AH ERSF00K.T5CH DAOBIAB Pracht collectie hoeden ook voor oudere Dames Bmeemland Willem Groenhuizen Feuilleton DE KANG~HE VAAS. Woensdag 8 April 1931 -DE EEMLANDER- 29e Jaargang No 236 BELASTINGAANSLAG VAN SCHIPPERS DE WAARDE VAN ONZE VLOOT Lof voor het personeel DE N.R.V. MET PASCHEN TE NICE ÉN.V. COMPAGNIE LYONNAISE „HET KONINKLIJK PAASCH KRUIS" In het Stadion te Amsterdam JUWELIER GEEN RECLAME IN DEN AETHER Vragen van den heer Duymaer van Twist aan den Minister van Financiën ,EIke bestede gulden heeft een militaire waarde van hom derd centen". Oft schrijfster in het „Hbd.", die zich achter het pseudoniem „Annelèn" ver schuilt. heeft een onderhoud gehad met den vloot-commandant' vice-admiraaï Quant, die den 30sten van deze maand den zeelienst gaat verlaten. Na eerst op de be- teekenis van de Hoögere Marine Krijgs school te hebben gewezen kwam de admi raal op den bouw van de „Java" en de r.Suraatra", die een nieuwe periode van onze Marine inluidde, daar sindsdien voor den nieuwbouw de hoogste eischen van de techniek hebben gegolden. In dit verband verklaarde de heer Quant: Alö ik mij onze vloot voor den geest roep, zooals die was in de dagen, toen ik in dienst kwam en daarmede den huidigen toestand vergelijk, dan kan ik tot mijn groote vreugde verklaren, dat onze vloot door haar samenstelling, zoowel constructief als in de onderdee- len. belangrijk beter voor haar taak is berekend dan ooit te voren. In mate- neelen zin gesüroken vertegenwoordigt Lhans iedere voor onze schepen bestede gulden inderdaad een militaire waarde van honderd centen. Het personeel kwam natuurlijk eveneens ter sprake en ook daarover was de com mandant vol lof: Wat het personeel aangaat, meen ik, in het algemeen gesproken, te mogen zeggen, dat juist in de periode, toen onze vloot inzake haar materieele waarde, niet beantwoordde aan den modernen tijd, onze Marine altijd de herschikking heeft gehad over ruim vol doende en goed geoefend personeel. Ook de geest is, behoudens een korte pe riode in 1918, altijd behoorlijk geweest. Natuurlijk heeft onze Marine, even gord als alle andere bedrijven, haar evoluties gekend. Er is toen inderdaad een zeer kort moment geweest, waarop gesproken kon worden van een niet in alle rangen en alle opzichten betrouw baar Marinepersoneel, maar. vooral in den tegenwoordigen tijd, heb ik voor den geest en de houding nict6 dan lof van laag tot hoog. UIT DE STAATSCOURANT. Voornaamste Kon. besluiten enz. uit tie Staatscourant van heden avond. Benoemd tot secretaris van de Raden van Beroep voor de directe belastingen Nos. 1 cn 2 te Amsterdam, mr. K. J. Korthals Altcs, advocaat en procureur te Amsterdam; benoemd tot notaris te Axel J. Sanoy, cand.-notaris te Sluis; benoemd tot griffier bij. het kantongerecht te Almelo, mr. W. L. Bruist, thans idem te Doesburg; te Breukelen-Nijenrode mr. J. C. Bloem, thans idem te de Lemmer; te Ber gen op Zoom mr. J. N M. Hendrichs, waar nemend griffier; te Purmcrend mr. H. E. Vlaanderen, advocaat en procureur, tevens waarnemend griffier bij het gerechtshof te Amsterdam; te Medemblik mr. F. W, A. Kuyper Boone, advocaat en procureur te Maassluis, waarnemend ambtenaar bij het O. M. der kantongerechten, ter standplaats te Schiedam. benoemd tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegcerto aan 'de Rijksuniversiteit te Leiden om onderwijs te geven in de Romaansche taal en letter kunde dr. C. de Boer, lector aan die uni versiteit; bij beschikking van den directeur-gene raal der P.T.T. wordt met ingang van 1 Mei 1931 aangewezen als directeur van 't P T.T.