HET KARAKTER VAN ONS VOLK
Zaterdag 5 September 1931 AMEOSFOOBtTSClH BAGMAD
„DE EEMIANDER"
30e Jaargang No. 58
DERDE BLAD
REDE VAN DR. DE VISSER
Samenwerking meer dan
ooit noodig
HET PETITIONNEMENT
DER NED. DAGBLADPERS
Tot navolging aangespoord
Congres inzake Neer
land's Volkskracht
's-Gravenhage, 7 Sept. Hedenochtend
is in het Kurhaus te Schcveningcn het
tweede congres in zake Neciiands Volks
kracht geopend, zooals reeds in het kort
gemeld.
Nadat mevr. Mien Bouwmeester, aan den
vleugel begeleid door Jules Wolf, eenigc
liederen had gezongen en daarvoor een
bloemenhulde had ontvangen uit de han-
don van kolonel K. E. Oudendijk, den voor
zitter van het Ilaagschc afdcclingsbestuur,
heette de heer Oudend ij k de vele aan
wezigen, en in het bijzonder den eercvoor
zitter van het congres, burgemeester 7*nr dr.
Bosch Ridder van Rosenthal, en de gene
raals Insinger, commandant van het Veld
leger, Seyffardt, chef van den Gener ilen
Staf, en Röell, commandant van de Ie divi
sie, en dr. J. Th. de Visser, oud-minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
en ecrclid van het A. N. V., welkom. Tot
dr. De Visser richtte spreker bovendien har
telijke gelukwenschen met diens bence
ming tot Minister van Staat. (Langdurig
applaus). Voorts dankte kol.' Oudendijk
prof. Methorst, den directeur van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, voor de
leerzame grafiek, die hij voor dit congres
heeft laten vervaardigen. Proh Methorst
wordt op het oogenblik elders gehuldigd in
verband met zijn 25-jarig directeurschap,
anders zou hij nu hier aanwezig zijn ge
weest. Het congres neemt uit de verte deel
aan zijn huldiging.
Dank bracht spreker verder aan allen,
die aan de voorbereiding tot het congres
hebben medegewerkt.
Evenals in 1924, toen wij ons eerste con
gres hielden, beleven wij, aldus spreker,
thans weer moeilijke tijden. Gedachtig aan
het doel van het Alg. Ncd. Verbond: „Ver
hooging van de zedelijke, geestelijke en stof
felijke kracht van den Ncderlandschen of
Dictschen Stam'\ zijn wij van meening, dat
om den ernst der tijden te kunnen weer
staan, in de eerste plaats de zedelijke en
geestelijke krachten van het volk' moeten
worden opgewekt. De keuzo der onderwer
pen houdt uiteraard verband met den ge-
dachtengang, die bij de inrichting van het
congres is gevolgd: ons rekenschap te ge
ven van de zorgen die op ons volk, hier en
in het overzeeschc deel van het Rijk, druk
ken en wijzen op het goede en groote, waar
toe het Ncderlandsche volk in staat is. Spr.
eindigde met de beste wenschen voor het
welslagen van het congres. (Applaus).
De Minister van Staat dr. J. Th. de Vis
ser heeft het congres geopend met de vol
gende rede
Het is mij een voorrecht in dezen kring
weder een woord te mogen spreken. In die
drie woorden toch: „Algemeen Nederlandsch
Verbond" ligt een wereld van rijke gedach
ten besloten. Allereerst wil deze Vcrceniging
een Verbond, een bondgenootschap, een broe
derschap zijn, een kring van mannen* qn
vrouwen die als het ware de hand aan el
kander reiken, onr eendrachtig te arbeiden
aan de verwezenlijking van hun gemeen
schappelijk ideaal. In de tweede plaats
wenscht zij een Algemeen Nederlandsch Ver
bond te zijn; algemeen in tweeërlei zin, na
melijk dat het den toegang openstelt voor
ieder, hetzij man of vrouw, hoe ook gods
dienstig, kerkelijk of staatkundig gekleurd,
en bovendien ,dat het Nederlanders in zich
opneemt, onverschillig of zij op het gebied
van het Koninkrijk der Nederlanden, of ook
op andere wereldgebieden waren. Het om
spant in dit opzicht dc geheelc wereld. En
eindelijk is het uitsluitend een Nederlandsch
Verbond, zoodat het Nederlanders wil ver
eenigen, om den broederband tusschcn land-
genooten te versterken; om datgene wat in
T bijzonder Nederlandsch is, te helpen be
waren; om al die onschatbare goederen, die
in onze nationaliteit liggen opgesloten, tc
leeren waardecren, ontwikkelen en verede
len. En dat schoonc, verheven doel wordt
hier nagestreefd in inderdaad broederlijken,
algemeenen en waarlijk nationalen zin.
Óp dit laatsten leg ik büzontferen nadruk.
Onze tijd toch is in zoo menig opzicht rijk
aan scherpe en gevaarlijke tegenstellingen op
schier elk gebied, en vertoont ze niet het
minst op de terreinen der internationaliteit
cn nationaliteit. Ecncrzijds toch ontwaren
wij een jagen naar, ja een dweepen met een
broederschap onder dc volkeren, waarbij alle
natuurlijke verschillen cn onderscheidingen,
m den aard der rassen cn natiën diep lngc-
grift, worden weggedacht cn weggerede
neerd, cn in ziekelijke overspanning, de
werkelijkheid door een droom- en bedrogs
beeld uit betoog wordt verloren. En lijn
recht daartegenover doet zich letterlijk over
al een verscherpt en gevaarlijk nationalisme
gelden, dat in groote bezorgdheid voor dc
toekomst van eigen land en volk, muren
bouwt, afscheidsels opwerpt, driftei aan
kweekt, geesten oproept, van zoo eng-natio-
naal gehalte, dat de volkeren innerlijk wel
licht verder cn verder van elkander komen
afstaan. Beide zijn gevaarlijk, omdat door
bcido met dc ware volkswil wordt gespeeld,
terwijl deze, als het cr ernstig op aankomt,
niet met zich spelen Iaat.
Zij toch is een werkelijkheid, zoo diep ge
worteld in den bodem van eigen grond en
klimaat, van eigen landaard cn moedertaal,
van eigen historie eji ontwikkeling, dat zij
zich niet laat uithollen of verdorren onder
de macht van overspannen thcoriën, door
groepen in een volk gekweekt en gepredikt,
maar veeleer op beslissende oogcnblikkcn in
het volksleven daartegen tc sterker en fel
ler reageert. Maar zij is ook zoozeer eeno
werkelijkheid, die volksziel, dat zij hare eer
en waardigheid diep gevoelend in hare rus
tige cn werkzame ontwikkeling, allerminst
door roekciooze jjvcraars en opgewonden
landgenooten, wil worden gestoord of be
dreigd en daarom ook in opstand komt
tegen ieder, die in overspannen nationalis
me een geest van bitterheid aankweekt
tegen buitenlanders, die vroeg of laat tot
verwoeden strijd moet voeren. Maar tus-
schen deze twee gevaarlijke uitersten in,
staat het natuurlijke nationaliteitsgevoel.
Evenmin als dc stem van het familie-bloed,
dc stem der mcnschenlicfdc behoeft tc smo
ren, evenmin zal die van vaderlandsliefde
die der algemeene.broederschap behoeven
te niet te doen.
Bij nationaliteit denkt de Nederlander
allereerst aan onze natuurlijke eenheid, ten
gevolge van allerlei omstandigheden histo
risch ontstaan cn die wij allen instinctief
gevoelen. Naar buiten openbaart zij zich
allereerst in een gemeenschappelijke moe
der- of. volkstaal, een taal waarop wij als
Nederlanders, vooral trots mogen zijn, na
dc zuivering, die zij in de löe en 17e eeuw
onderging, onze moedertaal, zoo rijk aan
woorden, aan gloed, aan schoonheid, aan
vormen, aan klankschakceringen; onze
volkstaal, die wel een historisch gewrocht
is, doch den invloed der tijden steeds onder
ging, onze taal, die door de tijden heen een
bezielde, groeiende schepping bleek; onze
taal door onze eerste .dichters om strijd be
zongen en die, o schande! door zoovele Ne
derlanders in salons en winkels vaak wordt
achtergesteld bij vreemde woorden, waarvan
de geleerde zeggen, dat er bij ons 00.000 van.
in omloop zijn.
Maar niet minder toont zich onze nationa
liteit in ons eigenaardig volkskarakter. Hoe
cosmopolitisch een Nederlander ook zij aan
gelegd, hij mist de levendigheid van den
Italiaan, de fierheid van den Spanjaard, het
vernuft van den Franschman, de gemoede
lijkheid van den Duitscher, de practischcn
zin van den Engelschman. Hij is een ander,
nuchter, bezadigd, overleggend; hij graaft
liever in dc diepte, dan dat hij hoog vliegt;
hij is op elk gebied allereerst realist. Tot
het nemen van initiatief gaat hij niet spoe
dig over, maar eens begonnen, zet hij met
ijzeren volharding, ja met hardnekkigheid
door. Zijn vrijheidszin zit hem in het bloed
cn zijn zelfstandigheid is hem boven alles
ljef. Naast eenvoud en godsdienstigheid is
weldadigheid een zijner meest bekende deug
den. Geen Nederlander, welke politieke of
godsdienstige richting hij is toegedaan, kan
dit volkskarakter loochenen. Wij allen zijn
sr mede geboren en mede opgegroeid. Het
derde kenmerk onzer nationaliteit is onze
gemeenschappelijke traditie en 'historie. O,
ik weet wel, dat velen onzer tijdgenootcn
niet veel meer willen weten van tradities,
maar desniettemin blijft ook hun leven zich
bewegen tusschcn traditie cn ideaal. O, ze
ker kan daarin een gevaar schuilen! Daarom
zeide ik, dat ons leven zich moet bewegen
tusschen traditie cn ideaal. Maar vast slaat
ook, dat dc traditie ons houdt op zeker peil
cn ons voor den roes van het abstracte be
waart Onze idealen moeten door haar ge
voeld on gesteund worden. Dan blijven wij
in de lijn, in de zuivere lijn onzer nationa
liteit.
Maar nog sterker spreekt onze nationali
teit door onze historie. Deze danken wij den
nauwen samenhang tusschen dc elf provin
ciën; aan haar zijn wij ons zelfstandig volks
bestaan vetschuldigd; door haar werden wij
bezitters der koloniën; door haar kregen wij
die vaste lijn, die door loopt door onze natie,
die vrijheidsgedachte, die geheel ons volk
hehcerscht. Een volk, dat zulk een historie
mist, vormt een kunstmatige, maar geen lc-
\cnde eenheid en ontbeert daardoor die on
verzettelijke nationale kracht, die ons, Ne
derlanders, juist door onze historie eigen is.
Zoo vormen dan onze gemeenschappe
lijke taal cn ons volkskarakter, onze ge
meenschappelijke traditie en historie, onze
nationaliteit, onze vaderlandsche eenheid,
onzen Nederlandsehe staat met Oranje,
dat prachtig stuk historie, aan het hoofd,
die feitelijke eenheid staat boven alle gods
dienstige, staatkundige, sociale en occono-
rnische verschillen. Het nationale staat
niet tegenover het sociale, het godsdiensti
ge, liet staatkundige of oeconomischc; het
omvat dit alles pn zorgt er voor. dat al dit
bijzondere zich ten bate van het algemeen
ontwikkelen kan.
Daarom is het zoo dwaas bijv. nationaal
tc stellen tegenover sociaal. Trouwens dc
feiten werpen deze tegenstelling omver.
Toen dc sociaal-democraten in 1914 voor
de oorlogscredieten stemden, handelden zij
nationaal, maar hielden zij toen op sociaal
to zijn? Zij zullen de eersten zijn om het te
te ontkennen. En wanneer nu Mac Donanld
en Snowdcn een nationaal kabinet vormen,
zijn zijn dan niet sociaal meer?
Zoo zou ik kunnen doorgaan cn ook op
andere landen wijzen. Maar fcenoeg om liet
valsche dier tegenstelling te doen gevoe
len. En evenmin is nationaal synoniem
met neutraal. Veeleer staan deze begrippen
lijnrecht tegenover elkander
Neutraal is een negatief, nationaal een
positief begrip. Wie neutraal is, onttrekt
zich aan het volle, rijke volksleven, die
nationaal is geniet er niet alleen van,
maar tracht het tot zijn volle ontplooiing
on schoonheid tc brengen. En het spreekt
dan ook van zelf dat juist in de spannend
ste tijden dc behoefte aan dit nationale lo
ven het sterkst wordt gevoeld en de waar
de ervan eerst ten volle wordt verstaan.
Zoo was dat in oorlogstijd en zoo is dat
ook in dezen crisistijd. Geheel de samen
leving is ontwricht; voor ontzagwekkende
problemen worden wij geplaatst; de chac
wordt dagelijks ontstellender. Dc oecon >-
misten, de staatslieden, zelfs dc socialisten
weten geen uitweg uit dezen doolhof. En
middelerwijl spookt hier en daar do revolu
tiegeest rond, welks vrecselijke uitwerking
dc historie ons leert. Welnu, in zulk een
tijd, waarin samenwerking van allen meer
dan ooit noodig is, waarin onderling ver
trouwen geëischt wordt, waarin onderlinge
verschillen zooveel mogelijk naar den ach
tergrond dienen tc worden geschoven,
moet sterker dan ooit, de eenheid des
Volks, dc nationaliteit, naar voren treden.
Ieder persoonlijk moet desnoods terwille
van het geheel tot een offer bereid zijn.
Voor eigen belang, zelfs partijbelang is flus
minder dan ooit plaats. Als eenheid is een
natie krachtig, niet het minst dc Ncder
landsche, omdat onze volksaard ccn door
zettingsvermogen, en als het er op aan
komt, een veerkracht bezit, die letterlijk
wonderen doet. Deze karaktertrek heeft
ons volk Godc zij dank! niet verloren, al
liggen de schoonste bewijzen daarvan ver
re achter ons. Dat eigene, dat mooie trede
thans weder krachtig in deze zware tijden
naar voren en dc verschillende gewesten
toonen zich in dit opzicht ook de oude pij
lenbundel, door één band vereend. Volks
eenheid op grond van volkskarakter, is
volkskracht
Shakespeare sprak eens van dat mysterie
in de ziel van cïen staat. Ik voor mij ge
loof veel sterker in het mysterie in de ziel
onzer natie, een geheime kracht, die als
een hefboom de zwaarste lasten opheft en
verplaatst. Kome deze thans alom open
haar en roepen wij elkander, werkzaam en
waakzaam, bezield met een heerlijk ge-
loofs-optimismc toe „Ende descspereert
niet."
Nederland en de economische
toestand.
Dc heer C. J. P. Zaalberg, directeur-
generaal van den Arbeid, sprak vervolgens
over „Nederland en de economische toe
stand."
Wij zijn allen ingeleid in de vaderland
sche geschiedenis door de Batavieren, aldus
spr., die in uitgeholde boomstammen den
Rijn kwamen afzakken en zich in dit land
vestigden, om weer graan te kunnen bou
wen en vee te kunnen weiden. Kenmerkend
is, hoe in bijna alle tijdperken onzer econo
mische geschiedenis Nederlanders hun
krachten inspanden; de nog altijd voortle
vende raseigenschappen hebben ons vrije
volksbestaan gehandhaafd tegen aanvallen
uit alle richtingen.
Wat we ons thans hebben af te vragen
is, hoe zal de toekomst van dit volk zijn
te midden van de vele vraagteckens, die-
ons omringen na de geweldige evenwichts-
verstoring die in Augustus 1914 werd inge
leid door den grootsten en fataalsten mis
slag, die ooit door de leiders der volken is
bedreven?
De economischo gesteldheid van Neder
land wordt behecrscht door haar volksaard,
ligging, grond cn omvang, hetgeen spreker
nader aan beschouwingen onderwierp. Eco
nomisch zijn wij zeer afhankelijk van an
dere landen voor den ruil van onze voort
brengselen tegen goederen, die wij noodig
hebben. Een zeer bijzondere beteekenis
voor onzen economischen toestand heeft wat
wij tegenwoordig noemen, het Rijk buiten
Europa. Onze uitvoer naar Ned. Óost-Indie
bedroeg in het eerste halfjaar 1931
45.353.592 tegen 78.713.012 in de eerste
zes maanden van 1930; do invoer bedroeg
resp. 39.779.544 en 43.596.589. Maar ook
onze arbeidskracht vindt daar plaatsing,
vooral in de intellectucelc beroepen.
De statistiek leert, dat in de laatste decen
nia in dc nijverheid ccn sterke toeneming
liccft plaats gehad, terwijl de landbouw
waarin in 1900 nog meer personen werk
zaam waren dan in dc industrie' ten opzich
te van deze laatste er thans minder dan de
helft telt. Het is trouwens onvermijdelijk,
dat bij toeneming der bevolking op een
zelfde oppervlakte die bevolkingsaanwas
zijn bestaan moet vinden buiten den land
bouw.
De netto-productie in het bedrijfsleven
in ons land heeft spr. op 4V\ VA milliard
geraamd.
De zuivere bodemproduétic in den land
bouw raamdo spr. op 780 millioen, prof.
Mindcrhoud, op gezag van de inspectie van
den landbouw, in 192S op 1078.8 millioen;
dc geheele landbouwproductie op 1395 mil
lioen, waarvan 775.5 millioen voor binnen-
landsch verbruik. En de rest voor uitvoer.
Bij een indexcijfer der werkloosheid van
10 boven het normale zooals wc al ge
woon beginnen te vinden vermindert ons
jaarlijksch inkomen, volgens spreker, met
J 50 gemiddeld per persoon, welke moeten
\v.orden gevonden in het elastische deel der
uitgaven voor gezin, gemeente en Rijk, zoo
dat ccn jaar als 1931 een bezuiniging van
15 pet. a 20 pet. op de elastische uitgaven
onvermijdelijk is; ccn groot deel van dc
totale C9nsumptic is n.l. constant.
Over dc gchecle aarde zal héél veel moe
ten veranderen (waar helaas heel veel tijd
voor noodig zal zijn) vóór weer een toestand
van evenwicht, tusschcn productie en con
sumptie zal zijn verkregen.
Primair is het bevorderen van de moge
lijkheid om de bedrijven weer loonend te
laten werken. Verlaging van de productie
kosten is onvermijdelijk. Door efficiency is
al veel bereikt en zal voortdurend meer be
reikt worden om de productie per arbeider
te vergrootcn: 3050 pCt. vermeerdering
van de productie per arbeider binnen en
kele jaren is, dank zij die efficiency, geen
uitzondering gebleken. Die geleidelijke ver
beteringen zijn echter niet voldoende om
liet verschil tusschen prijs 1929 cn prijs
1931 te overbruggen.
Er moet op alle mogelijke wijze worden
getracht den kostprijs naar beneden te
drukken en daarbij zal ook het loon getrof
fen moeien worden. Zoo niet goedschiks
dan door de ellende van nog erger werkloos-
he;d "n verarming. Niet in alle bedrijven
zal door loonsverlaging werk ontstaan,
want cr zijn waren waarvan de wereldvoor
raad veel greoter is dan dc vraag (niet dc
behoefte). Maar wanneer in steeds meer be
drijven de kostprijs dc verzwakte koop
kracht nadert, dan zal daar dc werkgele
genheid zich uitbreiden, wat nieuwe koop
kracht verwekt.
De hoogste eischen worden thans gesteld
aan de ondernemers, eischen van kennis,
van moed, vqn idealisme
De millioencn werkloozen op aarde en de
VA A 2 honderdduizend werkeloozen in Ne
derland zijn niet noemenswaard te helpen
met werkverschaffingen.
Wc gaan een winter van diepe ellende
tegemoet, aldus spr., cn meer dan ooit is
noodig, dat groote eendracht heerscht in
dezen zwaren tijd. Ilcel veel valt er tc doen
en te veranderen willen wij zoo paraat
mogelijk blijven, om bij het kenteren van
het getij het Nedcrlandsche volk weer dc
gelegenheid te geven om door zijn vele goe
de eigenschappen tot nieuwe welvaart cn
tot hooger ontwikkeling te komen. (Tecke-
uen van instemming).
Kolonel Oudendijk dankte den spreker
voor diens voordracht.
Hierna werd pauze gehouden.
Economische beschouwingen van
Prof. Gonggrijp.
In de namiddagzitting van het congres
hield prof. G. G o n g g r ij p, hooglccraar aun
de Ned. Handelshoogeschool te Rotterdam,
economische beschouwingen over Neder-
landsch-Indië. Spr. wees er op, dat de in
komsten van den inlandschen landbouwer
in den laatsten tijd sterker gedaald zijn dan
de prijzen van de producten, die door in
voer in Indië moeten worden verkregen.
Daartegenover echter staan lichtpunten. De
oogsten van rijst en suiker zijn over 1931
rijker dan zij in het voorafgegane jaar wa
ren. De kosten van levensonderhoud zijn in
Indië sterker gedaald dan in Nederland. In
het algemeen gesproken staat de inland-
sclie producent sterker tegenover wisselin
gen op de conjunctuur dan de Europeesche;
zijn vaste kosten zijn n.l. véél geringer. In
de rubbercultuur is niet alleen van over
productie, maar ook van overkapitalisatie
sprake.
Wat de financieele positie van Indië be
treft, schetste spieker, dat hoewel bezuini
gingen noodzakelijk moeten worden geacht,
de Indische perspectieven toch niet zoo som
ber zijn. Gebleken is, dat er minstens 4 pet.
tc veel ambtenaren zijn en dat vele werk
zaamheden in sneller tempo kunnen ge
schieden dan tot nu toe. De vermogens
balans van Indië toonde op 1 Jan. 1930 niet
een schuldsaldo, doch een saldo tegoed.
Spr. koesterde ook voor Indië goede ver
wachtingen; in deze tijden zal vooral op de
leiders moeten worden gerekend.
Groote indruk in Zweden
Het Stockholmsch dagblad „Svenska Mor-
gonbladet" dat één der organen van de
Zwsedsché regeering is, in bet bijzonder
van den minister-president, lieeft een uit
voerig artikel gewijd aan het petitionne
ment voor Internationale Ontwapening van
dc Ncderl. Dagbladpers. Het petitionnement
wordt zoowel in dc titels op de voorpagina
als op in Stockholm verspreide „posters"
een schitterend succes genoemd, en het
blad dringt cr op aan, dat Zweden het Ne
dcrlandsche voorbeeld zal volgen. Het arti
kel vangt aldus aan:
„Over de geheele wereld i6 een reus
achtige mobilisatie van vredesvrienden
in gang voor dc ontwapeningsconferen
tie, die te Genève gehouden zal worden.
Resoluties worden aangenomen, hand-
teekeningen worden verzameld. Op vele
plaatsen werden mooie resultaten be
reikt, maar zeker heeft men nergens
ccn zoo sterken bijval weten te verwek
ken als in Holland. Iloe ongelooflijk het
ook moge klinken, men heeft daar n.l.
in enkele weken tijds niet minder dan
2.400.000 handteekeningen bijeenge
bracht"
De schrijver wijst er verder op, dat in
Holland een zeer sterke partij-verdeeldheid
bestaat, zoodat men het als* vrijwel onmo
gelijk zou beschouwen al deze groepen in
een gemeenschappelijke actie tc vereenigen.
Toch is dit ten opzichte van Internationale
ontwapening gelukt. Het blad geeft een uit
voerigs uiteenzetting van de wijze waarop
de Ilollandsche campagne gevoerd is. Het
wijst er op, dat bekende persoonlijkheden
uit politieke, financieele cn wetenschappe
lijke kringen tot tsekencn hebben aange
spoord en dat ook van dc kansel warme
aanbevelingen om te teekenen tot het pu
bliek werden gericht.
Verder wordt medegedeeld, dat de Nederl.
Dagbladpers zich met de pers-organisaties
in andere landen in verbinding heeft ge
steld om tot dergelijke actie aan te sporen.
