AMERSFOOKTSCH DAGBLAD HET GERUCHT RONDOM DE TOLUNIE Ingezonden Woensdag 1 April 1931 .DE EEMLANDEïT 29e Jaargang No. 232 MINISTER SCHOBER VERWEERT ZICH Weenen en Berlijn gedroegen zich z.i. correct DERDE BLAD NIEUWE UITGAVEN „Oostenrijk en Duitschland zijn misschien ie loyaal geweest" Weenen, 30 Maart (V.D.). De minister van buitenlandsche zaken, dr. Schober, die heden de correspondenten der buitenland sche bladen heeft ontvangen, heeft in ver band met het Duitsch-Oostenrijksche dou- ane-accoord eerst gewezen op zijn verkla ring ter Pan-Europa-conferentie in Septem ber 1930 en legde er den nadruk op, dat hij op 15 Januari als Oostenrijksch minis ter van buitenlandsche zaken aanwezig is geweest op de conferentie der Pan-Europa- eommissie te Genève, waar hij twèe dagen doorgebracht heeft. Deze conferentie heeft geen enkel positief resultaat gehad. Toen daarop de Duitsche minister van buiten landsche zaken dr. Curtius naar Weenen was gekomen, hebben zij gezamenlijk dé geheale situatie bespróken. Zij zijn tot het besluit gekomen een practischo poging te ondernemen en zich bereid te verklaren een Duitsch-Oostenrijksche tol-unie aan te gaan. Misschien door het feit, dat geen ver drag aanwezig was, is men alleen tot over* éenstemming gekomen over principieeló richtlijnen. Het is spreker niet bekend, of twee andere staten in Europa zich ver plicht zouden gevoelen alles wat zij met elkander besproken hadden, onmiddellijk aan geheel Europa mede te deelen. Oosten rijk heeft er in toegestemd de desbetreffen de mcdedeelingen op 2-1 Maart te gelijker tijd te Parijs, Rome en Londen te laten doen. Misschien is juist dit oorzaak ge weest van den indruk, dat hier iets in het geheim was uitgewerkt. Persoonlijk is Schober echter van meening, dat men van deze correctheid om een mededeeling te doen, alvorens nog iets gebeurd of overeen gekomen is, alleen een verwijt kan maken van overgroote loyaliteit, terwijl geenszins verweten kan worden, dat dc vrede in Europa verstoord wordt. Ten slotte ver klaarde dr. Schober: Desondanks hebben wij ons niet beperkt tot Duitschland alleen cn ik kan mede- dcelen, dat wij met Hongarije in onder handeling staan over een handelsverdrag, dat, op een regionale basis en op nieuwe ideeën opgebouwd, naar wij hopen, na Pa- schen tot een bevredigend einde zal worden gevoerd. Hetzelfde willen wij ondernemen met Joego-Slavië. Verder voert Duitschland hier in Weenen op het oogenblik onder handelingen met Roemenië: bewijzen ge noeg. dat wij centraal Europa en Europa bedoelen en niet alleen een tol-unie tus- echen Duitschland en Oostenrijk willen. Fransche onderhandelingen met Roemenië en Joego-Slavië. Parijs, 31 Maart (V.D.) Briand had gisteren tweemaal een onderhoud met den voormalige» Roemeenschen minister-presi dent Manioe en met den gezant van Joego- Slavië. Hoewel geen officieele mededeeling werd gedaan, twijfelt men er niet aan of het Duitsch-Oostenrijksche tolverdrag was het onderwerp der besprokingen. Heden zullen In de kamer verschillende interpellaties over het tolverdrag worden gehouden. Briand zal waarschijnlijk in de Kamer aanwezig zijn om het woord te voeren. Antwoord van Caritas aan Briand. Berlijn, 31 Maart, (V.D.) Met groote spanning werd de plenaire zitting van den rijksraad tegemoet gezien, nadat dr. Cur tius had aangekondigd, dat hij heden zou antwoorden op de door Briand gehouden rede In den Franschen Senaat. In plaats van in de gewone rijksdagzaal werd de zit ting In de commissiezaal gehouden, welke zaal eenige honderden personen kan bevat ten. De rijksraad was zoo