RINTEL
DE KONINKLIJKE FAMILIE TE PARIJS
1 BRIEVEN VAN EEN
BRABANTSCHEN BOER
SIERKUNST
Sport
AANKOMST AAN tltf
GARE DE NORD
Het verblijf op „Les Tilleuls"
MOORD OP EEN CHAUFFEUR
Vaag signalement van
den dader
ÜTRECXTSCKE WEG
DOOR A. A. L. CRAUMANS
Een hartelijke verwel
koming
Pa rij6, 16 Juni (V.D.) Met den gewonen
trein, in welken twee salonrijtuigen waren
gehaakt, zijn hedenmorgen te 6.54 uur H.M.
de Kon inging, Z.K.H. Prins Hendrik en
H.K.H. Prinses Juliana met gevolg op het
Gare du Nord aangekomen.
Van de Fransche grens af werd do trein
begeleid door een inspecteur van de Fran
sche spoorwegadministratie. Hoewel t al
tijd des morgens hij het Gare.du Nord zeer
druk is door de vele reizigers en de duizen
den forenzen uit de voorsteden, was het
hedenmorgen toch nog drukker dan ge
woonlijk, daar bekend was geworden, dat
de Ncderlandsche Koninklijke familie met
dezen trein zou meekomen
Onder de vele belangstellenden die op de
aankomst van de hooge bezoekers wachtten
bevonden zich vele Nederlanders
De politie had geen speciale maatregelen
genomen. Er waren geen afzettingen, zoo
dat de belangstellenden de hooge bezoekers
van dichtbij konden zien.
Op het station waren ter begroeting o.a
aanwezig do Nedcrlandsche gezant te Parijs
Jhr. Dr. J. Loudon en dien6 cchtgenoote, de
gczantschapsraad Mr. Dr. L. Garstcri, de
gezantschapsattaché de heer Labouehère en
de Nedcrlandsche consul-generaal te Parijs
de heer L. Droogleever Fortuijn; en verder
van Fransche zijde generaal Bra^onnier als
vertegenwoordiger van den president der
republiek, de chef van het protocol de Fou-
guères en kapitein Sauzy als vertegen-
woordleer van maarschalk Lyautcy.
Nadat dc heer London dc aanwezigen
aan II.M. de Koningin en :1e andere hooge
bezoekers had voorgesteld en IT.M. eenige
hartelijko woorden met de aanwezigen had
gewisseld, begaven de hooge bezoekers zich
door den Oostelijkcn uitgang naar buiten
om plaats te nemen in de gereedstaande
eigen auto van H.M. do Koningin.
Onmiddellijk werd naar Chevreuse gere
den waar H.M. gedurende haar verblijf in
Frankrijk haar intrek zal nemen in de
villa „Tilleul6".
Hot was hedenmorgen bij aankomst van
de Koniglijke Familie mooi zonnig weer
H.M. de Koningin was gekleed in „een
donkergrijs mantelccstuum met blauwen
hoed met veer. Prinses Juliana droeg een
beige mantclcostnum en een hoed van de
zelfde kleur, terwijl Prins Hendrik in civiel
was.
Het verblijf cp „Les Tilisuls".
Do Parijsche Hbld. correspondent meldt:
Over de wijze waarop „Les Tilleuls" als
verblijfplaats voor dc koninklijke familie is
uitgekozen, deelt „Figaro" vanmorgen het
volgende mede:
„H.M. wilde een veertien dagen tc Parijs
komen doorbrengen, ver van het lawaai en
van hinderlijke toeschouwers, en een van
baar vroegere eeredames, te Parijs wonen
de, en die zeer gelieerd is met de eigena
res van „Les Tilleuls", haü toen int denk
beeld voor te stellen, dit oude familie-huis
tegen 1870 gebouwd, te huren. Een lid van
het militaire huis werd op verkenning uit
gestuurd; hij bewonderde hot park, het
gocd-ontworpen plein mot dc oude boomen,
de mooie allee, den wildèn wingerd, dio
een gewelf vormt waar rozen on blauwe
regen omlaag hangen, den vijver, den
moestuin, den boombnard en den rozen
tuin Dit was werkelijk hot bescheiden
plekje, dat dc vorstin wcnsclite, en hij gaf
zijn toestcming."
