s
N. Hogenbirk
L'HIRONDELLE"
Forma
Natura
sO
ONS GEZICHTSVELD
BERLIJNSCHE BRIEF
DE WITTE HEL VAN
PIZ PALU
Schoenen
en
Sandalen
in uitgebreidste sorteering.
Modellenboekje gratis op aanvrage.
SCHOENHANDEL
v.h. fa JAC KROES
LANGESTRAAT 78 TEL 351
DAMES-MODEMA GAZIJN
18 LANGESTRAAT
tf
Rokjes - Pullovers
Wollen Manteltjes
I Reis- en Regenmantels
I Bad-artikelen
Strand-Pyama's
Wollen en Raffia Barets
door
H. G. CANNEGIETER.
Een andere uitspraak van Charlie Chap
lin, die behalve een kunstenaar ook een
wijsgeer is, is het nadenken waard. „De ca
mera", heeft hij bij dezelfde gelegenheid ge
zegd, „vangt slechts een paar vierkante me
ter aarde op, maar ze moot altijd op onein
dig zijn ingesteld."
De camera is het oog van den filmkun
stenaar. Maar ook het lichamelijk oog van
ons allen overziet slechts een klein stukje
van het oneindig heelal. Vaak een al te
klein stukje, naar ons eigen oordeel. We
wilden gaarne een uitgebreider gezichts
veld genieten.
Hoevelen onzer klagen over de benepen
heid van hun, bestaan, dat inderdaad slechts
een paar vierkante meter aarde omvat.
Wat valt er te zien, te hooren, te beleven
binnen de enge grenzen, waartusschen het
lot hen heeft opgesloten? Hunkerend staren
zij naar den horizon met zijn verborgen ge
heimen. Ze zouden op reis willen gaan, wil
len vluchten naar vreemde landen en verre
wcrelddeelen om iets to ervaren van die
gróote'en onbekende wereld daarginds.
Weinigen gelukt het, tevreden te zijn met
de wanden van hunne huiskamer, met de
weinige straten, welke hun dorp of hun
stadje telt. De trek van het platteland naar
de wereldsteden is eensdeels uit economi
sche oorzaken te verklaren, maar de psy
chologische factor telt toch ook mee. De
moderne mensch voelt zich opgeborgen in
een gehucht, waar hij binnen weinige da
gen uitgekeken en uitgepraat raakt. Hij
wcnscht opgenomen te worden in den
maalstroom van het wereldverkeer.
Maar zou hij in die veelzijdige en veel
kleurige omgeving ook inderdaad veel in
zich opnemen? Hoezper stelt een dergelijke
verwijding van hel gezichtsveld teleur!
Het oog raakt vermoeid van het zien en het
oor van het hooren, en spoedig blijkt er in
al dat buitengewone, ook al weder niets
nieuws onder de zon.
De camera van Charlie Chaplin vangt
slechts een paar vierkante meter aarde op,
maar aan die paar vierkante meter aarde
heeft hij genoeg om de sensatie van het on
eindige te smaken. Want ook binnen dat
kleine bestek openbaart zich de oneindig
heid.
De oneindigheid is niet slechts een hori
zontaal begrip, maar zij breidt zich ook
verticaal uit. Zij heeft niet louter lengte en
breedte, maar ook diepte.
In één doodgewonen, simpelen mcnsch,
onverschillig of hij in een wereldstad dan
wel in een gehucht woont, snijdt het heden
een oneindig verleden en een oneindige
toekomst. In dezen mensch zet zich een
voorgeslacht voort, dat men zou kunnen
naspeuren tot in duizenden en millioenen
van jaren. En uit dezen mensch ontspruit
weer een toekomst, welker uitgestrektheid
eveneens onafzienbaar is. Wie dezen éénen
simpelen mensch wil begrijpen en op zijn
waarde wil schatten, moet zijn oog op de
oneindigheid instellen. Hij moet zich een
beeld vormen van het grootsche en weid-
HET BLOEIENDE GELDSCHIETERS-
BEDRIJF.