goed als voltallig aanwezig, terwijl vele rijksdagleden de zit ting bijwoonden. Nadat enkele kleine voor stellen waren afgedaan nam de rijksminis ter van buitenlandsche zaken, dr. Curtius bet woord. Curtius begon te verklaren, dat het op treden van Duitschland en Oostenrijk zich bewoog binnen de banen van de Europee- sche organisatie. In de Internationale dis cussies van de laatste Jaren had men alge meen erkend, dat de economische noodtoe stand van Europa te wijten was aan de groote versnippering. De idee van nationale verzoening en internationale samenwerking was steeds meer op den voorgrond geko men. Met nadruk wees Curtius op het zui ver economisch karakter van het Duitsch- Oostenrijksche plan en zette hil de bijzon derheden van het voorgenomen verdrag uiteen. Resumeerend verklaarde hij: Wij willen binnen het kader van de bestaande verdragen met den grootst mogelijken spoed onzen beiden landen, die zich in een toe stand van grooten nood bevinden, de voor- deelen brengen, die het gevolg zjjn van een vergrooting van het afzetgebied. Wij willen tegelijkertijd den regeeringen van Europa een nieuwe organisatie van bet economi sche leven geven, alsmede eon nieuwe im puls, Het is mij een voldoening te kunnen constateeron, dat ons doel in de geheele wereld Instemming heeft gevonden. Wan- aeey niettemin het Duitsch-Oostenrijksche plan opwinding heeft veroorzaakt, dan ge ven de werkélijke bedoelingen van Duitsch land en Oostenrijk daartoe geen enkele aan leiding. Dat men dit niet wil inzien, valt alleen maar hierdoor te verklaren, dat men de geheele aangelegenheid zonder roden van het economische naar het politieke ter rein heeft verschoven cn haar in verband heeft gebracht met politieke doeleinden, die er in werkelijkheid niets mee te maken heb ben. Dat het Duitsch-OostenrUksche optre den op de een of andere manier schade voor iomand meebrengt, valt te begrijpen Van een verstoring van de goede gezindheid tusschen de naties of zelfs van het in ge vaar brengen van den vrede, kan men niet spreken. Ik kan dan ook niet toegeven, dat het Duitsch-Oostenrijksche plan een belom mering zou kunnen vormen voor de in 1932 te houden ontwapeningsconferentie. Geen land ter wereld heeft bij den Euro- peeschen vrede en bij den gcmeen9chappo- lijken wederopbouw meor belang dan Duitschland en Oostenrijk. Daarvan zijn wij ons steeds bewust. Geen land kan ook meer den wenschcn koesteren om de samenwer- kln te bevorderen en hot resultaat ervan zien dan wij. Wanneer mon het Duitsch- Oostenrijksche plan zoo begrijpt en het wil interpretoeron, zooals de beide partijen het zich hebben gedacht, dan zal naar ik met stelligheid hoop de erkenning baan- breken, dat het past in hot algemoene Euro- peesche streven." Londen, 31 Maart (V.D.) In een crl- tische beschouwing over de verklaring van minister Henderson ten aanzien van hot Duitsch-Oostenrijksche tolverdrag consta teert de diplomatieke medewerker van do Dally Telegraph, dat de minister van bui- tenlandscho zakon over de wezenlijke be- tcekenis van het verdrag heeft gezwegen. Voorzichtigheidshalve heeft hij de vordra gen vAn Versailles en St. Germain niet ge noemd, doch zich sléchts beperkt tot een zekeren twijfel, dien hij voelde in verband met hot protocol van Genève van 1922. Men moot er aan donken, dat Duitschland Juri disch beschouwd met dit geval niets te ma ken heeft en als lid van den Volkenbonds raad waarschijnlijk alles zal doen, om een ongunstige beslissing tegen Oostenrijk te voorkomen. Misschien zou Duitschland ook met succes kunnen stemmen tegen het be sluit, om