„Figaro" vertelt verder, dat dc koningin
en de prinses met drie hofdames zullen
logeeren in het deel van het huiten, dat
het blad ietwat pómpeus „Le castel" beti
telt. De kamer van H.M. is behangen met
toile de Jouy, waarmee ook de stoelen be
kleed zijn. Het meubileur is in den stijl van
Lod. XV. Aan de kamer grenzen een bad
kamer en een 6alon-boudoir. De prins en
dc hoeren van het gevolg hebben hun ver
trekken in het andere gedeelte.
De „Petit Parisien" bevat een uiterst
sympathiek gesteld artikel ter gelegenheid
van de komst van koningin Wilhclmina van
dc hand van mevrouw Do Gubernatis,
waaraan het volgende is ontleend:
„Ter gelegenheid van het koninklijk be
zoek wordt het Nederlandsche paviljoen op
de tentoonstelling prachtig met bloemen
versierd. Er werden n.l. door de Holland-
sche bloemkweekers als geschenk 10.000
irissen per vliegtuig naar Parijs gezonden
om daar voor versiering dienst te doen.
„De koningin blijft maar enkele dagen
te Parijs. Prinses Juliana, die voor het
eerst naar Parijs komt, heeft den wen6ch
uitgesproken, nog een dag of acht langer
te mogen blijven. De koningin heeft met
genoegen dit verzoek ingewilligd, onge
twijfeld denkend aan do aangename reizen,
die zijzeive op den leeftijd van 15 tot 18
jaar naar Frankrijk deed. Daarna kwam
zij er officieel terug onder het president
schap van den heer Failliérs. De Parijze-
naars hebben dc herinnering bewaard eerst
aan prinses Wilhclmina, daarna aan de
jonge koningin met haar frisschc gelaats
kleur. Ditmaal zullen zij een allerliefst
jongmeisje aan haar zijde zien, dat net
zulk een gezonde kleur heeft, opgewekt
van aard, en die bij haar zeldzame quali-
teiten van hoofrl en hart een stevig fond
van kennis en studie heeft gevoegd
K. BLOEMENDAAL. t
Apeldoorn, 15 Junt. Alhier overleed
op 100-jarigcn leeftijd de oudste inwoner der
gemeente, de heer K. Bloemendaal, oud-in-
bpecteur der telegrafie.
mvFAN IÊCIEEDEI
KAPSTOK
fViodeme dessins.
SIERKLEEBJES
Varkcnsmarkt 13-15 Teiet. 582
Een drama in donker
den Haag
's-Gravenhage, 16 Juni. Kort na mid
dernacht is in de Wagenstraat alhier de
30-jarige chauffeur N, Nieuwenberg op den
openharen weg doodgestoken. Het misdrijf
moet begaan zijn na een woordenwisseling.
Den Haag, 16 Juni. Het slachtoffer van
den moord in de Wagenstraat is de 35-
jarige N. Nieuwerbrug in do Vcnnestraat
woonachtig, gehuwd en vider van eenige
kinderen. De verslagene word omstreeks
half twaalf stervend in de Wagenstraat ge
vonden, naast de Bijenkorf.
Omtrent de toedracht van het treurige in
cident kan nog weinig met zekerheid wor
den gezegd. Het slachtoffer schijnt oneenig-
heSd tc hebben gekregen met iemand, die
thans nog onbekend is, welke ruzie in zeer
korten tijd slechts zeer weinigen schij
nen iets vin den aanslag zelf to hebben
gezien zoo hoog liep, dat het mes eraan
te pas kwam. N. kreeg een zeer diepe steek
wonde in de borst en zonk zieltogend op
het plaveisel neer, bij den hoek van Wa
genstraat en Groote Markstraat. Do dader
heeft zich, na den aanslag, uit de vooten
gem iakt.