Niet alleen in Nederland bloeit het geld-
schietersbedrijf, niet slechts in ons land
dreigt de geescl der woeker als een angstig
spook over vele huisgezinnen. Het is dan
ook niet te verwonderen, dat vooral in
Duitschland de rechtbanken zich hoe lan
ger hoe meer moeten bezighouden met
zwendelpraktijken op het gebied van het
voorschotwezen. En steeds weer onthullen
do processen het oude beeld: Als zooge
naamde geldschieter verlangen de zwende
laars allereerst „informatiekosten" en een
„bemiddelingsprovisio volgens tarief". Na
enkele dagen ontvangt de geldzoekcr de
mededeeling, dat op zijn verzoek helaas af
wijzend moet beschikt worden, omdat er
geen voldoende zekerheid aanwezig is en
de inlichtingen ongunstig luiden. In wer
kelijkheid bezaten de gcldschioters in het
geheel geen kapitaal, maar hadden het,
slechts op de voorschotten voorzien.
Dit soort leenzwendel heeft een reusach
tige omvang genomen, zonder dat men er
tot nu toe in geslaagd is in Duitschland in
grijpende maatregelen ter bestrijding te
treffen. In Berlijn kan men b.v., dagelijks
in een zekere soort kranten en tijdschrif
ten wel 150 advertenties van geldschieters
lozen. Wij nemen eenige steekproeven:
Geld te leen.
Voor iedereen, ook dames. Discrete be
handeling. Spoedige afwikkeling. Van par
ticulier. Telefoon 90100.
Wij bellen eens op.
„Hallo, hier 90100".
„Ik zou graag uw voorwaarden willen
weten."
„By ons kunt u elk bedrag krijgen. Het
6che kader, waarin dit eenvoudige stukje
leven staat.
Voor den natuurvorsclier bevat een enkel
brok steen een wereldgeschiedenis; hij leest
in de lagen en vormen heel de ontwikke-
lingshistorie der aarde en bij het ontleden
van de bestanddeclen speelt heel het kosmi
sche drama van worden en vergaan zich
voor zijn gecstosblik af. De architect ont
waart in een oude hoeve de kunst van het
verre verleden; de schilder puurt schoon
heid uit een enkelen boomstronk; de dich
ter hoort in het ruischen van het riet de
stem van de eeuwigheid.
Eigenlijk is op een paar vierkante metei
voor dengene, die het aanschouwen en het
luisteren verstaat, de gansche ruimte en de
ganscne tijd vertegenwoordigd. Gelijk dc
wijde hemelkoepel zich in don waterdrop
pel weerspiegelt, kaatst het oneindige leven
van den makrokosmos zich in het benepen
oppervlak van den mikrokosmos terug
Wij moeten leeren, ons oog, gelijk Charlie
zijn camera, op de oneindigheid in te stel
len. Dan zullen een paar vierkante meter
aarde ons voldoende zijn, om dc diepte van
het leven te beseffen en de grenzeloosheid
van het bestaan te doorgronden. Dan wordt
ons de kleine omgeving, waarbinnen het
lot ons gedoemd heeft te leven, gelijk de
schelp, welke een kind aan zijn oor houdt
om het ruischen van den eindeloozen oce
aan te beluisteren.
Dan zullen wij met Walt Whitman, Amc-
rika's grootsten dichter, getuigen, dat de
majesteit, de schoonheid der wereld slui
merend ligt in ieder atoom en wij zullen
niet twijfelen aan onze eigen onbegrensd
heid, aan de onbegrensdheid van het heelal.
Dan zullen ook wij in het innerlijk een die
per innerlijk vermoeden en in het uiterlijk
een ander uiterlijk en in elk gezicht een
verder gezicht schouwen en in elke stem
een andere stem hooren.
