STOFZUIGERS
HET DRAMA TE BILTHOVEN
DE BEDIENDE SONO
STAAT TERECHT
Eisch: 20 jaren
gevangenisstraf
PNIËROP
Gedagvaard zijn elf getuigen onder
wie de heer Soeparwi en
eenige deskundigen.
Het schrikkelijk gebeuren, dat zich in
de maarrd Januari op een Vrijdagmidda;
te Bilthoven afspeelde, in het parkgedeelte
dat gelegen is tusschen den Brandenbur-
gcrweg en het station, ligt nog iedereen
als een feit van de laatste dagen in het
geheugen. Tijdens de afwezigheid voor en
kele uren van den heer des huizes, heeft
eeh inlandscho bediende, die uit Indië was
meegekomen als toezicht op de kinderen,
in de woning van de familie Soeparwi me
vrouw Soeparwi en haar beide jongens van
het leven beroofd, door hun alle drie met
een mes in den hals doodelijke verwon
dingen toe te brengen. Hij voltrok deze
misdaad op de boven-verdieplng, na eerst
beneden, voor en achter, atlo deuren te
hebben afgesloten, zoodat niemand kon
binnen komen terwijl hij z'n afschuwelijk
voornemen ten uitvoer legde. Ka Mevrouw
SoeparWi en haar twee kinderen aldus te
hebben vermoord, heeft de dader do
lezer herinnert zich dit natuurlijk alle
maal nog zich naar de keuken beneden
begeven, waar hij zich een gasslang in den
mond heeft gestoken, met do bedoeling,
zich zelf met gas het leven te benemen.
Maar dio poging is verijdeld; de gasslang
is hem gedurende de bedwelming uit den
mond geschoten en, liggende op den vloer
van de keuken, is hij bewusteloos geble
ven, totdat men de misdaad ontdekte en
den inlandschcn bediende, Sono geheeten,
aantrof in het keukentje. Met behulp van
een zuurstof-apparaat kon Sono worden
bijgebracht, waarna hij in de Rijks-klinie
ken te Utrecht verdere verpleging heeft
genoten.
Men weet dat na de 6ectie op de drie
lijken in het Pathologisch Instituut te
Utrecht, mevrouw Soeparwi en haar kin
deren zijn teraardebesteld op het Biltscho
kerkhof aan den Brandenburgerweg: de
familie koesterde het voornemen het stof
felijk overschot ter zijner tijd te doen over
brengen naar Indië,
Deze treurige zaak heeft Dinsdagmiddag
haar slot-tafereel gevonden in de Utrecht-
6che Rechtszaal, waar Sono heeft terecht
gestaan voor den hem ten laste gelegdcn
moord op drie personen. Ter zijner verde
diging werd hem, reeds eenigen tijd gele
den, door de justitie ais raadsman toege
wezen mi*, van der Breggen, advocaat te
Zeist, die uit hoofde van een verblijf in
Nederl. Oost-Indië, op de hoogte werd ge
acht met. gewoonten en opvattingen van
den inlander, in staat bovendien met
den verdachte te praten in dien6 eige$
landstaal: Maleisch.
De Rechtbank was voor deze bijzondere
zitting als volgt samengesteld:
President: mr. v. d. Meulen.
Rechters: mrs. Veen en Dorhout Mees
Officier van justitie: mr. Fabius
Griffier: mr. Dufour.
Opgeroepen waren 11 getuigen. Onder
hen bevond zich óók de heer Soeparwi uit
Bilthoven; verder professor dr. Baart de
la Faille, hoogleeraar te Utrecht, die de
sectie op de drie slachtoffers verrichtte;
en Dr. Scholten. directeur van het Psycho-
paten-Asyl te Leiden, die vroeger als me
dicus in Indië is werkzaam geweest.
De belangstelling voor deze rechtzaak
was énorm vanmiddag. De candidaten voor
de publieke tribune stonden 1 lang vóór
den aanvang der zitting vóór da Hofpoort
op de Nieuwe Gracht; men moest oj de
Nieuwe Gracht in queue worden opgesteld.
