HOEDEN
CONFECTIE
Aniersfoorisch Daghlad
,,L'HIRONDELLE"
W. K. V. ROSSUM
18 LANGESTRAAT
ZOMER-OPRUIMING
OPRUIMING
VAN
RESTANTEN
TEGEN
SPOTPRIJZEN
N. Hogenbirk
HET MIERENPAD
LETTERKUNDIGE KRONIEK
HAAGSCHE BRIEF
(•aue***
Gedurende 10 dagen
SCHOENHANDEL
v.h. fa. JAC. KROES
LANGESTRAAT 78 TEL. 351
door
II. G. CANXEGIKTER.
Salomo is de ecnigc niet, die door de aan
schouwing van het leven der mieren tot na
denken is gebracht. Dit bedrijvige volkje le
vert voor elk, die hot gadeslaat, stof tot
overpeinzing.
Wanneer men in een' dennenbosch ligt te
luieren en er is toevallig een mierennest in
de buurt, kan men zich tijden lang bezig
houden met liet doen en laten van deze nij
vere dieren.
Een van dc merkwaardigste dingen is
altijd het pad, dat de mieren volgen bij
hun uit- en ingaan van 't nest. Hoever zij
van hun tehuis zijn Verwijderd, steeds voert
dit pad hen terug. Dit onzichtbaar smalle
paadje, dat voor den buitenstaander geen
enkel kenmerk vertoont, doet denken aan
de heirbanen der oude Romcinschc vcldhee-
ren. Langs zoo n weg voerde Julius Caesar
zijn legioenen door de eenzame moerassen
der Gcrmaansche landen. Zoolang zijn sol
daten dien weg hielden, bleven zij in con
tact met het groote Romeinsche rijk. Maar
wee den soldaat, die van de heirbaan af
dwaalde. Onvermijdelijk verzonk hij in de
moerassen of hij werd de prooi van het
wilde gedierte.
Ongelukkig als zoo n Romeinsche soldaat,
die van dc heirbaan is afgedwaald, gevoelt
zich de mier. die den weg kwijt is. Zie het
beestje zenuwachtig rondscharrelen! Het is
aan een paniekstemming ten prooi.
Kinderen houden er soms zulke wreede
amusementen op 11a. Ik herinner rnij, hoe
wij als jongens ons vermaakten met het ha
len van een streep door het mierenpad. De
angst van de eensklaps verbijsterd rond-
krioelende diertjes was ons een bron van
pret.
Nu zou ik zoóicts niet meer vodr mijn re
kening durven nemen. En 'toch, is het niet;
zonderling, dat er in eiken volwassen
mensch dc drang blijft bestaan, om den
boel in dc war te sturen? Het, is het over
blijfsel van de natuurdrift tot. vernieling en
moord. Hoeveel werk hebben we soms, om
kinderen het instinct af te loeren, dat hen
spontaan noopt, een bloem af te rukken en
een vogeltje weg te jagen.
Het micrcnpad vertegenwoordigt dc orde
en er ligt in orde, naar het schijnt, 6tccds
iets, dat tot verzet prikkelt. Wanorde to
weeg brengen, op school 111 de klas; op
straat door een oploopje; tehuis door te laat
aan tafel te komen, is het niet de ver
leiding voor ieder kind? En hoeveel vol
wassenen blijven in dezen nog kinderen!
Tegen wil en dank, en achterna met
schaamte over zichzelf, verheugen zij zich
bij het eerste sein van een brand, een on
geval of een oproer. Zij moeten er bij zijn;
er valt iets te beleven, dat den gewonen
gang van zaken verbreekt.
Het regelmatige met zijn eentonige stipt
heid wekt ergernis. Eensdeels omdat 't in
tegenstrijd is met dc bandelooze, avontuur
lijke neigingen, welke in eik mcnschonhart
leven, en anderdeels, omdat de onordelijke
geest, die dagelijks het verdriet van zijn te
kortkoming ervaart, den ordelijken mensch
benijdt.
Tweeërlei reden om onz0 arme, geen on
raad vermoedende miertjes tot zondebok te
maken en een streep te halen door het pad,
dat als met een lincaal getrokken, recht op
het nest aangaat.