Want de oneindigheid ligt binnen ons
eindig gezichtsveld.
DE EERSTE BESTIJGING GELUKT.
Een wedloop op leven en dood
met de zon.
Ons bereikt het bericht, dat de
bekende Alpinisten Otto Fcutl
en Willy Dobiasch er in ge
slaagd zijn om den geweldigen
ijswand van den Piz Palii, die
jarenlang een onoverkomelijk
struikelblok is geweest, na een
gevaavvollcn tocht te veroveren
De Piz Palii, een der machtigste toppen
in de Zwitsei'schc Bernfna-groep, is voor
vele lezers van dit artikel geen onbekende
meer sind6 de bekende bcrg-cineast, dr. Ar
nold Fanck er een voortreffelijke film van
gemaakt heeft. Dank zij dit filmwerk heb
ben wij den berg met haar steile ijsflankcn,
dreigende ijsbruggen en torens, blanke
firnwanden en rollende lawines leeren be
wonderen en vreezen. De niet-bergtou
rist, die deze film zag, kon er zich eenigs
zins een indruk van vormen, wat het betee
kent om door deze „hel" te moeten trek
ken, waar men geen oogenblik vaste grond
voor de voeten of handen heeft, doch alleen
ijs en vlokkige 6nceuw, die den tourist iD
bange vrees voor de lawine doet leven. Wei
nigen van hen. die deze film gezien hebben
wisten, dat nog nimmer iemand den noord
wand van den Piz Palö beklommen had
Vele bergbeklimmers en Zwitsersche gid
sen van naam hebben zich aan deze on
derneming gewaagd, doch geen van hen
is het gelukt Otto Feutl en Willy Do-
biasch zijn nu de eersten, die de beklim
ming van den moeilijken bergrug hebben
volbracht.
Een vereischte voor dergelijke beklim
mingen is wel de absolute behcersching
van de techniek der ijsbestijging. Men
moet langs een ij6wand vaan 60 tot 70 gra
den nog naar boven kunnen gaan zonder
treden in het ijs te houwen. Tijdens deze
escapades moet men de voeten zoodanig
verdraaien, dat de geheele voet plat tegen
het ijs is gedrukt. Behalve dat de spieren
tijdens het beklimmen nimmer moe mogen
worden, vereischt het omhooggaan een vol
komen behcersching van de evcnwichts
technrMc.
De „betweter" en de tourist.
Tk 6tond eens op de top van de Dachstein.
Alhoewel het midden in den zomer was,
lag er over de meter sneeuw op de rotsen.
Buiten mijn persoon was er nog een gezel
schap boven, oogenschijnlijk de leden van
«en Alpinistenvereeniging. De leider, een
long en ietwat zelfbewust mcnsch, hield
juist een voordracht over hetgeen men in
de bergen doen en laten moet. Nu en dan
trok hij een boekje te voorschijn en lae
daaruit, voor. De titel van het boekje luid
de: „Het beklimmen der Alpen". Ik luister
de geïnteresseerd toe en dacht er het mij
ne van.
Plotseling hoorden wij een 6tem. Wij ke
ken op en ik vertrouwde nauwelijks mijn
oogen. Langs de oostwand van de Dach
stein kwamen een heer en een dame ora-
hooggeklommcn. De oostwand bezorgt den
tourist een zwaren klim en om u de waar
heid te zeggen, ik had de bestijging, na het
vallen van zoo veel verschc sneeuw, voor
onmogelijk gehouden.
Voor deze menschen schenen er echter
geen moeilijkheden te bestaan: de man, die
vooraan ging ruimde de sneeuwlasten op,
tastte naar de laag, die er onder zat en
schoot verbluffend snel op, alsof hij zich op
den begaanbaren grond bevond inplaats
van op smalle rotsinkepingen, die met een
dikke sneeuwlaag bedekt waren.