Tot de Hofpoort zelve werd niemand toe
gelaten. Daar reed ta kwart voor twee de
gevangen-wagen voor, waarin Sono van het
Huis van Bewaring werd overgebracht
naar het Gerechtsgebouw. De inlandsch*
bediende was gekleed in een gewoon blauw
colbert-pakje en wipte, zoo op het uiterlijk
zéér onverschillig, den gevangen wagen uit,
den hoogen blauwen stoep op, die in da
Hofpoort naar binnen voert. Alsof het een
dood-cenvoudige zaak betrof, liep hij, tus
schen twee rijksveldwachters in, naar één
der vertrekken van de rijksveld wacht. waar
hij verbleef tot met de behandeling der
procedure begonnen werd.
De publieke tribune stroomde In een om
mezien vol. Ook de gereserveerde tribune
was in enkele tellen geheel gevuld; daar
zag men eigenaardig genoeg verschei
dene dames plaats nemen. Onder deze „be
langstellenden" waren voorts vela Indi-
schen.
Sono wordt even na tweeën binnenge
leid en gaat kalm zitten in de beklaagden
bank. Een rijksveldwachter neemt plaats
vlak naast hem.
Sr wordt een tolk beëedigd, om dc vra-
jpen aan Sono te stellen, over te brengen
iz het Maleisch. Deze getuige is lector In
bet Javaansch cn woont te Leiden. Sono
blijkt eVenwel goed Hollnndsch te verstaan.
Onderscheidene vragen die de rechtbank
stelt: naam, ouderdom, woonplaats, geboor
teplaats enz., worden door den tolk in bet
Maleisch gesteld en in het Nederlandsch
overgebracht aan de Rechtbank.
De heer Soeparwi, die op de eerste getui
genbank zit, barst gedurende het lezen der
dagvaarding in tranen uit en stopt zich da
oorén dicht, om alle daarin voorkomende
feiten niet te hooren. - Men brengt-hem- een
glas water, dat hij dankbaar aanneemt.
Verhoor der getuigen en des
kundigen.
De eerste deskundige die gehoord wordt
is professor dr. Baart de la Faille, dio in
het Pattologisch Instituut tc Utrecht de
drie lijken der familie Soeparwi aan een
gerechtelijke sectie onderwerp. In geen van
de drie lijken constateerde prof. Baart de la
Faille ziekelijke afwijkingen, dio den dood
zouden kunnen hebben veroorzaakt. Alle
drie personen zijn bezweken aan de hun
toegebrachte verwondingen, hun door Sono
toegebracht met een scherp mes. Dit mes
is ter zitting aanwezig en wordt zoowel
aan professor Baart de la Faüle vertoond
als aan Sono. Dit mes vond professor de
la Faillo op den grond liggen in de kamer,
waar mevrouw Soeparwi en haar beide jon
gens vermoord lagen. Met mevrouw Soe
parwi moet de bediende wel een minuut of
tien geworsteld hebben, wat geconcludeerd
moest worden uit do tallooze verwondingen,
die mevrouw Soeparwi vertoonde. De kin
deren moeten door den bediende over den'
grond zijn gerold, om hon gedurende dat
heen en weer rollen den hals af te snij
den. Dat was duidelijk uit den aard der
hals-verwondingen bij beide kinderen.
Sono beweert, desgevraagd: „zich niets
meer te herinnoren van het gebeurde".
Dr. Scholten, van het Psychopaten-Asyl
te Leiden, eveneens arts aan de strafgevan
genis in den Ilaag. wordt eveneens als des
kundige gehoord. Deze heeft Sono herhaal
de malen in do cel bezocht; getuige kwam
als medicus tot de conclusie dat de bo-
klaagde wèl toerekenbaar moet worden
verklaard maar in verminderde mate, door
den geprikkclden toestand waarin de jon
gen vaak verkeerde. Als gevolg daarvan
wist hij niet precies wat hij deed. Sono is
een typische inlander, gauw ontvlambaar,
spoedig driftig. Deze deskundige was 16
jaar psychiater in Indië cn op grond van
deze ervaring kwam hij tot deze conclusie
van: wèl toerekeningsvatbaar, maar in
yerminderde mate. Intusschen, wat hier
geldt voor Sono, geldt voor allo Inland
schcn in onze Oost.