Wij kunnen ons verplaatsen in de verbij
stering, welke dc slachtoffers van deze
wreedaardige grap treft Hebben \vè zelf
wel niet dikwijls dergelijke angsten door
leefd? Ook ons leventje ging regelmatig
voort; zonder dat wij er bij behoefden te
denken, liepen wij langs het gebaande weg
getje onzen dagclijkschen gang. Maar daar
kwam plotseling het onverwachte en trok
een streep dwars door ons pad. Wij voelden
ons uit den koers geslagen en dwaalden als
verdwaasd rond. Hoelang hadden wc werk,
voordat wc de richting opnieuw hadden go-
vonden en wij weer werktuigelijk konden
voortloopen langs het geregelde weggetje'
Merkwaardig is op het micrcnpad de ont
moeting van twee voorbijgangers. Even ra
ken ze, bij wijze van groet, elkaar rnet hun
koppen aan. en draven weer verder. Toch
moet zoo'n vluchtige ontmoeting hen goed
doen.
Wij menschen, kennen deze lafenis ook.
Och, als wij op ons geregeld, dagelijksch pad
moesten voortzwoegen zonder dat ons
iemand passeerde! Dan zou het moeilijk zijn
uit te houden. Lang oponthoud behoeven
we niet, maar een enkele bemoedigende
blik, een enkele genegen groet. Zij verbre
ken de eentonigheid van de orde zonder de
wanorde te voorschijn te roepen. Zij -.naken
den langen weg kort cn brengen in dc rech
te lijn afwisseling.
Na den vluchtigen groet gaat ieder onzer
zijn gang en wij vragen den voorbijganger
niet naar zijn doel evenmin als hij ons
vraagt naar onze bestemming. Wij weten,
«Int wij, evenals dc mieren, gemeenschappe
lijk een taak verrichten, ook al kruisen zich
onze wegen dikwijls.
Henri Polak, Het klei
ne land en zij 11 groote
schoonheid, versierd met 87
afbeeldingen van steden, dor
pen, landschappen, wateren en
de bijzondere schoonheid van
Nederland kenmerkende plek
ken.
(Em. Quci ido, Amsterdam).
Dezen keer moet ik beginnen met ,,een
persoonlijk feit."'
Vanmorgen ben ik namelijk in Utrecht
vroeg opgestaan om den trein van 7.13 te
kunnen krijgen cn weer tijdig in Groningen
te zijn.
In de ontbijtzaal van het hotel hoorde ik
aan hel tafeltje naast mij een Duitscher
met den kellucr praten.
„Ich möchte nach Groningen fahren.
Wann gcht donn genau der Zug?"
„Sieben, dreizehn! Sic habcn Zeit."
Toch maakte hij haast, want wel tien
minuten vóór ik met mijn broodje klaar
was, is hij al opgestaan en verdwenen. En
als ik aan onzen trein kom, heeft hij zich
al volledig geïnstalleerd.
Ik neem de coupé ernaast, die nog leeg
is, maar wonderlijk: mijn gedachte komen
den gchcelen morgen niet van hem los. llij
heeft niets buitengewoons, een jon
ge man van ruim dertig, misschien, een
handelaar of fabrikant die reist voor zijn
zaken. Wellicht zit hij nu hiernaast, aan
dc andere zijde van «1e pluchen rugleu
ning, zijri paperassen door te kijken, or
ders cn aanbiedingen, cn hij rangschikt ze
om de volgorde te bepalen van zijn werk
op den komenden dag
Maar ik droom hoe hij met stralende
oogen voor het raampje zit en bewonde
rend uitkijkt over ons Holland. Ik kijk óók
en ik vind het daarbuiten, geloof ik, alleen
maar zoo mooi, omdat ik mij fantaseer hoe
hij met mij mec-kijkt. Ik ben als een vader
die zijn kind voor t eerst op reis iets héél
moois laat zien, een museum of een vreem
de, schoone stad, ik geniet van zijn ge
not en vind daarin de suggestie tot eigen
enthousiasme.
Ik denk mij er in, ik vermoed, ik
weet zéker, dat deze Duitsche meneer nog
nooit eerder in Holland geweest is. Wat zal
hij het alles mooi vinden en goed. Hoe heer
lijk hangen de morgennevels over het
vlakke land en rondom de druipende hoo
rnen. Kijk: een slootje, floep! wéér een
slootje, rechtuit, bijna zoover je zien kunt,
en weer een en weer eon. en telkens
staan er rijtjes wilgen langs, schcef-hangend
over het water. Dat is Holland. De hemel is
cgaal-grijs en in een hoek ervan, reeds ver
boven dc horizon blinkt waterig-wit 'n ron
de plek van vervloeiend licht; de zon die
vecht.