- kantoor te Doorn de referendaris tweede klasse der P.T.T. J. M. Blote, te Haarlem (Postkantoor). Een der wagons van den trein uitgebrand Men schrijft ons d.d. 5 April uit Nice: Gisteravond arriveerde alhier een gezel schap van 90 personen, allen leden van de Nedcrlandsche Reis Vereeniging. onder lei ding van de heeren J A. Addens, T. J Ad dens en P. C. Sant. De trein, waarmede het gezelschap reisde, had drie uur vertraging De oorzaak hiervan was, dat een der wa gons IIo klsse, behoorende aan de Zwitser- sche Spoorwegen, dicht bij dè Fransch-Ita- liaansche grens in brand geraakte. Hoewel een der reizigers het treinperso neel attent maakte op een duidelijk merk baren brandlucht, werd hierop aanvankelijk niet de noodige acht geslagen. Het spreekt vanzelf, dat wanneor gereden wordt met een snelheid van 80 K.M. per uur, tunnel in, tunnel uit, de geweldige zui ging als een blaasbalg werkt, waardoor liet vuur snel om zich heen grijpt. Het duurde dan ook niet lang of vinnige tongen lekten langs de wanden van het 3e compartement. IToewel brandbluschmiddclen in den trein aanwezig waren, bleek, dat het treinperso neel niet met het gebruik daarvan op de hoogte was. Een der passagiers trok daarop aan d» noodrem. Nadat de trein tot stilstand was gebracht, werd de wagon ontruimd. Daarna reed de trein, met den nog steeds brandenden wagen, die een spookachtig licht verspreidde, in den donkeren nacht verder, tot aan Fontan Sacrge, een halte vóór het grensstation Brail, waarna hij werd uitgerangeerd en uitbrandde. De N.R.V.'ers kwamen allen in goeden welstand aan. IN EET STADHUIS TE MAASTRICHT INGEBROKEN. Te Maastricht is Vrijdagnacht ingebroken in het stadhuis. De dief, die zich waar schijnlijk heeft laten insluiten, hoeft op de afdeeling belastingen uit een geldkistje ongeveer 1400 ontvreemd, gedeeltelijk be stemd tot toeslag op de huren voor de wer- keloozen. De politie doet onderzoek. UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT Spreekkoor door 2500 meisjes van de R.K. Jeugdbeweging. Amsterdam, 6 April. De R.K. Meisjes leden van de Amsterdamsche afdeeling „De Graal" versterkt met die uit Rotterdam, Den Haag, Leiden, Haarlem en tal van dor pen uit het Bisdom Haarlem, hebben he denmiddag (2en Paaschdag) voor een bijna uitverkocht Stadion een uitvoering gegeven van een leekenspel getiteld „Het Koninklijk Paaschkruis" geschreven door mej. 'van der Kallen, van de congregatio van de Vrouwen van Nazareth. De opvoering van dit massa spel is in alle opzichten voor de strijfster en uitvoe renden een groot succes geworden. In het midden van het grasveld was een groot zwart kruis opgericht, waaromheen een verhooging afgedekt door kostbare klee- den. In de vorm van een roos schaarden de graalmmsjes zich met hun leidsters on der de armen van dit groote kruis. De meis jes die. in een twintigtal groepen verdeeld waren hadden zich gekleed in lange afhan gende losse kleederen in zachte en helle kleuren. Onbewegelijk stonden zij daar, en het geheel beschenen door het zonlicht, maakte een grootschen indruk. In het eer ste deel zegden de meisjes, wat zij wilden, kunnen cn hopen. Hierna volgde het „Ko ninklijk Paaschkruis" in drie deelen een beurtgesprek door het koor der beschou wenden en dat der Overgegevenen. in den reciteertoon opgezegd, terwijl een aantal bazuinen op het dak van het Stadion opge steld den toon aangaven en inleidden. Mot hand en armbeweging, werd het geheel vol maakt. Van al de torens woeien de graal- vlaggen. In de Koningsloge had de bis schop van Haarlem Mgr. J. D J. Aengenent plaats genomen met zijn secretarissen, de ministers Verschuur en Ruys do Beercn brouck, Baron van Wijnberg, en Mgr. Tascin, de Gemeentesecretaris J. J. Roovers de R.K. Gerneenteraads- cn Statenleden, het hoofdbestuur van do Graal, talrijke pastoors en kapelaans uit het bisdom Haar l'em en vele Eerw. Zusters en broeders van diverse kloosterinstellingen. Na afloop van het spreekkoor vond een defilè plaats langs Haarlem's