Op een vraag van den verdediger ant
woordt dr. Scholten dat Sono den dood van
Mevrouw Soeparwi en hare kinderen aan
vankelijk ganschelijk niet bedoeld heeft.
Toen Sono er één doodde, doodde hij onder
den invloed van dezelfde impuls alle drie
de menschen. Toen was bij hem de gedach
te: dan maar Alles. Een inlander is over het
algemeen wreed.
Vervolgens wordt de heer Soeparwi als
getuigo gehoord. Hij legt den bij do Moha-
medanen gebruikelijken eed af, en ver
klaart, dat hij, '8 middags thuis komende,
de voordeur gesloten vond. evenals de ach
terdeur. Deze laatste werd ingetrapt, en
men vond Sono liggende met een gasslang
in den mond. Getuigo releveert verder de
bekende feiten, die zich hebben voorgedaan
na zijn thuiskomst. Hij vertelt, op verzoek
van den president, dat zijn vouw Sono be
loofd had Hollandsch te zullen leeren, wel
ke belofte mevrouw Soeparwi ook heeft ge
houden. Getuige hoorde zijn vrouw dikwijls
Hollandsch spreken met Sono, terwijl er
ook schrijfoefeningen plaats vonden. Sono
was „een goede jongen", zoo verklaart ge
tuige. Alleen de laatste dagen voor den
moord viel het op, dat de jongen zoo stil
was. Mevrouw Soeparwi was zeer zacht
van aard Getuige acht het onwaarschijn
lijk, dat zijn vrouw tegen Sono heeft ge
zegd, dat zij met de lessen wilde eindigen.
De verdediger: „Heeft Sono niet eenige
dagen voor den moord een glas gebroken?
Getuigo antwoordt bevestigend, en deelt
mede, dat men hem daarover niet lastig is
gevallen. Hem is alleen gezegd, dat hij wat
voorzichtiger moest zijn.
Een boterhandelaar legt de verklaring
af, dat hij op den dag van den moord
's morgens omstreeks half tien aan de deur
van de familie Soeparwi is geweest, en toen
door mevrouw is opengedaan.
Deze verklaring wordt door den tolk voor
verdachte vertaald, waarop verdachte ant
woordt, dat hij zich niets meer herinnert.
Een volgende getuigo heeft tegen elven
aan het huis aangebeld, doch geen ant
woord gekregen. Hem werd niet open ge
daan.
Een vischhandelaar deelt mede. 's morgens
omstreeks 11 uur op den dag van den
moord, aan het huis aan do Koppellaan to
hebben aangescheld om visch te brengen.
Op het bellen word niet open gedaan, nóch
aan de voorzijde der woning, nóch aan den
achterkant Van gaslucht heeft getuige
niets gemerkt.
Een controleur der Spoorwegen heeft
eveneens waargenomen op dien dag dat do
vóórdeur der woning mot knippen gesloten
was, eveneens de achterdeur. Deze deur1
werd ingetrapt. Toen drong een sterke gas
lucht anar buiten. De Indische bediende Sono
lag bewusteloas op don grond. Boven vond
hij, in gezelschap van den heer Soeparwi,
mevrouw Soeparwi en hare kinderen ver
moord in een tusschenkamer liggen.
Eon smid uit Bilthoven verklaart, hoe hij
geroopeD werd om de deuren van de woning
der familie Soeparwi aan de Koppellaan
open te steken, omdat men die deuren niet
open kon krijgen. Sono lag, geheel met
bloed bedekt, op den vloer van de keuken,
ook op do portalen vond men bloedvlekken,
wat direct het ergste deed vreezen.