V
Hij zal het kostelijk vinden, mijn Duit
scher. Holland is een goéd land! Daar
rijden wij het station van Amersfoort bin
nen. Hoe helder en zuiver is het alles; dc
perrons alsof ze passchpongeschrobt zijn cn
de gebouwen blinkend van-reinheid... Verge
lijk daarmee dc vuile Bahnhof-hokken aan
den onderen kaut van de grens, Bcntheim.
Hagen, Leer, die altijd zwart ^zion van roet
'en 9teenkoolstofEn kijk eens in zoo'n
restauratie; wat blinkt liet buffet; zie de
groote, glanzende koffiestpomer, de stapels
witte hoi den, de glazen vitrines met brood
jes en vruchten, het smefteloos linnen dat
de tafeltjes dekt. cn waar ter. wereld
vindt ge zoo propere karrefjes met eet- en
drinkwaren, het glimt cn glanst al wat er
aan is. Vanavond schrijft de Duitscher een
brief aan zijn vrouw-, aan zijn bruid, of, wie
weet (hij is nog zoo jor.g!) aan zijn moe
der, en die brief wordt een jubelkreet
over Holland, over Hollandschc zindelijk
heid en Hollandschc netheid Ziet zelfs
zulk een conducteur als daai staat, er niet
veel delicater uit dan zij 11 Duitsche col
lega's; zie hem in zijn keurige dienst-
pak met de helder-roodc biezen; zijn gé-
zicht is glad-geschoren en op zijn neus
draagt luj, intelligent, een lorgnet
Daar gaal onze trein weer cn'.we stoomen
de Veluwc over. Nog heeft de zon de mist
niet overwonnen. Holland, ons Holland,
mijn Holland ligt nóg in nevelen, cn
zoo behoort het. Zóó is ze het mooist en
zoo lijkt ze kleiner nog dan ze is, klein
cn intiem. Ik houd van Holland.
De Duitscher zit natuurlijk, net als ik,
«veer voor het raampje .van zijn coupó. En
wat zal hij oogen opzetten om al die heer
lijkheid die hij nog niet kende cn nu pas
ziet voor T eerst. Daar liggen dc dorpjes
met hun torentjes en de knusse, kleurige
huisjes, liet is Holland!
We vliegen Harderwijk voorbij; het
glooiend vlak der gemeente-weide, en dan
de zee, dc zeo die aan alle kanten door
Holland heen piept; hier ook weer; kijk,
kijk, de scheepjes zie je drijven. Het is
Holland.
Daar komt Zwolle met den Mssel. Heer
lijk, heerlijk zoo n groote rivier. Wat een
wijdheid! wat een ruimte! Daar gaan de
toeterende booten. Een kleine, kregele slee
per sjort zes, zeven kanjers van fregatten
tegen den stroom op. En dan, even la
tei na Zwolle, slaat al het land blank van
water. Water, water en niets dan water.
De wilgen steken hun warrclige koppen
er komisch hoven uit: er gaat nog een
weggetje door, een boerderijtje ligt nog
even op het drogeHet is Holland, Hol
land!
Hij zit te kijken, mijn Duitscher. hij
kijkt cn kan er "niet genoeg van krijgen.
En we gaan verder, verder. Daar heb
je Staphorst. Je ziet gemakkelijk, uit den
trein, dc huisjes en dc schuren, fel van
vele kleuren, groen-groen en blauw-blauw,
en roode, róódc kozijnen rondom alle ven
sters en deuren. Daar loopen de manne
tjes en de vrouwtjes in hun grappige,
kleurige kleeren; een heclc sliert kin
deren, poppetjes uit een speelgoeddoos
trekt op naar school, meisjes met wijde,
blauwe rokjes en jongens in pofbroeken
en korte oudemannetjes-jassen
Holland! Holland!
Wat is hot heerlijk. Wat is het mooi en
goed. Ik ben. geloof ik. een beetje verliefd
op mijn land.
Ik moét weten hoe mijn Duitschor zich
er onder houdt. Zou ik hem durven aan
spreken, -- durven vragen: Wat zeg je er
van? Is het niet een zaligheid, alles wat
je ziet.
Ik waag mij in dc gang; ik loer voor
zichtig in zijn coupe. II ij slaapt. Zijn
voeten liggen op de bank tegenover hem
en zijn lichaam hangt weggedoken in een
hoek, het hoofd slap op dc borst.
Oók goed.
Ik ben niet teleurgesteld.
