AHEPSF00KT5CH DAGKLAB
Binnenland
Feuilleton
Zaterdag 4 Juli 1931
.DE EEMIANDER-
30e Jaargang No. 4
TWEEDE BLAD
ONDERHANDELINGEN
BELGIE?
MET
Het Scheldevraagstuk
.ORANJE EN ROOD"
ÉN .V. COMPAGNIE LYONNAISE 3JL
PRIJSVERMINDERING HOEDEN
MIDDENSTANDSCONGRES
INVOER VAN STEENKOOL
IN FRANKRIJK
ESSENCES VOOR LIMONADES
PER FLACON 35 CENT
A. v. d. WEG LANGESTRAAT 23 TEL. 217
Onze Zuiderburen zouden een
politiek van toenadering
gaan voeren
Het Volk constateert, dat de Belgische
tegenspraak van het bericht der „Nation
Beige" heel vaag is. En het vlad voegt er
het volgende aan toe:
Uit nadere informaties, die wij Donder
dagochtend hebben ingewonnen, blijkt, dat
het bericht van de „Nation Beige" wel de
gelijk gegrond is. Alleen is nog niet tot
officieele onderteekening overgegaan. Bel
gië wil een toenadering met Nederland en
met de Noordelijke landen en treedt meer
en meer onafhankelijk op tegenover de
Fransche politiek. België, welks economi
sche belangen door het Fransche protec
tionisme in het gedrang worden gebracht,
wil een economisch accoord met Nederland
en met de Noordelijke landen. Het is dan
ook begrijpelijkerwijs bereid tot het doen
van concessies op een punt, dat als het
grootste struikelblok voor de toenadering
tusschen Nederland en België werd be
schouwd.
Regeling Scheldevraagstuk.
In politieke kringen gaat verder het ge
rucht, dat niet alleen een accoord over de
Wielingenkwestie, maar ook over het ge-
heele Scheldevraagstuk en het Verdrag van
1839 in het vooruitzicht is gesteld.
De Katholieke „Standaard", welk blad na
'de jongste regeeringscrisis een officieele re-
geeringsorgaan is geworden, schrijft onder
den titel „Naar klaarheid in de verhouding
van België tot Nederland" de volgende be
langwekkende regels: ,.Uit betrouwbare
brond hebben wij de jongste dagen her
haaldelijk geruchten opgevangen over een
op handen zijnde klaarheid in do verhou
dingen tusschen België en Nederland. Een
bewijs van dezen nieuwen toestand zag
men in het feit, dat de koningin van Ne
derland tijdens haar bezoek aan do kolo
niale tentoonstelling te Parijs allereerst
het Belgische paviljoen heeft bezocht. De
vriendschapsdaad van onze regeering na
de verwoesting van het Nederlandsche pa
viljoen, namelijk de beschikbaarstelling
van een deel van het Belgische paviljoen
was eveneens treffend.
Men zegt ook, dat het niet uitgesloten
is, dat in het najaar, zoo niet reeds in het
voorjaar van 1932, een bezoek van koningin
.Wilhelmina aan Brussel zal plaats vinden,
dat beantwoord zal worden met een bezoek
van ons vorstenhuis aan Den Haag. Wat
er ook van zij* bet is een feit, dat de tijds
omstandigheden gunstig zijn voor een be«
tere* verstandhouding tusschen België en
Nederland. Ongetwijfeld zal het verdrag
van Oslo daaraan in ruime mate mede
werken."
Tenslotte moeten wij wijzen op het feit,
dat de „Nation Beige" wordt beschouwd
als hot blad, dat het best is ingelicht over
hetgeen in de regeering en in de ministe
ries gebeurt. Het was ook onze krant, die
het eerste mededeelingen bevatte over de
forten, die eerst werden tegengesproken
door de regeering, doch later juist bleken
te zijn.