Bisschop; de meisjes brachten allen den Romeinschen groet Het applaus dat minutenlang aanhield was zeer zeker ten volle verdiend. Met tientallen autobus sen, vrachtwagens en particuliere auto's werden de meisjes naar de stations ver voerd waar de extra treinen gereed ston den. Door de politie en tramdirectie waren goede maatregelen getroffen zoodat het ko men en gaan van de duizenden belangstel lenden een zeer ordelijk verloop had. GESTOLEN AUTO'S TE ROTTERDAM. Gelukkige afloop. Rotterdam, 7 April. Een inwoner van Den Haag heeft op Pinkstermaandag aldaar aangifte bij de politie gedaan dat hij zijn auto vermiste. IJet. signalement van de auto werd rondgezonden cn het gelukte later in dien middag den Rottcrdamsclic politie om de auto terug to vinden. De 25- jarige koopman B. v. L. uit Den Haag, die erin zat, werd gearresteerd. Hij verklaarde echter een vriend te zijn van den eigenaar en diens auto geleend te hebben, weliswaar zonder diers voorkennis, doch ook zonder diefstal te hebben gepleegd, want hij was heilig van plan de auto des avonds weer terug te brengen. De eigenaar van de auto werd gewaarschuwd cn kwam naar Rotter dam waar hij in het politiebureau geruimen tijd met den „dief' heeft geconfereerd. Het eind van het liedje was dat de beide vrien den, geheel verzoend, te zarnen in den wa- Gedipl. horlogemaker Tel. 852. Langestraat 43. Gevestigd 1885 gen weer naar huis reden. Do aanklacht werd ingetrokken en de politie kreeg een bedankje voor haar kranige recherche. Voorts is op dienzelfdcn dag een auto van een Rotterdamsch ingezetene, die voor zijn woning aan de Schecprnakershaven had gestaan, gestolen door eenige jongens dio er een ritje mee hebben gemaakt en ver volgens met de auto op de Bierhaven tegen een boom zijn gereden. Daar hebben zij de auto laten staan die spoedig weer terug ge vonden word en teruggebracht bij den eige naar Aan de politiek meer dan genoeg Het Handelsblad schrijft: In een hoofdartikel van do „Radio-Gids" van de V.A.R.A. bepleit v. L. de invoering van radio-advertenties. Schrijver verwijst naar het buitenland, waar „de radio-om roep uit deze radio-advertenties een aar dig centje trekt, zonder dat de omroep er zelf ook maar het minste onder lijdt". Wc zullen het betoog van v. L. niet op den voet \olgen, maar 't i6 toch wel noodig onmid dol lijk tegen dit denkbeeld verzet aan te teekenen. Een van de weinige dingen, waar op de omroep in ons land tot dusverre trotsch kan zijn, is zijn volkomen onafhan kelijkheid van aether-reclame; in elk geva'. werd in ons land tot nu toe nooit het luis- tergenoegon (op welk uur van den dag ook) vergald door gesproken advertenties. Wie voor reclarne-doelcinden zeer in 't bijzon der de luisteraars en radio-amateurs wil bereiken, kan in de omroepbladen adver- teeren, maar men behoudc den zendtijd voor de programma's, liet is al erg genoeg dat de polilick daar is binnengedrongen. Omroepverenigingen, die geen kans zien do haar toebedeelde uren tc vullen wegens gebrek aan financiën, moeten dat niet ver halen op haar luisteraars, die van de radio iels anders verlangen dan wat zij vinden in de advertentiekolommen van hun dag blad Een omroep-vereeniging is geen ge woon commercieel bedrijf, haar kosten heeft zij te dekken uit hetgeen de luisteraars haar wenschen af te dragen. In ruil daar voor den toch al ten gevolge der verdeeld heid karig toegemeten zendtijd, te misbrui ken voor reclame, lijkt ons onaanvaardbaar. Ware er genoeg zendtijd voor ^iedereen en genoeg beschikbare golven men zou desnoods een aparten reclame-zender kun nen bouwen. Nu dit niet kan, spare men de luisteraars. We schreven reeds vroeger, dat zelf6 verecnigingsmededeelingen naar onze uieening slechts bij uitzondering in den aether thui6 behooren, ook daarvoor zijn de vereenigingsbladcn. Maar advertenties: de V.A.R A. hale het paard van Troje niet binnen, laat Nederland in dat opzicht al thans een hooge plaats in de radio-wereld blijven innemen! MOTOR-ONGELUK. Duo-rijder op slag gedood. Leiden, 7 April. Zondagavond is te Oegstgeest ter hoogte van de Drie witte palen een motorrijder over den kop gesla gen, bij welk ongeval de duo-rijder, de 27- jarige M. P., uit Voorschoten, van de duo werd geslingerd cn op slag gedood. Een hart vol idealen is meester van de toekomst. Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. 32 Getch liet ons geen tijd voor overpeinzin gen; hij riam nu de leiding en gaf ons en zelfs oom Joseph verschillende bevelen. Wij moesten helpen om de boot te lossen en daarna de bagage, zooals ik verwacht had, naar den toren brengen. Daar gaf oom Joseph mij eenige dekens en kussens. ,3enjamin, je moet nu alles doen om te zorgen, dat de jongedame een warm nestje krijgt", zeide hij op zoetsappigen toon. „We zijn hier niet in een eerste-rangs hclel, toch zullen wij het ons zoo aangenaam mogelijk te maken." Wij waren in een benedenkamer van den toren; Getch had een lantaarn aangesto ken, zoodat wij in die kelderachtige ruimte in staat waren om te zien wat wij deden. Ik maakte in een hoekje een slaapgelegen heid voor Pepita en dropg er bij haar op aan om te gaan liggen. Oom Joseph, dat moet ik bekennen, was voor haar zeer vriendelijk en zorgzaam; hij vroeg mij om te zoeken of ik voor haar iets te eten kon vinden. Pepita verlangde niets, alleen dat ik bij haar zou blijven. Ik deed dat en maakte het haar zoo gemakkelijk mogelijk met een paar dekens. En ik was zeer dank baar, dat zij binnen eenige minuten vast in slaap was. Ik zelf zou ook gaarne geslopen hebben, want ik was doodmoe, maar ik was angstig en niet op mijn gemak. Aan de eenc zijde voelde ik, dat wij weinig te vree zen hadden van oom Joseph, die, hoe gesle pen en gemeen hij ook mocht zijn, ons niet gemeen zou behandelen, maar ik was niet zoo zeker van Getch, die, daaraan twijfelde ik niet, geen gewetenswroeging zou hebben ons den nek om te draaien om zijn eigen leven te redden. Terwijl ik naast Pepita's geïmproviseerd bed zat, met mijn rug tegen den muur, sloeg ik hem gade en vroeg mij af of wij onder zijn toezicht zouden blijven en voor hoe lang. Niets wees er op, dat hij zou terugkécren. Hij had zijn lantaarn zoo gezet, dat haar licht niet door een ope ning in den muur naar buiten kon schij nen. Oom Joseph zat daarbij met hem op gedempten toon te praten. Getch maakte een flesch sterke drank open en beide na men daaruit een glas. Zij gedroegen zich zeer netjes en kalm; men had kunnen ver onderstellen, dat zij een huiselijk praatje hielden. Eindelijk viel ik van moeheid in een vasten slaap. Toen ik even plotseling weer wakker werd, was Getch niet meer te zien. De morgenzon scheen door de venster openingen boven in den Oostclijken muur en ik hoorde het geschreeuw der zeevogels en het kwetteren van de kraaien, die boven rond den toren vlogen. Pepita was nog in diepen slaap zij ademde kalm en regelma tig .In een anderen hoek, begraven in de kens, lag oom Joseph vast in slaap, zachtjes snorkend. Zijn handen lagen gevouwen over zijn buik zijn mond was half open. Naast hem stond de gedoofde lantaarn en de flesch met glazen doch Getch was er niet. Ik stond op en voelde mij stijf en pijnlijk door het liggen op mijn harde legerstede. In de duisternis van den nacht had ik niet kunnen onderscheiden wat wij uit de boot hadden gedragen Thans zag ik, dat oom Joseph goed geproviandeerd was, met blik jes, vruchten, brood voor eenige dagen, kof fie, thee, twee kisten met flesschen bier en sterken drank. ITet zien van al die pro viand stelde mij geenszins gerust, want daaruit was op te maken, dat onze