E11 moet ik hem eigenlijk niet dankbaar
zijn? Zonder hém was deze morgen niet
zóó heerlijk geweest. Ik moest een getui
ge hebben in «Jen roes mijner verrukking.
Een getuige ook om mijn trots en ïjdelheid
aan kwijt te raken.
Trots cn ij dolheid
Ja, wat wilt ge? Zóó is nu eenmaal
de liefde.
Of komt het doordat we thans allen in
een vacantic-stcmming vcrkccren en ik de
zer dagen eindelijk het zwarte boek van
llenri Polak ter hand heb genomen?
Kan men het wel „ter hand nemen" noe
men? Ik heb het moeten torsen van
de hoekenkast naar de schrijftafel; daar
diende ik het bij de lectuur onafgebroken
te laten liggen cn geen oogenblik kon ik
ter afwisseling even gezellig achterover
leunen in mijn stoel, het bock in de opge
heven handen. Maar de extra moeite is
niet te vergeefs geweest, want ik heb ken
nis gemaakt met het. mooiste werk dat er
dc laatste jaren over dc schoonheid \an
hot Hollandschc landschap en van dc Hol
landschc steden verschenen is. Stellig hoeft
de uitgever gelijk, wanneer hij in het pros
pectus zegt, dat. het geen nieuw onder
werp behandelt. Talrijk zijn de beschrij
vingen van Hollandsch stedenschoon in de
zeventiende en achttiende eeuw, versierd
met altijd interessante, vaak zeer mooie
houtsneden cn gravures; de geschiede
nissen van kleinere steden, gewesten en
provinciën, cn zelfs van het gehecie land,
men kent Wagenaar's „Tegenwoor
dige Staat". I11 de negentiende eeuw
werd dc illustratieve uitvoering van derge
lijke hoeken veel minder verzorgd en kreeg
de tekst de overhand; de ouderen onder
ons zullen zich Craandijk's „W a n d e 1 i n-
g c n" herinneren of de werken van Henri
Havard„Lcsfrontières mcnacées"
en „Les villes m 0 r t e s". Het aardig
ste bock van den nicuweren tijd, dat ge
deeltelijk althans handelt over dc schoon
heid van ons land is ook weer van een
Franschman afkomstig; ik bedoel „La
Holla 11 de dans 1 «c monde van
Iienri Asselin.
Vergelijkt men dit nieuwe werk van
Henri Polak met dat van Asselin, dan blijkt
dat Polak bet meer in do breedte en min
der in de diepte heeft gezocht, dat hij
enthousiaster is dan Asselin, maar ook op
pervlakkiger. Tevens mist men bij hem na
tuurlijk de prikkelende interesse, waarmede
wij steeds gaarne juist den vreemdeling
over ons land hooren spreken.
Zelf beweert de schrijver terecht dat zijn
boek allerminst een soort „gids" is, dio
aan landgenoot en vreemdeling den weg
wil wijzen, en hij vestigt dan ook inder
daad niet de aandacht op hetgeen de En-
gclschen beauty spots noemen. Polaks
boek behandelt de elementen, uit welko
de schoonheid van Nederlandsche steden,
dorpen en ïandschappen is samengesteld. En
vooral: liet zingt daarbij den lof dezer
schoonheid, en het is daardoorheen boven
al een pleidooi voor het behoud ervan. De
schrijver verzet zich op aesthetische gron
den tegen de uitlegging onzer steden, tegen
dc droogmaking van de Zuiderzee, tegen het
dempen van plassen en in cultuurbrengen
van heidevelden, tegen het verdwijnen der
windmolens, tegen den aanleg van villa-
terrjeinen in onze duingebieden. Men .berr
hoeft het niet altijd rnet hem eens te zijn
dat is in vele gevallen zelfs niet mogelijk,
maar inlerrcssant en lezenswaard blijft zijn
betoog toch steeds.
Het boek is verlucht met een groot aan
tal nieuwe foto's, die wel niét kunnen eon-
currecrcn met wat het buitenland ons te
genwoordig biedt op het verrassende ter
rein der foto-techniek, maar die toch aan
het geheel een cachet van gedegen voor
naamheid geven.