Een poliie-bcambte uit de Bilt schetst, hoe
hij in de woning aan de Koppellaan de
situatie vond. direct na dc notdekking van
den moord. Deze verklaringen klopten ge
heel met dc medcdcelingen der vorige ge
tuigen. In een der broekzakken van Sono
vond men de sleutel van de kamer, waarin
de lijken lagen; deze kamer had de ver
dachte na den moord blijkbaar op slot ge
daan. waarna hij de sleutel bij zich eesto
ken had. Tn de kamer hine: een kinder
schommel, waarvan een eind touw was af
gesneden en vastgebonden aan een ledikant
Blijkbaar had Sono er aan gedacht om zich
met dit touw door wurging van het leven
-te berooven, welk plan hij evenwel niet heeft
uitgevoerd, waarna hij op het idéé moet zijn
ELECTROLUX 125.-, 155.-, 195—
VAMPYR
Alleen nieuwste uitvoering 105.—
PROTOS 115—
MIELE105—, 65.00
OUDE STOFZUIGERS rallen wi| ln.
Betaling ln overleg.
liag£st/ï. qojkl.288
gekomen, om zich met gas in den keuken
te dooden..
Al deze getuigenverklaringen worden door
den tolk in het Maleisch overgebracht en
zóó ter kennis van Sono gebracht, die op
alles bevestigend antwoordt, zéér kort.
slechts met een enkel woord. En volmaakt
onbewogen.
Nog wordt geboord een assistent aan de
Neurologische Kliniek, die tevens als des
kundige wordt beëedigd. Hij heeft verdachte
onderzocht kort na het foit, en heeft géén
enkel 6poor kunnen vinden, dat er op zou
kunnen wijzen, dat voor den moord ecnigo
sexueele handeling had plaats gehad.
De volgende getuige, con vroegere vriend
van den verdachte, to Bilthoven, legt de
verklaring af, dat Sono steeds met veel lof
over de familie Soeparwi sprak. Getuige
sprak hem het laatst op 26 Januari; toon
was er niets bizonders aan hem te bespcu
ren. Op 29 Januari hoeft getuiges moojler
hem nog gesproken cn toon zon Sono heb
bon verteld, dat de heer Soeparni boos op
hom was goweest, omdat het slot van de
keukendeur dofect was.
Verdachte ondervraagd.
De president ondervraagt ten slotte door
middel van den tolk den verdachte. Hij er
kent, dat de heer Soeparwi op den bewus-
tcn dag 's morgens om 8 uur ongeveer is
vertrokken. Op dien morgen heeft hij aan
mevrouw gevraagd Hollandsch mot hom
te spreken. Mevrouw Soeparwi antwoordde
toen in het Javaansch: „Ik wil niet". Hij
is toen aan het stofzuigen gegaan.
President: „Heeft hij toen het plan op
gevat mevrouw met een mes tc lijf te
gaan?"
De tolk deelt mede, dat Sono dit toe
geeft. Hij is een mes gaan halen, en ging
naar mevrouw, die boven op de gang was
Hij is meteen begonnen met steken: zóó
toon hij bij haar was gekomen. Mevrouw
zou toen hebben gezegd: „Ik heb er genoeg
van. Ik ga sterven." Maar precies herinnert
verdachte het zich niet meer.
President: „Vroeger heeft hij verklaard
dat mevrouw geroepen zou hebben: „Sono,
ik heb schuld aan je."
Verdachte zegt zich dat niet meer te her
inneren Hoe hij gestoken heeft, en hoe
dikwijls, weet hij niet meer. Wel herinnert
hij zich dat hij zijn slachtoffer in den hals
heeft geraakt mot het mes.
President: „Weet hij, dat als men een
mensch of dier den hals afsnijdt, dat
monsch of dier moet sterven?"
Tolk: „Hij zegt, dat te weten, doch op
dien ochtend daaraan niet te hebben ge
dacht."
Uit de verdere vragen blijkt, dat inmid
dels de kinderen naar boven kwamen, en
dat Sono toen de kinderen met hetzelfde
mes heeft gestoken.
President: „Waarom heeft hij dat ge
daan?"