De ir. allerijl gewaarschuwdo Geneeskun
dige Dienst trof het slachtoffer nog levend
aan, maar nog vóór aankomst in het Zie
kenhuis Zuidwal, was hij aan de gevolgen
van de opgeloopen kwetsuur overleden.
De politie, die met zeer grootcn spoed
naar dc plaats van den aanslig gekomen
was, stelde een uitgebreid onderzoek in en
narn enkele personen, die meenden iets
omtrent do toedracht van het geval te kun
nen mededoelen, een voorloopig verhoor af.
Omtrent de resultaten daarvan is ons ech
ter tot op dit oogenblik nog niets geble
ken. Slechts schijnt wel vast te staan, dat
de drank aan deze tragedie niet vreemd is.
Wij vernemen nog nader van twee perso
nen, die inmiddels ook door de politie zijn
gehoord, dat voor den eigenlijken moord,
waarvan niemand getuige schijnt te zijn
geweest, de tot nu toe onbekend gebleven
-ianvaller zijn slachtoffer herhaaldelijk ge
provoceerd heeft. Bedoelde personen, dio
slechts een vaag signalement konden op
geven, verklaren, bij herhaling te hebben
gehoord, hoe de dader het slachtoffer som
meerde om meer „in het donker" te
komen. De woordenwisseling duurde
slechts kort, zoodat deze mcnschen het
verdere verloop niet hebben afgewacht. De
aanslag is dus vermoedelijk gepleegd, toen
er geen of weinig getuigen tegenwoordig
wa ren
Eenige vrienden van den verslagene
schijnen hem later, zonder tc weten wat
er eigenlijk gebeurd was, te hebben opge
pikt, met de bedoeling hem naar huis te
transporteeren. Tijdens dit transport zakte
N., die toen nog niet dood was, eenige ma
len in elkaar, waarop een omstander zeide:
„Jongens, die mm is niet goed; je kunt be
ter den Eerste-Hulpdienst waarschuwen."
Spoedig hierna waren eenige agenten ter
plaatse, die den E. H. P. opbelden, die even
later verscheen, en het slachtoffer naar liet
ziekenhuis Zuidwal transporteerde.
Hot slachtoffer is eon broer van den be
kenden bokser Nieuwerbrug.
Het signalement van den vermoedolijken
dader luidt:
Dirk Pleizier, 23 a 30 jaar oud, ongeveer
1.76 lang. Donkerblond, golvend naar achter
gekamd haar, blauwe oogen, bleeke gelaats
kleur. Loopt veelal blootshoofd, draagt
donker colbertcostuum met reclame insig
nes op de revers en een das in de Schot-
sche kleuren.
De commissaris van politie van afdceling
C te Den Haag verzoekt opsporing van de
zen nrm. Het lijk van het slachtoffer is
naar liet ziekenhuis vervoerd.
Een arrestatie.
Den Haag, 1G Juni. Do man wiens
signalement in den afgeloopen nacht dooi
de politie werd rondgezonden, is hedenoch
tend slapende aangetroffen in oen schuurtje
aan den Moer weg.
Bij zijn verhoor aan het hoofdbureau van
politie, waarheen hij is overgebracht, zeide
hij gisteravond laat zoo beschonken te zijn
geweest, dat hij zich niet meer kon herin
neren van hetgeen hij gedaan had of wat
met hem gebeurd was gistoravond.
Verschillende getuigen herkennen in P.
den persoon, die met den verslagene heeft
gevochten en ook zijn er onder deze getui
gen die P. in het bezit van een mes hebben
gezien. Bij zijn aanhouding hedenochtend
is er op P. geen mes gevonden.
In den loop van den dag zal de aange
houdene met het lijk van N. worden gecon
fronteerd.
BOERDERIJ AFGEBRAND.
Nabij Almelo.