Voorts verneemt Het Volk uit Brussel:
Donderdagmiddag werd door het minis
terie van Buitenlandsche Zaken meege
deeld, dat officieele onderhandelingen met
Nederland weldra zullen plaats hebben en
dat men hoopt in den loop van het vol
gend jaar tot een accoord te geraken. Het
sluiten van dit accoord zou gevolgd worden
door een officieel bezoek van Koningin
Wilhelmina aan Brussel.
De hulpverleening langs den weg
door de twee „kruisen"
Naar aanleiding van de op 16 Juni hier
ter stede gehouden vergadering van ..Het
Oranje Kruis" (waarvan wij een verslas in
ons blad publiceerden), schrijft dr. G. A.
Prins alhier in de „Vox Medicorum" een na
betrachting.
Daarin betoogt hij, na uiteengezet te heb
ben, dat de organisatie van hulpverleening
bij verkeersongevallen de aangewezen taak
is voor het Roode Kruis in vredestijd, dat
deze vereeniging er krachtens haar natio
nale en internationale verplichtigen niet
over denken zal, zich het reeds begonnen
werk uit handen te laten nemen. Aan den
anderen kant moet men ook den goeden wil
van het „Oranje Kruis", alsmede de hulp
van de machtige organisaties, die daarach
ter staan, zeer zeker niet onderschatten.
Samenwerking is hier noodig en mogelijk
in dier voege, dat er een verdccling van ar
beid optreedt.
Het Roode Kruis gaat dus door met zijn
begonnen werk, en neemt ook verder de
verzorging der groote wegen ter hand, de
zoogen. primaire wegen dus, waarbij aller
eerst het internationale verkeer in oogen-
schouw genomen wordt, zooals tot dus verre.
Het Oranje Kruis, zijnde een meer lande
lijke organisatie, regelt het hulpvraagstuk
ten platten lande, en kan dan eens laten
zien, dat het ook iets anders kan dan plan
nen maken alleen.
Ook de vereeniging van artsen-automobi
listen, waarvan dr. Prins voorzitter is, heeft
besloten het Roode Kruis zoo krachtig mo
gelijk te steunen en is ook bereid het
Oranje Kruis te helpen, mits het genegen
gevonden wordt in de boven aangeduide
richting werkzaam te zijn.
De schrijver eindigt met de woorden:
„In het belang van onze geheele bevol
king, in het belang van een snelle en des
kundige verzorging en overbrenging der ge
wonden, in het belang ook van de interna
tionale samenwerking, hoop ik, dat boven
staande, als een modus vivendi, met behoud
van ieders zelfstandigheid, kon aangenomen
worden."
«SP UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT sS#!'
Behandeling van eenige
prae-adviezen
Zand voort, 2 Juli. Heden werd het
28ste Middenstandscongres in Hotel „Groot
Badhuis" alhier voortgezet met de behande
ling van eenige agendapunten der Alge
raeene Vergadering, die gisteren reeds op de
agenda stonden.
Betreffende het prae-advies van den heer
A. de Hoop over „de vermakelijkheidsbelas
ting" sprak het congres zich in dier voegt
uit, dat het kunst- en amusementsbedrijf
zoo laag mogelijk belast moet worden,; het
congres was voorts van oordeel, dat diffe
rentiatie moet worden afgekeurd.
In plaats van den heer A. J. v. d. Pol
sprak de heer A. Nyhuis, secretaris van de
Rotterdarnscho Middenstandsvcreeniging
„Handel en Nijverheid" over het voor-ont
werp eener Bedrijfsradeuwet. Spr. noemde
het voor-ontwerp niet zoo onschuldig als het
er uitziet, het zit vol met angels en klem
men, het opleggen van allerlei maatregelen
van regeeringswege noemde spr. beklem
mend. Spr hoopt, dat het vrije bedrijfs
leven in ons land zal kunnen blijven be
staan, hij noemde de instelling der bedrijfs
radenwet een groot gevaar voor de vrijheid
en de bedrijven die allen onder de wet val
len (applaus). Dat de Tweede Kamer zoo
verstandig moge zijn, de traditie van vrij
heid te handhaven, aldus eindigde spr.
