AMERSFOOKTSCH DAGBLAD
HET GERUCHT RONDOM DE TOLUNIE
Ingezonden
Woensdag 1 April 1931
.DE EEMLANDEïT
29e Jaargang No. 232
MINISTER SCHOBER
VERWEERT ZICH
Weenen en Berlijn gedroegen
zich z.i. correct
DERDE BLAD
NIEUWE UITGAVEN
„Oostenrijk en Duitschland zijn
misschien ie loyaal
geweest"
Weenen, 30 Maart (V.D.). De minister
van buitenlandsche zaken, dr. Schober, die
heden de correspondenten der buitenland
sche bladen heeft ontvangen, heeft in ver
band met het Duitsch-Oostenrijksche dou-
ane-accoord eerst gewezen op zijn verkla
ring ter Pan-Europa-conferentie in Septem
ber 1930 en legde er den nadruk op, dat
hij op 15 Januari als Oostenrijksch minis
ter van buitenlandsche zaken aanwezig is
geweest op de conferentie der Pan-Europa-
eommissie te Genève, waar hij twèe dagen
doorgebracht heeft. Deze conferentie heeft
geen enkel positief resultaat gehad. Toen
daarop de Duitsche minister van buiten
landsche zaken dr. Curtius naar Weenen
was gekomen, hebben zij gezamenlijk dé
geheale situatie bespróken. Zij zijn tot het
besluit gekomen een practischo poging te
ondernemen en zich bereid te verklaren
een Duitsch-Oostenrijksche tol-unie aan te
gaan. Misschien door het feit, dat geen ver
drag aanwezig was, is men alleen tot over*
éenstemming gekomen over principieeló
richtlijnen. Het is spreker niet bekend, of
twee andere staten in Europa zich ver
plicht zouden gevoelen alles wat zij met
elkander besproken hadden, onmiddellijk
aan geheel Europa mede te deelen. Oosten
rijk heeft er in toegestemd de desbetreffen
de mcdedeelingen op 2-1 Maart te gelijker
tijd te Parijs, Rome en Londen te laten
doen. Misschien is juist dit oorzaak ge
weest van den indruk, dat hier iets in het
geheim was uitgewerkt. Persoonlijk is
Schober echter van meening, dat men van
deze correctheid om een mededeeling te
doen, alvorens nog iets gebeurd of overeen
gekomen is, alleen een verwijt kan maken
van overgroote loyaliteit, terwijl geenszins
verweten kan worden, dat dc vrede in
Europa verstoord wordt. Ten slotte ver
klaarde dr. Schober:
Desondanks hebben wij ons niet beperkt
tot Duitschland alleen cn ik kan mede-
dcelen, dat wij met Hongarije in onder
handeling staan over een handelsverdrag,
dat, op een regionale basis en op nieuwe
ideeën opgebouwd, naar wij hopen, na Pa-
schen tot een bevredigend einde zal worden
gevoerd. Hetzelfde willen wij ondernemen
met Joego-Slavië. Verder voert Duitschland
hier in Weenen op het oogenblik onder
handelingen met Roemenië: bewijzen ge
noeg. dat wij centraal Europa en Europa
bedoelen en niet alleen een tol-unie tus-
echen Duitschland en Oostenrijk willen.
Fransche onderhandelingen met
Roemenië en Joego-Slavië.
Parijs, 31 Maart (V.D.) Briand had
gisteren tweemaal een onderhoud met den
voormalige» Roemeenschen minister-presi
dent Manioe en met den gezant van Joego-
Slavië. Hoewel geen officieele mededeeling
werd gedaan, twijfelt men er niet aan of
het Duitsch-Oostenrijksche tolverdrag was
het onderwerp der besprokingen.
Heden zullen In de kamer verschillende
interpellaties over het tolverdrag worden
gehouden. Briand zal waarschijnlijk in de
Kamer aanwezig zijn om het woord te
voeren.
Antwoord van Caritas aan
Briand.
Berlijn, 31 Maart, (V.D.) Met groote
spanning werd de plenaire zitting van den
rijksraad tegemoet gezien, nadat dr. Cur
tius had aangekondigd, dat hij heden zou
antwoorden op de door Briand gehouden
rede In den Franschen Senaat. In plaats
van in de gewone rijksdagzaal werd de zit
ting In de commissiezaal gehouden, welke
zaal eenige honderden personen kan bevat
ten. De rijksraad was zoo goed als voltallig
aanwezig, terwijl vele rijksdagleden de zit
ting bijwoonden. Nadat enkele kleine voor
stellen waren afgedaan nam de rijksminis
ter van buitenlandsche zaken, dr. Curtius
bet woord.