De leider van het gezelschap kon zich
niet bedwingen de opmerking te laten ont
vallen:
„Kijk dames en heeren. onder zulke om
standigheden een dergelijke klim te onder
nemen is volmaakt waanzinnig en staat ge
lijk mot een poging tot zelfmoord.
De „waaghals" scheen oorgetuige te zijn
geweest van de opmerking, want hij riep
luid:
„Hallo münheer, bedoelt u mij?"
De leider werd verlegen en zei geen
woord meer De tourist had ons verrassend
snel bereikt. Hij was en kleine, breedge
schouderde man, in zijn bruin verbrand ge-
beste is, dat u eens persoonlijk met ons
komt praten."
Door een discrete aparte opgang komt
men in een niet minder discrete wachtka
mer, waarin reeds vole personen zitten,
bijna allen in hun beste, donkere pak, met
ernstige, zorgelijke gezichten. Van buiten
dringt gedempt licht door dikke gordijnen.
Een klein gedeelte van de wachtkamer is
door een gordijn speciaal afgescheiden en
wel voor bezoekers, die onder geen om
standigheden gezien willen worden. De rij
af worden de bezoekers op het kantoor ge
roepen. Men vraagt mij naar ae grootte en
het doel van mijn leening, mijn garantie,
de grootte van mijn inkomen, naar mijn
beroep, of ik een eigen' huis bezit enz. De
onkosten voor onderzoek moeten van tevo
ren worden betaald. De grootte is afhanke
lijk van het verlangde bedrag. Voor leenin
gen van 250 moet 10 gulden betaald wor
den. Daarbij komt verder nog een eenma
lig bedrag van ongeveer 15 gulden voor een
gewensebte leening van 250 gulden, even
eens vooruit to betalen. Dc rente bedraagt
2 pCt. per maand. Ik dank voor de inlich
tingen en zeg voorloopig niet te kunnen be
sluiten.
Voorschotten.
Gemakkelijke terugbetaling. Lage rente.
Discrete behandeling. Telefoon 22334.
„Hallo, spreek ik met 22334? Ik zou graag
uw voorwaarden willen weten".
„Bent u ambtenaar?"
„Neen."
„Dan kunnen wij u helaas niet helpen."
De volgende, die ik opbel geeft bedragen
tegen 12 pCt. rente per jaar, maar alleen
aan beambten, menschen in vaste betrek
kingen of onder goede borg.
Wij gaan dus vorder.
Gelden van particulier
beschikbaar. Directe uitbetaling van alle
gewcnschte bedragen.
Bij de firma Meier en Co. word ik in een
elegante kamer binnengelaten. Een dame
licht de voorwaarde toe .Voor het in orde
brengen van de leening moet ik een bedrag
ineens vooruit betalen. Het minste wat
men moet geven is ongeveer 10 gulden, 15
gulden voor bedragen tot 300 gulden enz.
Bij uitbetaling van de leening worden ver
der 4 procent afsluitprovisie in rekening
gebracht. De rente bedraagt hier twee pro
cent per maand, berekend over het bij af
betaling restecrende bedrag. Onder directe
uitbetaling wordt verstaan een poriode van
een week.
Het verzoek om een leening is een ge
drukt formulier, dat men voor het begin
der onderhandelingen moet ondcrteekencn.
Daarin is ook een zinsnede aanwezig, dat
men zich niet in een financieele noodtoe
stand bevindt en met credictaangelegen-
heden van deze soort voldoende op de hoog
te is.
Deze verklaring is zoo gesteld, dat de
geldgever niet in botsing met de woeker-
paragraaf kan komen, ofschoon zij natuur
lijk in de meeste gevallen niet opgaat, want
niemand zal geld opnemen op een werke
lijke rentevoet van 32 tot. 38 procent (24 pro
cent rente, 4 procent afsluitprovisie, en 4
tot 10 procent in den vorm van administra
tiekosten!- wanneer hij zich niet in een wer
kelijke of vermeende noodtoestand bevindt.