Dr. C. Visser, secretaris van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor Delft
e.o. lichtte hierop kort zijn prae-advies toe
over „plaats en taak van den middenstand"
in het economisch leven. Een uitvoerige
gedachtenwisseling volgde, waarin er den
nadruk op werd gelegd, dat er van de zijde
van de organisatie wat zal moeten gebeuren
op het gebied van rationalisatie en speciali
satie. Van verschillende kanten werd de
onmisbaarheid van den middenstand bepleit.
Doch, zoo merkte de rapporteur naar aan
leiding hiervan op „er is geen grooter ge
vaar voor den middenstand, dan het fabel
tje, dat hij zoo onmisbaar is."
In de middagvergadering werd het prae
advies van den heer Dr. J. F. ten Doe-
schate, secretaris van den Nederland
schen Grossiersbond te Amsterdam, over
„Plaats en taak van den grossier in het dis
tributieproces" behandeld. Ook dit prae-
advies ontlokte een uitvoerig debat uit; de
conclusies werden niet in stemming ge
bracht.
Het Congres werd hierop door den voor
zitter, den heer B. G. Schürman, gesloten.
aan het ontwerp motto Columbus, ontwer
per de heer Charles Estourgie, architect te
Nijmegen.
Als ontwerpers van het mede tot den
elndwedslrijd toegelaten ontwerp 101 maak
ten zich bekend de heeren Josef Wentzler
architect, en Walter Becker, beeldhouwer
te Dortmund.
Ten aanzien van de prijsuitreiking en de
te houden tentoonstelling zullen binnen
kort nadere mededeelingen aan de deel
nemers worden gezonden.
HET CONFLICT BIJ DE KOOPVAARDIJ.
Amsterdam, 3 Juli. Naar we verne
men heeft de Centrale van Koopvaardij-
officieren hedenmorgen een uitnoodiging
ontvangen voor een conferentie rnet den
Bond van Werkgevers in de Koopvaardij.
Deze conferentie zal Zaterdagochtend te 11
uur te den Haag plaats vinden.
DE PRIJSVRAAG VOOR HET
MONUMENT-DE JONGH.
Het volgende persbericht wordt thans
verspreid.
De jury in zake de prijsvraag voor het
monument De Jongh te Rotterdam, be
staande uit de heeren D. G. van Beuningen,
prof. R. N. Roland Holst, J. Verheul Dzn.,
dr. A. F. Philips, D. Ilannema, L. Zijl, ir.
L W. H. van Dijk en ir. W. G. Witteveen,
heeft de in den cindwedstrijd ingezonden
ontwerpen beoordeeld
De eerste prijs werd toegekend aan do
inzending motto Waterpoort (met ronden
toren), waarvan dc ontwerper bleek te zijn
de heer J. P. L. Hendrinks. architect B.N.A.
te Rotterdam. Den tweeden prijs verwierf
de inzending motto Anadyomenli, als ont
werper waarvan zich bekend maakte ir. D
Roosenburg, architect B.N.A. to 'sGraven-
hage, en dc derde prijs werd toegewezen
De beperking voor Nederland
Het „Ilbld." had met den nieuwen Fran-
schen handelsattaché, den heer Dupin, een
onderhoud, dat voornamelijk over de kwes
tie van invoerbeperking van Nederlandsche
steenkolen liep.
Van dit gesprek valt o.m. het volgende
mede te deelen
De indi strieele crisis, die zich ook in
Frankrijk doet gevoelen, liet uit den aard
der zaak niet na, in de kolenindustrie moei
lijkheden te veroorzaken. Men moest er toe
overgaan, de binnenlandsche kolenproduc-
tie met ongeveer 12 pCt. te verminderen.
