een boöemloozen af grond viel; tijdens zijn val zag hij niets als gedaanten die met een cijferboekje met drieën zwaaiden en steeds maar riepen: „Jij zult de bank betalen!" Het werd hem zoo vreeselvjk dat hij een harde gil gaf en m zijn bed neerstortte. Toen hij daarna wak <Qr werd zag hij Willem met de pooi in de bund op de stoep zitten. En op zijn iafel lag een boekje waarin stond Willem X.: 7, 6, DE CORRESPONDENTIE Sn el voet. Bedankt voor je rebus; je begrijpt misschien wol, dat ik die niet kan jdaateen omdat ik die plaatjes niet heb. Het gedicht is wel aardig, maar toch niet ge schikt voor de Kindercourant. Zie verder maar eens :n den ruilhandel. Sprinkhaan. Het begint nu goed to worden voor den tuin hè? Verlang jo r.oo niet naar de zomervacantie met dit mooie weer? Tompoes. Nou zeg, dan zul je zeker wel veel te vertellen hebben volgende veek, want op zoo'n verjaarevisitie gebeurt nog wol eens wat! PI rus. Wat heb jij een mooi postpapier '4eg; dat is nu wel leuk in het voorjaar, het is wel aardig buiten, maar een paar mod derige schoenen moet je altijd ervoor over hebben bij het katjes plukken. Nog wel be dankt voor je gift. Ben H u r. Daar zullen wel een paar nichten en neven gelukkig mee zijn, mei d'e bonnen; ik kan jou gelukkig ook van dienst zijn. Sportgirl. Het spijt me wel, maar drfc 3-aadsel heb ik al eens gekregen, zocdat ik net nu niet weer kan opgeven. Sportboy. Je bent welkom: Lk hoop dat je een trouw raadselneef zuit worden. Tulp. Dat overkomt mij ook wel ceue. dat ik weinig tijd heb, ik hoop echter, dat ie volgende week een langoren brief z ill kunnen schrijven. De Kuif. Neen, dat doe ik zeker niet; het was alleen maar om je er even opmerk zaam op te maken. Ik heb nog 1 postzegel van 2.50 voor je; kom je hem even ha ten? Blauwe D i 6 t e 1 Bedankt voor j- nlaatjes; gelukkig kan ik jou deze week ook .veer een plezier doen Ja, de bekroonde op stellen zijn nu allen geplaatst. Zoodra ik weer meer tijd heb, zal ik weer eens een wedstrijd houden. Ik geloof, dat we nu toer. eindelijk voorjaarsweer hebban gekregen W i n q o t o u. Bedankt voor je postzegels; tot mijn spijt heb ik geen Hagenbeek s plaat jes meer, maar nog wel eeD paar duif-mer ken. J o k k o. Hoe komt het dat je geen raad sels hebt opgelost; vond je ze zoo moeilijk, of had je weinig tijd? Balsem entje. Die wedstrijd komt wel, maar ik moet eerst eens een beetje ine r tijd heb'-en dan thans het geval is. Hoo gaat het oo schooi, heb je nogal goede repetities gemaakt Dolly. Is de kwaadheid nu al over, of hebben jullie nog eeu beetje ruzie? H je gaat het nu met de verkoudheid, is ze al weer geheel over?* Dwerg. Bedankt voor je plaatjes „ti postzegels. Ik kan me best begrijpen, dat je aar den zomer begi.it ie verlangen; wij hebben nu lang genoeg winter gui-.d hè? Stab Mo. Tot mijn spijt heil ik geen Drosteplaatjes meer o er, ik zal nog om vragen in den ruilhanJel. Schrijf je ine vjI gende week eens een langer briefje? R e i n a a r d. Ik hoop, dat ik oen re-.ks mooio cijfers van je te zien zal krijgen; heb jo nogal goede repotitiw gemaakt? fot mijn spijt moet ik jc meedeelen, dat ik verleden week mijn laatste sigaretendoekje heb weggegeven Eekhoorntje. Mijn dank voor je si- garettenbonnen, waarvoor je ook 'ets in ruil kunt krijgen. Pas maai' op, want nu wordt het ijs erg gevaarlijk hoor' Kompas. Bedankt voor je plaatjes, ik kan ze heel goed gebmiken. Ik heb voor jou ook nog iets in don ruilhandel gezet. En wat ga jo nu doen in de Paaschvacantio; mooie fietstochtjes matsen? IJ she or. Precies weet ik liet niet, maar :k geloof, dat er 24 Meenen bij gebruikt moeten worden. Nog 'vel gefeliciteerd; je hebt mooie cadeaux gekregen zeg. Jk zou bijna jaloersch op je worden. Ik heb geur. enkel