Curtius begon te verklaren, dat het op
treden van Duitschland en Oostenrijk zich
bewoog binnen de banen van de Europee-
sche organisatie. In de Internationale dis
cussies van de laatste Jaren had men alge
meen erkend, dat de economische noodtoe
stand van Europa te wijten was aan de
groote versnippering. De idee van nationale
verzoening en internationale samenwerking
was steeds meer op den voorgrond geko
men. Met nadruk wees Curtius op het zui
ver economisch karakter van het Duitsch-
Oostenrijksche plan en zette hil de bijzon
derheden van het voorgenomen verdrag
uiteen. Resumeerend verklaarde hij: Wij
willen binnen het kader van de bestaande
verdragen met den grootst mogelijken spoed
onzen beiden landen, die zich in een toe
stand van grooten nood bevinden, de voor-
deelen brengen, die het gevolg zjjn van een
vergrooting van het afzetgebied. Wij willen
tegelijkertijd den regeeringen van Europa
een nieuwe organisatie van bet economi
sche leven geven, alsmede eon nieuwe im
puls, Het is mij een voldoening te kunnen
constateeron, dat ons doel in de geheele
wereld Instemming heeft gevonden. Wan-
aeey niettemin het Duitsch-Oostenrijksche
plan opwinding heeft veroorzaakt, dan ge
ven de werkélijke bedoelingen van Duitsch
land en Oostenrijk daartoe geen enkele aan
leiding. Dat men dit niet wil inzien, valt
alleen maar hierdoor te verklaren, dat men
de geheele aangelegenheid zonder roden
van het economische naar het politieke ter
rein heeft verschoven cn haar in verband
heeft gebracht met politieke doeleinden, die
er in werkelijkheid niets mee te maken heb
ben. Dat het Duitsch-OostenrUksche optre
den op de een of andere manier schade
voor iomand meebrengt, valt te begrijpen
Van een verstoring van de goede gezindheid
tusschen de naties of zelfs van het in ge
vaar brengen van den vrede, kan men niet
spreken. Ik kan dan ook niet toegeven, dat
het Duitsch-Oostenrijksche plan een belom
mering zou kunnen vormen voor de in
1932 te houden ontwapeningsconferentie.
Geen land ter wereld heeft bij den Euro-
peeschen vrede en bij den gcmeen9chappo-
lijken wederopbouw meor belang dan
Duitschland en Oostenrijk. Daarvan zijn wij
ons steeds bewust. Geen land kan ook meer
den wenschcn koesteren om de samenwer-
kln te bevorderen en hot resultaat ervan
zien dan wij. Wanneer mon het Duitsch-
Oostenrijksche plan zoo begrijpt en het wil
interpretoeron, zooals de beide partijen het
zich hebben gedacht, dan zal naar ik
met stelligheid hoop de erkenning baan-
breken, dat het past in hot algemoene Euro-
peesche streven."
Londen, 31 Maart (V.D.) In een crl-
tische beschouwing over de verklaring van
minister Henderson ten aanzien van hot
Duitsch-Oostenrijksche tolverdrag consta
teert de diplomatieke medewerker van do
Dally Telegraph, dat de minister van bui-
tenlandscho zakon over de wezenlijke be-
tcekenis van het verdrag heeft gezwegen.
Voorzichtigheidshalve heeft hij de vordra
gen vAn Versailles en St. Germain niet ge
noemd, doch zich sléchts beperkt tot een
zekeren twijfel, dien hij voelde in verband
met hot protocol van Genève van 1922. Men
moot er aan donken, dat Duitschland Juri
disch beschouwd met dit geval niets te ma
ken heeft en als lid van den Volkenbonds
raad waarschijnlijk alles zal doen, om een
ongunstige beslissing tegen Oostenrijk te
voorkomen. Misschien zou Duitschland ook
met succes kunnen stemmen tegen het be
sluit, om dc zaak in handen te leggen van
het Haagsche Hof van Arbitrage, aangezien
het nog geons2ins vaststaat, of men voor
een dergelijk besluit dc eenstemmigheid van
derl Volkcnbondsraad noodig heeft of niet.