Thans gaat het er om, den invoer van bui
tenlandsche steenkool met eenzelfde percen
tage verminderd te krijgen, wel te verstaan
een uniforme vermindering van ongeveer
12 pCt. voor den geheelen buitenlandschen
invoer, waarbij geen discriminatie zal die
nen plaats te vinden.
ITet is het verlangen der Fransche regee
ring, dat belanghebbenden zelf onder elkaar
tot een vriendschappelijke regeling zullen
komen, waarbij zij uit den aard der zaak
zooveel mogelijk 't te weeg brengen van
ernstige moeilijkheden zullen moéten ver
mijden. Besprekingen tusschen de belang
hebbenden zijn hierover nog gaande. Waar
schijnlijk zal men bij de berekening van
hetgeen van uit elk der importeerende lan
den zou worden ingevoerd, als basis nemen
het gemiddelde der laatste drie jaar
Mogelijk is het, dat vergeleken met deD
laagsten invoer de beperking voor Neder
land op iets meer dan 12 pCl. zal komen
te staan, doch zoo heel veel meer zal dat
wel niet wezen. Natuurlijk zal men bij de
berekening o.m. ook nog aandacht aan de
verschillende kwaliteiten moeten wijden,
wat dan mede een factor in de rekensom
zou vormen.
ITet staat absoluut vast, dat van een ver
laging van den Nederlandschen invoer met
50 pCt. geen sprake zal. wezen en dat de aan
te brengen beperking gciijk' óver clen ge
heelen b'üilènlandschen invocir^al moeten
worden verdeeld.
Ten slotte koestert mgn in Frankrijk goe
de hoop, dat het heelc kolen vraagstuk door
overleg te Genève, waarmee reeds een aan
vang is gemaakt, onderwerp eener interna
tionale regeling zal gaan uitmaken, en men
aclit het zeer waarschijnlijk, dat in October
reeds die zoo zeer gewenschte Geneefsche
regeling haar beslag zal kunnen krijgen.
VERDRONKEN.
Helmond, 3 Juli. Te Someren had de
knecht A. van der V., die bezig was met
het knippen van een haag, het ongeluk
in een kuil te vallen. De jonge man leed
aan vallende ziekte. Na het ongeval mistte
men den jongen. Na lang zoeken vond men
hem. doch dc jongen bleek toen reeds te
zijn verdronken.
GAAT U EENS KIJKEN1
Een plekje „mooi",
In onze stad
Dat men te vaak
Niet zag, vergat,
En waar men nu
In dezen tijd
Te weinig aandacht
Nog aan wijdt,
Wat menigeen
Als hij 't passeert,
Schoon onbewust
Geheel negeert,
Waar de natuur
Haar schatten bracht,
Ze tooverde
Tot grootschen pracht.
Een zeldzaam iets,
Een unicum,
Is thans alhier,
't Rosarium.
Vermijdt ditmaal,
Den overweg
En ga toch naar
Den Soesterweg.
Doch ga eens op
De spoorbrug staan,
Een kleurenpracht
Blikt u er aan,
Een zomer-weelde,
Grootsch en fijn,
Een rozen-schat
Eén bloem-festijn.
Een rijke geur,
Een zeldzaamheid.
't Rosarium
In zomertijd.
Wie in het schoons
Wenscht 't maximum:
Nog heden naar
't Rosarium
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
GEVOLGEN VAN EEN AANRIJDING.
Wielrijder achtervolgd.
Men schrijft uit Zand voort aan de „N.
R. Ct.":
Doordat een paar fietsers op het rijwiel
pad naast elkaar reden en niet wilden uit
wijken of zulks niet snel genoeg deden,
kwam een achterop rijdend fietser in bot
sing met een fietsend meisje. Zij kwam te
vallen en verwondde ernstig haai* knie.
Haar kleeren werden beschadigd.
