AMERSFÖOÏÖTSC1H BAGÖ1AB
ROTTERDAM IN
MOEILIJKHEDEN
Kameelhaar- en Regenmantels
WiSlsm Giroenhuizen
BeldanopNo.42
Woensdag 29 April 1931
.DE EEMLAISDER"
29e Jaargang No. 254
TWEEDE BLAD
DE HEER KORTENHORST
INTERPELLEERT
JUWELIER
Mr. G. W. EEKHOUT t
VERMOEDELIJK GEEN WET
HOUDERSCRISIS
Nieuwe aancrang tol lagere
haventarieven
„TEN ALGEMEENEN
NUTTE?"
Spoorlyn Oranje-Nassau - Nuth
Hebt U een
Taxi of Auto noodig?
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
TWEEDE KAMER
De handelsconventie
van Genève
De lieer Wijnkoop vraagt1 de ministers
van onderwijs en waterstaat te mogen in-
tej-pelleeren inzake do verwijdering der Tri
bune uit de Openbare Leeszalen en de Sta
tionwachtkamers Over dit verzoek wordt
morgen beslist.
De heer Kortenhorst houdt een in
terpellatie over het niet in werking tre
den d(r handelsconvcntie on vraagt of de
regeering bereid is tot een spoedige reor
ganisatie van het departement van arbeid
en het in gereedheid brengen van een on
derhandel ingstaricf.
Voorts vraagt de heer Kortenhorst of de
regeering bere'd is lot het treffen van voor
bereidingen. waardoor het mogelijk wordt,
dat de verschillende gebiedsdeelen van
het rijk elkander een nrefercntieele behan
deling toestaan, of de regeering van plan is
de vrijheid, die Nederland thans heeft ver
kregen te gebruiken om het arief van in
voerrechten dienstbaar te maken aan haar
verdere economische en fiscale politiek en
of zij de tijd niet gekomen acht om maat
regelen te nemen tegen den invoer van
got deren uit landen, wier politiek er toe
kan leiden, dat de productie in ons land
wordt bedreigd.
Minister beelaarts den interpellant na
mens de regeering beantwoordend, zegt, dat
deze geen aanleiding aanwezig .icht orn uit
de conventie inzake het verbod in en uitvoer
te treden en ook niet om voorbereidingen fe
treffen tot voorkeurbehandeling van ver
schillende gebiedsdeelen des rijks Aan de
meestbegunstigingsclausule moet worden
vastgehouden.
Overwogen wordt naar minister Bee-
laerts nog mededeelt of maatregelen in
zake anti-dumping noodig zijn.
De heer Kortenhorst repliceerde.
De heer Vliegen constateert met ge
noegen dat de Regeering in het algemeen
onze handelspolitiek ongewijzigd laat.
De heer C o 1 ij n acht het thans ondoen
lijk een vaste lijn te trekken in onze han
delspolitiek. Aan de meestbegunstigi:-gs-
clausule dient te worden vastgehouden.
Van onderhandelingstaricven verwacht
spreker geen resultaten.
De conventie inzake in- en uitvoerrechten
kan z. i. worden opgezegd.
De heer Lovink hoopt dat maatregelen
tegen dumping zullen worden genomen en
bepleit conlingenteoring van den invoer
van landbouwproducten.
De heer O u d is met den heer Colijn van
oordeel, dat voor onderhandelingstarieven
geenerlei aanleiding aanwezig is.
Met anti-dumpingmaatregelen, hoewel
Spr. daartegen op zichzelf geen bezwaar
heeft, dient groote voorzichtigheid te wor
den toegepast.
De heer Knottenbelt constateert met
voldoening, dat onze handelspolitiek onge
wijzigd blijft.
De heer Wijnkoop ziet in anti-dum
ping ongemotiveerde pogingen om Sovjet-
Rusland uit te sluiten.
Door wraak komt nooit de haat aan een
eind.
Tel. 852. Langestraat 43.
Do voorraad tafelzilver is rijk.
Minister Beelacrts dupliceert.
Na triplick van den heer Korten
horst wordt de interpellatie gesloten.
De vergadering wordt verdaagd.
UIT DE STAATSCOURANT.
Met ingang van 1 Jan. 1931 is benoemd tot
administrateur bij het departement van jus
titie mr. C. Scheltus, thans referendaris.