Nog bedenkelijker echter zijn eenige pun
ten van de eveneens gedrukte en bij het
doen van de aanvrage eveneens te onder-
teekenon „voorwaarden".
Daarin staat b.v.:
„De grootte van de te verschaffen lee
ning, het vaststellen van de uit- en terug-
betalingsvoorwaarden, evenals de te geven
garanties worden uitsluitend door den geld
gever bepaald. Dc geldgever behoudt zich
bet recht voor de lecning in contanten,
eigen accepten of wissels uit te betalen."
Door het betalen met .wissels inplaats
laat Blakerden de witte tanden hel op:
„Neemt u mij niet kwalijk dames en hee
ren, doch wie was de mijnheer, die mij zoo
juist met zijn vriendelijke raadgevingen ter
zijde stond? Aha u? Mag ik u dan wel van
harte bedanken?"
De leider kleurde en stamelde: „Ja maar,
het was natuurlijk niet zoo gemeend."
De man glimlachte weer.
..Goed, goed Maar gelooft u mij mijn
heer, wanneer ik er toe besluit om een
klim te ondernemen, dan heeft dit noch
iets met zelfmoord, noch iets met waanzin
te maken."
De woorden werden schertsend geuit en
allen lachten.
Toen de man zich had voorgesteld, had
Ik voor de eerste keer Otto Feutl ontmoet
Wij raakten met elkaar bevriend en heb
ben menige tocht in eikaars gezelschap on
dernomen. Eenmaal had ik gelegenheid om
zijn onverstoorbare kalmte te leeren ken
nen.
Wij deden pogingen om in de westwand
van de Turispitze in een sDleet omhoog te
klimmen. Ik bevond mij ongeveer tien me
ter boven Otto en trachtte vergeefs om over
een uitstekende rots te komen. Het was on
mogelijk. Steun voor handen en voeten was
niet aanwezig en men moest danig oppas
sen om het evenwicht te bewaren.
„Kurt, hoe gaat het?" riep een 6tem van
beneden.
Voordat ik antwoord kon geven suisde
van boven een 6teen naar ominao\
„Duivels", hoorde ik de stem van Otto,
„hij is op mijn hand terecht gekomen."
Bezorgd klauterde ik zoo snel mogelijk
naar beneden. Bij mijn vriend aangeland
kon ik constateeren, dat een middelhand-
beentje gebroken was. Ik maakte er mij
bezorgd over, hoe wij hier thans vandaan
zouden moeten komen, doch Feutl zei heel
kalm:
„Nu ga ik het een6 een keer probeeren!"
Voordat ik mijn veto uit kon spreken,
was Otto reeds naar boven geklauterd en
er restte mij niets anders dan lijdzaam toe
te zien. Het gelukte hem ook niet de hin
dernis te overwinnen hij verklaarde later
zelf, dat hij er met een gezonde hand niet
overheen zou zijn gekomen. Doch het was
toch een prachtig staaltje van moed en
durf.
Bij het afdalen zei hij tot mij: „Met Willy
Dobiasch waren wij er glansrijk overheen
gekomen. Voor hem is zoo'n rots een peu
leschilletje
Do hol van Piz PaliL
Later hoorde ik verbaasd van de avon
turen, die Otto Feutl en Willy Dobiasch
hadden meegemaakt. Karakteristiek voor
hun ondernemingen was, dat zij zelden
voorbereidingen troffen. Zoo is het ook ge
gaan met de jongste bestijging van de Piz
Palu, die ik met mijn kijker heb kunnen
volgen.
Ik zat voor de Diavolozza-hut in de Ber-
ninagroep. Voor me klom een reusachtige
beng omhoog met wilde kloven: De noord
wand van de Piz Palii.
