RINTEL DE KONINKLIJKE FAMILIE TE PARIJS 1 BRIEVEN VAN EEN BRABANTSCHEN BOER SIERKUNST Sport AANKOMST AAN tltf GARE DE NORD Het verblijf op „Les Tilleuls" MOORD OP EEN CHAUFFEUR Vaag signalement van den dader ÜTRECXTSCKE WEG DOOR A. A. L. CRAUMANS Een hartelijke verwel koming Pa rij6, 16 Juni (V.D.) Met den gewonen trein, in welken twee salonrijtuigen waren gehaakt, zijn hedenmorgen te 6.54 uur H.M. de Kon inging, Z.K.H. Prins Hendrik en H.K.H. Prinses Juliana met gevolg op het Gare du Nord aangekomen. Van de Fransche grens af werd do trein begeleid door een inspecteur van de Fran sche spoorwegadministratie. Hoewel t al tijd des morgens hij het Gare.du Nord zeer druk is door de vele reizigers en de duizen den forenzen uit de voorsteden, was het hedenmorgen toch nog drukker dan ge woonlijk, daar bekend was geworden, dat de Ncderlandsche Koninklijke familie met dezen trein zou meekomen Onder de vele belangstellenden die op de aankomst van de hooge bezoekers wachtten bevonden zich vele Nederlanders De politie had geen speciale maatregelen genomen. Er waren geen afzettingen, zoo dat de belangstellenden de hooge bezoekers van dichtbij konden zien. Op het station waren ter begroeting o.a aanwezig do Nedcrlandsche gezant te Parijs Jhr. Dr. J. Loudon en dien6 cchtgenoote, de gczantschapsraad Mr. Dr. L. Garstcri, de gezantschapsattaché de heer Labouehère en de Nedcrlandsche consul-generaal te Parijs de heer L. Droogleever Fortuijn; en verder van Fransche zijde generaal Bra^onnier als vertegenwoordiger van den president der republiek, de chef van het protocol de Fou- guères en kapitein Sauzy als vertegen- woordleer van maarschalk Lyautcy. Nadat dc heer London dc aanwezigen aan II.M. de Koningin en :1e andere hooge bezoekers had voorgesteld en IT.M. eenige hartelijko woorden met de aanwezigen had gewisseld, begaven de hooge bezoekers zich door den Oostelijkcn uitgang naar buiten om plaats te nemen in de gereedstaande eigen auto van H.M. do Koningin. Onmiddellijk werd naar Chevreuse gere den waar H.M. gedurende haar verblijf in Frankrijk haar intrek zal nemen in de villa „Tilleul6". Hot was hedenmorgen bij aankomst van de Koniglijke Familie mooi zonnig weer H.M. de Koningin was gekleed in „een donkergrijs mantelccstuum met blauwen hoed met veer. Prinses Juliana droeg een beige mantclcostnum en een hoed van de zelfde kleur, terwijl Prins Hendrik in civiel was. Het verblijf cp „Les Tilisuls". Do Parijsche Hbld. correspondent meldt: Over de wijze waarop „Les Tilleuls" als verblijfplaats voor dc koninklijke familie is uitgekozen, deelt „Figaro" vanmorgen het volgende mede: „H.M. wilde een veertien dagen tc Parijs komen doorbrengen, ver van het lawaai en van hinderlijke toeschouwers, en een van baar vroegere eeredames, te Parijs wonen de, en die zeer gelieerd is met de eigena res van „Les Tilleuls", haü toen int denk beeld voor te stellen, dit oude familie-huis tegen 1870 gebouwd, te huren. Een lid van het militaire huis werd op verkenning uit gestuurd; hij bewonderde hot park, het gocd-ontworpen plein mot dc oude boomen, de mooie allee, den wildèn wingerd, dio een gewelf vormt waar rozen on blauwe regen omlaag hangen, den vijver, den moestuin, den boombnard en den rozen tuin Dit was werkelijk hot bescheiden plekje, dat dc vorstin wcnsclite, en hij gaf zijn toestcming." „Figaro" vertelt verder, dat dc koningin en de prinses met drie hofdames zullen logeeren in het deel van het huiten, dat het blad ietwat pómpeus „Le castel" beti telt. De kamer van H.M. is behangen met toile de Jouy, waarmee ook de stoelen be kleed