N. HOGENBIRK WELF Salamander Schoen L' HIRONDELLE" Schoenhandel LOOPT U MOEILIJK? W.K. VANROSSUM PINKSTEREN MISTINGUETT IS NOG NIET OUD! BRIEF UIT PARIJS MILLIARDEN VOOR DEN BOUW VAN NIEUWE WEGEN o.h. fa. Jac. Kroes Langestraat 78. Tel. 351 Koopt dan een or ft 18 Langestraat - Amersfoort Uitgebreide sorteering: Japonnen Eloases Rokken Hoeden Jampers Blazers TELEPH. 407. door H. G CANNEGIETER. Uitstorting van den Heiligen Geest. Vu ige tongen, gemeenschappelijk enthousias- ne. Betooging van eendrachtig bijeenzijn oor verheven doeleinden. Stormachtig ge tuigenis voor het ware, goede en schoone. Daarnevens cynisme, dat deze geestdrift voor dronkenschap verslijt. En de roe6 van brooddronkenheid als nevenverschijnsel van de dronkenschap van den gce6t. Gelijk in alle dingen ook hier aarde en hemel, lichaam en geest vermengd. Wan neer de zon haar stralen uitschiet, gedijen de voedzamo veldvruchten, de nuttelooze maar sierlijke bloemen en tevens het giftige en wanstaltige onkruid. En Pinkster is het feest van de zon. De dag van het rijpworden, het openspringen van zaadknoppen, het bersten van hulsels. Gouden regen en seringen druipen van de boomen, en de heggen zijn met de kelken der winde en de rozetten van den meidoorn doorvlochten. De velden vlammen van zu ring en klaproos en het lied der herschep ping fluit uit de takken, bulkt uit de wei den en kwaakt uit de slooten. Ook de raensch gevoelt zich henschapen; jubelend trekt hij de wegen langs, gepaard en om kranst. Wie kan zich tegen deze fontein van feestelijkheid verzetten? Iïct is geen men- schelijke traditie, welke zich hier open baart, niet louter een godsdienstige overtui ging, maar een natuurverschijnsel, waaraan plant, dier en delfstof gehoorzaamt. Pinksteren is als de uitbarsting van een vuurspuwenden berg, als een vloedgolf, als een onweder. Wie buiten Pinksteren staat, staat niet slechts buiten de feestgemecn- schap. niet slechts buiten de kerkelijke be lijdenis of de vólksbcfooging, hij staat" bui ten de natuur. Toen mèer dan honderd jaren geleden te Leiden een kruitschip in do lucht sprong, woonde aldaar een professor, wiens vrouw stokdoof was. Maar het geweldige geluid van de ontploffing drong toch tot haar trommelvlies door. en, van haar breiwerk opkijkend, vroeg de eerbare vrouw langs haar neus weg: „Zei je iet6, man?" Vooral in onzen verlichten tijd lijden ve len aan doofheid. De stem der natuur dringt niet meer tot het trommelvlies door. Maar de ontploffing van het Pinkstervuur doet deze rustige burgers toch een oogenblik van hun breiwerk of krant opkijken: „Hé, wordt er iets gezegd vandaag?" Ja, er wórdt iets gezegd tot onze be- heerschte, ordentelijke, brave burgerlijke wereld. Er heeft een uitbarsting plaats. Een kruitschip vliegt in de lucht. Of misschien is het maar vuurwerk. Maar in elk geval geeft het een knal. Wee. wie dien knal niet meer hoort! Wie afgestompt is voor het natuurlijke enthou siasme, voor den roes. voor den zwijmel, die lichaam en geest gemeenschappelijk dronken maakt en den verstandige één oogenblik opheft uit de sfeer van de alle- daagsche, nuchtere zakelijkheid! Pinksteren is niet louter een Christelijk feest. Het heeft alom ter wereld zijn „hci- densche" voorgangers gehad en het zal zich, overeenkomstig de wisseling van godsdien sten en kerkelijke gebruiken, handhaven, omdat het een natuurfoost i6. Bij de Grie ken was het Dionysos. die de zich in geest drift ontladende volheid des levens verper soonlijkte. De god, die de mensohen vrede en vreugde bracht, door hen in feestelijke eendrachtsbetooging de geestdrift te leeren. Ook de Dionysos-dienst leidde, gelijk ten onzent de ouderwetsche Pinksterviering, niet