Met mijn verrekijker zocht ik den voet
van de wand langs. IJs kloven la
wineoverblijfselen. Wanneer men met den
kijker omhooggaat, komt men bij 6neeuw
te land, daarna een loodrechte wand,
blauwzwart ijs, geen besneeuwde kloven.
Hooger op dreigende ijstorens; hier begint
ook de spleet, die dwars door de wand
gaat. Daarboven was een blanke, ja een
spiegelblanke ijswand tot aan de top. Mijn
blik gleed weer naar beneden. Lang6 de
ijswand, de geweldige kloof, de ijstorens,
dieper dieper. Thans had ik voor mijn
kijker wat ik zocht Twee stipjes, neen ge
stalten menschen. Feutl en Dobiasch.
De vorige avond hadden zij mij in de Boval-
hut hun plan verraden: de bestijging van
de Piz Palü-Noord.
Zij zijn beiden zeer voorzichtig en be
dachtzaam. De magere, pezige Willy Do
biasch en Otto Feutl, die urenlang treden
kunnen hakken zonder moe te worden. Bei
den weten waar het om gaat. Zij moeten
sneller zijn dan de zon. Want wanneer de
zon het bovenste gedeelte van de wand
verwarmt wanneer een ijstoren naar bene
den stort zoolang zij nog er onder zijn,
dan Vanaf mijn veilige zitplaats zag
Ik hun wedloop met de zon.
Doch ondanks mijn goede verrekijker
zag ik hen zoo ver weg als in een vreem
de, wilde wereld. De bezorgdheid, die ik
voor hen gevoeld heb, kan allen degene be
grijpen, die wel eens een vriend in doods-«
gevaar heeft geweten.
De zon 6teeg hooger en keek reeds voor
zichtig over de noordwand. De top was
reeds geheel in de zon. Doch de mannen
zijn snel, razend snel. Zij liepen over de
sneeuw met een behendigheid alsof zij een
g°wonen weg onder de voeten hadden.
Zwak klonken de slagen tot mij door. De
een sloeg een ijshaak in de gladde ij6wand.
De houweel werkte en maakte inkepingen
voor handen en voeten. De zon klom hoo
ger en gaf reeds warmte af. Doch de la
winen en ijsmassa's bleven in rust
Feutl en Dobiasch wonstelen voort over
ijs, firn, spleten en ijsrot6en, rusteloos ©n
haastig. De zonde zonvoor hen
beteekende het het leven. En voorwaarts
ging het in 6tormtempo. De houweel hoor
de men bijna niet meer. zonder steun
klommen zij voort. Snel, zoo snel, dat ik
het nu niet meer geloofd zou hebben, wan
neer ik het niet met mijn eigen oogen had
aanschouwd.
Toen zij onder de kloof voor de laatste
topmuur stonden, 6checn de zon reeds
sterk over de wand. Maar de dreigende
ijstorens lagen gelukkig reeds bepeden hen.
Zij trokken over de staalgrijze topwand:
spiegelglad ijs. Doch wederom zonder tre
den. Deze plaats is bijna 70 graden steil.
ZIJ liepen in sterk gebukte houding, maar
treden sloegen zij niet. De naderende top
trok hen al6 een magneet aan. En niet zon
der succes, want na een klim van drie
uren hadden zij de top bereikt- Zij kwa
men langs de ijswand nog sneller vooruit
dan een ander langs een gewone weg, die
naar boven leidt Maar zij hadden er ouk
niet veel meer tijd voor moeten gébruiken
De eerste kleine sneeuwlawine6 zetten
zich in beweging, de eerste ijsblokken
vielen.
Toen was de wedloop gewonnen.