Wat betreft do meéslbegunstigingsclausulo
zou Engeland slechts aanspraken kunnen
maken op grond van het Engolsch-Oostcn-
rijksche handelsverdrag.
De Times hoopt, dat de geheele behande
ling Van de zaak thans op een eenigszins
rustiger toon zal geschieden, nadat Hender
son besloten heeft de aangelegenheid voor
den Volkenbondsraad te brengen. Te meer
kan men do besprekingen thans op een kal
mer toon vooren, omdat ook in Duitschland
de rede vari Briand rustig is opgenomen.
In een hoofdartikel critiseert de Daily Te-
legraph zeer scherp de Oostenrljksche cn dc
Duitsche diplomatie. De toestand la door
de Duitsche weigering van het voorstel van
Henderson er niet beter op geworden.
Parijs, 31 Maart. (V D.) In de krin
gen, waar men eón energiek optreden tegen
Duitschland en Oostenrijk wenscht. wordt
de verklaring van Henderson niet gunstig
ontvangen. In de Echo de Paris wendt Per
tinax zich in echorpe woorden tegen Hen
derson, \vien9 verklaring hU betreurens
waardig noemt» Duitschland en Oostenrijk
weten thans, dat zij zeker kunnen zijn van
de „welwillende houding" van Engeland,
terwijl Briand nog eenige dagen geleden
den nióed had té verklaren, dat de houding
van Engeland niet zwak genoemd kon wór
den. De Volkenbondsraad zal niet in staat
zijn een éénstemmig besluit te nemen Men
weet Zelfs nog niét, of de Volkenbondsraad
de zaak naar het Haagsche Hof zal kunnen
verwijzen. Op bot oogenbJik is Frankrijk
sterk genoeg om alleen eon aaneensluiting
van Duitschland en Oostenrijk te kunnen
verhinderen cn het zou belachelijk zijn,
wanneer Frankrijk eenzelfde houding zou
willen aannemen als Engeland
De links-georiënteerde Oeuvre gelooft in
tegenstelling tot de Echo de Paris aan de
practische uitwerking van een uitspraak
van den Volkenbondsraad. Wanneer een
dergelijke uitspraak niet erkend wordt, zal
het Haagsche Hof beslissen. Het blad zegt
voorts to weton, dat de voormalige geal
lieerden een nieuwe stap voorbereiden te
Berlijn en Weenen, opdat aldaar de Vol
kenbondsprocedure aanvaard zal worden.
Londen, 31 Maart. (V.D.) De rede van
den rijksminister van buitenlandsche zaken
Dr. Curtius in den Rijksraad heeft te Lon
den ov3r het algemeen een goeden indruk
gemaakt. In Engeland is men van mee
ning, dat er thans eenige ontspanning in
den toestand is gekomen, aangezien Curtius
er geen bezwaar tegen heeft gemaakt, dat
de aangelegenheid van de Tolunie aan den
Volkenbondsraad zal worden voorgel3gd.
De Engelsohe minister van handel Gra
ham heeft in het Lagerhuis verklaard, dat
het thans onmogelijk is een oordeel uit te
spreken over de uitwerking van d3 Tolunte
op den Britschen handel, alvorens nadere
bijzonderheden bekend ziin betreffende de
douane-tarieven voor Britsche importartike
len. Indien de tarieven in dj toekomst on
geveer gelijk zouden zijn aan de thans vt-
geerende, dan zou naar zijn meening de
Engelsche handel niet sterk door de Tot-
unie beïnvloed word an. De geheele kwestie
zal met al haar problemen, In ieder geval
van een economisch standpunt grondig on
der oogen gezien worden.
Fransche persstemmen.
De Parijsche avondbladen hébben nog
weinig gelegenh3id gehad om zich bozig te
houden met de verklaring van den Duit-
schen rijksminister van buitenlandsche za
ken dr. Curtiu3 omtrent de Duitsch-Oosten
rijksche Tol-unio Voor zoover zij commen
taar leveren betreft hat slechts enkoio op
pervlakkige uitlatingen, aangezien de juis
te tekst van Curtius' rede nog niet direct
bekend was.