Zes wielrijders kozen partij voor het ge
vallen meisje en achtervolgden den fiet
ser, die was doorgeeden. Deze keerde zich
tegen zij aanvallers en gaf S., die in ge
zelschap van het meisje was, een trap te
gen den buik. S. zakte bewusteloos ineen
en moest naar de Maria Stichting te Haar
lem worden overgebracht. Zijn toestand is
zeer ernstig. R. is later aangehouden.
AUTOBESTUURDER KRIJGT EEN
TOEVAL.
Tegen een boom gereden.
Donderdagmiddag is de 30-j. K. C., wonen
de te 's-Gravenhage op de nieuwe Parklaan,
doordat hij een toeval kreeg met zijn auto
tegen een boom gereden. De geneeskundigo
dienst vervoerde hem naar het. ziekenhuis
aan de Zuid-Wal waar bii 's avonds aan
de bekomen verwondingen is overleden.
De vrede des harten is de hemel des men-
schen.
PLATO.
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr. G. KELLER.
59
Je vriend bracht je tenslotte in den
hal terug en met je open oogen zig je blijk
baar niets. Alleen toen je voorbij ons
kwaamt, zag je even iets, je zag mij. Je
bleef stil staan, keek me recht in het ge
zicht en we waren al bang, dat je wakker
zou worden! Maar neen, je ging weer ver
der. Je vriend verzekerde mij, dat je je den
volgende morgen niets er van zoudt her
inneren,misschien zou je alleen een vage
herinnering hebben van een droom.
Bij Joost, zei Farquhar peinzend, bij
Joost, zou het dat geweest zijn?
Hij ontmoette haar blik en hij kon raden
wat zij dacht.
Lieve hemel! zei hij met blijkbare op
luchting, zou Je denken.
Ja, wat bedoel je? Of ik denk..?
Vermoed je misschien, dat mijn slaap
wandelen iets te miken heeft met die pa
rels, die mijn oom heeft teruggekregen?
In mijn slaap wandelde ik op een nacht..
O, Darol! zei ze ontroerd, ik weet wer
kelijk niet, wat ik er van denken moet.
Maar zou jij dat niet een oplossing achten?
Wacht eens, kind, dat is een ideel
Maar we weten nog niet eens waar de dui-
velsche parels zijn gevonden.
Ik wilde je juist vragen. Zeg, laat
je het me weten, zoo gauw je zekerheid
hebt? Ik zal je mijn adres geven.
Daar kom ik niet in! Hoor eens,
Sheila, zoo gauw we uit den trein zijn ge
stapt, moet je aan je zuster een telegram
zenden, dat ze ontvangt vóór ze van boord
gaat Je kunt haar nu onmogelijk gaan
afhalen.
Maar.
Neen, dat gaat niet. Je gaat met mij
naar Londen. Je moot meehelpen de zaak
tot klaarheid te brengen. Je gaat met me
mee naar mijn oom. Destijds heeft hij je
verdacht.
Nu, je behoeft dat niet op zoo'n toon
van verontwaardiging te zeggen! Hij was
niet het eenige lid van je familie, dat me
verdacht!
Sheila wees in vroolijken overmoed
schijnbaar verontwaardigd met den vinger
naar hem.
Kapitein Farquhar, vergeet niet, dat
U mij op 6traat heeft gezet!
Juffrouw Curtis, vergeet niet, dat ik de
misdaid, waarvan U beticht werd, voor
mijn rekening heb genomen!
Wat zeg je daar? Voor jouw rekening?
Wat bedoel je?
Och niets bijzonders, antwoordde
hij, boos op zichzelven, dat hij dit er zoo
had uitgefapt.
Neen, neen, ik moet het weten! Wil
je zeggen, dat je aan je oom verteld hebt,
dat jij het collier had gestolen?
Dat is niet erg waarschijnlijk.
-- Wat dan?
Och, dat doet er toch niet toe, nu.
Jawel, voor mij doet het er verschrik
kelijk, veel toe!