Gerustgesteld 6tak ik mijn kijker in den
zak.
an geld wordt de rente van de leening
met minstens 10 procent verhoogd, omdat
de wissels door de banken, waarmee de
geldschieters samenwerken vanzelfsprekend
slechts met de gebruikelijke korting verdis
conteerd worden. Daar de geldschieters hun
leeningen slechts tegen zekerheid en tegen
overgave van wissels van de zijde van den
leener verschaffen, heeft men een miniem
kapitaaltje noodig om de eerste adverten
ties te betalen om een groot geld-instituut
te kunnen opbouwen. De verdere verdien
sten komen vanzelf door wissels en accept
manipulaties.
De hier vermelde voorwaarden zijn zoo
als wij bij talrijke verdere onderzoekingen
konden vaststellen algemeen gebruikelijk,
soms nog zwaardere, terwijl er natuurlijk
ook geldschieters te vinden zijn, die met
minder verdiensten genoegen nemen. Het
is te begrijpen, dat op dezen weg elke on
ervarene, die zich op zoek naar geld tot den
verkeerde wendt, door beslaglegging op
meubelen en ander eigendom met wettige
middelen van have en goed kan beroofd
worden, terwijl de geldschieters de aanvra
gen van adspirantleeners, die zij niet kun
nen bangmaken en op een wettelijk toege
laten wijze crtusschen nemen, de aanvrage
afwijzen, ook wanneer zij volkomen crediet-
waardig zijn. Er is altijd wel d> een of an
dere reden te vinden bij iemand, die geld
noodig heeft.
Gunstiger over" het algemeen zijn de aan
biedingen, die voor beambten, ambtenaren
en een aantal vaste beroepen gelden. Ook
uit het feit, dat alleen in Berlijn dagelijks
100 aanbiedingen uitsluitend voor over
heidspersoneel worden gepubliceerd kan
men de conclusie trekken, dat een buiten
gewoon groot aantal beambten van dit
soort leenen gebruik maakt, want anders
zouden de advertonties en drukwerkkosten
niet loonend zijn. En hieruit blijkt weer.
dat een zeer hoog percentage van het. over
heidspersoneel zwaar in de schulden steekt
Het nieuwste op dit gebied zijn dan ook de
„leeningen om vrij te komen van schul
den", die in groote getale worden aange
prezen. Op do bedenkelijke gevolgen, die
uit een dergelijke omvangrijke schulden
last kunnen voortkomen behoeft men niet
nader gewezen te worden.
Het is natuurlijk moeilijk de grens daar
te trekken waar de zaken ophouden en het
bedrag begint. Het is vanzelfsprekend, dat
er ook reëele geldschieters zijn. Daartoe re
kenen zich echter ook de hier genoemde
firma's, want anders zouden zij waarschijn
lijk nauwelijks in staat zijn hun bedrijf in
het openbaar uit te oefenen. Bij de gewel
dige aanvrage en de honderdduizenden,
welke de geldschieters voor „administratie
kosten" in handen vallen, is het mogelijk,
dat zij natuurlijk werkelijke geldleeningen
kunnen verschaffen. En men moet ook toe
geven, dat de geldschieters zorgvuldig moe
ten onderzoeken en onkosten voor bemid
deling enz. in rekening moeten brengen.
Kwade posten zijn vrijwel uitgesloten, want
deze crediet-instituten eischcn grootere ga
ranties dan elke bank, die noch dergelijke
onkosten, noch 40 tot 50 procent werkelijke
rente berekent. Dat zou een ieder moeten
bedenken, alvorens hij zich ondanks alle
aanlokkelijke aanbiedingen in handen van
een geldleenende „particulier" of een an
deren geldschieter terecht komt. Uitzonde
ringen bevestigen den regel.
De ervaring toont echter aan. dat alle
waarschuwingen, alle aanmaningen tot
voozichtigheid tot nu toe vergeefsch wa
ren en ook wel zullen blijven ook, zoolang
de dommen niet wijs worden en zoolang er
menschen zijn, die hun verstand door zor
gen in de war laten brengen. In crisistij
den. zooals wij die thans doormaken, bloeit
het bedrijf der credietbedriegers zooals nog
nimmer tevoren.