Do T3mps is van meening, dat Curtius het
zich gemakkelijk heeft gemaakt door don
economischen toestand als motief te kie
zen. Er bestaat echter geen oconoraischen
toestand, die rechtvaardigt, dat do Berlijn-
solio en Wecnechj regoeringen juist dezen
weg moesten kiezen en dat nog wel in
strijd met de bestaande verdragen. Reeds
thans moet geconstateerd worden, dat hot
een verkeerd argument van Curtius is, dat
do Duitsch-Oostenrijkscho Tolunie oon deel
zou zijn van de Europeesche samenwer
king.
Een verklaring van de Fransche
llnkscho Kamcrgroepen.
De voreenigde linkflche groepen van de
Fransche Kamer zonder de socialisten
zijn ónder voorzitterschap van Harriot bij
een gekomen en hebbon beslóten een in
terpellatie-voorstel over do Duitsch-Oosten
rijkscho Tolunie in te dienen. Herrlotkroog
opdracht in naam van de radicaal-socia
listen het woord t3 nemen en een uitge
breid debat óvèf deze kwestie te eischen.
De links-radicalen hebben den voormaligen
minister van luchtvaart Laurent Eynac
verzocht het woord te voeren. Di partij leg
de bovendien eenparig een verklaring af.
vólgens welke zij do methoden van gehei
me diplomatie veroordeelt, welke de onder
handelaars van Duitschland en Oostenrijk
gevolgd hebben en waarin verder gezegd
wordt, dat de Tolunie in strijd is met het
verdrag van Saint Germain en mot proto
col van 1922. Zij eischt cnerglekcn steun
voor dj diplomatieke démarche, vvelkodöor
Briand is ondernomen in het belang van
de veiligheid des lande en van den vrede.
Berlljnsche persstemmen.
Een gedeelte der Berlijnsche avondbla
den geeft reeds commentaar op de dooi
den rijksminister van buiténlandschc za
ken, dr. Curtiu9, gehouden redevoering.
De Germania juicht toe, dat de minister
zich niet heeft bepaald tot een polcmieke
uiteenzetting met het oog op de tegenstan
ders, doch gewezen h^eft op de beteekenis
van deze Tol-unie vóór Eui-opa. Met zijn
verklaring, dat de aangelegenheid eener
Tol-unie door den Volkenbondsraad slechts
behandeld zou kunnen worden uit een ju
ridisch oogpunt, doch niet met betrekking
tot haar politieke zijden, wijst Curtius de
mogelijkheid van een behandeling door
den Raad, uit hoofde van het Pact, uit
drukkelijk van de hand. Van een gevaar
voor den vrede kan slechts gosproken wor
den door hon, wien een decennium naoor-
logscho ontwikkeling van Europa, niets
zegt en dio heden met het geweer aan den
voet een nieuw Europeesoh conflict ver
wacht. Dat in Europa met twee maten ge-
moten wordt, bewijzen de verwijten tegen
de diplomotieko handelwijze der regeerin
gen te Berlijn en Weenen.
De Vos6lsche Zoitung noemt do rede van
Curtius een pleidooi.
De BOr^enzeitung acht het noodzakelijk
nog duidelijker te spreken.
De Tag wij6t er op, dat men in het bui
tenland móet weten, dat nïen inzako het
Duitêch-Oóstortrijkech verdrag slecht6 één
meening hééft cn dat het een groote fout
ls op dit punt tweedracht té zaaiort of t*
trachten Wèénen en Berlijn tegen èlkaar
uit te spolèrt
De Deutsche Zeitung spreekt van een
verwijzing van dé Tól-unJe naar den Vol
kenbond.
ENGELSOH BOMBARDEMENTSVLIEG
TUIG NEERGESTORT
Tvn dooden.
Londen, 31 Maart. (V. D.) Eon bombar
dementsvliegtuig van hét 33ste escadrillp
der Roval Airforcé is op het vliegveld van
Bicester, Oxfordshire, tegen een vlaggestok
aangebotst en neergestort» Dc bestuurde*-
en de mécanicien werden gedood.
Do machine was een der snelste toestel
len en had bij een vroegere vlucht reeds een
snelheid van 350 K.M. per uur weten te
bereiken.
DE LEENINGEN VAN NIÉUW-ZUID
WALES.
Australië betaalt de rente.
Londen, 30 Maart 1931. (H.N.) De minis
ter-president van den Australische» staten
bond heeft vandaag bekend gemaakt, dat
de Australische statenbond opkomt voor de
rentebetaling voor de leeningen van Nieuw-
Zuid Wales, aangezien volgens de wettelijke
bepalingen de bond aansprakelijk is voor
de betalingen van de afzonderlijke staten.