Almelo, 14 Jan. Gisteravond is waar
schijnlijk door een defect aan den schoor
steen, brand ontstaan in de boerderij van
den landbouwer Hoek to Albergen, onder
den rook van Almelo. Daar er geen blus-
schingsmateriaal aanwezig was, was de
boerderij in korten tijd tot den grond toe
afgebrand. Van don inboedel kon slecht?
weinig worden gered. Een bedrag van 300
tocbehoorende aan een kostganger ging
eveneens verloren.
Verzekering dekt de schade.
WIJZIGING BEGROOTING LANDS-
DRUKKERIJ 1930.
Vermeerderde omzet en ge
stegen winstcijfer.
Uit oen ingediend ontwerp tot wijziging
van deze begrooting blijkt, dat de omzet
belangrijk is vermeerderd als gevolg waar
van ook het winstcijfer is gestegen. Dit
wordt over 1930 thans geraamd op rond
100.000.
Voetbal.
URANIA WINT HET TOURNOOI
TE PARIJS.
De Zwitsersclie club Urania heeft een
buitengewone prestatie verricht door het
kampioenen-tournooi to Parijs te winnen.
Zij sloeg eenst First Vienna met 21 en
kwam in de finale togen Slavia, die Santan
der met 5—1 klopte. In den gisteren ge
speelden eindstrijd zegevierden de Zwitsers
met 21 over dc sterke Tsjechen. Voorts
won First Vienna gisteren met 42 van
Wolverhampton Wanderers.
Schalen voor nat fruit in wit
en gekleurd aardewerk.
Diverse prijzen.
TEL. 1235
OUDERS, LET OP DE KLEINTJES!
Leer uw kleuters
Telkens weer,
Het gevaar van
Het verkeer!
Zeg zo daag'lijks
Helder, klaar;
„Mijdt den rijweg!
Houdt 't trottoir!"
Zonder toezicht
Buiten, is
In deez' tijd
Voor kleintjes mis!
Niet alleen in
Drukke 6traat!
Kind'ren snappen
Niet. het kwaad,
Wat hen dreigt
In jeugd-jolijt
Past niet 't woordje
Veiligheid!
Kleuters blijven
Kind'ren steeds!
Dikwijle ondervond
Men reeds
Dat de kleintjes
Met elk'iar
Bleken een
Compleet gevaar
Voor hen zolven
en nog meer
voor het druk
modern verkeer!
Houdt uw kleuters
In 't vizier!
Gun ze vreugd
en jeugdpleizier.
Doch vertel ze
't Gruw'lijk kwaad
van de groote
Drukke straat.
Spaar U zelfverwijt
cn kruis:
Wie ze lief heeft,
Laat ze thuisl
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
Cricket
GAAT DE H.C.C. SUPREMATIE TELOOR?
Haarlem, 14 Juni. Rood en Wit heeft
heden den wedstrijd tegen de H.C.C. II.
R. en W. 1ste innings 101 (van Buuren 46,
v. d. Togt 21).
H.C.C. II 1ste innings 62 runs (J. A. Schill
10).
R. en W. tweede innings 56 (voor drie).
H.C.C. II ziet van verderen strijd af, zoo
dat R. en W. gewonnen heeft met 39 runs
op de eerste innnings.
Ulvcnhout, 9 Juni 1931.
Menier,
't Veurnomstc nuuws op onzen hof is
van dcuze week,, asdat 'r d'n hoek is aan
gekomen!
't Was één van die sthoonc Junimergcns
die g'in deuzen tijd wel's emmen kunt, maar
die deus jaar zoow kollesaal zeldzaam zijn.
Waant 't wirke wil nie, d'n lesten tijd,
jonk! 't Is maar te kouw!
Als 'k oew toch vertel, misschient hèddct
ok gelezen, da-d-et in dc gebuurten van
Dinksperloo deus week nog hee gevroren.
Dat daar d n heelen krippot *s mergens wit
was van dc vorst.
Da's dan Dinksperloo, zulde zeggen, da's
wijd van huis af, maar as 'k nouw vertel
wa-d-ier in Ulvcnhoutcaan d'haand is, dan
zulde T tóch van staan tc zien!