„Eén opmerking moet mij tenslotte van
T hart. Namelijk deze: dat in de beschou
wingen van Polak aan het Noorden en
aan het Oosten van 011s land niet voldoen
de recht gedaan is. Dc schrijver heeft hier
blijkbaar niet zoo goed rondgekeken als
in dc Hollandschc kernprovincies; hij blijkt
een beetje blind te zijn voor de stoere
schoonheid van het Groningsche landbouw
gebied, \oor dc wcidsche pracht der Drent-
sche heide, voor dc bekoring van het Twenl-
scho landschap
Hierin schuilt een tc-korl, dat Polak nog
eens met een supplement op dit mooie boek
moet trachten aan te vullen.
HERMAN POORT.
Schevcningen zonder vreem
delingen. Hirsch 5 jaar in
den Haag. Nog altijd: Tol-
unic-kwestie. Een schaak-
tonruooi. De stank bij de
Soestdijkkade. „Als *het
kalf verdronken is dempt
men de put". Ockenburg te
koop aangeboden.
Den Haag, met Schevcningen als hekoor-
lijk aanhangsel, ziet ei- tegenwoordig uit
als een aardig meisje dat te lang in dc
stortbuien heeft geloopen: verregend cn
nat. Alle heerlijkheden van Schevcningen
helpen op het oogenblik niets, want al ka^a
dc actieve maatschappij „zeebad" allo
gi'00tstced6chc vermakelijkheden geven,
voor het meest noodigc kan ze helaas niet
zorgen: voor mooi weer!
Maai, er zijn voor vreemdelingen en Ha
genaars nog wel andere vermaken waarbij
men hel slechte weer niet als zoo'n won-
klank voelt. Daar is b.v. Fritz Hirsch, na
een afwezigheid van maanden weer terug
gekomen in onze stad om hier het gehecie
beproefde programma van zijn 100 schla-
ger-opcrcttcn nog eens voor het publiek te
vertooncn. Hirsch is binnenkort 5 jaar in
Den Haag. En wc gclooven niet dat hij spijt
zal hebben van zijn werktijd hier. Hij is al
tijd met enthousiasme ontvangen: Fritz
Hirsch, de Duitscher was eigenlijk typisch
Uaagsch. Hot. schikt voor het. verwende
Haagschc publiek De operette zal Walzcr
au6 Wien zijn. Wij wcnschcn hem en zijn
directeur Hugo Ilelm veel succes!
Erg veel vreemdelingen zullen Hirsch
ditmaal geen bezoek brengen om dc dood
eenvoudige reden dat er zoo weinig gaston
zijn. Alles schijnt samen te spannen om dit
jaar tot een slecht vreomdclingenjaar tc
maken. Dc crisis, vooral dc toestand in
Duit6chla:id, is voor velen al een motief ge
weest om dc reis naar de mondaine bad
plaats Schevcningen voor dit jaar maar
van het programma te schrappen. E11 daar
komt zooals gezegd het triestige weer nog
bij. Een troosteloos gezicht, al die stoeltjes
en tafeltjes met natte kleedjes er over op
de verschillende terrassen. De kcllnors
staan onder het afdak en kijken sombev:
want de regen spoelt alle kans op fooien
voor deze menschen weg. Eén voordeel is
misschien aan dezen toestand verbonden: do
klant die toch op de boulevard komt, wordt
met de grootste onderscheiding behandeld.
De obers vechten om zoo te zeggen om
zoo'n fanatiekeling
Dc ccnigo gaston die er eigenlijk nog zijn,
bevinden zich echter niet op Schevcningen.
Hel zijn de afgevaardigden van verschillen
de landen die geregeld samen komen hij
het Permanente hof van Internationale Ju
stitie ter behandeling van de Duitsch-Oos-
tenrijkschc Tol unie-kwestie.
Maar tóch telt Schevcningen op het mo
ment twee bijzondere gasten: Eu we cn Ca-
pablanca zitten tezamen in het Palace Ho
tel om te schaken Volgens do laatste be
richten heeft Eu we het onderspit moeten
delven in dezen stillen strijd.
Maar ondanks dezen internationalen wed
strijd, die natuurlijk voor dc schakende we
reld van hot grootste belang is, zijn den
Haag en Schevcningen nog in het gehcM
niet op dreef ondanks het feit dat het. Kur-
haus-cabarcl dit jaar onder leiding slaat
van niemand minder dan Louis Davids, die
daar de beste en internationale cabaret
nummers introduceert.
Reeds de vorige weck schreven wij óver
do vuilplaag op do Soestdijkkade. Bij liet
doorgraven van het Laakknnaal stuitte
men bij Soestdijkkade en Zuidcrparklaan
op een dam van huisvuil. Deze dam lag
daar reeds sinds jaren, er was gras over
heen gegroeid en niemand had. cr last van.