De Australische regeering krijgt hierdoor
een vordering voor 't bedrag der rentebeta
ling op den staat Nieuw Zuid-Wales, welke
vordering, naar men aanneemt, ook zal
worden uitgeoefend.
STEENEN ALS ARGUMENT.
Berlijn, 30 Maart. (V.D.) Vanavond té
ongeveer 18 uur werden in hei ministerie
van justitie vier groote dubbele vensters
met steenèn ingeworpen. Deze steenen wa
ren omwoeld met linnen zwaehtels. die het
opschrift droegen: „Weg met paragraaf 218.
Wftg met de noodverordeningenDé daders
zijn ontkomen.
(Buiten verantw x>r lelijkheid van de
Redactie).
DE ANONIEME BRIEFSCHRIJVERIJ.
Geacht 3 Redactie,
Gaarne wilde ik een kort antwoord ge
ven aan den heer Kortland en Mevrouw
Schiedgcs met betrokking tot de anonieme
briefschrijverij.
De heer Kortland beweert niets aan den
„Maandagmorgen" gezonden te hobben. 't
Kan zijn. Maar in mijn bezit is een schrij
ven van K. waarin hij verzekert „de schrij
ver te zijn van do artikelen in de Utrecht-
scho Courant, benevens van alles, wat over
deze zaak in de diverse bladen nog zal ver
schijnen". Bovendien heeft de heer K. ver
klaart aan Mevr. van Hengel, dat hij bozig
was aan een groot perscommuniqué voor de
pers. Dti alias is gezegd en geschreven vóór
het artikel in de „Maandagmorgen" vQr-
scheen.
Uit een eri ander meen ik te mogen op
maken dat de heer K. do schrijver is. Ove
rigens zal dc justitie dat wel uitmaken en
uitvinden.
Mevr. Schiedgcs wacht nog stootte op ant
woord op haar echrljvon van 31 October 1.1.
Gaarna wil tk haar nu antwoorden.
Ik ontving 7 Oct oon schrijven van don
„Oud-verpleegde van Zandbergen" waurin
hij mij mededeelde, dat Mevr. S. do „aan-
stichtster" was. Zij zou op een „Huisvrou
wennamiddag" mij genoemd hebben als den
6chrijver van al die brievon en kaarten. Ik
schreof Mevr. S. 29 Oct en vroeg haar of
dit zoo was. 31 October kreeg ik een aan-
géteekend schrijven, waarin zij dit feit ont
kende („Neen, Ds. Reeser, duizendmaal
neen!") en mijn schrijven 2eer ongepast
noemde. Op haar brief gaf ik geen ant
woord. Want ik ontving tegelijkertijd de
verzekering van een paar vrienden uit
Amersfoort, dat Mevr. Schiedges mij had
genoemd als „den onbekenden schrijver".
En op hun antwoord „gissen doet missen",
had Mevr. S. gerzegd „mij in dat geval
excuus to zullen aanbieden'. Daarenboven
heb ik een schriftelijke verklaring van een
paar dames dat Mevr. S. inderdaad op een
Huisvrouwennamiddng mij genoemd heeft
als den schrijver, niettegenstaande haar
„neen, duizendmaal neen". De óudvcrpleeg
de had dus zoo'n groot ongelijk niet.
Nu heeft Mevr. S. al haar papperassen
(ook kaarten aan den heer en m^vr. Vale-
wink (mij onbekend) naar Utrecht gezon
den als bewijsmateriaal. Zij hnd m,i. even
zeer een partijtje oude kranten kunnen stu
ren. Ik hob haar naam niet In de-zaak bo
trokken, maar de Oud-verpleegde. En... do
vraag ls Ds. Reeser, de oud-verplaegde kan
Mow. Schiedges niet oplossen, ook de Recht
bank niet, maar alleen de Oud vernleegdo
zelf. Helaas doet de2e 't voorhands niet.
Doch ik heb goede hoop, dat hij 't doen zal,
want hij verzekerde mij In een schrijven
aan mijn advocaat, dat hij èn justiti.» èn
schriftkundigen „schaakmat" zou zetten.
Ik hoop het ènverwacht het.
Hoogachtend.