Ge kunt me geleuvcn of nie, maar ik ben
zoow verkouwen dak ginncn tijd em om
wa t<3 doen. Waant ik koorn nog uren te
kort om dc affaire bij te dweilen. En d'n
hoes* ee, die zit gewoonweg vastgeroest
aan m'nen asem!
'k Lag vannacht in de bedsteb te piepen,
of-t-'r 'n fipke in m'n luchtpijp zat. En m'n
pepke? Of 't gestopt is mee kiepenmest,
zo'ncn smaak zit T aan! Nouw vraag ik
oew, in Juni!
't Is m'n eigen schuld, hee Trui gezeed,
maar da's altij 't zclfste protje. Die is in
staat, as ik van m'n leven nog 's dood ben,
teugen de bidders te zeggen: ,,'t is jammer
veur 'm, maar 't is z'n eigen schuld!" 'k
Ben 'n boontje as 'k dan nog nie in d'n
lach schiet, maar in ieder geval zal 'k dan
toch perbeeren me-n-eigen nétjes 't houwen
veur die gelegentheid.
Maar laten me nie zoovwer veuruit pra
ten, as da lekske van die neus weer gestopt
u cn da fipke-n-uit m'n strot, dan teeken ik
weer veur 'n kwart-eeuw bij om le begin
nen; dus gin zurgen veur d'n tijd.
't Is dan hierom m'n eigen schuld volgens
m'nen zakdoeken-leverancier, kad deus
week nie „as 'nen onvvijzen Adam", Trui d'r
woorden, „in de Mark motten kruipen."
'k Zee: „om 't te doen as 'n wijze Eva, daar
zag ik lieclcgèór gin kaans veur, snappert,
en van de wijsheid van Adam is nog gin-
mensch overtuigd
Maar ik vraag oevv, amico, as ge in Juni
zwemmen wil, is 't dan nic bekaaid, da ge
'r 'n.snotneus van op mot loopen die mee
gin bcddelakens bij te houwen is
En op 't laand, zulde vragen Eerlijk ge
zeed, da val nog al mee. 't Gewas staat er
prontjes bij Steuvig cn maalsch. Alleen de
èrebeesjes, die 't dan ok van 't zonneke em
men motten, da's 'ncn misère-ouvert-mee-'n-
snioesje
Die zijn nie tc betalen veur 'nen gewonen
menscli. 'k Neem ze dan ok nie aanders
mee of zo motten deur de klaanten besteld
zijn.
Van de week vroeg een van m'n klaanten
d'r naar. „En Dré", zee ze „waar blijven
d'èrebeesjcs van 't jaar?"
.Juffrouw" zee ik: „as ge z'emmen wil,
za'k ze gère veur oew meebrengen, horre.
da witte wel maar rekent 'r dan op, da ge
alvast 'n tweede hiepeteek op oew liüske
nirnt, waant ze zijn mee gin geld te betalen!"
Is 't zoow erg?" vroeg ze mee 'n bietje te
leurstelling in d'r donker' ogskes„da's
jammer; nie veur m'n eigen, maar m'nen
man en de kienders zijn d'r zoow merakels
dol op, ziedc
Nouw, amico, wa doe-de clan as menscli?
En zoow hè'k veur die zwarte ogskes maar
'n literke meegebrocht veur één kwartje,
waant zwarte ogskes emmen mijn al 's meer
d'n das omgedaan. Eéne van vijfendartig
jaren laank zelfs al, en 't ziet 'r naar uit, dat
ie nog 'n heel stukske laanger aangebreid
zal worrenDa literke èrebeesjes kon er
dus ok nog wel bij. Wa gij
Maar om dan trug te komen op m'nen
boek, sodcmearel wa's da-d-'n kitsig ding
geworren,
Zooas gezeed: hij kwam dan mee d'eerste
post. Mc zatten sjuust aan ons tweede ont
bijt laat ik oew zeggen da-d-et eerste de
moeite nie is, da's olleen maar om wakker
te worren, en kad me vcurgenomen om
'm 's gèèf tc raaen
Al 'n heel schaft ha'k erop zitten, m'nen
eersten natten rug van dieén dag plekte-n-al
an m'nen kiel, en ik had 'nen honger als 'n
péèrd
En toen 'k mee 'nen kruiwagel mee kers-
versclie gruuntcn, dof beslagen van d'n
daauw, d'n erft opgerejen kwam, en toen
'k de koffie en 't gebakken spek al onder d'n
notenlèèr rook, toen was 't of ze mee 'nen
vüst m'n leege maag uitwrongen, 'k Liet
Gods water over mijnen kruiwagel loopen
en sprong mee 'nen kuitenflikker dwars over
m'nen stoel en schoof aan.