zijn. Het meubileur is in den stijl van Lod. XV. Aan de kamer grenzen een bad kamer en een 6alon-boudoir. De prins en dc hoeren van het gevolg hebben hun ver trekken in het andere gedeelte. De „Petit Parisien" bevat een uiterst sympathiek gesteld artikel ter gelegenheid van de komst van koningin Wilhclmina van dc hand van mevrouw Do Gubernatis, waaraan het volgende is ontleend: „Ter gelegenheid van het koninklijk be zoek wordt het Nederlandsche paviljoen op de tentoonstelling prachtig met bloemen versierd. Er werden n.l. door de Holland- sche bloemkweekers als geschenk 10.000 irissen per vliegtuig naar Parijs gezonden om daar voor versiering dienst te doen. „De koningin blijft maar enkele dagen te Parijs. Prinses Juliana, die voor het eerst naar Parijs komt, heeft den wen6ch uitgesproken, nog een dag of acht langer te mogen blijven. De koningin heeft met genoegen dit verzoek ingewilligd, onge twijfeld denkend aan do aangename reizen, die zijzeive op den leeftijd van 15 tot 18 jaar naar Frankrijk deed. Daarna kwam zij er officieel terug onder het president schap van den heer Failliérs. De Parijze- naars hebben dc herinnering bewaard eerst aan prinses Wilhclmina, daarna aan de jonge koningin met haar frisschc gelaats kleur. Ditmaal zullen zij een allerliefst jongmeisje aan haar zijde zien, dat net zulk een gezonde kleur heeft, opgewekt van aard, en die bij haar zeldzame quali- teiten van hoofrl en hart een stevig fond van kennis en studie heeft gevoegd K. BLOEMENDAAL. t Apeldoorn, 15 Junt. Alhier overleed op 100-jarigcn leeftijd de oudste inwoner der gemeente, de heer K. Bloemendaal, oud-in- bpecteur der telegrafie. mvFAN IÊCIEEDEI KAPSTOK fViodeme dessins. SIERKLEEBJES Varkcnsmarkt 13-15 Teiet. 582 Een drama in donker den Haag 's-Gravenhage, 16 Juni. Kort na mid dernacht is in de Wagenstraat alhier de 30-jarige chauffeur N, Nieuwenberg op den openharen weg doodgestoken. Het misdrijf moet begaan zijn na een woordenwisseling. Den Haag, 16 Juni. Het slachtoffer van den moord in de Wagenstraat is de 35- jarige N. Nieuwerbrug in do Vcnnestraat woonachtig, gehuwd en vider van eenige kinderen. De verslagene word omstreeks half twaalf stervend in de Wagenstraat ge vonden, naast de Bijenkorf. Omtrent de toedracht van het treurige in cident kan nog weinig met zekerheid wor den gezegd. Het slachtoffer schijnt oneenig- heSd tc hebben gekregen met iemand, die thans nog onbekend is, welke ruzie in zeer korten tijd slechts zeer weinigen schij nen iets vin den aanslag zelf to hebben gezien zoo hoog liep, dat het mes eraan te pas kwam. N. kreeg een zeer diepe steek wonde in de borst en zonk zieltogend op het plaveisel neer, bij den hoek van Wa genstraat en Groote Markstraat. Do dader heeft zich, na den aanslag, uit de vooten gem iakt. De ir. allerijl gewaarschuwdo Geneeskun dige Dienst trof het slachtoffer nog levend aan, maar nog vóór aankomst in het Zie kenhuis Zuidwal, was hij aan de gevolgen van de opgeloopen kwetsuur overleden. De politie, die met zeer grootcn spoed naar dc plaats van den aanslig gekomen was, stelde een uitgebreid onderzoek in en narn enkele personen, die meenden iets omtrent do toedracht van het geval te kun nen mededoelen, een voorloopig verhoor af. Omtrent de resultaten daarvan is ons ech ter tot op dit oogenblik nog niets geble ken. Slechts schijnt wel vast te staan, dat de drank aan deze tragedie niet vreemd is. Wij vernemen nog nader van twee perso nen, die inmiddels ook door de politie zijn gehoord, dat voor den eigenlijken moord, waarvan niemand getuige schijnt te zijn geweest, de