sigarettendoekje meer! Dikky Big mans Vinden ju/lie hot n:et leuk, dat je tegelijk jarig bent? Nog wel gefeliciteerd hoor. Nou zeg. ik gel -oï ook, dat jullie aardig verwend bant M i r o i ij u t j e. Bedankt voor je Kv. at t a s o I d a a t j c s. ITob je het zoo druk met de repetities? lk hoon een moo: rapport van je te zien, maar dat zal wal hè? A dams on. Bedankt voor je postzegels Ik bob voor jou ook nog wat in don ruil handel gezet. Iris. Dat vind ik aardig, dai jc ondar.ls de vele drukte voor de repetities rok nog ijd zoekt voor een brief aan ook Pun Ik kan mo best voorstellen, dat je hard naar het voorjaar verlangt, ik geloof, dat wij de "aatste paar dagen over het weer anders niet te klagen hebben. B r u i n o o g. Mijn dank voor je bonnen Spaar je de plaatjes van „De Gaper" niet meer; ik heb er nog .vel een paar voor je. Zie verder maar eens n den ruilhandel Kanariepietje. Ik maan me geluk kig aan zetfouten niet schuldig, dal ge beurt altijd op de zetterij. Maar ik geloof, dat deze fout nogal niet zoo ernstig was hè? P o 61 d u i f j e. lk kan het me begrijpen, dat je hard verlangt naar de Pauschva cantie, vooral nu hot zulk mooi weer wordt. Ik begin ook tc verlaDgen naar de beide Paaschdagen! Cupido. Nou zeg, dan zou ik maar oed mijn best doen: wellicht zul je, als je een mooi rapport thuis brengt ook wel weer wat krijgen: Van welke voetbalclub wil jc id worden9 Eendje. Ja, het is niet prettig als je een vriendin moet missen, maar het is nu gelukkig maar voor een klein poosje ge weest. Dat was een kleine drukfout; je hebi toch zeker wel begrepen, dat het vervoer middel moest zijn? Noptuuua Bedankt voor je gift. Ik zal voor jou ook nog iets klaar leggen; zie maar eens in den ruilhandel. Wilde Vogel. Dat w as eon klein moeilijkheidje verleden week hè? Maar dat is voor een keer niet erg hè? Nachtegaaltje. Bedankt voor je Hag-bonnen. Voor jou heb ik nog een paar Verkade's bonnen. Zonneroosjc. Leuk zeg, dat je me zoo'n mooie Pmk6torteekenmg stuurt; ik geloof, dat teekenen een van je liefste be zigheden is hè? Zie verder maar eens iu •Jen ruilhandel. Warkruid. Ik heb voor jou nog 2 Dros- tebonnen. maar dat zijn dan ook de laatste. Watergeus. Bedankt voor je gift. Wat heb je deze week een kort briefje geschre- •en! Old S b a 11 e r h a n d. Dat is jammer zeg; wat lieb je nu aan een geslaagd exa men als oi' geen plaats voor je is op dc nieu we school 1 Wilde Eend. Ik heb helaas geen Paaschvacantie; ik hoop. dat. ik beide Paaschdagen vrij kan zijn. Jullie boft altijd nog maar met al die vacanties; ik zou bijna weer naar mijn schooltijd gaan terug ver langen. K i e v11. Waarom heb je het heelo biiefje niet getikt? Had je daar geen tijd meer voor, of tik je niet meer zoo langzaam als in hot begin? S t r a w insk y. Bedankt voor je mooie postzegels. Ik heb nog slechts c-nkele boe- kenbons, waarvan jij er ook een paar kunt krijgen. Tjiftjaf. Dat lijkt me nu een uiterst gevaarlijk spelletje want met den feilen zonnensehijn is het ijs erg dun cn broos ge worden. B e 11 a r o o n t j e. Ta, maar jc moet ook eens denken, dat ik jullie eens voor een moeilijkheidje moet zetten! Bedankt voor je plaatje; naar die bonnen wordt nooit ge vraagd. Madeliefje. Nou, je hoett daar niet altijd op te rekenen; als ik een ander woord had kunnen vinden, had ik dat liever ge- uomen, want het was wel wat moeilijk met die twee letlers. Bedankt voor je plaatjes. Ik weet niet of ik Ali baba bounen over heb, maar kom jc eens op hei kantoor hoo- ren? Rozenknop. Bedankt voor je bon nen; ik geloof wel, dat Zonneroosje die bon nen bedoeld heeft. Wanneer moet je examen doen? Speurder. Dat vind ik hcelemaal niet erg. Je weet wel, dat ik voor jullie de kindercourant een bijzaak