gevan genschap nog eenigen tijd zou duren. Het was echter al iets, dat wij van Getch be vrijd wazen. Verlost van hem kon ik oom Joseph gemakkelijker misleiden, en een poging wagen om een voorbijgaand schip te seinen. Ongelukkigerwijze, dat wist ik uit ondervinding, gebeurde het hoogst zel den, dat er schepen in de buurt van Meslie Eiland kwamen edoch, de mogelijkheid bestond. Ik ging naar buiten en zeer ver langend om zekerheid omtrent Getch te krijgen, ging ik eerst naar de landings plaats om te zien of de boot daar nog lag. Zij was er niet en dus was hij 's nachts vertrokken. HOOFDSTUK XVI. De bruine hand. Het was een prachtige zomermorgen en in gewone omstandighden zou ik van de natuur hebben genoten. De zon rees aan den wolkenioozen hemel, die zijn diep blauw weerkaatste in de kabbelende gol ven, door een zacht briesje landwaarts dei nend en uitstroomend op het vlakke strand Het was zoo helder in de atmosfeer, dat ik alle plaatsen langs de kust kon onderschei den, terwijl vele kenbare punten in het bin nenland zich duidelijk afteekenden. Een twaalftal zou ik kunnen noemen, als de grijze toren van onze kerk in Middlebourne, hot beukenbosch bij Belconbury Beacon, vijftien mijlen naar het oosten, de hooge gebouwen van Kingshaven en de slanke masten der schepen in de dokken daar ter plaatse. Hoe dichtbij had ik het gevoeld, dat alles op dezen klaren morgen ook leek, had ik het gevoel, dat Pepita en ik daar zoover van verwijderd waren, alsof wij op een eiland woonden in de Stille Zuidzee. En voor die gevoelens was een deugdelijke reden, namelijk den bijzonderen toestand der kust. Tot op grootcn afstand der kust was de zee ondiep en dus het strand moei lijk te bereiken. In de haven van Kings haven kon men slechts binnenkomen door een vaargeul, op grooten afstand van Mes lie Eiland gelegen, terwijl de visschersvaar- tuigen, thuis behoorende te Middlebourne en YVreddlesham, een route moesten nemen die aan de andere zijde op grooten afstand langs het eiland voerde. Om kort te gaan, Meslie Eiland lag uit de route van schepen, van welke grootte dan ook. Van de groote schepen, gaande of komende van Kingsha ven, moet het eiland in de verte den in druk hebben gegeven van een molshoop in het water. Door zijn ligging dichtbij Ie kust was er ook geen enkele reden om op het eiland een vuurtoren te plaatsen. Dat alles overwegende begreep ik, dat er niet veel kans was, dat iemand ons zou bevrij den uit deze eigenaardige gevangenisstraf. Voorzoover ik kon nagaan wist niemand dat Getch ons hierheen had gebracht, tenzij ons vertrek uit de Shooting Star was gezien door Mandhu Khan. Daarop viel weinig tc rekenen. Ongetwijfeld was kapitein Mari gold ijverig op zoek naar zijn dochter en zat Keziah ook niet stil, terwijl Cherry ze ker zijn beste beentje zou voorzetten om ons op te sporen. Maar wie kon nu droomen dat wij naar dit eiland waren gebracht Daar zaten wij nu, dichtbij hen, en, zooals ik gezegd heb, hadden wij even goed op Sa moa kunnen zitten. Te hoog aangeslagen Door den heer Duymaer van Twist wa ren 4 Maart j.I. do volgende vragen aan den minister van Financiën gesteld: lo. Is het den minister bekend, dat in de maanden Mei, Juni of Juli de Ncder- landsche schippers zich op een der daar voor aangewezen belastingkantoren hebben te melden, ten einde een bewijs van aan gifte voor de Rijtfstnkomstenbelasting tc bekomen en tevene- daar ter plaatse de hun op to leggen belasting te voldoen, zonder welke betaling hun het bewijs komt te ont breken, dat noodig is om het beroep te kunnen voortzetten? 2o. Is het juist, dat de schippers, waar onder er velen zijn, die len gevolge van on voldoend genoten onderwijs geen boekhou ding kunnen overleggen, een aanslag in de Rijksinkomstenbclasting wordt opgelegd aan de hand van een uniform lijstje, hou dende opgaven van een te berekenen inko men naar de tonnenmaat van het schip? 