tot nu toe onbekend gebleven -ianvaller zijn slachtoffer herhaaldelijk ge provoceerd heeft. Bedoelde personen, dio slechts een vaag signalement konden op geven, verklaren, bij herhaling te hebben gehoord, hoe de dader het slachtoffer som meerde om meer „in het donker" te komen. De woordenwisseling duurde slechts kort, zoodat deze mcnschen het verdere verloop niet hebben afgewacht. De aanslag is dus vermoedelijk gepleegd, toen er geen of weinig getuigen tegenwoordig wa ren Eenige vrienden van den verslagene schijnen hem later, zonder tc weten wat er eigenlijk gebeurd was, te hebben opge pikt, met de bedoeling hem naar huis te transporteeren. Tijdens dit transport zakte N., die toen nog niet dood was, eenige ma len in elkaar, waarop een omstander zeide: „Jongens, die mm is niet goed; je kunt be ter den Eerste-Hulpdienst waarschuwen." Spoedig hierna waren eenige agenten ter plaatse, die den E. H. P. opbelden, die even later verscheen, en het slachtoffer naar liet ziekenhuis Zuidwal transporteerde. Hot slachtoffer is eon broer van den be kenden bokser Nieuwerbrug. Het signalement van den vermoedolijken dader luidt: Dirk Pleizier, 23 a 30 jaar oud, ongeveer 1.76 lang. Donkerblond, golvend naar achter gekamd haar, blauwe oogen, bleeke gelaats kleur. Loopt veelal blootshoofd, draagt donker colbertcostuum met reclame insig nes op de revers en een das in de Schot- sche kleuren. De commissaris van politie van afdceling C te Den Haag verzoekt opsporing van de zen nrm. Het lijk van het slachtoffer is naar liet ziekenhuis vervoerd. Een arrestatie. Den Haag, 1G Juni. Do man wiens signalement in den afgeloopen nacht dooi de politie werd rondgezonden, is hedenoch tend slapende aangetroffen in oen schuurtje aan den Moer weg. Bij zijn verhoor aan het hoofdbureau van politie, waarheen hij is overgebracht, zeide hij gisteravond laat zoo beschonken te zijn geweest, dat hij zich niet meer kon herin neren van hetgeen hij gedaan had of wat met hem gebeurd was gistoravond. Verschillende getuigen herkennen in P. den persoon, die met den verslagene heeft gevochten en ook zijn er onder deze getui gen die P. in het bezit van een mes hebben gezien. Bij zijn aanhouding hedenochtend is er op P. geen mes gevonden. In den loop van den dag zal de aange houdene met het lijk van N. worden gecon fronteerd. BOERDERIJ AFGEBRAND. Nabij Almelo. Almelo, 14 Jan. Gisteravond is waar schijnlijk door een defect aan den schoor steen, brand ontstaan in de boerderij van den landbouwer Hoek to Albergen, onder den rook van Almelo. Daar er geen blus- schingsmateriaal aanwezig was, was de boerderij in korten tijd tot den grond toe afgebrand. Van don inboedel kon slecht? weinig worden gered. Een bedrag van 300 tocbehoorende aan een kostganger ging eveneens verloren. Verzekering dekt de schade. WIJZIGING BEGROOTING LANDS- DRUKKERIJ 1930. Vermeerderde omzet en ge stegen winstcijfer. Uit oen ingediend ontwerp tot wijziging van deze begrooting blijkt, dat de omzet belangrijk is vermeerderd als gevolg waar van ook het winstcijfer is gestegen. Dit wordt over 1930 thans geraamd op rond 100.000. Voetbal. URANIA WINT HET TOURNOOI TE PARIJS. De Zwitsersclie club Urania heeft een buitengewone prestatie verricht door het kampioenen-tournooi to Parijs te winnen. Zij sloeg eenst First Vienna met 21 en kwam in de finale togen Slavia, die Santan der met 5—1 klopte. In den gisteren ge speelden eindstrijd zegevierden de Zwitsers met 21 over dc sterke Tsjechen. Voorts won First Vienna gisteren met 42 van Wolverhampton Wanderers. Schalen voor nat fruit in wit en gekleurd