„Waar heddc gij gezeten?" vroeg Trui.
„Wa's da veur 'n strikvraag", zee ik:
„waar zouw ik aanders gezeten emmen as
lusschen d'n slaai en d'n blomkool, Sjerrelok
Ilolmes
„Zoow, motte daar nouw nog om henen
leggen te draaien ok", en mee schonk ze 'nen
gèèven bak leut in: ,,'t kroos haangt in oew
wenkbrauwen en plekt aan oew ooren; van
daag of morgen kom-de thuis mee de kik-
vorsehenpooten uit oew ooren."
„Laten rne 't daar dan ophouwen," stelde-
n-ik veur: „keb nouw gin tijd meer cn 'k
zettc-n-'t mes in d'n eierstruif.
„Ge kom vandaag of mergen nog 's verzo
pen thuis," viel Trui uit: ,,'k zie oew hee!
d'n zomer rnee aangst en beven naar d'n
akker gaan, 's mergens; gij mee oew kwa-
jongenskuren!"
Sjuust zouw ik tusschen 'n paar happen
in 't mijne weer zeggen, zoo maar kortweg
toen Driek Frijters aangestapt kwam,
onze postbooi.
En eur ie nog d'n drempel over was, trok
Trui 'm 't pakske-n-al uit z'n haanden.
„Gif maar ier," zee ze (wa nie meer noo-
dig was!) „da zal netuurlijk wel veur mijn
zijn."
„Goeie merge n", zee d'n Driek, of ie
bedoelde: heddet ooit zoow zout gefrèten.
„Ok goeiemergen, Mottige," wenschte-n-ik
en onderwijle lee Trui 't pakske naast m'n
pan mee 'n gebaar of zo T ineens zo'n biet
je vies van was.
,„Gift. d'n Mottige toch 'n taske koffio.
Trui," zee ik, waant nouw 't pakske veur
mijn bestemd was, nouw zouw er d'n Driek
er op overgeschoten emmen.
Neeö, amico, daar is nouw gin veurbild
van, zoow mottig as dieén kearel is! 't Is
sjuust 'n waandelend hagelschot. Hee-t-ie
g'ouwen uit de mazels.
Hij is zóów lillek, dat z'n meske, waar ie
indertijd mee op trouwen sting, d'r eigen
hekskuseercle mee te zeggen: „mooi is ie
nie, m'nen Driek, maar hij hee 'n goei haart
en nouw weet ik ok zekers dat T 'n aantier
nie mee 'm aan d'n haal zal gaan!'
Nouw, wat da betrof, amico, had ze veur
honderd percenten zekerheid, horre!
Maar laat ik dieén Motzak nouw verders
maar schuiven. Toen 'k dan smakelijk
dieën eierstruif zat te „verscheuren", en
mee m'nen elleboog 't nette pakske wa ver
ders uit de kontreicn van m'n vette pan
'temmen geschoven, zee-t-ie: „Gij zij-d-ok
nie nuuwsgierig uitgevallen Dré, of witte
wat 'r in zil soms?"
'k Bromde schuddend rnee m'nen kop en
schraanste deur en toen is d'n Driek maar
verders gaan bestellen.
Op dieén mottigen kwicbus koom ik nog
wel 's trug, waant daar hè'k nog 'n paar
stuipen van te vertellen, die nie mottig zijn!