3o. Weet de minister, dat reeds over het belastingjaar 1930/1931 het bedoeldo lijstje van inkomsten ver uitging boven het wer kelijke door den schipper genoten inko men? ■lo. Op welke wijze zal voor het komend belastingjaar het inkomen van den Neder- landschen schipper worden vastgesteld en welke zekerheid bestaat er, dat betaald wordt naar het inkomen, dat genoten is? Thans heeft minister de Geer hierop ge antwoord: 1 on 2. Deze beide vragen worden beves tigend beantwoord, met dien verstande, dat de in de tweede vraag omschreven wij ze van liandelen wel i6 waar niet voor allo, maar toch voor de groote meerderheid der schippers wordt gevolgd. 3 en 4. Op deze beide vragen, waarom trent alle informaties nog niet zijn ingeko men, hoopt de ondergeteekende binnenkort terug te komen KOLENDAMPVERGIFTIGING. 62-jarige man het slachtoffer. Leiden, 7 April. Hedenmorgen is in het stooklokaal der Ned. Rotogravure Mij. do 62-jarige portier J. S. dood aangetroffen, door kolendamp vergiftigd. Blijkbaar bad hij, omdat het daar warmer was dan in do portierskamer, de nacht doorgebracht. Aan gezien echter de ramen van het stooklokaal gesloten waren, konden de zich ontwikke lende kolendampgassen geen uitweg vil den, met voormeld gevolg. GARAGE UITGEBRAND. Te SliedrechT. Sliedrecht, 7 April. Hedenmiddag omstreeks half vijf ontdekte men in do autobus van Hartog in de garage van Broc- re brand. Men trachtte dezen brand te blus- schen, doch voor men het vuur kon mees ter worden, sloegen de vlammen zoo fel uit de bus, dat deze niet meer te redden viel. De brandweer werd gewaarschuwd, doch men kon niet verhinderen, dat de geheele garage een prooi der vlammen werd. Alleen de muren staan nog overeind. Verbrand zijn de autobus, die niet verzekerd was, een vrachtauto, drie rijtuigen cn divers klein materiaal. De oorzaak van den brand is vermoedelijk tc zoeken in het feit, dat een brandende si gaar of sigaret in de bus werd achtergela ten. Waarom waren wij hier do vraag liet mij niet los. Oppervlakkig bekeken leek het niet moeilijk een antwoord op die vraag te geven. Of hij werkelijk gestolen had of niet, het stond bij mij vast, dat mijn acht baar familielid, oom Joseph Krevin, in het bezit was van de Kang-he vaas en dat de schurkachtige eigenaar van de Shooting Star zijn medeplichtige was. Als ik de ver schillende dingen, die mij bekend waren, samenvatte, scheen het mij toe, dat oom Joseph, Cousins en Getch medeplichtigen waren in een complot om juffrouw Elling- ham te berooven van haar kostbare Chinec- sche vaas. Waarschijnlijk bracht Cousins de diefstal ten uitvoer en gaf hij de vaas aan oom Joseph in het vischmandje, dat Keziah onder de toilettafel in de slaapka mer vond; oom Joseph deed de buit over in zijn oude tasch. Intusschon werd Cousins op Gallowstree Point vermoord waarom en door wicn De hemel, weet het Keziah en ik vertelden aan oom Josepr dat Con- sins was vermoord, oom Joseph pakte zijn biezen met tasch en al. Vermoedelijk ging hij toen naar Fliman's End en werd van daar door Getch in een boot naar de Shoo ting Star in Wreddlesham gebracht. Onge twijfeld heeft hij gedacht, dat hij geduren de den dag of den volgenden nacht van Wreddelsham weg kon komen en zeer ze ker ook waren zijn gastheer en hij tot de conclusie gekomen dat dit onmogelijk was, omdat elk station en eiken weg werd be waakt. Zoo bleef hij gezellig en veilig in Shooting Star totdat Pepita en ik kwa men. Nu was hij niet langer veilig en daar om bracht Getch hem naar Meslie Eiland en ons eveneens. Maar hoe verwachtte hij te ontsnappen van het eiland cn waar heen <Wordt vervolgd) i

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5