aardewerk. Diverse prijzen. TEL. 1235 OUDERS, LET OP DE KLEINTJES! Leer uw kleuters Telkens weer, Het gevaar van Het verkeer! Zeg zo daag'lijks Helder, klaar; „Mijdt den rijweg! Houdt 't trottoir!" Zonder toezicht Buiten, is In deez' tijd Voor kleintjes mis! Niet alleen in Drukke 6traat! Kind'ren snappen Niet. het kwaad, Wat hen dreigt In jeugd-jolijt Past niet 't woordje Veiligheid! Kleuters blijven Kind'ren steeds! Dikwijle ondervond Men reeds Dat de kleintjes Met elk'iar Bleken een Compleet gevaar Voor hen zolven en nog meer voor het druk modern verkeer! Houdt uw kleuters In 't vizier! Gun ze vreugd en jeugdpleizier. Doch vertel ze 't Gruw'lijk kwaad van de groote Drukke straat. Spaar U zelfverwijt cn kruis: Wie ze lief heeft, Laat ze thuisl GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). Cricket GAAT DE H.C.C. SUPREMATIE TELOOR? Haarlem, 14 Juni. Rood en Wit heeft heden den wedstrijd tegen de H.C.C. II. R. en W. 1ste innings 101 (van Buuren 46, v. d. Togt 21). H.C.C. II 1ste innings 62 runs (J. A. Schill 10). R. en W. tweede innings 56 (voor drie). H.C.C. II ziet van verderen strijd af, zoo dat R. en W. gewonnen heeft met 39 runs op de eerste innnings. Ulvcnhout, 9 Juni 1931. Menier, 't Veurnomstc nuuws op onzen hof is van dcuze week,, asdat 'r d'n hoek is aan gekomen! 't Was één van die sthoonc Junimergcns die g'in deuzen tijd wel's emmen kunt, maar die deus jaar zoow kollesaal zeldzaam zijn. Waant 't wirke wil nie, d'n lesten tijd, jonk! 't Is maar te kouw! Als 'k oew toch vertel, misschient hèddct ok gelezen, da-d-et in dc gebuurten van Dinksperloo deus week nog hee gevroren. Dat daar d n heelen krippot *s mergens wit was van dc vorst. Da's dan Dinksperloo, zulde zeggen, da's wijd van huis af, maar as 'k nouw vertel wa-d-ier in Ulvcnhoutcaan d'haand is, dan zulde T tóch van staan tc zien! Ge kunt me geleuvcn of nie, maar ik ben zoow verkouwen dak ginncn tijd em om wa t<3 doen. Waant ik koorn nog uren te kort om dc affaire bij te dweilen. En d'n hoes* ee, die zit gewoonweg vastgeroest aan m'nen asem! 'k Lag vannacht in de bedsteb te piepen, of-t-'r 'n fipke in m'n luchtpijp zat. En m'n pepke? Of 't gestopt is mee kiepenmest, zo'ncn smaak zit T aan! Nouw vraag ik oew, in Juni! 't Is m'n eigen schuld, hee Trui gezeed, maar da's altij 't zclfste protje. Die is in staat, as ik van m'n leven nog 's dood ben, teugen de bidders te zeggen: ,,'t is jammer veur 'm, maar 't is z'n eigen schuld!" 'k Ben 'n boontje as 'k dan nog nie in d'n lach schiet, maar in ieder geval zal 'k dan toch perbeeren me-n-eigen nétjes 't houwen veur die gelegentheid. Maar laten me nie zoovwer veuruit pra ten, as da lekske van die neus weer gestopt u cn da fipke-n-uit m'n strot, dan teeken ik weer veur 'n kwart-eeuw bij om le begin nen; dus gin zurgen veur d'n tijd. 't Is dan hierom m'n eigen schuld volgens m'nen zakdoeken-leverancier, kad deus week nie „as 'nen onvvijzen Adam", Trui d'r woorden, „in de Mark motten kruipen." 'k Zee: „om 't te doen as 'n wijze Eva, daar zag ik lieclcgèór gin kaans veur, snappert, en van de wijsheid van Adam is nog gin- mensch overtuigd Maar ik vraag oevv, amico, as ge in Juni zwemmen wil, is 't dan nic bekaaid, da ge 'r 'n.snotneus van op mot loopen die mee gin bcddelakens bij te houwen is En op 't laand, zulde vragen Eerlijk ge zeed, da val nog al mee. 't Gewas staat er prontjes bij Steuvig cn maalsch. Alleen de èrebeesjes, die 't dan ok van 't zonneke em men motten, da's 'ncn misère-ouvert-mee-'n- snioesje Die zijn nie tc betalen veur 'nen gewonen menscli. 