Nuow sla m'nen kop daar nie naar, waant
as ik oew killes vertelde, ollee, dan bcgoste
gij vanzelf te niezen!
Maar toen dan d'n struif verslonden was,
m'n haanden wa proper gemokt laankst m'n
broek, toen ben 'k gaan uitpakken.
't Was stil. Nik^was le heuren as 't gefric
mei van de pampiercn, die 'k allegaar zat
af te pellen.
„Hèhè,zuchtte Trui: „wa zal daar
nouw veur tooverij uitkomen!"
,,'Nen boek," veurspelde-n-ik, waant da
vuulde-n-ik al en eerlijk, horre, weer kreeg
'k 'n raar gevuul aan m'n maag; 't leek
wel op honger, maar 't kon nie, op ginéén
manier; maar da kwam omda 'k è&n vuul-
de komen, wa veur 'nen haas of ik gescho
ten had.
,,'Nen boek?" vroeg Trui, zoow of ze zeg
gen wouw, wie mot jouw nouw boeken stu
ren, boer! Ah man, ik ken m'n pappenhei-
merin, horre. Van onderen, aan 't tutje van
d'rcn klomp, kan 'k zien wa ze van boven
onder d'r kaanten muts uitbroeit. Maar ire--
nogt,
Daar lag ie dan, „D'n Dré en d'n Blaauwe
van Ulvenhoul", uitgegeven deur Drukkerij
de Spaarnestad te Haarlem, veurda
raaide nooit! Veur éénen daalder!
En prachtig d'r uit zien...
De oliebollenlocht die sloeg 'r af.
Waant m'nen vrind d'n Manus, zei vers
noemt ie z'n eigen Herman Moerkerk, maar
lot 'm maar betijen, verven as ie kan! En
teekencn. Daar is nouw onzen oudste, d'n
Dré, maar 'nen papcruut teugen in da vak!
maar d'n Manus dan hee-t-'r effen 'nen
kermis opgezet, ollee ge ziet 'm draaien d'n
mallemeulen! Ge hcurt 'm klappen de kop
van Jut!
't. Is 'n verduveld aardig boek gewor
ren," zee Trui en ik blaarde maar deur,
blad veur blad! En telkens as ze d'ren
naam zag staan, waant ze kroop bekaanst
in m'nen zak onder 't blaaiëren, dan riep
ze: „houwes!" En dan konterleerde ze wa'fc
er van gemokt had en da waren nouw net
van die heksamcnoogenblikskes, ce!
En toen 'k weer van veuren af wouw be
ginnen om d'n boek nog 's te bezien,
toen... wel toen riep Trui: „allemachtig!
licverkripsaus. z'emmen 'r oewen lillekerd
ok al ingezet; zonde van 't boekske! Affijn,
altij goed teugen 't kwijtloopen!"
Zooda 'k maar zeggen wil, asdat de boe
ken teugeswoorig heel wa goeickooper zijn,
as de èrebeesjes. Waant veur 'nen daalder
èrebeesjës hedde hogslens drie menulen
plazier cn mee zo'nen boek, waar al dio
boevenstreken van d'n Blaauwe in staan,
nouw, nie omda'k 'm zeivers gepotlooid
cm, de èrebeesjes zijn as 't puntje bij
z'n paaltje komt ók veur d'n verkoop!
maar dan kunde veur oew honderdveftig
eenten heel wa meer plazier emmen as van
zo'n aanderhaalf onrijp èrebeesje, da sprikt!
Trui hce-t-'m in de goeie kast geleed, tus
schen 't schoon goed' As *k Zaterdagavond
m'n schoon flenelleke pak, zie 'k 'm dus
weer 's.
Ge zou-d-oew eigen op zoo'n manier drie
keer per dag verschoonen, wilde da geleu-
ven?
Maar ollee, laat ik er nouw afschcien,
waant keb genogt te verschoonen aan dieën
lammenadigen kokkerd!
Mee zukke neuzen moesten ze do Zuiër-
zee maar dempen.
Veul groeten van Trui en, as altij, gin
horke minder van oewen
loet a voe
DRÓ.