dc zaak in handen te leggen van het Haagsche Hof van Arbitrage, aangezien het nog geons2ins vaststaat, of men voor een dergelijk besluit dc eenstemmigheid van derl Volkcnbondsraad noodig heeft of niet. Wat betreft do meéslbegunstigingsclausulo zou Engeland slechts aanspraken kunnen maken op grond van het Engolsch-Oostcn- rijksche handelsverdrag. De Times hoopt, dat de geheele behande ling Van de zaak thans op een eenigszins rustiger toon zal geschieden, nadat Hender son besloten heeft de aangelegenheid voor den Volkenbondsraad te brengen. Te meer kan men do besprekingen thans op een kal mer toon vooren, omdat ook in Duitschland de rede vari Briand rustig is opgenomen. In een hoofdartikel critiseert de Daily Te- legraph zeer scherp de Oostenrljksche cn dc Duitsche diplomatie. De toestand la door de Duitsche weigering van het voorstel van Henderson er niet beter op geworden. Parijs, 31 Maart. (V D.) In de krin gen, waar men eón energiek optreden tegen Duitschland en Oostenrijk wenscht. wordt de verklaring van Henderson niet gunstig ontvangen. In de Echo de Paris wendt Per tinax zich in echorpe woorden tegen Hen derson, \vien9 verklaring hU betreurens waardig noemt» Duitschland en Oostenrijk weten thans, dat zij zeker kunnen zijn van de „welwillende houding" van Engeland, terwijl Briand nog eenige dagen geleden den nióed had té verklaren, dat de houding van Engeland niet zwak genoemd kon wór den. De Volkenbondsraad zal niet in staat zijn een éénstemmig besluit te nemen Men weet Zelfs nog niét, of de Volkenbondsraad de zaak naar het Haagsche Hof zal kunnen verwijzen. Op bot oogenbJik is Frankrijk sterk genoeg om alleen eon aaneensluiting van Duitschland en Oostenrijk te kunnen verhinderen cn het zou belachelijk zijn, wanneer Frankrijk eenzelfde houding zou willen aannemen als Engeland De links-georiënteerde Oeuvre gelooft in tegenstelling tot de Echo de Paris aan de practische uitwerking van een uitspraak van den Volkenbondsraad. Wanneer een dergelijke uitspraak niet erkend wordt, zal het Haagsche Hof beslissen. Het blad zegt voorts to weton, dat de voormalige geal lieerden een nieuwe stap voorbereiden te Berlijn en Weenen, opdat aldaar de Vol kenbondsprocedure aanvaard zal worden. Londen, 31 Maart. (V.D.) De rede van den rijksminister van buitenlandsche zaken Dr. Curtius in den Rijksraad heeft te Lon den ov3r het algemeen een goeden indruk gemaakt. In Engeland is men van mee ning, dat er thans eenige ontspanning in den toestand is gekomen, aangezien Curtius er geen bezwaar tegen heeft gemaakt, dat de aangelegenheid van de Tolunie aan den Volkenbondsraad zal worden voorgel3gd. De Engelsohe minister van handel Gra ham heeft in het Lagerhuis verklaard, dat het thans onmogelijk is een oordeel uit te spreken over de uitwerking van d3 Tolunte op den Britschen handel, alvorens nadere bijzonderheden bekend ziin betreffende de douane-tarieven voor Britsche importartike len. Indien de tarieven in dj toekomst on geveer gelijk zouden zijn aan de thans vt- geerende, dan zou naar zijn meening de Engelsche handel niet sterk door de Tot- unie beïnvloed word an. De geheele kwestie zal met al haar problemen, In ieder geval van een economisch standpunt grondig on der oogen gezien worden. Fransche persstemmen. De Parijsche avondbladen hébben nog weinig gelegenh3id gehad om zich bozig te houden met de verklaring van den Duit- schen rijksminister van buitenlandsche za ken dr. Curtiu3 omtrent de Duitsch-Oosten rijksche Tol-unio Voor zoover zij commen taar leveren betreft hat slechts enkoio op pervlakkige