zelden tot uitspattingen, maar met het misbruik mag het wezen van de instelling niot worden vereenzelvigd. Ook de zon, die groeikracht en blijdschap wekt, verzengt en verschroeit tegelijkertijd De zon op haar hoogtepunt, de zon in den bruidstijd van t jaar, zij heeft heden haar boodschap tot lichaam en geest. Zij zegt: mensch, leef verstandig, leef eerbaar, leef kalm! Maar verwaarloos in u het enthou siasme niet. Blijf in aanraking met het ge heim van de natuur, waaruit uw cultuur voortspruit en verloochen in uw beschaafde hooghartigheid dezen samenhang niet. Laat uw gedrag en gedachte, uw gevoel en uw wil op hun tijd overstroomen door de bevruchtende golvon, welker jaarlijksche vloed het land van den Nijl niet kan mis sen. Treed eens buiten uzelf en overtref eens uzelf door op te gaan met de millioe- ncn, planten, dieren en delfstoffen, die he den in brand staan van groei en bloei en die allen het beste, wat ze te bieden heb ben, openbaarlijk ten toon spreiden. Ook gij hebt. toch wel iets om u mede te 6ieren, iets van uzelf om te offeren op dezen hoogtij-dag van het jaar! Haar paspoort ontzenuwt legendes. Zonder tooneelatmosfeer haar leven ondenkbaar. (Bijzondere Correspondentie). Mistinguett, de beroemde Fransche re- vueartistc, die in de registers van den bur gerlijken stand staat ingeschreven als Jeanne Bourgois, is op een tournée door Europa. Zooals men weet, komt zij begin Juni naar Nederland om met haar revue- gezclschap eenige voorstellingen te geven. Een onzer correspondenten had het geluk met de Parijsche diva een onderhoud te hebben. „In de kleine coquette wachtsalon van het Edenhotel te Berlijn, wacht ik op do kun stenares. Zij gunt zich tijd, want zij weet, dat de spanning van het wachten straks de vreugde van het onderhoud gTOoter zal doen zijn, een spanning, die men niot noo- DE REIS OU DE WERELD IN ÉÉN UUR. INDRUKKEN VAN DE KOLONIALE TENTOONSTELLING. Waardigheidsbekleeder uit Annam op de Tentoonstelling te Parijs. Parijs, Mei 1931. »De reis om de wereld in één uur!" Dat is ling. Op alle straathoeken van Parijs ziet 1 I de leue, waaronder overal ijverig propa ganda wordt gemaakt voor de tentoonstel- men aanplakbiljetten in levendige kleuren met statige tempels uit Indo-China of vol ledige kafferkralen en dikwijls met Oos- tersche gezichten, die op den bezoeker neer kijken. Toen ik vanmorgen te voorschijn kwam uit den tunnel van de nieuw aange legde ondergrondsche spoorweg, vielen de verkoopers van entréebiljetten bijna over mij heen de trap af. En voor mij uit ver hief zich stralend wit, hoog en reusachtig de hoofdingang der tentoonstelling met rondom groote gebouwen. Er had zon op moeten schijnen, maar de hemel was grauw. Het was nog maar slechts elf uur 's morgens, doch er waren al talrijke bezoekers op do been van de meest verschillende nationaliteiten. Er werd heel wat Hollandsch gesproken, ver der Duitsch, Engelsch en Amerikaansch cn verscheidene andere talen, die ik niet zoo direct kon thuisbrengen. Het reusachtige terrein van de tentoonstelling ligt om een klein meertje in het park van Vincennes. Van buiten ziet men tusschen de kastanje- boomen van het park met hun nauwelijks ontloken bloeikaarsjes een fantastische op- eenhooping van verschillende bouwstijlen uit alle werelddeelen, wat er in den grijzen lentemorgen onwezenlijk uitziet. Men moet niet denken, dat alles al gereed is. Als men de pas geopende tentoonstelling bezoekt, waadt men door modder en vuil, en overal rondom hameren de arbeiders om nog gauw een Chineesch theehuis, een Zuid- Amerikaanschen tempel of een bazaar uit Tunis af te maken. Tusschen de Europee- sche arbeiders loopen rillend, met sprin gende beweg'ingen, bewoners