vind, hoofdzaak is cn blijft je schoolwerk! Maar hoe gaat het nu cp school, 'heb je goede resultaten van je harde werken gehad? Chinees. Wat heeft eraan gescheeld, heeft de griep je zoo leelijk tc pakken ge had? Ben je nu weer geheel beter of moet je nog binnen blijven? Ik heb voor jou ook nog iet6 in den ruilhandel gezet. Tor. Wat heb je deze week een bij zonder kort briefje geschreven; had je het zoo druk met je schoolwerk? Ik heb alleen nog maar een paar bonnen, de sigaretten- doekjes zijn op. C 1 y v i a. Nou, laten wij dan afspre ken, dat je komende week méér schrijft» wat je deze week niet hebt kunnen afmaken. Is lat goed? Je bent zeker hard aan het repe- ;eeren voor de operette; dat kan wel leuk worden Molentje, Nou, je bent niet de eeni- ge die iu spanning zit; het is. ook best te O, kijk eens! Onder 't loopen Verlies je heel wat, Piet! Je lijkt veel op Klein Duimpje, Jo kent hot sprookje, niet? Jij strooit geen brood, maar knikkers Waar doe je dat toch voor? Nee maar! Een gat in 't zakjeI Daar rollen knikkers door! Straks zijn. als je zoo voortstapt, Vast alle knikkers weg. Dan sta je raar te kijken! 'k Geloof, dat 'k raad weet, zeg! Ik zal je eens vlug helpen, Bind handig 't gaatje dicht Ziezoo! dat 's klaar! 'k Donk: knikkers Verlies je nu niet licht! En loop den weg naar hul9 toe Maar één-twee-drie terug! Verzamel alle knikkers. Ja, doe het maar heel vlug! Want als er hondjes komen, Die ook eens knikk'ron gaan, Dan zijn jo mooie knikkers IIooi gauw, Piet, naar de maanl Tot ziens dus, hoor Klein-Duimpje, Jij, kleine sprookjos-held! Ik hoop! or mist geen knikker, Als je ze strakjes telt! (Nadruk verboden). begrijpen, dat jullie benieuwd bent wie de gelukkige is. Spo r tmak ker. Het is een biizonder ■i&rdig werk, het houden van een aquarium Ik had vroeger ook een heel groot cn daar voor ving ik op mijn vrije middagen aller ei vischjes. Je moet er echter veel tijd voor over hebben, want andei's vervuilt de zaak zeer spoedig. Sneeuwklokje. Bedankt voor het raadsel; ik zal het bij gelegenheid plaatsen Ik vind het erg prettig dat je zoo in je schik bont met het boek. L P a tl s e c h h i a s n H. Dc oplossingen. Wie kaatst moet den baf verwachten met. Karei, warm, visuh, watten, botter, Aden on bel. Do prijs is deze week voor Molentje, terwijl het album „De schatten der Aarde" als extraprijs is ten deel gevallen aan P i- r u s. Beiden kunnen hun prijs Maandag aan ons bureau komen afhalen. Nieuwe raadsels, f. (Van Slamat). X X X XX x x X X X I X X X X X Op de kruisjeslijnen komt de naam van een plaats op de Veluwe. Op de le rij: het gevraagde wooru. Op de 2e rij: een plaats in Utrecht. Op de 8e rij: een stad in Italië. Op de 4e ry: een tuingereedschap. Op de 5e rij: een jongensnaam. Op de 6e nj: een deel van eeu boerenhoi- stede. Op de 7e rij: een getij. Op de 8e rij: een medeklinker. II. (Van Sneeuwwitje). Mijn geheel is een spreekwoord dat ge vormd wordt door 5 woorden en uit 25 let- i ters bestaat, 22, 8, IS', 25 is onmisbaar voor iedereen. 18, 14, 20, 16, 17 is een water bij den Bosch 7, 2, 4, 5, 24, 21 heeft iedere hotelhouder raag. 19, U, 23, 9 is orn iets in op tu bergen. 10, 6, 15, 3 is een stad in Italië 1, 12, 21 is een dier. ONZE RUILHANDEL. Een onbekende zond me: roodband- plaatjes, kwattasoldautjes, H.O.