uitlatingen, aangezien de juis te tekst van Curtius' rede nog niet direct bekend was. Do T3mps is van meening, dat Curtius het zich gemakkelijk heeft gemaakt door don economischen toestand als motief te kie zen. Er bestaat echter geen oconoraischen toestand, die rechtvaardigt, dat do Berlijn- solio en Wecnechj regoeringen juist dezen weg moesten kiezen en dat nog wel in strijd met de bestaande verdragen. Reeds thans moet geconstateerd worden, dat hot een verkeerd argument van Curtius is, dat do Duitsch-Oostenrijkscho Tolunie oon deel zou zijn van de Europeesche samenwer king. Een verklaring van de Fransche llnkscho Kamcrgroepen. De voreenigde linkflche groepen van de Fransche Kamer zonder de socialisten zijn ónder voorzitterschap van Harriot bij een gekomen en hebbon beslóten een in terpellatie-voorstel over do Duitsch-Oosten rijkscho Tolunie in te dienen. Herrlotkroog opdracht in naam van de radicaal-socia listen het woord t3 nemen en een uitge breid debat óvèf deze kwestie te eischen. De links-radicalen hebben den voormaligen minister van luchtvaart Laurent Eynac verzocht het woord te voeren. Di partij leg de bovendien eenparig een verklaring af. vólgens welke zij do methoden van gehei me diplomatie veroordeelt, welke de onder handelaars van Duitschland en Oostenrijk gevolgd hebben en waarin verder gezegd wordt, dat de Tolunie in strijd is met het verdrag van Saint Germain en mot proto col van 1922. Zij eischt cnerglekcn steun voor dj diplomatieke démarche, vvelkodöor Briand is ondernomen in het belang van de veiligheid des lande en van den vrede. Berlljnsche persstemmen. Een gedeelte der Berlijnsche avondbla den geeft reeds commentaar op de dooi den rijksminister van buiténlandschc za ken, dr. Curtiu9, gehouden redevoering. De Germania juicht toe, dat de minister zich niet heeft bepaald tot een polcmieke uiteenzetting met het oog op de tegenstan ders, doch gewezen h^eft op de beteekenis van deze Tol-unie vóór Eui-opa. Met zijn verklaring, dat de aangelegenheid eener Tol-unie door den Volkenbondsraad slechts behandeld zou kunnen worden uit een ju ridisch oogpunt, doch niet met betrekking tot haar politieke zijden, wijst Curtius de mogelijkheid van een behandeling door den Raad, uit hoofde van het Pact, uit drukkelijk van de hand. Van een gevaar voor den vrede kan slechts gosproken wor den door hon, wien een decennium naoor- logscho ontwikkeling van Europa, niets zegt en dio heden met het geweer aan den voet een nieuw Europeesoh conflict ver wacht. Dat in Europa met twee maten ge- moten wordt, bewijzen de verwijten tegen de diplomotieko handelwijze der regeerin gen te Berlijn en Weenen. De Vos6lsche Zoitung noemt do rede van Curtius een pleidooi. De BOr^enzeitung acht het noodzakelijk nog duidelijker te spreken. De Tag wij6t er op, dat men in het bui tenland móet weten, dat nïen inzako het Duitêch-Oóstortrijkech verdrag slecht6 één meening hééft cn dat het een groote fout ls op dit punt tweedracht té zaaiort of t* trachten Wèénen en Berlijn tegen èlkaar uit te spolèrt De Deutsche Zeitung spreekt van een verwijzing van dé Tól-unJe naar den Vol kenbond. ENGELSOH BOMBARDEMENTSVLIEG TUIG NEERGESTORT Tvn dooden. Londen, 31 Maart. (V. D.) Eon bombar dementsvliegtuig van hét 33ste escadrillp der Roval Airforcé is op het vliegveld van Bicester, Oxfordshire, tegen een vlaggestok aangebotst en neergestort» Dc bestuurde*- en de mécanicien werden gedood. Do machine was een der snelste toestel len en had bij een vroegere vlucht reeds een snelheid van 350 K.M. per uur weten te bereiken. DE LEENINGEN VAN