Tolk: „Hij had niet de bedoeling om do
kinderen te dooden, doch hij wist niet wat
hij deed."
De president herinnert aan verdachte's
verklaring voor den rechtercommissaris af
gelegd, dat hij ook de kinderen wilde ver
moorden.
Tenslotte heeft Sono gemerkt, dat me
vrouw en de kinderen dood waren, en toen
heeft hij getracht zichzelf met het mes ver
wondingen in den hals toe te brengen. Dat
lukte hem niet, en toen heeft hij in de keu
ken dc gaskraan open gezet, en de gasslang
in den mond genomen, met het doel zich
zelf van het leven te berooven. Van te vo
ren had hij alle deuren gesloten. De logeer
kamer, waarin do lijken lagen, heeft hij op
slot gedaan, en de sleutel in zijn zak gesto
ken.
President: „Kan verdachte nader verkla
ren hoe hij er toe gekomen is dezen moord
te plegen?"
Tolk: Drie dagen voor den moord hoorde
hij van de uitbarsting van de Merapi. Hij
kon toen niet geregeld meer denken, en
kreeg het verlangen om naar zijn familie
terug te keeren. Hij raakte een beetje in de
war, en kreeg 6tandjes van meneer cn me
vrouw. Zoo maakte hij een fout met het
leggen van een looper, cn hoorde toen den
heer Soeparwi tot zijn vrouw zeggen: „Hij
heeft geen hersenen."
Uit een vraag van den1 verdediger blijkt,
dat de heer Soeparwi tot Sono sprak in het
Laag-Javaansch en dat Sono geregeld ant
woordde in het Hoog-Javaansch.
Verdediger: „Heeft mevrouw nog iets an
ders gezegd dan „Ik wil niet", toen Sono
haar vroeg om Hollandsch te spreken?"
Tolk: „Hij zegt zich dat niet meer tc her
inneren".
Verdediger: „Wa6 hij er zoo erg op ge-
6tcld om Hollandsch te leeren?"
Tolk: „Ja, omdat hij met zijn Holland-
sche vrienden Hollandsch wilde sproken,
en ook met het oog op later, als hij een be
trekking in Indië zou hebben".
Verdediger: „Weet hij zelf, dat hij mikó
was in dien tijd?"
Tolk: „Ja, door do uitbarsting van de
Merapi".
Verdediger: „En niet door standjes van
meneer of mevrouw?"
Tolk: „Neen, alleen door dè berichten
over de Merapi-ramp."
Verdachte verklaart door middel van
den tolk nog, dat zijn verstand tótaal weg
was. Hij had geen gedachten meör.
De president leest èen brief voor, door
verdachte geschreven uit het huis van be
waring aan een vriend te Bilthoven. waar
in hij zijn 6pijt uitdrukt over het gebeurde
cn zegt, dat op den bewusten dag zijn go-
dachten absoluut zoek waren.
Requisitoir van den oificier van
Justitie.
Mr. Fabius begint met een woord van
diepe deernis over het lot dat mevrouw
Soeparwi en hare kinderen trof; diepo
deernis óók over don slag die den heer
Soeparwi trof en die zich beroofd zag van
het liefste dat hij op de wereld bezat.
Sono wendt nu voor, dat hij zich het ge
beurde zoo precies niet meer herinnert,
maar van den beginne af aan heeft de be
kentenis van Sono voorop gestaan. De offi
cier gaat de voornaamste bijzondorheden
uit het moord-drama te Bilthoven nog eens
na, zooals die ook in het getuigenverhoor
zijn naar voren gekomen dezen middag. Uit
alles blijkt onomstootelijk dat deze Inland
sche bediende de dader is geweest van het
afschuwelijke misdrijf. Een zeden-motief is
absoluut buitengesloten verklaard door do
medici, die in deze zaak den dader en de
slachtoffers hebben onderzocht en ge
schouwd in sectie. Over de familie Soeparwi
heeft Sono zich zelf bij herhaling zéér
gunstig cn vleiend uitgelaten. Het motief
voor de misdaad? Sono zélf zegt er niet veel
van: mevrouw Soeparwi zou zoo weinig
Hollandsch met hem willen spreken, nadat
zij zich aan het piauo-spel had gewijd
Toen Sono zich daarover wrevelig had ge
toond, zou mevrouw Soeparwi hebben ge
zegd tot hem: pas maar wat op, anders
krijg je in Indië geen goodo betrekking.