Bij K.B. is met ingang van 1 Mei 1931 aan
S. Taconis, op zijn verzoek eervol ontslag
verleend als controleerend geneesheer bij
de Rijksverzekeringsbank, met dankbetui
ging voor de door hem in dienstbetrekking
bewezen diensten;
is met ingang van 1 Juni 1931 aan J. A. A.
van lngcn, commies bij de algemeene reken
kamer, in verband met reorganisatie van
het dienstvak, waarbij hij werkzaam is, eer
vol ontslag uit zijn betrekking verleend.
Vice-president van de Am-
sierdamsche rechtbank
Amstei dam, 28 April. Gisteravond
overleed hier ter stede plotseling Mr. G. W.
Eekhout, vicc-prcsident van de Rechtbank
alhier.
Mr. Eekhout werd in 1S66 geboren pro
moveerde 20 Juni 1891 te Leiden in de
rechten, op 21 Sept. 1899 ving hij zijn rech
terlijke loopbaan aan als substituut-griffier
te Dordrecht, in 1902 werd hij als zoodanig
te Amsterdam benoemd, in 1908 werd hij
tot rechter alhier benoemd en in 1921 volgd
zijn benoeming tot vice-president. In den
laatsten tijd presideerde hij de lc Kamer A.
i, min
EEN GEVAL VAN MEINEED.
Verdachte tot 6 maanden ge
vangenisstraf veroordeeld.
Amsterdam, 28 Aprii. In het najaai
van 1928 wilde een Amsterdammer van zijn
echigcnoote scheiden en om een gegron le
roden le hebb-jn, verzocht hij vier vricnlen
zijn vrouw te volgen. Op zekeren avond
zouden zij gezien hebben, dat de vrouw met
een man gearmd liep. In een later volgen
de echtscheidingsprocedure verklaarde de
man onder eede, dat hij geen verhouding
met de vrouw had gehad, noch op den be-
w us ten avond gearmd met haar had gcloo-
pen. Er werd een vervolging wegens mein
eed tegen hem ingesteld, doch de recht
bank sprak hem op fi November vrij.
De officier ging in hooger beroep.
De procureur-generaal eischte een gevan
gcnisötrof van acht maanden, het hof ver
oordeelde hem heden tot zes maanden ge
vangenisstraf wegens meineed.
VORSTELIJK BEZOEK.
's-G ravenhage, 28 April. De gewezen
vorst van Hessen, die eenige dagen in Den
Haag heeft vertoefd, heeft hedenochtend de
Residentie verlaton cn is naar Duitschland
teruggekeerd.
te zullen krijgen. Zij had dus alles goedge
vonden cn met een zucht van verademing
verklaard:
De groote achtergrond van deze
bestuurscrisis is de a.s.
raadsverkiezing.
Rotterdam, 28 April. Hoe het verloop
van de gisteren ontstane crisis in het Rot-
trfi-damsche gemeentebestuur zal zijn, of de
wethouder de Zeeuw zal aftreden, dan wel
dat hij aan het bewind zal blijven. mis
schien ook dat de beide soc.-dem. wethou
ders zullen aftreden, valt voorloopig niet
te zeggen. Misschien dat vanavond een
voorloopige beslissing valt. wanneer de
soc.-dem. raadsfractie bijeen komt in het
raadhuis om zich. zooals wethouder De
Zeeuw het hedenmorgen uitdrukte: „over
den toestand te beraden."
De Vrijheidsbond speelt op het oozenblik
de groote rol in dit conflict. Door haar
woordvoerder, den heer üutilh, is gisteren,
behulve de noodzakelijkheid van bezuini
gen, bepleit do salarissen van het gemeen-
tepcrsoneel te bezien, met de vraag naast
zich of deze niet moeten worden verlaagd.
Dize vraag laatste eisch van zijn motie
heeft een volkomen nieuwe noot in het
debat gebracht, die tenslotte wel het kar
dinale punt punt zal blijken te zijn. Het
is waarschijnlijk dat wethouder de Zeeuw
zal aftreden. Maar men moet zich daarbij
onmiddellijk rekenschap geven van het feit,
dat Jiet zeer waarschijnlijk is, dat hij mot
September in den nieuwen raad weer tot
wethouder zal worden gekozen.