'k Neem ze dan ok nie aanders mee of zo motten deur de klaanten besteld zijn. Van de week vroeg een van m'n klaanten d'r naar. „En Dré", zee ze „waar blijven d'èrebeesjcs van 't jaar?" .Juffrouw" zee ik: „as ge z'emmen wil, za'k ze gère veur oew meebrengen, horre. da witte wel maar rekent 'r dan op, da ge alvast 'n tweede hiepeteek op oew liüske nirnt, waant ze zijn mee gin geld te betalen!" Is 't zoow erg?" vroeg ze mee 'n bietje te leurstelling in d'r donker' ogskes„da's jammer; nie veur m'n eigen, maar m'nen man en de kienders zijn d'r zoow merakels dol op, ziedc Nouw, amico, wa doe-de clan as menscli? En zoow hè'k veur die zwarte ogskes maar 'n literke meegebrocht veur één kwartje, waant zwarte ogskes emmen mijn al 's meer d'n das omgedaan. Eéne van vijfendartig jaren laank zelfs al, en 't ziet 'r naar uit, dat ie nog 'n heel stukske laanger aangebreid zal worrenDa literke èrebeesjes kon er dus ok nog wel bij. Wa gij Maar om dan trug te komen op m'nen boek, sodcmearel wa's da-d-'n kitsig ding geworren, Zooas gezeed: hij kwam dan mee d'eerste post. Mc zatten sjuust aan ons tweede ont bijt laat ik oew zeggen da-d-et eerste de moeite nie is, da's olleen maar om wakker te worren, en kad me vcurgenomen om 'm 's gèèf tc raaen Al 'n heel schaft ha'k erop zitten, m'nen eersten natten rug van dieén dag plekte-n-al an m'nen kiel, en ik had 'nen honger als 'n péèrd En toen 'k mee 'nen kruiwagel mee kers- versclie gruuntcn, dof beslagen van d'n daauw, d'n erft opgerejen kwam, en toen 'k de koffie en 't gebakken spek al onder d'n notenlèèr rook, toen was 't of ze mee 'nen vüst m'n leege maag uitwrongen, 'k Liet Gods water over mijnen kruiwagel loopen en sprong mee 'nen kuitenflikker dwars over m'nen stoel en schoof aan. „Waar heddc gij gezeten?" vroeg Trui. „Wa's da veur 'n strikvraag", zee ik: „waar zouw ik aanders gezeten emmen as lusschen d'n slaai en d'n blomkool, Sjerrelok Ilolmes „Zoow, motte daar nouw nog om henen leggen te draaien ok", en mee schonk ze 'nen gèèven bak leut in: ,,'t kroos haangt in oew wenkbrauwen en plekt aan oew ooren; van daag of morgen kom-de thuis mee de kik- vorsehenpooten uit oew ooren." „Laten rne 't daar dan ophouwen," stelde- n-ik veur: „keb nouw gin tijd meer cn 'k zettc-n-'t mes in d'n eierstruif. „Ge kom vandaag of mergen nog 's verzo pen thuis," viel Trui uit: ,,'k zie oew hee! d'n zomer rnee aangst en beven naar d'n akker gaan, 's mergens; gij mee oew kwa- jongenskuren!" Sjuust zouw ik tusschen 'n paar happen in 't mijne weer zeggen, zoo maar kortweg toen Driek Frijters aangestapt kwam, onze postbooi. En eur ie nog d'n drempel over was, trok Trui 'm 't pakske-n-al uit z'n haanden. „Gif maar ier," zee ze (wa nie meer noo- dig was!) „da zal netuurlijk wel veur mijn zijn." „Goeie merge n", zee d'n Driek, of ie bedoelde: heddet ooit zoow zout gefrèten. „Ok goeiemergen, Mottige," wenschte-n-ik en onderwijle lee Trui 't pakske naast m'n pan mee 'n gebaar of zo T ineens zo'n biet je vies van was. ,„Gift. d'n Mottige toch 'n taske koffio. Trui," zee ik, waant nouw 't pakske veur mijn bestemd was, nouw zouw er d'n Driek er op overgeschoten emmen. Neeö, amico, daar is nouw gin veurbild van, zoow mottig as dieén kearel is! 't Is sjuust 'n waandelend hagelschot. Hee-t-ie g'ouwen uit de mazels. Hij is zóów lillek, dat z'n meske, waar ie indertijd mee op trouwen sting, d'r eigen hekskuseercle mee te zeggen: „mooi is ie nie, m'nen Driek, maar hij hee 'n goei haart en nouw weet ik ok zekers dat T 'n aantier nie mee 'm aan d'n haal zal gaan!' Nouw, wat da betrof, amico, had ze veur honderd percenten zekerheid, horre! Maar laat ik dieén Motzak nouw verders maar schuiven. Toen 'k dan smakelijk dieën eierstruif zat te „verscheuren", en mee m'nen elleboog 't nette pakske wa ver ders uit de kontreicn van m'n vette pan 'temmen geschoven, zee-t-ie: „Gij zij-d-ok nie nuuwsgierig uitgevallen Dré, of witte wat 'r in zil soms?" 