Ziedaar alles, wat wij aangaande de
motieven hebben gehoord. Do deskundigen
hebben Sono toerekenbaar verklaard, zij
het dan misschien ietwat minder toereken
baar dan een niet-Inlander, maar voor dit
laatste wordt eigenlijk geon argument aan
gevoerd. Sono bleek intusschen zelf de
Nederlandsche taal zeer goed to verstaan;
hij heeft uit het Huis van Bewaring ver
schillende brieven geschreven in uitnemend
Nederlandsch. Hij kon dus moeilijk gram
storig er over zijn, dat mevrouw Soeparwi
zoo weinig Nederlandsch met hem sprak,
want hij kon die taal zelf goed sproken,
schrijven en óók verstaan. De daad is ge
pleegd met een gewoon broodmes; met
mevrouw Soeparwi heeft Sono zeker wel
10 minuten geworsteld vóór zii overmand
was, wat blijkt uit haar talrijke verwon
dingen in buik, armen en boenen. Zoowel
mevrouw Soeparwi als haar kinderen zijn
alle drie formeel de hals afgesneden, waar
uit men mag concludeeren, dat Sono wel
degelijk geweten heeft wat hij dcod, en
hoe hij het deed.
Voor doodslag, driemaal gepleegd, vraagt
de officier van justitie tenslotte Sono's ver
oordeeling tot 20 jaren gevangenisstraf.
Als de eisch van den officier van justitie
is gevallen laat de president van de Recht
bank den tolk vragen of Sono hierop oók
iets heeft te zeggen.
Zoo op het uiterhjk te oordeelaii, laat
de eisch van 20 jaren gevangenisstraf den
jongen Sono geheel onverschillig. Hij zegt
via den tolk, dat hij zelf niets tc zeggen
heeft en het aan zijn verdediger overlaat
om voor hem op te komen.
Pleidooi van dan verdediger
mr. van der Breggen.
Mr. van der Breggen voelt zich verplicht
eveneens aan te vhngen met een woord van
innig medelijden met dc slachtoffers van
dit misdrijf, medelijden niet minder met
het lot, dat den heer Soeparwi trof. Toen
pleiter voor het eerst van het Biltho\en-
6cho drama hoorde, dacht hij aanvankelijk
te doen te hebben met do daad van een
krankzinnige, of met een daad, waaraan
iets heel ernstigs moest zijn voorafgegaan.
Later, toen pleiter in de gelegenheid was,
om met den dader te spreken, is hem over
het gebeurde toch wel een ander licht op
gegaan. Mr. van der Breggen geloofde ze
ker, dat het de bedoeling van Sono is ge
weest om to dooden; dat heeft hij erkend
tegenover den rechter van instructie, dat
heeft hij óók geschreven aan familie van
hem. Maar achteraf bezien, moet wel be
grepen worden dat Sono op dat oogenb'.ik
van dooden zich zelf niet meer was, en niet
meer beschikte over het zich bewust-zljn
van goed en van kwaad. Men moet zich de
positie van den Inlander terdege inden
ken, vooral de positie van oen Inlander, die
in dienstbetrekking is bij een familie, die Iti
stand ver boven hem staat. Zeker, er is met
Sono Hollandsch gesproken op zijn verzoek
maar als deze jongeman verkeert in een
milieu dat niet zijné-gelijke is en dat dus
veelal spreekt in een andere taal, die niet
de taal is waarvan men zich bedient als
men tot hem spreekt, dan voelt zoo'n be
diende zich daardoor verongelijkt. Een
Europeaan zou zich iet6 dergelijks niet
aantrekken, maar een Inlander uit Indië is
een véél fijn-besnaarder men6ch en véél
fijn-gevoeliger dan een Europeaan. De In
lander acht zich spoediger onredelijk be
handeld in zulke aangolegenheden dan een