Ds. REESER
Billijkheidshalve plaatsen wij hovon-
staand stuk om Ds. Reeser gelegenheid te
geven tot verweer. Nu do zaak echter op
nieuw door de justitie onderzocht zal wor
den achten wil het beter góén Ingezonden
stukken betreffende deze 2aak meer op te
nemen.
REDACTIE A.D.
Een niauwe bundel, door dr. K
H. de Raaf en J. J. Griss. Uitg.
W. L. en J. Brune's U. M., Rot
terdam.
Van deze bloemlezing voor Hoogere Bur
gerscholen, gymnasia, kweek- en Normaal
scholen ontvingen we het tweede en het
vierde deel, waarvan reeds do achtste en
derde druk noodig bleken. Dit spreekt
reeds voldoende voor déze ook werkelijk
keurige uitgave en wijèt er op, dót tal vart
inrichtingen van onderwijs er gebruik van
maken. De keuze der stukken, waarbij niet
angstvallig i9 vastgehouden aan hetgeen
van eigen bodem te, doet zien dat de sa
menstellers mannen van ondervinding zijn,
die volkomen op de hoogte zijn van hetgeen
do leerlingen, voor wie de lectuür bestemd
te, bcgeeren.
Bux, door Hans Possendorf.
Uitg. A. W. Bruna en Zu.*.
U. M. Utrecht
Stella's dilemma,
door Edgar Wallace.
Uitg. A. W. Bruna en
U. M. Utrecht.
Zn.'s
Stella Barrington, eigenares van een klei
ncn renstal, ontmoet een landlooper, dien
zij in dienst neemt. Deze is echter Lord
Fontwell, die een weddenschap heeft aan
gegaan in 14 dagen naar Edinburg en terug
te loopen, met geen andere kleeren dan hij
droeg. Als Bill Lord wordt hij haar hoofd-
pikeur. Hij weet haar paarden duchtig te
trainen en blijkt op 't gebied der rennen
neel wat kennis te bezitten. Door zijn hulp
behaalt ze heel wat prijzen en is ze in het
wedden ook meermalen gelukkig. Dat le
ven van rennen on wedden met alle knoeie
rijen, welke er aan annex zijn, wordt in dit
verhaal goed beschreven. Stella voelt wel,
dat haar hoofdpikeur door een geheimzin
nig waas is omgeven, maar het juiste om
trent hom kan ze niet te weten komen. En
als het raadsel eindelijk is opgelost, kun
nen ze natuurlijk elkaar niet meer missen.
Een gelukkig slot voor de dappere Stella,
die zich door veel moeilijkheden weet heen
te slaan, maar ook voor Lord Fontwell. die
zijn rol met veel geest speelt en een ro
mantische draad weet te weven dóór dit
vaak spannend verhaol
Willi Buchsbaum ls als clown Bu>: een
der beste krachten v*n het circus Kreno.
Ofschoon hij Duitsch arts is, blijft hij but
circusleven getrouw, dat hem trouwens zoo
veel oplevert, dat hij zijn oudere in staat
kan stellen hun leven van vóór den oorlog
te kunnen volhouden. Op weg naar Milaan
ontmoet hij Fee von Prostelny, die hem
eenige dagen later in het circus opzoekt en
daar door den olifant Brahma gewond
wordt. Bux behandelt haar nu en er ont
staat tusschen hen een grooto genogonhe:<l
Bij Foo is het moer het vreemde leven, dat
haar aantrekt en als zij getrouwd zijn is
het interessante or voor haar al gauw af.
Zij stelt alles in het werk haar man ann
het circjslcven to onttrekken en weet een
knecht cm te koopen 2ijri dieren te dooden.
Bux komt achter haar Intriges en laat
zich van haar scheiden. Gelukkig heeft hij
uen vriendinnetje in het circus, Cilly
Bcrndt. die werkelijk voel van hom houdt
on hem veel leed kan doon vergeten.
Het circusleVfn heeft Possendorf heel
boeiend beschreven, terwijl hij door een be
schuldiging van moord tegen Bux het spin
nend element in het verhaai heeft weten to
brengen. Bux blijft echtor steeds de sym
pathieke figuur, die door al handelingen
van Fee veel lijdt, maar die in Cilly meer
en meer ceh steurt in het leven vindt.
De groots vergissing, door Joan
Sutherland.