Maar als ik liet je vertel, wil je dan
beloven direct met mij mede te gaan naar
mijn oom? Het is van het hoogste belang.
Je mag het niet laten, Sheila. Je bent het
aan ons beiden verschuldigd. We zullen sei
nen Ik zal het aan die zuster van jou wel
duiddijk maken.
Armp Chloc, die reeds verlangde naar
het oogenblik dat zij haar jongste zuster
Sheila am haar hart zou drukkenl.
Maar voor de eerste maal in de geschie
denis van het geslacht Curtis moe6t het
gevoel van familiesaamhoorigheid zwijgen
tegenover een buitengewoon gewichtige
familie-aangelegenheid.
Nu goed, ik ga mee, maar dan moet
je mo ook vertellen, wat zooeven op je
lippen lag.
Och, eenvoudig, dat mijn oom me ge
daan gaf op den morgen, dat ik hem me
dedeelde, dat dc parels waren verdwenen!
Maar daar kon hij je toch niet voor
wegzenden!
Niet? Nu heb je toch een te goeden
dunk van den man. Hij. zette me de deur
uit.
Dat was dus dc oorzaak, dat ik je op
het ijs aantrof'?
Precies. Ik was daardoor gedwongen
zulke baantjes op me te nemen.
Sheila zuchttevan geluk.
We hebben elkaar clus heel wat te ver
geven?
Farquhar met een stalen gezicht: Jij
hebt mij toch zeker niets te vergeven!
Ik niets? En wie is dan de schuld,
dat ik op 6taandcn voet werd ontslagen?
Waardoor je onmiddellijk in het be
zit kwam van een fortuin van tweeduizend
Pond! Maar ik
Och wat jij had koerier kunnen wor
den van een schatrijke dame!
Zoo zaten ze elkaar te plagen gedurende
de gansche reis naar Parijs. Eens zei hij
bij vergissing: malligheid, snoes!
Zij beweerde dat snoes gehoord te heb
ben en hij verzekerde het niet te hebben
gezegd. Dit was het 6lot van een volmaakt
gelukkigen dag.
Dien avond bracht Farquhar haar in
een ander hotel dan het zijne en den ande
ren ochtend kwam hij haar halen. Op de
boot babbelden ze nog allergezelligst, maar
toen ze Londen naderden, werden ze hei
den opmerkelijk stil. Aan het Victoria-sta
tion gaven zij hun bagage aan de garde
robe te bewaren en namen onmiddellijk
een taxi. Darol gaf den chauffeur het adres
van zijn oom op.
HOOFDSTUK XXX.
Blij einde.
Londen was, gelijk gewoonlijk, in mist
gehuld en Bloomsbury zat weer dik onder
de modder. Na een langen rit werd de wo
ning van den ouden Farquhar bereikt. In
den somberen salon wachtte de oude Kei
hen op. Dc eerste blik naar hem vervuldé
Sheila met verbazing Zij had hem na zijn
ziekte niet weer gezien, maar, steeds ten
ger van gestalte, was hij than9 geslonken
tot de helft van zijn vroegeren omvang.
Zijn donker costuum hing hem als een zak
om zijn lijf en door zijn magerheid deed
zijn gedaante sterk denken aan die van
zijn neef. Maar verder leek hij. met zijn
olppk, ingevallen gelaat, niets op hem.
Hij lette niet op den groet van den jon
gen man, drukte vluchtig zijn hand en viel
onmiddellijk met de deur in huis:
We moeten het even over die parels
hebben. Ik begon al hard te vreezen jo
niet te pakken te kunnen krijgen Ik heb
zoowat over heel Europa getelegrafeerd.
Eindelijk bon je nu hier
Hij 6cheen nu eerst te bemerken, dat een
slank<? jonge dame in een pels van lui
paardhuid zich achter zijn neef had op
gesteld.
Dit gaat niemand anders als ons aan,
merkte hij knorrig op, 't is een familie
kwestie
(Wordt vervolgd).