Europeaan; in den regel zal de Inlander
trachten zoo'n kwestie met zich zelf uit
te vechten lukt dat, dan is de moeilijk
heid opgelost. Of Sono zich nu ten rechte
of ten onrechte verongelljst heeft gevoeld,
is in dit geding niet het voornaamste. Het
belangrijke is, dat bij zich verongelijkt
voelde en nu probeeren gaat zich uit dat
gevoel te bevrijden. Ziet hij gelegenheid
het veld te ruimen cn heen te gaan, dan
is het daarmee afgeloopen; ziet hij de ge
legenheid daartoe niet, dan wordt het
voor zoo'n Inlander lastiger. Wanneer het
geval van Bilthoven zich in Indié had af
gespeeld, dan was er niets gebeurd; dan
was de inlandsche bediende kalm wegge
gaan, of weggeloopen en de familie Soe
parwi zou een anderen bediende heb
ben genomen. Maar hier in Bilthoven ston
den de omstandigheden anders. Sono was
er fel op, om Hollandsch te leeren en nu
was het zijn meening geworden, dat me
vrouw Soeparwi hem daartoe onvoldoende
tegemoet kwam: daarover wrokte hét in
hem. hij oordeelde dat mevrouw hem niet
in d i e mate in het Hollandsch onderwees,
als zij hem had beloofd. Pleiter weet wel,
VRAAGT UWENMy™^ WINKELIER
of NV HUISKO nxTzoo AMERSFOORT
dat do heer Soeparwi liet met deze opvat
ting volstrekt niet eens is cn dat het hem
voorkwam, dat zijn echtgenoote don bedien
de juist zeer goed in het Hollandsch onder
wees en hem daarbij volledig behulpzaam
was. Maar Sono wildo hoogerop komen, la
ter, als hij in Indië zou zijn teruggekeerd,
en daarvoor moest hij het Ho.landsch goed
kennen. Pleiter maakte er op attent, dat
de familie Soeparwi over Sono zeer goed
te 6preken was: hij kreeg wel eens een be
risping, maar niet vaak hij was vlijtig,
hoewel eigenwijs, beschaafd en beleefd in
zijn optreden. Alleen de laatste dagen, die
den vrecsclijken morgen voorafgingen, was
hij stiller geweest dan gewoonlijk. De heer
Soeparwi hield weinig contact met den be
diende; mevrouw had met dezen meer aan
raking. Nu heeft de heer Soeparwi wel ge
zegd: „ik acht het onaannemelijk dat Sono
verstoord is geweest over onvoldoende on
derricht in het Hollandsch door mijn vrouw
gegeven, want dan had ik dat van haar toch
wel vernomen" maar pleiter vindt het
toch wel verstaanbaar, dat mevrouw Soe
parwi een wrijving tusschen haar en den
bediende over onvoldoende onderwijs in dc
Ilollandschc taal niet ter kennis van haar
man heeft gebracht, omdat zij het geval
daartoe tc luttel oordeelde. Zoodat dc heer
Soeparwi iri het geheel niet begrepen beeft
waarom Sono di> laatste dagen voor den
moord, thuis stil was geworden en in zich
zelf mokte. De deskundigen -r zoo gaat
pleiter voort vinden Sono zoo kwaad
niot; zij beschrijven den daad als te zijn
geschied door iemand, d»e zich zelf niet
meer was, een daad, verricht in hevige
emotie. En nu men de motieven weet die
bij Sono hebben voorgezeten: wrevel, over
niot vervulde toezeggingen aangaande het
Hollandsch leeren, nu vestigt pleiter op den
gemoedstoestand van dezen Inlandschcn be
diende, die in zijn omgeving niet iemand
had dien hij deelgenoot kon maken van
zijn gevoelens van teleurstelling, dc aan
dacht van de Rechtbank Wat de strafmaat
betreft, mr. van der Breggen verklaarde zich
niet bevoegd, om een aantal jaren te noe
men gedurende welke dezen verdachte in