Want de groote achtergrond van deze go-
heele crisis is de verkiezing, die over eenige
maanden volgt. Op het oogenblik staat de
zaak zoo, dat van de zijde van den Vrij
heidsbond positijf is geéischt, dat er bezui
nigd wordt, terwijl daarnaast een aanval
op de looncn van het gemeente-personeel
is gedaan. Dat zal den Vrijheidsbond meer
stemmen inbrengen dan dat hij stemmen
verliezen zal. Verliezen doet hij ze ook.
want er zullen ambtenaren met de verkie
zingen rood stemmen. Rood heeft zich im
mers .altijd op de bres gesteld voor de ge-
rneentcsalarissen en zal nu ook zich tegen
verlaging daarvan verzetten. Dc S.D.A.P.
krijgt dus stemmen van de ambtenaren, on
geacht hun politieke gezindheid. Bovendien
is thans aan de S.D.A.P. de leur.e cadeau
gegeven: tegen de loonsverlaging, tegen ver
mindering van werkloozensteun, tegen de
reactie. En het zal ons niet verwon
deren, wanneer die leuze tenslotte geen
zetelwinst bracht! Rood heeft, zoeals het nu
staat, betrekkelijk weinig te verliezen, als
de communisten geen roet in het
et^n gooien En die mogelijkheid moet niet
gering worden geacht.
Voorloopig schijnt de reactie op deze cri
sis het meest ongunstig voor de rechter
zijde, die zich heeft laten verlokken tot
dezen aanval, die zulke vèraaande conse
quenties heeft, welke ze niet had behoeven
te bezitten, waarschijnlijk tenminste niet,
wanneer Vrijdagavond doorversaderd was
en men het voorstel van B. en W. in stem
ming had gebracht, dat dan aangenomen
was. Misschien ook dat de opzienbarende
raededeelingen van den burgemeester, waar
op hij gisteravond weer teruggekrabbeld is.
mede daaraan schuld ziin.
In ieder geval zit het Rotterdamsche ge
meentebestuur voor een ernstige crisis. De
'scherpe critick die in de laatste maanden,
ongetwijfeld onder invloed van de Staten
verkiezingen en de komende gemeente
raadsverkiezingen is gevoerd, is tenslotte
De heer Farquhar was bij zijn zaken
vrienden bekend als „de Oude Kei", dit ter
onderscheiding van zijn neef „de Jonge
Kei", die niet ouder dan dertig jaar was,
die familietrekken, waaronder de familie-
stuurschheid. vertoonde en niet veel te
rloen had op het kantoor, waar Sheila
werkte. Hij had blijkbaar buitendienst, had
tot taak de klanten op te zoeken en was
dus slechts sporadisch in Hatton Garden.
Bij een zijner zeldzame bezoeken zat juf
frouw Curtis in het sombere voorkantoor,
waar haar schrijfmachine on verdere kan
toorbehoeften waren te vinden en wachtte
op den Ouden Kei voor do onderteekening
van de door haar onder zijn dictaat ge
typte brieven Zij had de enkele dingen
die daarvoor in aanmerking kwamen af
gestoft cn op hun plaats gezet en nam
het eenige, dat buiten haar zelve kon
strekken tot verslering van het kantoor
in haar hand.
Het was een presse-papicr van vierduims
dik glas. Onder het glas was een opgezette
vlinder met kleurige vleugels aangebracht,
en het diertje schitterde in zijn roerloos
heid als een kostelijk juweel. Terwijl Shei
la den presse papier in de hand hield en
gedachtcnJoos naar het diertje staarde,
schrok zij op door een mannenstem achter
haar, die plotseling vroeg*
Wat heeft u daar, juffrouw Curti6?
Sheila keerde zich om cn zag den jong-
stcn Farquhar voor zich staan, 6lank, ten
ger cn stuursch. Hij dropg een nauwslui
tend zwart jacket, een zwarte das met een
smal wit streepje en een groote zwarte pa
rel als doekspeld. Zij wist, dat deze niet
aan hem toebehoorde, maar aan de firma,
en een waarde van 750 Pond vertegenwoor
digde. Het hoofd van do firma droeg een
uitgeloopen op het afstemmen van de cri-
sisvoorstellen van B. en W. En het is niet
te verwonderen dat in deze danen dbk de
handelslichamen die zich in de laatste
maanden daadwerkelijk met de politiek zijn
gaan bemoeien, insiders verzekeren dat
de mogelijke candidatuur van den heer Hu-
dig voor den Raad daaraan niet vreemd is.