van de ver schillende koloniën. Een kleine Siamees staat flink en onbeweeglijk voor een der geopende paviljoens en ergens in een hoek staat een vrouw uit de Congo bibberend van de kou pannen af te wasschen, die er intusschen geheel Europeesch uitzien. Al leen in de afdeelingen Marokko, Algiers en Tunis drijven de Arabieren als flinke deloos moet verkorten. Als zij dan op mij toekomt in een bekoorlijk wandelcostuum, gereed om uit te gaan, dan is de eerste indruk, dien men van haar krijgt, dat niet na te bootsen, dat ondefinieerbare „je ne sais quoi", dat de Parisienne van alle an dere vrouwen van de wereld onderscheidt. Haar uiterst verzorgde verschijning maakt met haar temperament dadelijk den in druk van een vrouw van de wereld en een groote kuntenares, die zich volkomen van haar waarde en waardigheid bewust is. Al lervriendelijkst noodigt zij mij uit vragen te stellen en zegt dat zij gaarne bereid is alle gewcnschte inlichtingen te geven. Ik vraag haar eerst naar haar indrukken over Duitschland. Oh, begint zij, ik houd buitengewoon veel van Berlijn. Ik kom er bijna elk jaar steeds een keer om er een bezoek te bren gen; het spreekt vanzelf alleen als bezoek ster, niet als artiste. Het Borlijnscho thea terpubliek is minstens even dankbaar als het Fransche en als ook niet al mijn „poin tes" hier niet in dezelfde mate inslaan als in Parijs, toch ondervind ik dankbaar de erkentelijkheid cn tegemoetkoming der Ber- lijners. Ik had niet verwacht in dezo cri- tische tooneelstad zulk een dankbaar pu bliek te vinden. Ik heb me zeer geamuseerd over het feit, dat de Berlijners zich veel zorgen maken over mijn leeftijd. Maar lk kan met een rustig geweten verzekeren, dat alle legen des, die mij reeds tot oud ijzer rekenen, op fantasie berusten. Wilt u zich als-'t-u-blieft daar persoonlijk van overtuigen?" Met deze woorden opende Mistinguett haar handtaschje en haalt haar paspoort er uit, dat zij mij lachend overhandigt. „Leest u het s'il vous plait nauwkeurig door. U bent dc eerste journalist, die het voorrecht heeft, inzicht in mijn pas te mogen nemen. MISTINGUETT, de beroemdo Fran sche revuester, spelende in den dierentuin te Crosde-Cagnes (Cóte d'Azur) met een jongen gorilla. Inderdaad vermeldt het paspoort een ge heel andere leeftijd, dan de legende voor geeft te weten. Hieronder volgt de woorde lijke inhoud: Mademoiselle Bourgois, Jeanne, dite Mistinguett. Nr. de régistrc: 65115. Profession: Artiste dramatique. Domicile: Paris, 24 Bd des Capucincs. Née: 3.4. 1885 A Enghien les Bains S.A.O. Taille: 1.65 M. Cheveux: Chatain. Front: Moycn. Sourcils: Chatain. Yeux: verts gris. Ncz: Moyen. Bouche: Moyenne. Visage: Ovale. Als ik haar onder dank den pas terug geef, moent zij lachend: Door deze publi catie van mijn paspoort zullen wel alle legende-vormingen den kop ingodrukt zijn cn u zult moeten toegeven en u kunt u eiken avond op het tooneel daarvan over tuigen, dat men op zijn zes en veertigste jaar nog geen oude vrouw is. Het gesprek komt daarna op haar too- neelloopbaan en met trots verklaart zij: Ik sta nu reeds 29 jaar op het tooneel en kan mij zonder deze atmosfeer mijn leven abso luut niet indenken. Het is het tooneelbloed, dat mij niet tot rust laat komen en mij reeds op mijn zeventiende jaar op do plan ken lokte. Ik ben er van overtuigd, dat ik nog lange jaren het tooneel niet zal kun nen missen. Natuurlijk, gaat zij verder, ben ik er niet mee tevreden, steeds dozclfden rol en de zelfde opgave te vervullen. Er mag bij mij en zal bij mij geen stilstand optreden en daarom moet elke nieuwe dag nieuwe prik kels en nieuwe projecten ten opzichto van mijn beroep brengen. Dan vraag ik haar naar haar