Echter, nu men bij de werkzaamheden aan
de Soestdijkkade deze dam ging doorgra
ven, begon hel vuil een afschuwelijk rot
tende 6tank te verspreiden. De bewoners
klaagden maar tocu dit niet dadelijk hielp
heeft do afdecling VIII van de S. I). A. P.
een adres aan den raad gericht waarin zij
protesteert tegen dc wijze waarop naar
haar oordeel niet snel genoeg de dam
van het vuil aan dc Soestdijkkade word op
geruimd en tegen hot uitblijven van maat
regelen ter voorkoming van zandstuivingen
op de Zuiderpark- en Escamplaan. De re
sultaten van dit ingrijpen zijn natuurlijk
nog niet bekend. Jammer is het in elk ge
val, dat zoo'n protest noodig blijkt en dat
het euvel niet is voorkomen. Want nu de
bewoners reeds zoo langen tijd van de wer
kelijk smerige stank hebben geprofiteerd,
zal de kwestie eindelijk eens worden uitge
zócht. Als hel kalf verdronken is...#
Over de gedempte putton gesproken: dc
brand van ons Ncdcrlandsch paviljoen in
Parijs hoeft ons angstig gemaakt. Zooiets
mag natuurlijk niet meer voorkomen. De
directies der verschillende musea zijn hui
verig geworden door deze alles verwoesten
de brand, om hun kunstschatten voor ten
toonstellingen elders uit te leanen.
Maar zooals gezegd: nu zal toch werke
lijk gezorgd worden dat er geen papiertje
meer verbrandt in het Ncdorlandsch Pavil
joen. Zoo zijn dan ook uit Den Haag een
aantal militaire politieagenten naar Parijs
vertrokken om een wakend oog te houden
op hetgeen er nog over is aan kunstschat
ten. Den 26cn Juli j.l. is een detachement
naar Vincennes afgereisd. En aan hun
vroolijke gezichten te oordeelen vonden dc
soldaten deze „dienst" werkelijk nog niet
zoo vervelend
Schreven wo hierover dat het. met het
vreemdelingenverkeer in den Haag en
Schevcningen bar slecht gaat, financieel
schijnt de gemeente den Haag nog niet zoo
erg van de malaise te hebben geleden. Zoo
wordt b.v. door B. cn W. ernstig overwogen
over te gaan tot den aankoop van de bui
tenplaats „Ockcnburgh" aan den Monster-
schen weg waarvan de koopsom 900.000
gulden bedraagt.
Deze buitenplaats is de kem van een bui
tengoed dat vroeger veel grooter was en be
staat voor het grootste deel uit natuur
echoon.
Het te koop aangebodene wordt aan drie
zijden omgeven door eigendommen van de
NA'. Bomvgrond Maatschappij „Ockcn
burgh', waarin de gemeente aandeelhoud-
stcr is voor *A van het gehecie kapitaal.
Links en rechts sluiten aan de buiten
plaats fraai beboschte gedeelten van da
gronden der N.V. aan, zoodat door den 011-
derhavigen aankoop een aaneengesloten
boschcomplex wordt verkregen van belang
rijken omvang.
I11 het ontwerp van het uitbreidingsplan
„Ockcnburgh, Made- cn Escamppolder", dat
den raad binnenkort zal worden aangebo-
den, is met het natuurschoon ter plaatse
zooveel mogelijk rekening gehouden. Waar
nu op, naar dc meening van B. cn W. aan
nemelijke voorwaarden de eigendom van
de buitenplaats kan worden verkregen, zal
het mogelijk ziin het geheel tot één nark
te vereenigen, hetgeen van groote betccke-
nis zal zijn, zoodn de stad zich in deze
richting zal hebben uitgebreid.
Mocht de Raad zich met het voorsts! tot
aankoop vereenigen dan zullen B. cn W.
overwegen of ook niet reeds eerder dit park
voor het publiek kan worden opengesteld,
waarvan in de eerste plaats de bewoners
van de voormalige gemeente Loosduincn
zullen kunnen profiteoren.
Als koopsom wordt gevraagd een bedrag
vin 900.000; de oppervlakte van de bui
tenplaats bedraagt 34.26.28 ILA.
D3 gevraagde prijs voor dien grond met
inbegrip van de opstallen, welke neerkomt
op eep v>n ongeveer 2,00 per M',
achten R on v n*cn zjj etellcn
voor tot den koop te besluiten.