NIÉUW-ZUID WALES. Australië betaalt de rente. Londen, 30 Maart 1931. (H.N.) De minis ter-president van den Australische» staten bond heeft vandaag bekend gemaakt, dat de Australische statenbond opkomt voor de rentebetaling voor de leeningen van Nieuw- Zuid Wales, aangezien volgens de wettelijke bepalingen de bond aansprakelijk is voor de betalingen van de afzonderlijke staten. De Australische regeering krijgt hierdoor een vordering voor 't bedrag der rentebeta ling op den staat Nieuw Zuid-Wales, welke vordering, naar men aanneemt, ook zal worden uitgeoefend. STEENEN ALS ARGUMENT. Berlijn, 30 Maart. (V.D.) Vanavond té ongeveer 18 uur werden in hei ministerie van justitie vier groote dubbele vensters met steenèn ingeworpen. Deze steenen wa ren omwoeld met linnen zwaehtels. die het opschrift droegen: „Weg met paragraaf 218. Wftg met de noodverordeningenDé daders zijn ontkomen. (Buiten verantw x>r lelijkheid van de Redactie). DE ANONIEME BRIEFSCHRIJVERIJ. Geacht 3 Redactie, Gaarne wilde ik een kort antwoord ge ven aan den heer Kortland en Mevrouw Schiedgcs met betrokking tot de anonieme briefschrijverij. De heer Kortland beweert niets aan den „Maandagmorgen" gezonden te hobben. 't Kan zijn. Maar in mijn bezit is een schrij ven van K. waarin hij verzekert „de schrij ver te zijn van do artikelen in de Utrecht- scho Courant, benevens van alles, wat over deze zaak in de diverse bladen nog zal ver schijnen". Bovendien heeft de heer K. ver klaart aan Mevr. van Hengel, dat hij bozig was aan een groot perscommuniqué voor de pers. Dti alias is gezegd en geschreven vóór het artikel in de „Maandagmorgen" vQr- scheen. Uit een eri ander meen ik te mogen op maken dat de heer K. do schrijver is. Ove rigens zal dc justitie dat wel uitmaken en uitvinden. Mevr. Schiedgcs wacht nog stootte op ant woord op haar echrljvon van 31 October 1.1. Gaarna wil tk haar nu antwoorden. Ik ontving 7 Oct oon schrijven van don „Oud-verpleegde van Zandbergen" waurin hij mij mededeelde, dat Mevr. S. do „aan- stichtster" was. Zij zou op een „Huisvrou wennamiddag" mij genoemd hebben als den 6chrijver van al die brievon en kaarten. Ik schreof Mevr. S. 29 Oct en vroeg haar of dit zoo was. 31 October kreeg ik een aan- géteekend schrijven, waarin zij dit feit ont kende („Neen, Ds. Reeser, duizendmaal neen!") en mijn schrijven 2eer ongepast noemde. Op haar brief gaf ik geen ant woord. Want ik ontving tegelijkertijd de verzekering van een paar vrienden uit Amersfoort, dat Mevr. Schiedges mij had genoemd als „den onbekenden schrijver". En op hun antwoord „gissen doet missen", had Mevr. S. gerzegd „mij in dat geval excuus to zullen aanbieden'. Daarenboven heb ik een schriftelijke verklaring van een paar dames dat Mevr. S. inderdaad op een Huisvrouwennamiddng mij genoemd heeft als den schrijver, niettegenstaande haar „neen, duizendmaal neen". De óudvcrpleeg de had dus zoo'n groot ongelijk niet. Nu heeft Mevr. S. al haar papperassen (ook kaarten aan den heer en m^vr. Vale- wink (mij onbekend) naar Utrecht gezon den als bewijsmateriaal. Zij hnd m,i. even zeer een partijtje oude kranten kunnen stu ren. Ik hob haar naam niet In de-zaak bo trokken, maar de Oud-verpleegde. En... do vraag ls Ds. Reeser, de oud-verplaegde kan Mow. Schiedges niet oplossen, ook de Recht bank niet, maar alleen de Oud vernleegdo zelf. Helaas doet de2e 't voorhands niet. Doch ik heb goede hoop, dat hij 't doen zal, want hij verzekerde mij In een schrijven aan mijn advocaat, dat hij èn justiti.» èn schriftkundigen „schaakmat" zou zetten. Ik hoop het ènverwacht