nu hun duit in het zakje doen. De Kamer
van Koophandel meent, dat nu het oogen
blik gekomen is. nu de verantwoordelijk
heid van B. en W., welke in den noodtoe
stand waarin de 6tad verkeert, nog 6teeds
wachten met voorstellen tot verlaging der
haventarieven steed6 grooter wordt, om
publicatie te geven aan een brief die zij
reeds een week geleden tot B. cn W. heb
ben gericht. In dezen brief wordt nog eens
met klem aangedrongen op een verlaging
van de haventarieven. Rotterdam, zoo zegt
•le Kamer, moet zich niet tevreden laten
stellen door belofte van urgentie, het moei
nu daden zien. De Kamer ver.vacht posi
tieve voorstellen op korten termijn. Ter il
lustratie van dut standpunt legt de Kamer
een copie over van vijf brieven van han
delslichamen, die ook tot spoed manen.
Men bedenke echter, dat cr reeds door
den burgemeester erkend is. dat er géén
noodtoestand is, terwijl dc heer v. d. Moe
ven zich reeds tegen verlaging gekant heeft.
Een dergelijk standpunt wordt ontvouwd
door de Scheepvaartver. Zuid, die ook weer
,*ens in een adres aan den Raad uiting geeft
aan haar bezorgdheid over den gang van
zaken in de havens. Tariefverlaging acht
zij dringend noodig, doch het gemeentebe
stuur schijnt deze noodzakelijkheid niet te
willen zien. Verder talmen, zegt het adres,
zal de kans op herstel nog veel geringer
doen worden.
Nader meldt onze correspondent:
In de hedenavond gehouden raadsfractie
vergadering van de S. D. A. P., welke ge
volgd is door een vergadering met het Rot
terdamsche federatiebestuur, is na uitvoe
rige discussie een gedragslijn vastgesteeld.
Ofschoon van het resultaat dezer discussie
weinig of niets bekend is, kan wel met vrij
groote zekerheid worden aangenomen, dat
de heer de Zeeuw zijn portefeuille niet
ter beschikking zal stellen.
Aan de Ned. Spoorwegen weder
om belangrijke inkomsten
onttrokken
Wij lezen in „Spoor- en Tramwegen":
Onder dagteekening van 10 April j.l. heeft
de Tweede Kamer een wetsvoorstel bereikt
ter verklaring van het algemeen nut der
onteigening voor een spoorwegverbinding
van de Oranje-Nassaumijnen I, III en IV
met het spoorwegemplacement van de
Staatsmijnen te Nuth.
In de magere Memorie van Toelichting
lezen we, dat de aanleg beoogt een recht-
streeksche verbinding in eigen beheer te
scheppen tusschon den mijnspoorvveg der
Oranje-Nassau-mijnen cn dien van de
Staatsmijnen, waardoor het mogelijk zal
zijn, le uitwisseling van producten te krij
gen tusschen beide ondernemingen in ver
hand met de behoeften der cokes- cn briket-
fabricage, 2e doelmatige samenstelling der
treinen, 3e het verkrijgen van ean recht-
strecksche verbinding van de Oranje-Nas
saumijnen met hel Julianakanaal.
Het is ten eencnmale onduidelijk, hoe
hier gesproken kan worden van een ont
eigening „ten algemeencn nutte''. Integen
deel. Wordt het mogelijk geinaukt, dat be
doelde spoorwegverbinding lot stand komt,
dan is hierbij alleen het buitenlandsche
particuliere kapitaal gebaat, dat in de
Oranje-nassaumijnen is gestoken, terwijl
het algemeen belang geschaad wordt, door
dat aan de Nederlandsche Spoorwegen we
derom belangrijke inkomsten worden ont
trokken. Door deze en andere maatre
gelen van gelijke strekking worden deze
langzaam maar zeker, in de richting der
„tekorten" gedreven, hetgeen de Nederland
sche belastingbetaler wel spoedig genoeg
zal ervaren.
In de jong6te zitting van de Eerste Kamer
(vergadering van 2(5 Maart j.L Hand. 1, blz
ó90) liet de heer Koster zijn waarschuwende
stem hooren te&en het scheppen van een
tweede spoorwegonderneming naast de be
staande Nederlandsche spoorwegen; z.i. zou
dit zeer oneconomisch zijn. Woordelijk zei
deze Limburgsche afgevaardigde:
„Bovenal 16 eenheid noodig voor wat
betreft het transport van goederen uit
Zuid-Limburg naar het Julianakanaal
cn omgekeerd. Oneconomisch zou het
zijn, indien men elke mijn en elke in
dustrie haar eigen weg naar het Julia
nakanaal liet zoeken. Alle spoorwegver
voer dient door bemiddeling van de Ne
derlandsche Spoorwegen te geschieden,
die de transporten op normale wijze en
tegen redelijke prijzen zullen hebban
uit te voeren, en wel, zooals is voorge
schreven. onder goedkeuring van de
tarieven door den Minister van Water
staat.