belang rijkste indrukken over het tooneel. Als u mij naar mijn diepste indrukken vraagt, kan ik u slechts antwoorden, dat die verbonden zijn met het theater Porte St. Martin in Parijs. Ik had het voorrecht in dat klassieke theater de rol van Madame Sans Géne te mogen spelen, die vroeger door Frankrijks grootste vertolkster, Réjane gespeeld was. Dat ik mij naast dezo groote kunstenares in dezelfdo rol roem kon ver werven, dat is tot nu toe het grootste en meest trotsche wat ik heb beleefd. De revue, waarmee ik op het oogenblik op tournee ben, was oorspronkelijk een 30 minuten-revue, die zich langzamerhand door den bijval van het publiek in 6cn revue van drie uren heeft veranderd. Wij hadden destijds deze revue voor een gast- voorstelling mee naar Marokko genomen. Dit gastspel was oorspronkelijk bepaald op twintig dagen, maar uit deze dagen groei den niet minder dan vijf volle maanden, daar het publiek steeds en steeds weer op nieuw deze revue verlangde te zien. De oogen, de groengrijze oogen, omwelfd door haar kastanjebruine wenkbrauwen, schitteren als zij van haar talrijke succes sen vertelt Maar, gelooft u mij wel, deze successen zijn mij niet zonder moeite in den schoot gevallen, maar zijn het resultaat van jarenlang gedisciplineerd werken en een lichamelijke training, dio in alle op zichten hooge eischen stelt. Stilstand bctce- kent ook voor een kunstenares achteruit gang en dat laatste laat noch mijn kunste naarstrots, noch mijn temperament toe... Do tijd is voortgeschreden en ik merk, dat Mistinguett nerveus wordt, zoodat het inij geenszins verrast, als zij plotseling zegt. „Monsieur, u moet mij verontschul digen, maar mijn costumière wacht me. Ik laat hier in Berlijn n.l. een gedeelte van mijn tooneelcostuums maken". Een hartolijke handdruk, zij staat op en gaat met een voorname bewoging, de ele gante Parisienne eigen, weg. Een typische, levenslustige, origincele vrouw, dio door haar kunst duizenden in bewondering heeft gebracht). In den loop van 1931 zullen op de aardo wegen worden gebouwd, dio volgens een Amerikaanscho berekening in totaal 3 mil liard doliar zouden bedragen. Onder dc 10 naties, dio dezo wegen bouwen, staan do Ver. Staten met oon bouwkostenbedrag van 2 milliard op do eerste plaats. Mexico en Japan zullen ongeveer 200 millioen dollar uitgeven, terwijl Argentinië 800 mijlen ge plaveide wegen in het gebergte wil aanleg gen, waarvoor het 200 millioen dollar geno teerd hoeft Ook in Europa zullen dit jaar millioenen voor wegenbouw worden uitge geven. Bijna in alle landen wordt in oen versneld tempo aan den wegenbouw ge werkt om wcrkloozen aan het werk te kun nen zetten. Italië bv. wil op deze wijzo aan niet minder dan 60.000 arbeiders werk ver schaffen. FOOIEN, EN HOE MEN ZE BIJ ANDERE VOLKEN NOEMT. Voor het woord fooi heeft men in andere landen uitdrukkingen, die den oorspronke- Ujken zin van het gebruik aangeven. Meest al hebben ze betrekking op dingen, die het volk graag gebruikt. In de Duitschspreken- do landen spreekt men van een Trinkgcld, dat in vroeger jaren ook wel bij ons in ge bruik was, doch thans hoort men zeer zel den het woord clrikgeld gebruiken In het Vroegere Rusland noemde men een fooi borrelgeld en later theegeld, na Tsja: woor delijk- voor thee. In Marokko geeft men een vleeschgold, omdat de Marokkaan graag vleeseh eet. De Turken, die hartstochtelijke koffiedrinkers zijn, steken lachend een kof fiegeld in den zak, waartegenover de Span jaarden en Portugeezen, die straffe rookors zijn, een tabaksgeld aannemen. De Franscb man laat zich een pour Boire, dus ook een drinkgeld geven, evenals de Scandinaviër, terwijl de tlalianen wonderen doen voor een handgeld. zakenmenschen