gevangenschap zou kunnen worden ge
stold; die strafmaat meende hij geheel ter
bepaling aan de Rechtbank te mooton over
laten. Sono zelf heeft gezegd: „het beste
was maar, dat ik zelf ook ter dood gebracht
werd". Hij heeft dat gezegd in gevoel van
schuld, in gevoel van vergelding, dat. bij
Inlanders trouwens bijzonder sterk ontwik
keld is. Do jongen voelt zich momenteel
thuis in dc gevangenis; hij krijgt er goed
eten en geen slaag. Voor het oogcnblik lijkt
hem het gevangenis verblijf zoo erg niet,
maar het mag wel met zekerheid worden
voorspeld, dat dit al spoedig een keer zal
nemen; het klimaat is voor zoon Inlander
op den duur ondragelijk en weldra zal voor
dezen jongen man het gcvangenisleven
loodzwaar komen te drukken. Is de Recht
bank niet geneigd daar rekening mee te
houden? Pleiter stelt in het licht, dat dc
officier van justitie 20 jaren gevangenis
straf vroeg voor drie feiten van doodslag:
op mevrouw Soeparwi gepleegd, cn op haar
twee kinderen, Maar is het geheele mis
drijf dat hier gepleegd werd, niet veel meer
tc zien als eene daad, voortgekomen uit
eenen inval bij den verdachte, zoodat, ju
ridisch ook, hier veel eer ware te spreken
van één geval van doodslag. Bij deze be
schouwingen over zijn cliënt meende plei
ter het te kunnen laten, de uitspraak, wat
de zwaarte dor 6traf betreft, met vertrou
wen overlatende aan dc Rechtbank.
De officier van justitie zag geen reden
tot repliek.
Daarna werd aan Sono de vraag gesteld
nog 6teeds via den tolk of hij zelf
nog iets in het midden had te brengen.
De jonge Inlander, die nu en dan moeit?
scheen tc hebben, om zich te beheerschen
hij balde af en toe de kleine handen tot
een vuist, waarmede hij zich op de becncn
sloeg ook wel bewoog hij een enkelen
keer de hand voor z'n oogen, als had hij
zich in tc spannen om z'n gedachte tc hou
den bij wat er rondom licm gebeurde, de
jonge Sono verklaarde: „liever dood te
willen gaan dan voor twintig jaren de ge
vangenis te moeten binnentreden"
De president van dc Rechtbank bepaalde
hierna de uitspraak op 20 April, 's voor
middags te kwart voor 10.
Ook dit moest Sono worden meegedeeld,
maar het 6cheon niet lot hem door te drin
gen wat de beteekenis daarvan was. De
tolk moest het hem eenige malen herhalen
in het Maleisch, maar Sono scheen het niet
te vatten.
Mr. van der Breggen probeerde eveneens
om hot hem duidelijk tc maken. Toon bleek
hij het wel te vatten, hoewel het hem blijk
baar toch nog niet heelemaal helder voor
oogen stond.
Sono werd door do rijksveld wacht weg
geleid.
HOOIBERGBRAND TE BARNEVELD
Barneveld, 6 April. Hedenmiddag to
gen 4 uur liet de op het gemeentehuis al
hier aangebrachte sireno haar onheilspel
lend geluid hooren, ten teeken, dat cr in do
gemeente brand was uitgebroken. Bij onder
zoek bleek ons, dat een met hooi gevulde
berg van den landbouwer H. Schut, tc
Kootwijkerbroek, in lichterlaaie stond. Zoo
spoedig mogelijk begaf onze Vrijwillige
brandweer zicb naar het terrein van den
brand, waar zij zich speciaal bepaalde tot
bet nat houden van het nabljstaande woon
huis, dat dan ook behouden bleef. Berg en
inhoud werdén echter een prooi der vlam
men.
De brand is vermoedelijk ontstaan door
het spelen van kinderen met lucifers.
Het verbrande was verzekerd.