Men vreest, Mijnbeer de Voorzitter,
thans in Zuid-Limburg, dat er een on
gelijke regeling voor de verschillende
ondernemingen zal komtn. Deze zal,
wat dc steenkolenmijnen betreft ran
nadceligen invloed kunnen zijn op
de arbeidsvoorwaarden en looncn
Ook het belang van de Nederlandscno
Spoorwegen, die (och reeds moeilijke
tijden tegemoet gaan, eischt, dat hun
niet onnoodig een gedeelte van het goe
derentransport naar het Julianakanaal
ontnomen wordt. Zij zullen toch reeds
bij de openstelling van het Julianaka
naal voor de scheepvaart winsten moe
ten derven.
Ook de belangen van de streek tus
schen Nuth en Stein zullen geschaad
worden, indien de Spoorwegverbinding
tusschen beide plaatsen slechts door de
Staatsmijnen gebruikt kan worden. Ik
acht het toch niet mogelijk, in elk geval
niet wenschelijk, dat alsdan door do
Staatsmijnen over deze lijn ook steen
kolen van andere mijnen en goederen
van particuliere ondernemingen ver
voerd worden. Naast de Nederlandsche
Spoorwegen de Staatsmijnen als spoor
wegondernemingen te doen optreden,
zal wel niemand wenschen".
Ook de heer Janssen liet zich in gelijken
jeest uit (blz. 594); bij het betoog van den
heer Koster sloot hij zich geheel aan. Be
treurd werd, zoowel in het belang der Ne
derlandsche Spoorwegen als in het alge
meen belang van Zuid-Limburg, dat uit
breiding werd gegeven aan de oorspronke
lijke bedoeling, waarom in 19*27 toestem
ming was gegeven om onteigening ten al-
gemeenen nutte uit te spreken voor aanleg
van den mijnspoorweg der Staatsmijnen.
Onbegrijpelijk is het, dat na deze stem
men, welke in de Eerste Kamer opgingen,
thans een dergelijk wetsvoorstel tot ont
eigening „ten algemecnen nutte" kan wor
den ingediend. Uit de Memorie van Toelich
ting blijkt overduidelijk, dat men hier te
doen heeft met een onteigening tot schade
van de Nederlandsche Spoorwegen dus
van het algemeen nationale belang en ten
bate uitsluitend van een particulier met
vreemd kapitaal gedreven mijnbedrijf.
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr G. Keiler.
Ilij had een paar staalgrijze oogen,
een breed gelaat, maar toch een
klein hoofd cn een kort maar sierlijk ge
bouwd lichaam Al de Farquhars hadden
die gestalte en in de familie werden daar
over trouw grapjes gemaakt. Zelfs op zijn
zes cn zestigste jaar liep do heer Farqu
har kaarsrecht, vertoonde een slanke, wel
gebouwde gestalte, zoodat hij nog de aan
dacht trok van vereerders van mannelijk
schoon. Schoonheid is voor vele mcnschen
vereerenswaard. Hij vereerde evenwel
slechts geld
Hij had juftrouw Sheila Curtis aangeno
men omdat, toen zij voor Jh betrekking
kwam sollicileeren, zij volgde op een solli
citante, die bij het vernamen van het
salaris cn den werktijd hem ronduit in zijn
gezicht had uitgelachen en verklaard had,
dat zij nog liever in een mijn zou werken;
gojden avond!
Sheila was doodaf, ontmoedigd door tal
van sollicitaiebezoeken, die niets haddon
opgeleverd, en zij had zoo vaak den neus
■gC6tooten dat zij vreesde nooit een baantje
ITij had een paar staalgrijze oogjn
Zeker, ik vind dat zeer aannemelijk.
Geen trek op het gelaal van den heer
Farquhar deed bemerken, dat het hem
innerlijk speet, dat hij niet 10 shilling min
der had aangeboden.