al een levendigen handel in tapijten, parfums en snoepgoed. De lezer vraagt zich misschien af, waar om men de tentoonstelling geopend heeft, voordat alles gereed was. Dit is wel altijd in meerdere of mindere mate het geval, doch niet zooals bij deze tentoonstelling. Ja, maar voor het openen van zoo'n inter nationale tentoonstelling heeft men nu een maal een staatshoofd noodig en de Fran- schen zullen den ouden glimlachenden Doumergue nog slechts korten tijd hun president mogen noemen. Daarom was er wat haast bij en moest de tentoonstelling „6lechts" 9 maanden na het begin der werk zaamheden worden geopend. Intusschen staat men nog verwonderd over de reusachtige hoeveelheid werk, die er in die 9 maanden is gedaan. Groot en statig, alsof hij al duizenden jaren had be staan, 6taat daar de groote tempel van An- kor tegen den Noordelijken hemel. Enkele meters verder ligt het groote complex „Oost-Afrika" met de barbaarsche kleuren uit dat land. Ilier is alles al gereed. Heele dorpen van met stroo bedekte huisjes lig gen om een klein vijvertje, op een terras van lakroode leem kan men Oost-Afri- kaansch eten krijgen, geserveerd door zin delijke Afrikanen uit die streken. Een van de grootste attracties van deze tentoonstelling ligt trouwens in het eten. Als men een gezonde maag heeft, kan men op één dag een Arabisch ontbijt en Mexi- caansch middageten combineeren met een Chineesch theeuurtje en dranken uit de Zuidzee-eilanden. Helaas dringt nu nog uit de Tunische en Indische restaurants een lucht van Maggi, terwijl de tooverachtige gebouwen door een grijze 6toflaag zijn be dekt en de meeste tempels nog een bordje „verboden toegang" dragen, in onregelma tige letters op een plankje geschreven. Marokko ziet er nog uit als spiksplinter nieuw gips. Daarbij vergeleken maakt Ne- derlandsch-Indië met zijn authentieke ge bouwen een zeer goeden indruk. Verderop zien wij een nog afgesloten gebouw met Grieksche zuilen en beelden: wat zou dat wel kunnen zijn? Misschien iets uit Egyp te, hoewel de donkere mannen, die er de wacht bij houden, op Armeniërs lijken. Tusschen de groote afdeelingen van de ko loniën der verschillende mogendheden staan nog ontelbare reclamestands, die in deze kleurige tentoonstelling trachten op te vallen door nog kleuriger te zijn. In alle kleuren, vormen en afmetingen treft men zo tusschen de grootere gebouwen aan en zij maken reclame voor alle denkbare arti kelen. Maar som6 zijn het ook heel ordi naire snoepwinkeltjes; zoo wordt er in een met stroo afgedekt paviljoen met het op schrift: „Aan het Meer van Tanganjika" Duitsch bier geschonken. Het paviljoen der pers is met reusachtige draken versierd en zelfs het politiebureau ziet er uit als een Azteken-tempel. Nu is het op het terrein nog een onaan gename drukte met het geschreeuw, ge toeter van vrachtauto's en gehamer. Doch er wordt met koortsachtige haast gewerkt en het zal wel niet lang meer duren of alles is klaar. Dan zullen 's avonds al de sprookjesachtige paleizen cn tempels door schijnwerpers worden verlicht, in do kleine keukens der restaurants zullen de spijzen uit vreemde landen worden bereid en overal zullen Oostersche muzikanten hun kunst ten beste geven. Men zal vruchten en bloemen kunnen koopen, die onder de tro pische zon zijn gegroeid, men zal men- 6chen van bruine of gele huidskleur hun handwerk zien verrichten en als het weer een beetje meewerkt, zal het park werke lijk een wondertuin kunnen worden, waar in men wandolt als in een droom, waarin men in één uur een reis om de wereld maakt Natuurgetrouwe nabootsing van de oeroude Indo-Chlneesche Tempel van Angkor-Voht

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 15