-Lonnen; zee wateraquariumbonncn, benevens eenige1 Haust-bonnen. Ik dank deze vriendelijke nrever of geefster voor zijn of haar mooie gift. P i r u s kau een Rinsoijbon en een paar Verkade's bonnen komen halen. B e n H u r gaf me 3 Drostc-bonnen en een paar postzegels; in ruil hiervoor kon hij een paar zeewateraquariumbonnen komen ha- 'en. Blauwe luttel kon eeu paar plaatjes i van „Spoorwegwonderen" kamen lialcn. Winnetou kan een paar Duif-merken krijgen. N e p t u n u 8, die mo 2 Kegbonncn en een paar Sickeszbonnen gaf, kan Haust-bonneri komen halen. Nachtegaaltje kan een paar zcewa- teraquariumhonnen komen halen. Zonneroosje kan een Droste's bon Komen halen Warkruid kan de laatsie twee Dros te- bonnen komen halen. Watergeus kan een paar plaatjes van „Spoorwegwonderen" krijgen. Old Shatter hand kan een paar zee- wateraquariumbönnen komen halen. Alex v. d. P. verraste me met: eenige HiUeVs- en Haustbonnen, eenige Hagen heck's p>aatjes en eenige zeewateraquarium bonnen; mijn vriendelijken dank voor deze mooie gift! Voor Strawinsky heb ik een paai' boe kenbons klaargelegd. Bellaroontje kan een paar Kwatta- soldaatjes krijgen. Dwerg gaf me o.a. een pakje voor Z o n- neroosjc; hij kan een paar zeewater- aquariumbonnen komen halen. Stab Mo vraagt wie hem aan Droste- plaaljes kan helpen. Eekhoorntje kan een paar Erdal- cn Sickcszpunten komen halen. Kompas kan een paar van Hapten's omslagen en v. Nelle's merken krijgen. Miroüjntjc kan een paar Il.O.-honnen en pelikaantjes komen halen. Voor Adarason heb ik Hag-zegels en Bussink's p;aatjes klaar gelegd. Bruin oog kan Hille's bonnen, Hag-ze gels en Bussink's plaatjes komen halen. Rozenknop gaf me 4 van Houten's bonnen; wie kan ik er 'n plezier mee doen? Rozenknop kan in ruil hiervoor een paar zeowateraquariumbonnen krijgen. S n e 1 v o e t kan een paar Haustbonnen en Verkade's bonnen krijgen. Chinees kan een paar zeowateraqua riumbonnen komen halen. Tor kan een paar Turmac bonnen krij gen. Sport makker kan een paar Erdal- punten komen halen. OOM PIM. Een Oostersche Fabel. Arawatsji, een Oostersch vorst, bezat een zeer uitgestrekt rijk en juist omdat dit zoo groot was, had hij verscheiden landvoog den aangesteld, die natuurlijk niet alleen zijn zaken, doch ook die van zijn onder danen behartigen moesten. Onder deze langvoogden was er echtei één, met name Koroedima, over wicn on ophoudelijk klachten inkwamen. Niet al leen behartigde hij de belangen van Ara- watsji's onderdanen slecht, doch hij was ook onrechtvaardig cn hardvochtig. Geen wonder dus, dat Koroedima zeer onbemind was! De vorst was een scherp-ziend man cn kwam spoedig tot do ontdekking, dat Koroe dima slecht voor zijn post deugde. Hij liet hem daarom bij zich ontbieden en ze* tegen hem: „Zoodra mij weder een gegronde klacht over u bereikt, wordt gij uit mijn dienst ontslagen! Gij moet den mcnschen tot voor beeld strekken en hun in het goede voor gaan!" Koroedima verbeterde zich echter niet Op zekeren dag overkwam hem een onge- luk. Op de jacht zijnde, viel hij midden in hel bosch in een diepen kuil. Eigenlijk was het een groote spelonk, want toen zijn o ogen aan dc duisternis gewend waren en hij eens om zich heen keek, ontdekte hij een leeuw, een slang en een aap. Koroedima ontstelde hevig en dacht, rlat zijn laatste uurtje geslagen had. Luid riep hij om hulp. Zijn angstgeschreeuw werd gehoord Joop Janika, een houthakker, die daar in do buurt aan het werk was. Onmiddellijk spoedde de man zich naar do plek, van waar de noodkreten kwamen en keek hij over den rand der spelonk heen. „Haal mij er uit! Haal mij er toch uit, beste vriend! Ik zal jo ruimschoots beloo- nen!" klonk het uit de diepte. Janika wist niet, wie de ongelukkigo was, maar bedacht zich geen oogenblik en daar hij geen kans zag alleen den man uit do spelonk, die zeer steile wanden had, te ha len, spoedde hij zich naar hot nabijzijndo dorp, om zich een lang touw te verschaffen Haastig keerde hij naar bet bosch terug, liet het touw in de spelonk zakken en zei den ongelukkigo het te grijpen. Hij, Janika, zou hem dan omhoog trekken. Maar wat gebeurde er? Nog vóór Koroedima het touw had kun nen grijpen, had de leeuw er zich meester van gemaakt. Zoodra Janika voelde, dat het touw zwaarder werd, trok hij hot op enhaal de don leeuw naar boven! Het dier vluchtte onmiddellijk het bosch in en het touw werd opnieuw neergelaten Weer voelde Janika het touw zwaarder worden. Hij trok het op cnhaalde den aap naar boven. Het dier verdween onmid dellijk in het bosch en het touw werd op nieuw neergelaten. Toen Janika nu voor de derdemaal voel de, dat het touw zwaarder werd, trok hij het voor de derdemaal op cnhaalde de slang naar boven. Het dier kronkelde weg, het bosch in, en het touw werd opnieuw neergelaten Weer trok Janika het op, toen hij voelde dat het zwaarder werd. En ditmaal haai de hij Koroedima naar boven. Zonder zijn redder een belooning te ge ven, maakte hij zich haastig uit de voe ten en verdween in het bosch. Verbaasd keek Janika, die hem op eens herkend had, den landvoogd na, doch hij was spoedig .uit zijn gezicht verdwenen en de arme man besloot naar huis te gaan, daar het reeds laat geworden was. Toen Janika zijn vrouw vertelde, wat er gebeurd was, was zij zeer verontwaardigd, dat de landvoogd haar man niet de minst® vergoeding gegeven had. Hij had immers niets verdiend dien dag! Plotseling verhelderde haar gezicht ech ter en nep zij uit: „Natuurlijk heeft de landvoogd niet ge noeg geld bij zich gehad: Jo moet morgen vroeg naar zijn paleis gaan, dan zal hij je zeker ruimschoots beloonen." Dat was een goed denkbeeld! Den volgenden morgen trok Janika zijn Zondagsche kleeren aan eD begaf hij zich naar het paleis van den landvoogd. Hij werd echter niet bij dezen toege laten, doch op zijn bevel ruw weggejaagd» ja zelfs met stokslagen bedreigd, indien hij zich niet onmiddellijk uit dc voeten maak te. Dat was toch werkelijk te erg! Mistroostig ging hij naar buis. Het was te laat geworden om nog hout te hakken cn weer had hij dus niets verdiend! Den volgenden morgen ging hij echter bijtijds aan den arbeid. Na eenigen tijd kwam de leeuw, dio door Janika gered was, naderbij. De man zag, dat hij een ezel voortdreef. De leeuw bt>- duidde den houthakker, dat dit dier voor hem was; het zou hem goede diensten bij zijn werk kunnen bewijzen. Blijkbaar wilde de leeuw op deze manier zijn dankbaarheid toonen. Den volgenden morgen bemerkte Janika, toen hij weer met houthakken wilde be ginnen, dat zijn bijl stuk was. Plotseling verscheen echtei' de aap, die door hem ge red was. Met behulp van zijn tanden en zijn nagels deed hij een groot gedeelte van het werk voor Janika. Blijkbaar wilde de aap op deze manier zijn dankbaarheid toonen. Den volgenden morgen, toen Janika's bijl weer gemaakt was, zag hij de slang nader bij kronkelen. Toen zij vlak bij den hout hakker gekomen was, deed zij haar nek- open en liet een kostbaren steen op den grond vallen. Blijkbaar wilde de slang op deze manier haar dankbaarheid toonen. Janika ging met den kostbaren steen naar de stad en kreeg er een groote som gelds voor, zoodat de arme houthakker plotseling een rijk man geworden was. Natuurlijk verspreidde de mare van den steen zich weldra door het geheele land en kwam zij ook den vorst ter oore. Deze liet Janika ontbieden en vroeg bem, hoe hij aan dien kostbaren steen gekomen was. Als antwoord kreeg Arawatsji nu het ge heele verhaal te hooren. „Wat?!" riep de vorst verontwaardigd uit „Gaf de landvoogd zijn redder niet de geringste helooning cn maakten de di?ren hc-ra zóó beschac.md?" Nog dienzelfden dag zond hij een bood schapper naar den ondankbaren landvoogd. Hij had een brief bij zich, waarin stond: „Wie zich door de dieren beschamen laaf, kan geen goed landvoogd zijn. Ik onthef u dus van uw post. ARAWATSJI.* Zoo kreeg hij zijn verdiende loont (Nadruk verboden).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 10