Voor haar weekloontje werkte Shcila
(die, als de meeste vrouwon, in haar hart
een romanlisch-gezinde Bolsjewist was)
hard, nauwgezet cn zonder klagen, ten
minste niet hardop. Zij woonde in een Te
huis voor jonge dames in betrekking, oen
afschuwelijke instelling! Zij zat in het
voorkantoor van Farquhar, waar het al
niet veel beter was! De lust tot leven cn
van het leven genieten, welke in den aard
van het meisje lag. werd wel sterk gekort
wiekt door de banaliteit van dat alledaag-
sche leven in die sombere omgeving en
in gezelschap van al die ter neer drukken
de mcnschen.
pendant er van bij wijze van reclame.
Verder droeg hij een donker vest, don
kergrijze broek, zijn haar was van het don
kerste bruin, voor zoover brillantine het
echte rood kon temperen. Donkere wenk
brauwen overschaduwden zijn donkergrijze
oogen. En wat ging ur schuil jchter dat
alles? Er was zoo weinig aan den jongen
man en zelfs zijn stem was opzettelijk
kleurloos.
Wat heeft u daar, juffrouw Curti6?
Dit? Dat is een- presse-papier, dien ik
cadeau heb gekregen als een soort van
talisman.
Zij dacht dat hij weer zou verdwijnen.
Maar hij bleef staan zonder zich te uiten
en steeds maar op eigenaardige manier naar
dien presscpapier starend.
Een talisman?
Ja, maar veel geluk heeft het ding me
nog niet aangebracht, kapitein Farquhar,
antwoordde Sheila, terwijl zij langzaam met
haar zakdoek het glas wat opwreef. Het is
natuurlijk wel toevallig, ma-ir 6inds ik het
in mijn bezit heb, loopt me alles tegen.
Sheila was niet bijster toeschietelijk tegen
over heeren en tegenover den ouden Far
quhar liet zij doorgaans niet anders los als
„ja, mijnheer Farquhar. neen, niemand
heeft opgebeld, mijnheer goed, meneer
Farquhar..." Maar tegenover den jongen
was zij minder kon van stof. want ondanks
al zijn 6tuurschheid had zij loch met hem
te doen. Zij gevoelde zich vok-lrekt niet van
haar stuk gebracht door die 6tuurschheid
zoomin als door de onverstoorbaarheid var,
zijn gelaat. Zij gevoelde zich tot hem aan
getrokken, voor een deel omdat zij iets ge
hoord had van een romantische geschie
lenis, waarbij hij betrokken was. Zijn moe
der was een welbekende en zaer mooie Pool
sche danseres gewepst. die zijn vader, de
broeder van den Oude Kei, had gehuwd na
haar niet meer dan een \\eei% le hebben ge
vrijd. Misschien lag het aan tiet vermoeden,
dat er achter dit onverstoorbaar uiterlijk
een hartstochtelijker karakter school, dat
Sheila mot hem te doen had
En dan had zij ook medelijden met hem
omdat hij in den oortog krijgsgevangene
was geweest, nog meer mitschien omdat
hij feitelijk nog 6t.»eds een gevangene was.
Immers, was het zijn taak niet om te wer
ken voor dien oom van 6tecn? Hij had tot
het staande leger behoord en had later het
leger verlaten om in de firma opgenomen
te worden. Moest hem dat niet hinderen?
Misschien zou een buitenstaander hebben
opgemerkt wat aan beiden ontging, dat
groeiende belangstelling onder gunstige om
standigheden al heel gauw zich ontwikkelt
tot iets van meer beteckenis tusschen den
ernstigen jongen man cn he' meisje, da al
was zij 6lechts bediende van de fir^ia,
vriendelijk met hein praatte, soms op een
bijna gemocdclijken toon, zoo Js een dochter
des huizes zou 6p'eken me; een verlegen,
student op bezoek. Dezen m:ddag b.v. ging
Sheila voort met hem te vertellen, hoe zij
omnibussen had nvsgeloopen, hoe zij haar
tasch in den m >dder had lamn vallen, het
dek6e' van haar poederdoosje had gebroken,
haar boek uit de iiitlecnbibjiotheck in den
ondcrgrondschen trein had laten liggen,
haar paraplue bij den kapper had laten
staan. Wel een dozijn van dergelijke kleine
ongelukjes waren haar ten deel gevallen
tn de paar dagen, dat zij dien ongelukkigen
talisman in haar bezit had. Ik denk er
aan hem weg te doen, besloot zij.
(Wordt vervolgd). J
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT