I
DE STERKE TOENAME
DER VOETKWALEN
MET MIEK OP STAP
HAAGSCHE BRIEF
-JHJ
T
T
Cr zijn slechts weinig normale
voeten, door Drs. R. v. d. Hey-
dcn.
In de laatste jaren is het aantal lijders
aan voetkwalen belangrijk toegenomen,
wat wel het duidelijkst blijkt uit de ad
ministratie der ziekenfondsen. Nu moet
men daarbij weliswaar in aanmerking ne
men, dat voetkwalen een zeer langdurige
en soms ook kostbare behandeling ver-
cischen, doch met dat al blijft het feit be
staan. dat alleen voor de behandeling van
platvoeten reeds viermaal zooveel wordt
uitgegeven als voor den oorlog. Zoowel toen
als nu z(jn platvoeten de meest voorko
mende voetkwaal geweest, doch het aan
tal patiënten was lang niet zoo groot.
De reden hiervan is, dat slechts zeer wel
nig menschen in elk opzicht gezonde cn
normale voeten hebben. Hun aantal is niet
eens in procenten uit te drukken, want op
11.000 menschen komt er slechts éón voor
met geheel normale voeten. Dat deze meest
al zeer onbeduidende afwijkingen zich ech
ter ontwikkelen tot hinderlijke voetkwalen,
en wel in toenemende mate, is geen toeval,
doch staat rechtstreeks in verband met de
moderne, meer rationeelo werkwijze. De
loopende band bcteekent voor zeer velen
een belangrijke en voortdurende overbelas
ting der voeten, waartegenover staat, dat
tijdens den schafttijd de voeten niet vol
doende rust krijgen om zich weer te her
stellen. Reeds zeer lang geleden was het be
kend, dat platvoeten, cn ook de daartoe
leidende voetzwakte, een typische kwaal
waren voor alle beroepen, die geregeld een
langdurig staan of loopen vereischtcn. De
dikwijls radicaal veranderde werkwijze, die
de nieuwe productiemethode met zich mee
brengt, heeft hetzelfde nadeelige effect als
die oude beroepen en werkt op den duur
soms nog ongunstiger uit. Het is dus niet
te verwonderen, dat thans een aanwezige
voetzwakte zich v<jel sneller dan vroeger
tot een platvoet ontwikkelt
Zoowel het eerste ontstaan als de verde
re ontwikkeling van voetzwakte moeten
worden toegeschreven aan overbelasting
van de voeten. Daarbij is pijn niet altijd een
bewijs, dat men te doen heeft met een be
gin van platvoeten. Bij voetzwakte gevoelt
men dikwijls wèl pijn, terwijl de geheel
doorgedrukte platvoet soms niet eens ge
voelig is en werkclijko pijn bij do echte
platvoeten uiterst zeldzaam is.
De voetzwakte ontstaat door overbelas
ting, waardoor de voetbeenderen worden
beschadigd. Onder deze beschadigingen spe
len breuken van de voctbecntjes con bij
zondere rol; wij herinneren verder aan de
ontsteking van het beenderenmerg cn de
ziekelijke veranderingen der beenderen. De
rachites, die dikwijls de meest vreemd
soortige verkrommingen kan veroorzaken,
heeft op het ontstaan van O- cn X-becncn
zoowel als van platvoeten invloed. Doch
platvoeten kunnen ook van syphilistischen
oorsprong zijn. Voelzwaktc en platvoeten
houdt menigeen over na een operatie, ter
wijl voetzwakte ook optreedt, wanneer het
geheele lichaam door een zware ziekte 19
verzwakt. Natuurlijk kunnen deze cn ande
re voetkwalen ook ontstaan door schoe
nen, die niet genoeg rekening houden met
den vorm van deri voet. Aangeboren plat
voeten zijn zeer zeldzaam, tenminste bij
het blanke ras (nauwelijks 1
Bij geheel doorgedrukte platvoeten zal
men practisch nooit pijn voelen, doch in
dc voorafgaande perioden zijn dc pijnen
dikwijls zeer ernstig cn kunnen zich over
het geheele been voortzetten. De pijn lijkt
dikwijls bcdriegelijk veel op ischias, zoodat
de patiënten dikwijls uit zichzelf massage,
baden of zalven toepassen, die hen natuur
lijk niet helpen. Zelfs bij een eenvoudige
voetzwakte moet n.l. reeds een arts geraad
pleegd worden, opdat van, het begin af de
juiste behandeling kan worden toegepast.
Hierdoor voorkomt men althans vererge
ring of chronisch worden van dc kwaal.
Dit is vooral bij voetzwakte noodig, omdat
deze niet met bepaalde verschijnselen ge
paard gaat. Slechts de pijn en andere klach
ten toonen aan, dat er ziekelijke verande
ringen in den voet moeten zijn ontstaan.
Platvoeten kunnen. wanneer zij zich
reeds ontwikkeld hebben, door ieder bij
zichzelf geconstateerd worden, omdat dan
de natuurlijke bocht van dc voetzool, zoowel
in overlangsche als in ovcrdwarsche rich
ting, verdwijnt. Het hiclbeen is dikwijls op
vallend sterk buitenwaarts gedraaid.
Do voortdurende toenamo clcr voetkwalen
zou niet zoo ernstig wezen als zij nu is,
wanneer het publiek or niet zoo onver
schillig tegenover stond. Pas wanneer de
kwaal ernstig is geworden, denkt men over
een inlegzooltje of een ander middel, dat
vooral eenvoudig cn goedkoop moet zijn.
Het gevolg is, dat de misvorming van de
voeten steeds ernstiger wordt. Wanneer dan
misschien na jaren geneeskundige
hulp wordt ingeroepen, is de kwaal reeds
zoover gevorderd, dat de behandeling zeer
lang duurt. Chronische voetkwalen ken
merken zich door een grootc hardnekkig
heid.
Dc ernst van den toestand blijkt wel uit
bet feit, dat voetkwalen thans in alle lagen
der bevolking voorkomen en op steeds meer
beroepen overslaan. Zij vormen een ernstig
gevaar voor de volksgezondheid. Het is een
schrale troost, dat het in hot buitenland in
dit opzicht nog slechter gesteld is. Laten
wij er daarom naar streven, dat reeds bij
de eerste verschijnselen van voetzwakte of
platvoeten steunzolen worden gebruikt, die
individueel moeten worden aangemaakt
naar een gipsafdruk. Deze zolen moeten
ook in de schoenen gelaten worden, wan
neer men niet staat of loopt. Men neme
het geval vooral niet te licht op, want me
nige patient heeft zich reeds aan een ope
ratie moeten onderwerpen om niet geheel
ongeschikt te werden voor het uitoefenen
van zijn beroep.
EEN DAG OP ZEE.
HET VERTREK.
Dc zon staat brandencl-mecdoogcnloos op
het deinende water. De trawler, bruin van
roest, maar sterk van boorden, ligt stam
pend als een driftig paard op dezelfde
plaats.
„Nieuwe 'aériéng!
Nieuwe 'aériéng!"
Bij eiken uithaal van dit refrein rukken
zij het zware, logge net een paar decime
ters verder naar binnen. Dc schipper rukt
cn de stuurman rukt, do matrozen en de
jongensDan zet Job, de stuurman, het
eindcloozo lied weer in. 'n Galmcndo solo,
die weg-klinkt over liet water, 'n vera zon
der einde en zonder begin, dat vertelt van
véél liefde en veel misère cn dat telkens
weer verrassend onderbroken wordt door 't
daverend refrein:
Nieuwe 'aériéng
Nieuwe aériéng!"
Job, de stuurman, zwijgt dan... liet heeft
geen zin, dit refrein mee te bulderen. Hij
is solist en staat bóven het koor. En weer
wordt het net wat verder binnengehaald.
Totdat het lied begint, zonder einde en zon
der begin
Wij, gasten aan boord van dien Schcve-
ningschen trawler, kijken belangstellend
toe. Daarvoor zijn we gasten. We vinden
het „interessant". Het bleckc vrouwtje dat
den dag zoo moedig begon en nu, sinds een
paar uren, stilletjes zit weggedoken eigens
op het dek in een grooten stoel, zou het ze
ker „eenig" vinden. En och, waarom ook
niet? Want wat zijn wij hier anders dan
vreemdelingen? Op Hollandsch terrein, tus
schen Hollands,Che menschen. Wc schelen
niet veel met dc bebrilde cn ge-kodakte
Amerikanen die dan den Ilaag „doencn
zich vergapen aan de Gevangenpoort. Lood
ern oud ijzer
We willen alles weten cn wc krijgen op
a'les een afdoend antwoord. En als wc
«straks een tweede keer weer zullen gaan,
dan stappen we aan boord met wereldwijze
gezichten: óns hoef je niks meer te ver
tellen. En.... wc dóen aan alles mee, het
duurt niet lang of de meneer, die ik Men
gelberg doopte, staat ook te trekken cn te
zingen, alsof hij nooit in zijn leven iets
anders gedaan heeft cndc Schevcnin-
gers grinniken.
En welk een triomf orn in don stuurstoel
te staan cn het schip te rcgccrcn! Het is
grappighet doet er niets toe hoo on
De thermometer \oor tourisfcen-
bezoek. Leego hotels in Sche-
veningen. Een vergeten con
ferentie. Voorburg wil niets
van annexatie weten. Ge
meenteraad© allerlei.
Er Ï6 in dc zomermaanden een periode,
al is deze dan ook kort, dat dc residentie
toebehoort aan vacantiegangers. Er is om
dit feit te constatecrcn een zeer goede ther
mometer. Deze is in hot hartje van (Je stad
gelegen. Het is dc gevangenpoort. Daar
vindt men in de laatste weken van Juli cn
alle weken van Augustus steeds een sliert
menschen, die op mooie dagen oen respec
tabele lengte aanneemt. Deze menschen
staan te wachten om toegelaten te worden
in het griezelparadijs met de martelwerk
tuigen. Daar krijgt men te zien hoe onze
voorouders straffen ten uitvoer brachten.
Het schijnt dat het bezoek aan de gevan
genpoort steevast voorkomt op het pro
gramma van den bezoeker van 's-Graven-
liaec. Hoo groeier nu (1c sliert is, die bui-
ter. te wachten staat, hoe grooter het aan
tal daz-tourteten is, dat den Haag cn be-
aook -.vaardig keurt Maar deze thermome
ter faalt a>«ohiut als we daarop 7ouden
willen lezer; hoe de toestand op Schevc-
ivng-T. is. Ja, wo zouden haast kunnen
hoe grooter de stoet wachtenden is
voor het gruwcl-museum. des te kleiner
het aantal gaster, in dc Schevcningsche ho
tels. De verwachtingen waren voor dit sei
zoen niet ei;g hoog gespannen, maar zoo
slecht als het thans is, had men het zeker
niet verwacht. Hotels met honderden bed
den cn een omvangrijk personeel hebben
soms een aantal gasten, dat men op een
band kan aftellen. Het is den laatstcn tijd
zelfs wel voorgekomen, dat al het keuken-
personeel in dienst was voor één gast. Een
gast in de eetzaal, waar andei'6 ccn mon
dain geroezemoes hcerscht van honderden
gasten. Alle reclame ten spijt zijn de Sche
vcningsche hotels leeg gebleven. De enkele
vreemdeling, die zich niet door do malaise
hééft laten afschrikken voelt zich in dc
grootc ruimte als een kat in een vreemd
pakhuis. Dc' Duilschers, die anders zulk
een groot gedeelte van do Schevcningsche
badgasten uitmaakten, zijn weggebleven
om begrijpelijke redenen. Dc flnnncieelc de
bacle in Duitschland begon juist op het
tijdstip, dat het hoogseizoen inzette. En de
reisbelnsting, die door (1e Duit6Che regoc-
ring wordt gelieven, zal wol den genade-
stoot gegeven hebben om het toch zoo lok
kende Noordzeestrand niet op te zoeken.
Het gaat den hotelhouders op Schevenin-
gen slecht, bar slecht. Ook de affclcrc on
dernemingen op Scheveningcn, dlc het niet
direct van de vreemdelingen moeten heb-
bo.n, hadden vrijwel de geheele maand Juli
te lijden van het slechte weer. Het strand
leek op sommige dagen uitgestorven en de
enkele mooie dag, die er tusschen door
liep, kon do vele verregende andere dagon
natuurlijk niet goed maken, waarop het be
dienend personeel, dat hoofdzakelijk van
dc fooien moet bestaan, niet verveelde ge
zichten naar het water, dat uit den hemel
stprttg, stp.nd. te kijken. Gelukkig dat einde
waarheen wc varen. We stoomen een beetje
doelloos rond cn sloepen het net achter ons
cn toch-kijk nou éven! naar die houdins,
naar dat gelaat! Hij staat aan het stuur
rad en hij tuurt den horizon af alsof er elk
moment een vloedgolf in zicht zou kunnen
komen. Met een bruusk gebaar wordt hot
rad wat omgeworpen, alsof liet niet anders
kón, alsof zijn hand bestierd werd door liet
iot éiges
Ik lig in een dckstoel cn heb er zóó m'n
plezier in. Ma&rzijn wo zoo niet alle
maal? Het dilettantisme in den niensch
schijnt een onuitroeibare eigenschap. Er zijn
in Nederland 2200 Dilettanten-tooncelvcr-
cenigingen. Dat is geen toeval meer
En daarom: laten we voor éón dag vie-
scher spelen. Kwaad doen wc er niet mee en
al6 de echte visschcrs ons uitlachen, dan
doen ze het toch achter onze rug. Daar heb
ben ze zoo hun reden voor
Het begonja, waar begon het eigen
lijk mee? Het begon met de lachonde, ver-
brando kop van den stevigen recder. die mij
toeriep dat wc wat iater zouden uitvaren
en dus zette ik mij gelaten op een kist aan
den wal met een stekende zonneschijn op
m'n hoofd en de geuren van don vischafelag
in m'n neus. U zult mij moeten toegeven
dat zulks 'n ongelukkig begin is. Het was
te warm en te welriekend om er den moed
in te blijven houden. En het fleschje ver
koelend vocht, dat ik kocht van een langs
de haven sl en torenden venter, was lauw cn
smakeloos en maakte dc zaak maar erger.
Langzamerhand verzamelden zich lotgo-
nooten, die óók mee-gingen cn één braaf
burger was er die zich tot mij wendde en
mij op aangenaam-causeerendc wijze tracht
te te onderhouden. Ik houd niet van cau-
secren cn zeker niet als de zon brandt cn
de visch riektHij gaf den moed niet
cp eh zeidc dat het altijd interessant was
dingen te ondervinden, waar men iets van
loeren kan
Hetgeen ik geslagen beaamde.
Meneer (meneer was ik!) was zeker
nog nooit mee geweest met een trawler?
„Meneer" gaf ook dit, zwijgend, toe:
Meneer trof het wel met zulk wcertjo!
En een beminnelijke glimlach spoelde over
zijn braaf gelaat.
„Meneer" kon deze opmerking niet ont
kennen, voegde cr alleen aan toe ,,'n beetje
ie warm!" Hetgeen meneer nooit had mo
gen zeggen, want een weerkundige verhan
deling was het jammerlijk gevolg, maar
tja, 'n mcnsch heeft op een loomen zomer
morgen wel 's ontactvollc momenten.
En zoo slingerden cn hingen wij daar
rond, totdat onze trawler over zou steken.
Voorloopig laadde zij puf uit. De oude Schc-
vcninger met het als uit hout gesneden ge
zicht, het wandelend Toorop-model met 'n
al te 20sle-ccuwsch sigaretje in z'n mond,
vertelde mij zulks 'alsof het de gewoonste
zaak ter wereld was. Wat doet men dan als
burger? Men praat mee.... waarom niet?
Puf is en blijft puf, ook al weet jij niet wat
het is.
Miok (de trawler) werd van puf ontdaan.
Het klinkt als de cén of andere zonderlinge,
geheimzinnige codemen '.ou er belang
rijke staatsgeheimen achter kunnen zoeken,
zoo onnoozcl klinkt het. En tóch, ik bid u,
onthoudt deze combinatie, dit wonderlijke
verband van Miek en Puf. liet vormt een
voornaam bestanddeel van dit relaas
Men had mij verteld: 's Avonds tusschen
G cn 7 loopen wc weer binnen. Een (luister
voorgevoel besloop mij om met dc dich
ters te spreken en ik besloot deze belofte
te loey.sen aan de zeevaartkundige kennis
van het Toorop-model.
Dc oude Schcveningcr trok hancpootjcs
van plezier in dc hoeken om zijn oogen:
't Bestaét nicV'
Ik hen geen zeevaartkundige, ik ben maar
een journalistjc van den drogen wal, en
daarom valt liet te vergeven dat wonder
lijke visioenen mij bevingen: wanneer dan?
Loopen wij nog wel binnen Niet voor niets
bestond, er een vliegende Hollander! En
waarom zou
„T Za' we' tien uurc worrc'. Mee den
Vloed."
,,'t Bestaét niet."
Het klonk als een vaderlijke geruststel
ling
Toen stak Miek over. Plechtig. Langzaam.
Voorzichtig. Miek was uitgepuft. Ik niet...
En zoo log en onhandelbaar ais Miek er op
het eerste gezicht uitzag, toch drong zij
glijdend en glad tusschen een paar vrien
dinnen door en meerde
"4*
SP
ff
X
sa
ff
sa
ff
sa
ff
itr
A»
ff
sa
ff
w
I
Hoc of het kwam, wat <l' oorzaak was? Het is me thans om t even jly
'k Had na een rustelooze dag. mij laat lor rust b"geven. i
En. viel al spoedig vast in slaap, maar vreesclljko uren
Kreeg ik door een benauwden droom al spoedig lo verduren.
't Was alles muisstil 0111 me beent Tot plots'ling 't was heel duister
ICen zacht geritsel, vlak hij mij. Enhoord' ik geen gefluister? Jji
Ik Iraehttc met mn blik als 't waar ihct donker te doorboren «fj
Maar niets dat ik o&tdekken kon: ik kon alleen wat hooron!
Werd daar niet aan de deur geklopt? heel zaoht; dan kort cn krachtig
Dj deurknop daarna omgedraaid? Toen werd het me te machtig
Ik riep: „Wie daar? D'r uit Of 'k zalMaar zie. de dour ging open J*
En grijnzend kwam iets naar het sohcen recht op me toe gekropen ei£
Ik zag lets wits, ik weet niet wat! Een geest? Ik wou gaan schreeuwen V.
Doch 'k kon r.óetl 't Leek een spook zooals in lang vervlogen ceuwon i
Men na ik hoorde wel eens zag! 'k Wou opstaan maar m'n krachten
Begaven mij. Ik kon niets doen dan angstig biyvon wachten! j&r
Daar klonk een ijzig, koude stam, gebiedend en doordringend i
Soms hard, ja stug, dan spottend wel cn af cn toe schier zingend.
'k Vernam 't verhaal cn 't doel! Men riep: „O, snoodo Keientrekker
Hou jo gemak, gij vreeslijk mensch! met vinger aan don trekker 1
Sta ik hier voor U! Onvorlaat Ge kent mc niet? Dat weet ik!
Voor ojuwen heb ik hier geleefd; ten slotte overleed ik
Ik heb Uw stad een dienst gedaan, haar zelfs mij naam gegevon 1
't Cadeautje wat lk destijds schonk is steeds intact gebleven
Maar daar juist gaat het om! Ik kom aan U voldoening vragen
't Heb me als sdhenker van dat moois nadrukk lijk to beklagen 1
Eerst hebt go wat ik gaf do stad als vuilnis schior begraven ejC
En loon cr enk'lcn hier cn daar toch hun protesten gaven,
Hebt ge weer opgediept dien schat, 't kleinood van grooto waarde t
Wat zonder een bewaking steeds zichzelf vóór diefstal spaarde.
I)it kleinood is in kwaliteit nog nipimer overtroffen
En ieder in do stad is thans daarover nog vol lof en J.
Daarom hebt ge ten slotte het oen goede plaats gegeven vr
En daar is m'n nadoau zoo waar een jaar of wat gebleven! -Ar
Maar 'k hoor: het moet weer weg! Waarheen? Ondankbare getrouwen 1
Is 't noodig dat mon hier inet iets van waarde zoo gaat sjouwen?
Maar dén ding zeg ik U: Wanneer 't nu weer eens zonder zorgen ;&r
In d'cen of anderen hoek, verstopt als 't ware, wordt goborgen 1
Dan eisch ik op wat ik eens gaf! Dan is het afgcloopen N*-
En 'k wil op 'n andere planeet op moer waardeering hopen jtj
'k Begreep van wat ik hoorde nietsl 'k Wist niet wat hU bedoelde A.
Hij was zoo kort bij mij, dat ik zoo waar z'n adem voelde. rP
lk meende dit hij aftrok.. maar, o, sohrik, wat ik vermoedde -Jj
Gebeurde niet! Integendeel. Met schier nog grooter woede
Begon hij weer. „En dan heb gij, o Amcrsfoortschc voste
Ecn straat naar mij genoemd Een straat do sleohste die er restte. -Ij
Ik kom cr juist vandaan en zie: terwijl de stad moet slapen,
Heeft een gowcld'ge regenhui, die mooie straat herschapen -f-
In een volslagen modderpoel! 'k Zeg modUerpoolü Verstaat ge? jkj
Want jen plaveisel is er niet! Wanneer dan toch bestraat go
Deez' vrecsclijken weg, die ge mijn naam ging geven! *iv
Was daarvoor dan m'n lang en goed, verbazend werkzaam leven? J|*
Dat gij, die ook m'n naam draagt niet kortweg moet beamen,
Dat men zioh tegenover mij toch werkelijk moet schamen.
Alleen 't trottoir, vol gaten nog, daar kan men net passecren
Maar anders valt er in mijn straat beslist niot te verkeoren
Herdoop die straat of maak haar good, mijn naam on werken waardig
Want werkelijk ik zin op wraak al klinkt het eigenaardig
Ik kom terug! En dat gaat door! Is 't dan nog niet in orde
Dan zal Uw straf, o Keienstad meer dan vcrschrikk'lijk worden
Waarom ik me juist wond lot U? Dat is vlug opgehelderd
Menig verzoek tot bJet're straat is al fideel gekelderd
En 'k eisch van U dat ge een rijm, direct gaat publicecren
In 't Amersfoortsche Dagblad Dat is 't laatst wat 'k ga probecren
En helpt tiet niet wanneer ge zegt dat ik U op kwam zoeken
Dan zult ge hier in Amersfoort een catastrophe boeken
Want heel do Keienstad ze zal dan in het niot verzinken
Ik ga haar in mijn eigen straat bij regen-weer verdrinken
lk eisch op de geslagen wond een degelijke pleister
,'ec Uw gebeent ais dat niet gaat.. Ik ben Everhard Mclgstcr!
(Alle reohten voorbehoudon.)
GROEGOE.
Wij gingen aan boord. Dc hééle horde. Dc
bemanning koek ons monsterend aan. Het
was eerst wat onwennig. Zoo'n trawler is
een maatschappij op zichzelf. Daar ben je
maar niet ineens thuis. Er lieerscht op zoo'n
schuit een aparte sfeer. Een hecht verband
moet bestaan tusschen die mannen en jon
gens, die weken en weken alleen op elkaar
zijn aangewezen. En deze intimiteit wil niet
verbroken zijn. Wat maar goed is ook.
Het gevoel bevangt ja dat je hier op oen
andcr's grondgebied vertoeft. Al ben jc dan
ook gast. En waarachtig de eerste
oogcnblikkcn voel je jc behagelijker op ccn
60irée van den gezant van Bolivia, op een
andere afgelegenheidMaar je bént cr,
cn straks worden dc touwen losgegooid
ik zeg lokker niks van „dc tros wordt los-
gesmeten"! en dan vüér jc opgesloten
met elkaar cn op elkaar aangewezen.
Dc laatste bevelen worden gegeven, cr
wordt een en ander op otens- cn drank-ge
bied aan boord gebracht en met 'n tikkic
maar dat hebben wij niet volgens burge
meester de Vlugt kun je jc inbeelden
dat dit een afscheid wordt voor langen tijd,
dat we reizen naar streken waar de poolvos
je kippevcl bezorgt cn waar dc walrus z'n
snor aflikt ik weet alleen niet of zoo'n
beest 'n tong heeft enfin, doét er niot toe.
En waarom zou ik me dat niét inbeelden,
zóóveel boeiender. Jc denkt aandit en
aan daten jc neuriet zoo'n paar regels
van: „Nou tabé danU weet wel, en de
vrouwen wc hébben vrouwen aan boord!
krijgen tranen in d'r oogen en de man
nen slikken wat weg. maar erg heldor zio
jc alles toch niet meer. Het jonge vrouwtje
is cr, aan den wal, dat van haar man af
scheid neemt, 'n kind op den arm, en het
vriendinnetje van een der matrozen, met
een behuild gezichtje onder 'n bloemperk
van 'n hoeden 'n paar toffe jongens
doen hun vriend uitgeleide cn schreeuwen
leuke, geestige gezegdon, waar niemand om
lacht
U ziet: 'n beotje verbeelding doet 11 hcelc-
boel en heusch, 't spijt me, dezen indruk te
moeten verstoren met nuchtere opmerkin-
gon: het zou maar één dag duren, wc deden
het voor ons plezier, en aan den wal ston
den alleen wat Schevcningcrs, die er immers
altijd staan als eon schuit afvaart. Dat kun
nen ze niet laten. Dat zit hen in 't bloed...*
En aldus voer dc uitgeputte Miok weg...,
(Wordt vervolgd).
Juli wat beter weer bracht en do „dagjes-
monschcn" wat leven en fleurigheid in do
badbrouwcTij brachten. Als de zon schijnt,
dan is het plotseling of alle leed vergeten
is. Dan kijken de gezichten zonnig, dan is
dc zee niet meer het wispelturige monster,
dat de exploitanten grimmig aangrijnst.
Dan is dc zoc dc dartelende, vricndolijk
uitnoodig^n.le nymf, die dc vreugde ontke
tent cn dc heurzen opent, die dc kelen dor
stig maakt en de magen hongerig. Dan
krijgen de stiandezeltjc6 lieve lasten to
dragen Dan behoeven dc strandfotografen
niet eens te vragen: „Even vriendelijk kij
ken", want iedereen kijkt vanzelf al vrien
delijk. Dan marcheert alles goed. Do zee
baden verheugen zich in ccn grooten
stroom van badlustigcn en het stille strand
is voller dan ooit. Dan worden even de zor
gen opzij gezet. Er wordt niet gedacht aan
de boekhouding, die na afloop van het sei
zoen ccn groot deficit zal aanwijzen.