het. Hoogachtend. Ds. REESER Billijkheidshalve plaatsen wij hovon- staand stuk om Ds. Reeser gelegenheid te geven tot verweer. Nu do zaak echter op nieuw door de justitie onderzocht zal wor den achten wil het beter góén Ingezonden stukken betreffende deze 2aak meer op te nemen. REDACTIE A.D. Een niauwe bundel, door dr. K H. de Raaf en J. J. Griss. Uitg. W. L. en J. Brune's U. M., Rot terdam. Van deze bloemlezing voor Hoogere Bur gerscholen, gymnasia, kweek- en Normaal scholen ontvingen we het tweede en het vierde deel, waarvan reeds do achtste en derde druk noodig bleken. Dit spreekt reeds voldoende voor déze ook werkelijk keurige uitgave en wijèt er op, dót tal vart inrichtingen van onderwijs er gebruik van maken. De keuze der stukken, waarbij niet angstvallig i9 vastgehouden aan hetgeen van eigen bodem te, doet zien dat de sa menstellers mannen van ondervinding zijn, die volkomen op de hoogte zijn van hetgeen do leerlingen, voor wie de lectuür bestemd te, bcgeeren. Bux, door Hans Possendorf. Uitg. A. W. Bruna en Zu.*. U. M. Utrecht Stella's dilemma, door Edgar Wallace. Uitg. A. W. Bruna en U. M. Utrecht. Zn.'s Stella Barrington, eigenares van een klei ncn renstal, ontmoet een landlooper, dien zij in dienst neemt. Deze is echter Lord Fontwell, die een weddenschap heeft aan gegaan in 14 dagen naar Edinburg en terug te loopen, met geen andere kleeren dan hij droeg. Als Bill Lord wordt hij haar hoofd- pikeur. Hij weet haar paarden duchtig te trainen en blijkt op 't gebied der rennen neel wat kennis te bezitten. Door zijn hulp behaalt ze heel wat prijzen en is ze in het wedden ook meermalen gelukkig. Dat le ven van rennen on wedden met alle knoeie rijen, welke er aan annex zijn, wordt in dit verhaal goed beschreven. Stella voelt wel, dat haar hoofdpikeur door een geheimzin nig waas is omgeven, maar het juiste om trent hom kan ze niet te weten komen. En als het raadsel eindelijk is opgelost, kun nen ze natuurlijk elkaar niet meer missen. Een gelukkig slot voor de dappere Stella, die zich door veel moeilijkheden weet heen te slaan, maar ook voor Lord Fontwell. die zijn rol met veel geest speelt en een ro mantische draad weet te weven dóór dit vaak spannend verhaol Willi Buchsbaum ls als clown Bu>: een der beste krachten v*n het circus Kreno. Ofschoon hij Duitsch arts is, blijft hij but circusleven getrouw, dat hem trouwens zoo veel oplevert, dat hij zijn oudere in staat kan stellen hun leven van vóór den oorlog te kunnen volhouden. Op weg naar Milaan ontmoet hij Fee von Prostelny, die hem eenige dagen later in het circus opzoekt en daar door den olifant Brahma gewond wordt. Bux behandelt haar nu en er ont staat tusschen hen een grooto genogonhe:<l Bij Foo is het moer het vreemde leven, dat haar aantrekt en als zij getrouwd zijn is het interessante or voor haar al gauw af. Zij stelt alles in het werk haar man ann het circjslcven to onttrekken en weet een knecht cm te koopen 2ijri dieren te dooden. Bux komt achter haar Intriges en laat zich van haar scheiden. Gelukkig heeft hij uen vriendinnetje in het circus, Cilly Bcrndt. die werkelijk voel van hom houdt on hem veel leed kan doon vergeten. Het circusleVfn heeft Possendorf heel boeiend beschreven, terwijl hij door een be schuldiging van moord tegen Bux het spin nend element in het verhaai heeft weten to brengen. Bux blijft echtor steeds de sym pathieke figuur, die door al handelingen van Fee veel lijdt, maar die in Cilly meer en meer ceh steurt in het leven vindt. De groots vergissing, door Joan Sutherland. Uitg. A. W. Bruna en Zn.'a U. M. Utrecht Lionel Moreton, dio eenige Jaron met zijn \riend David Lanier in Parijs neeft ge woond, krijgt, juist als hij van plan is naar New York terug te koeren, bericht dat zijn broer Walter bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen Vijf dagen later ls hij in New-York en den volgenden dag trof hom een andere tragedie; Guv Lanier David's vader pleegt zelfmoord. Zooveel hij kan holpt hij de weduwe, wier dochter Suzanna hem bijzonder aantrekt. Maar voor het tot een verklaring komt, hoort hij van Marilyn de aangenomen dochter der Laniers en David's verloofde, dot zij een baby ver wacht van Walter. Om haar en Walter's eer te redden, offert Lionel zich op en trouwt niet Marilyn. Deze onbegrijpelijke stap brengt hom in discrediet bij Suzanne cn David cn bezorgt hem veel leed, daar hij van Suzanne houdt en Marilyn heeft in werkelijkheid altijd van David gehou den. Het huwelijk is een groote vergissing, hoe edelmoedig Lionel zijn lot ook draagt Tot eindelijk Marilyn het geheim open baart cn daarmee Lionel rechtvaardigt Dan gaat zij uit voor een autotocht waar van zij niet terugkeert Een tragischo geschiedenis, uitmuntend verteld, met zeer goede koraktcrteckening, welke zich vlot laat lezen. De levensloop van John Wodon, door Geo C. Foster. Uiig. A. W. Bruna en Zn.^s U. M. Utrecht. John Woden werd In 1827 geboren en op 18-jarigen leeftijd met te veel hersens om een slaaf van Oxford te zijn, kwam hij in de zaak van zijn oom Mr. Brown. Dank zij zijn energie werd do handel steeds uitge breid en werd hij een der rijkste mannen van Engeland. Zijn rustelooze natuur dreef hem overal hoen, hij maakte do revolutie mee in Weenen en vocht in den Amori- kaan9chen vrijheidsoorlog. Uit Weenen bracht hij het meisje mede, dat later zijn vrouw werd, in Amerika had hU een lief desavontuur, dat niet zonder gevolgen bleef. Zijn vrouw en kinderen stierven, rtïaèr John bleef opgewekt de geneugten van het levert genieten en interesseerde zich op zeer hoogen leeftijd nog voor de publieke zaak. Een leven van bijna een eeuw, vol avontuurlijke gebeurtenissen en romantische histories. Levendig verteld, vaak met veel geest, volgt men dit interes sante leven met 6teeds stijgende belang stelling. Het levon van de dieren, door A. E. Brehm. Deel I en II Zoog dieren; deel III Vogels. Uitg. N. V. Uitg. M. E. N. U. M., Araster dam. Brchm'e Tierleben is vele Jaren geleden in Huizmgas bewerk;ng in Nederland ge ïntroduceerd en velen hebben het pracht werk toen genomen, niet in de eerste plaats als studieboek maar meer feitelijk als lees boek, om de levendig? beschrijving van het leven der dieren in hun eigen omgeving. Voor Brehm ls uit- en Inwendige bouw niet hoofdzaak, maar veeleer het levende dier cn dank zij zijn zwerftochten in Noord en Zuid heeft hij tal van dieren geobserveerd op hun natuurlijk terrein, terwijl ook dc er varingen van anderen hem 6tof hebben ge leverd. Het is een verblijdend verschijnsel, dat thans een zoo goed verzorgde uitgave opnieuw voor Brohm's werk belangstelling komt vragen. De waarde van deze uitgave wordt nog vergroot door de vele nieuwe il lustraties, welke thans op kunstdrukpapier zijh opgenomen, hetgeen aan de uitbeelding zeer zeker i6 ten goede gekomen. OMREKENINGSKOERSEN. Off Not Nipt Off NoL 31 Maori 1 April 12 uur IZ.1154 1212 54 69 43 69 4254 Parijs 976 9 7654 Ilrussel 94 6854 84 69 Zurich 47 99 H 479 K Weenen &6.08 35 08 Kopenhagen 66 72 66 72 Yslo (t 74 6.74 Stockholm -- II 80 6660 VewYork 2.49.46 2 4949 Medegedeeld door de Rott, Bankvereenising,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 9