'k Bromde schuddend rnee m'nen kop en schraanste deur en toen is d'n Driek maar verders gaan bestellen. Op dieén mottigen kwicbus koom ik nog wel 's trug, waant daar hè'k nog 'n paar stuipen van te vertellen, die nie mottig zijn! Nuow sla m'nen kop daar nie naar, waant as ik oew killes vertelde, ollee, dan bcgoste gij vanzelf te niezen! Maar toen dan d'n struif verslonden was, m'n haanden wa proper gemokt laankst m'n broek, toen ben 'k gaan uitpakken. 't Was stil. Nik^was le heuren as 't gefric mei van de pampiercn, die 'k allegaar zat af te pellen. „Hèhè,zuchtte Trui: „wa zal daar nouw veur tooverij uitkomen!" ,,'Nen boek," veurspelde-n-ik, waant da vuulde-n-ik al en eerlijk, horre, weer kreeg 'k 'n raar gevuul aan m'n maag; 't leek wel op honger, maar 't kon nie, op ginéén manier; maar da kwam omda 'k è&n vuul- de komen, wa veur 'nen haas of ik gescho ten had. ,,'Nen boek?" vroeg Trui, zoow of ze zeg gen wouw, wie mot jouw nouw boeken stu ren, boer! Ah man, ik ken m'n pappenhei- merin, horre. Van onderen, aan 't tutje van d'rcn klomp, kan 'k zien wa ze van boven onder d'r kaanten muts uitbroeit. Maar ire-- nogt, Daar lag ie dan, „D'n Dré en d'n Blaauwe van Ulvenhoul", uitgegeven deur Drukkerij de Spaarnestad te Haarlem, veurda raaide nooit! Veur éénen daalder! En prachtig d'r uit zien... De oliebollenlocht die sloeg 'r af. Waant m'nen vrind d'n Manus, zei vers noemt ie z'n eigen Herman Moerkerk, maar lot 'm maar betijen, verven as ie kan! En teekencn. Daar is nouw onzen oudste, d'n Dré, maar 'nen papcruut teugen in da vak! maar d'n Manus dan hee-t-'r effen 'nen kermis opgezet, ollee ge ziet 'm draaien d'n mallemeulen! Ge hcurt 'm klappen de kop van Jut! 't. Is 'n verduveld aardig boek gewor ren," zee Trui en ik blaarde maar deur, blad veur blad! En telkens as ze d'ren naam zag staan, waant ze kroop bekaanst in m'nen zak onder 't blaaiëren, dan riep ze: „houwes!" En dan konterleerde ze wa'fc er van gemokt had en da waren nouw net van die heksamcnoogenblikskes, ce! En toen 'k weer van veuren af wouw be ginnen om d'n boek nog 's te bezien, toen... wel toen riep Trui: „allemachtig! licverkripsaus. z'emmen 'r oewen lillekerd ok al ingezet; zonde van 't boekske! Affijn, altij goed teugen 't kwijtloopen!" Zooda 'k maar zeggen wil, asdat de boe ken teugeswoorig heel wa goeickooper zijn, as de èrebeesjes. Waant veur 'nen daalder èrebeesjës hedde hogslens drie menulen plazier cn mee zo'nen boek, waar al dio boevenstreken van d'n Blaauwe in staan, nouw, nie omda'k 'm zeivers gepotlooid cm, de èrebeesjes zijn as 't puntje bij z'n paaltje komt ók veur d'n verkoop! maar dan kunde veur oew honderdveftig eenten heel wa meer plazier emmen as van zo'n aanderhaalf onrijp èrebeesje, da sprikt! Trui hce-t-'m in de goeie kast geleed, tus schen 't schoon goed' As *k Zaterdagavond m'n schoon flenelleke pak, zie 'k 'm dus weer 's. Ge zou-d-oew eigen op zoo'n manier drie keer per dag verschoonen, wilde da geleu- ven? Maar ollee, laat ik er nouw afschcien, waant keb genogt te verschoonen aan dieën lammenadigen kokkerd! Mee zukke neuzen moesten ze do Zuiër- zee maar dempen. Veul groeten van Trui en, as altij, gin horke minder van oewen loet a voe DRÓ.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 2