Zoo is het gesteld in onze luxe stad cn
onze luxe badplaats Wc missen als dc an
dere jaren hot internationale gezelschap,
waarop dies is ingericht. Over internatio
naal gezelschap gesproken. Werkelijk, dat
zouden we haast vergeten. We herbergen
knappe kopprtn, die in do zalen van het
vredespaleis gewichtige juridische beschou
wingen hebben gehouden over do voorge
nomen Duitsch-Oostcnrijksche Tolunie. Wel
nimmer is cr in Den Ilaog een conferentie
gehouden, welke zoo vergeten, zoo onopge
merkt voorbij is gegaan als deze. Letterlijk
niets in het openbare leven heeft erop ge
wezen dat er in de zalen van de stichting
van Carnegie beslist werd over ccn belang
rijk Europeesch vraagstuk. Dc wereld is
zoo in zorgen gehuld, dat ze niet dc minsto
aandacht over had voor hetgeen knappo
mannen van de verschillende daarbij be
trekken landen hadden te vertellen. Do al
of niet doorvoering van de tolunie zal geen
redding brengen in dc verwarde, vrijwel
hopelooze toestand in Midden Europa
Doch dit vraagstuk behoort niet in het
kader van dezen Haa^schcn brief thuis.
Laten we meer bij dc deur blijven. Ook
binnen onze gemeentegrenzen hobbcn wc
probiemen op te lossen. Daar is dan bij
voorbeeld de naderende annexatie van ver
schillende rond Den Haag liggende klei
nere gemeenten, dewelke in 1932 ccn feit
zal moeten zijn. Deze kleinere gemeenten
voelen over het algemeen weinig voor deze
annexatie, ccn vrijwel bij elke annexatie
weerkoerend verschijnsel. Er worden actie-
comité's in het leven geroepen om te agee-
ren tegen dc aansluiting, maar het slot van
hot annexatie-liedje is 6tceds, dat de ge
meentel) ingelijfd worden bij haar grooterc
zuster, die haar honger naar uitbreiding
moet stillen. Voorburg, een van dc gega
digden om te worden opgepeuzeld heeft
een dubbelen raad gekozen, die te beslis
sen heeft inzake dit vraagstuk. Gekozen
werden 13 anti- en 4 pro-annexatlc-candi-
daten. Voorburg is er dus tegen om bij
Den Haag te worden ingelijfd. Of het voel
zal helpen? Wo betwiifelcn hel. want ae
residentie moet uitbreiden en ze kan het
niet heipon, dat nu loevailig Voorburg te
gen haar aanligt.
Doch ook binnen de grenzen der gemecn-
*e denkt onze gemeente aan uitbreiding
Dc buitenplaats Ockcnburg, op het
oogenblik nog gelegen aan do uitersto
grens der gemeente, maar hoe long zal
dit nog duren? is dan door de gemeento
aangekocht, die cr een voor het publick
toegankelijk park van zal maken. In de
zelfde raadsvergadering waar dit voorstel
bekrachtigd werd, kwam ook iets nnders
tor sprake. Dc geloofsbrieven van twee ge
kozenen, nog wel vrouwelijke raadsleden,
werden niet in ordo bevonden. Hun echt-
genooten zouden in gemeentebetrekking
zijn, althans in dienst van instellingen,
welke vanwege rlc gemeente werkon. De
meerderheid van dc commissie tot onder
zoek van de geloofsbrieven adviseerde tut
niet toelating op bovengenoemde gronden.
Jammer, het staat zoo fleurig wanneer er
in den gemeenteraad ccnigo dames zijn.
Als we ons niet vergissen, zal dc nlouwo
raad er nu twee onder haar leden tellen,
inplaats vnn vier zooals de uit6lag der ver
kiezingen was.
In dezelfde raadsvergadering, op ccn na
de laatste van dezen rand. heeft men ook
nog liet asfaltoeringsplan voor 1932 onder
de loupe genomen. Verschillende leden
hadden natuurlijk hun straatjes, die
hoogstnoodzakelijk van een nefaltdek
moesten voorzien worden. En het Haagsche
asfalt, dot hier en daar nog ai eens glnd
is, in letterlijken zoowel als in figuurlijken
zin, maar over het laatsto willen wc het
niet hebben, moet stroef gemaakt worden,
zoodat cr geen ongelukken mcor zullen
voorkomen door 6lippcn.
Of het dan.ook uit zal zijn met de slip-
pcr.tjes