Uitg. A. W. Bruna en Zn.'a
U. M. Utrecht
Lionel Moreton, dio eenige Jaron met zijn
\riend David Lanier in Parijs neeft ge
woond, krijgt, juist als hij van plan is naar
New York terug te koeren, bericht dat zijn
broer Walter bij een auto-ongeluk om het
leven is gekomen Vijf dagen later ls hij in
New-York en den volgenden dag trof hom
een andere tragedie; Guv Lanier David's
vader pleegt zelfmoord. Zooveel hij kan
holpt hij de weduwe, wier dochter Suzanna
hem bijzonder aantrekt. Maar voor het tot
een verklaring komt, hoort hij van Marilyn
de aangenomen dochter der Laniers en
David's verloofde, dot zij een baby ver
wacht van Walter. Om haar en Walter's
eer te redden, offert Lionel zich op en
trouwt niet Marilyn. Deze onbegrijpelijke
stap brengt hom in discrediet bij Suzanne
cn David cn bezorgt hem veel leed, daar
hij van Suzanne houdt en Marilyn heeft
in werkelijkheid altijd van David gehou
den. Het huwelijk is een groote vergissing,
hoe edelmoedig Lionel zijn lot ook draagt
Tot eindelijk Marilyn het geheim open
baart cn daarmee Lionel rechtvaardigt
Dan gaat zij uit voor een autotocht waar
van zij niet terugkeert
Een tragischo geschiedenis, uitmuntend
verteld, met zeer goede koraktcrteckening,
welke zich vlot laat lezen.
De levensloop van John Wodon,
door Geo C. Foster.
Uiig. A. W. Bruna en Zn.^s U. M.
Utrecht.
John Woden werd In 1827 geboren en op
18-jarigen leeftijd met te veel hersens om
een slaaf van Oxford te zijn, kwam hij in
de zaak van zijn oom Mr. Brown. Dank zij
zijn energie werd do handel steeds uitge
breid en werd hij een der rijkste mannen
van Engeland. Zijn rustelooze natuur dreef
hem overal hoen, hij maakte do revolutie
mee in Weenen en vocht in den Amori-
kaan9chen vrijheidsoorlog. Uit Weenen
bracht hij het meisje mede, dat later zijn
vrouw werd, in Amerika had hU een lief
desavontuur, dat niet zonder gevolgen
bleef. Zijn vrouw en kinderen stierven,
rtïaèr John bleef opgewekt de geneugten
van het levert genieten en interesseerde
zich op zeer hoogen leeftijd nog voor de
publieke zaak. Een leven van bijna een
eeuw, vol avontuurlijke gebeurtenissen en
romantische histories. Levendig verteld,
vaak met veel geest, volgt men dit interes
sante leven met 6teeds stijgende belang
stelling.
Het levon van de dieren, door
A. E. Brehm. Deel I en II Zoog
dieren; deel III Vogels. Uitg. N.
V. Uitg. M. E. N. U. M., Araster
dam.
Brchm'e Tierleben is vele Jaren geleden
in Huizmgas bewerk;ng in Nederland ge
ïntroduceerd en velen hebben het pracht
werk toen genomen, niet in de eerste plaats
als studieboek maar meer feitelijk als lees
boek, om de levendig? beschrijving van het
leven der dieren in hun eigen omgeving.
Voor Brehm ls uit- en Inwendige bouw niet
hoofdzaak, maar veeleer het levende dier
cn dank zij zijn zwerftochten in Noord en
Zuid heeft hij tal van dieren geobserveerd
op hun natuurlijk terrein, terwijl ook dc er
varingen van anderen hem 6tof hebben ge
leverd. Het is een verblijdend verschijnsel,
dat thans een zoo goed verzorgde uitgave
opnieuw voor Brohm's werk belangstelling
komt vragen. De waarde van deze uitgave
wordt nog vergroot door de vele nieuwe il
lustraties, welke thans op kunstdrukpapier
zijh opgenomen, hetgeen aan de uitbeelding
zeer zeker i6 ten goede gekomen.
OMREKENINGSKOERSEN.
Off Not Nipt Off NoL
31 Maori 1 April 12 uur
IZ.1154
1212 54
69 43
69 4254
Parijs
976
9 7654
Ilrussel
94 6854
84 69
Zurich
47 99 H
479 K
Weenen
&6.08
35 08
Kopenhagen
66 72
66 72
Yslo
(t 74
6.74
Stockholm --
II 80
6660
VewYork
2.49.46
2 4949
Medegedeeld door de Rott, Bankvereenising,