Het artikel eindigt met de mededeelïng,
dat dc Zweedsche vcreeniging van direc
teuren alls gewenschte bescheiden uit Hol
land zal ontvangen en concludeert:
„Daarna moet dc zaak ook hier aangevat
cn volbracht worden."
DE IEPZIEKTE.
Ir. E. van K o nij n cn bu rg, hoofdinge
nieur van Waterstaat, sprak tenslotte over:
Nederland op het gebied van den Water
staat. Spr. schetste hoe onze strijd om het
bestaan een voortdurende strijd tegen het
water is, doch anderzijds is het water een
vriend voor het vervoer. Spr. gaf hiervan
een historisch overzicht en betoogde dat
Nederland o. a. in de 17e eeuw cn het begin
van de 18e een eerste plaats op scheep
vaartgebied innarn. Daarnaast bloeiden de
scheepsbouw, de inpolderingen enz. Later
keerden dc verhoudingen, tot in de 19e
eeuw nieuwe welvaart ontstond door de in
voering van stoommachines, den aanleg van
spoorwegen enz. Vervolgens hebben vele
Nedcrlandsche ondernemingen in het bui
tenland gewerkt en enorm is de hoeveel
heid materiaal, welke ook in Holland is ge
bouwd. Aan dc hand van de Europeesche
kaart ging spreker tenslotte na welken in
vloed dc ontginning der kolenbekken, de
staalindustrie, de spoorwegen enz. hebben.
VERBOND VAN NED. WERKGEVERS.
Afscheidswoorden tot ir. Kalff.
In de Donderdag te Bcrgen-binnen gehou
den vergadering van hot verbond van Ned.
Werkgevers, zijn hartelijke woorden van
afscheid gericht tot den afgetreden alge
meenen voorzitter ir. J. A. Kalff, in de eer
ste plaats door den nieuwen algemeenen
voorzitter, den heer H. J. Gelderman C. Mzn.
en voorts door den algemeen secretaris rar.
Molenaar.
Na dc vergadering vereenigden de 240
deelnemers zich aan ccn diner aangeboden
door de Vcreeniging „Het Groot Baggerbe
drijf'. Heden werden een bezoek gebracht
aan dc Zuiderzeewerken.
TARWEPRIJZEN.
Dc tarwc-organisaties van Noord-Holland
en Zuid-Holland dcclen mede, dat voor den
tarweoogst 1931, als gemiddelde prijzen zul
len gelden voor lc kwaliteit f 13.50 voor 2c
12.50 cn voor 3c 11.50 per 100 K.G. Dit
geld voor witte zoowel als voor roodc tarwe.
Er zullen geen prima kwaliteiten onder
scheiden worclcn.
J. D. SMIT. f
Vrijdag is op 54-jarigcn leeftijd te 's-Gra-
ve n ha ge overleden de gepensionneerde of
ficier van den marine stoomvaart-dienst der
le klasse J. D. Smit.
Dc heer Smit, die meer dan 25 jaren bij
den M.S.D. heeft gediend, werd den 16en
April 1910 aangesteld tot officier-machinist
der 2c klasse, waarna op 1 September 1917
zijn bevordering tot die der le klasse volgde.
De thans ontslapene, die gerechtigd was
tot het dragen van het cercteeken voor be
langrijke krijgsverrichtingen van dc expe
ditie naar de Kleine Soenda-cilanden 1905
1909, heeft op 1 Mei 1924 den marincdienst
met pensioen verlaten.
Een bespreking door hoofden
van gemeente-beplantingen.
iri een te Schiedam gehouden vergadering
van dc Vcreeniging van deskundige hoof
den van gemeentelijke beplantingen in Ne
derland, die door den heer J. L. Bouwens
werd geleid, was ingekomen een brief van
den heer van Poeteren. inspecteur hoofd van
den plantenziektekundigen dienst te Wage-
ningen, waarin hij mededeelde openlijk tc
zullen verkondigen, dat het middel van ir.
Bouma te Dordrecht tegen de iepenziekte
het zoogenaamde Mabu 2 absoluut niet zou
helpen.
Mej. Spierenburg deed nog nadere medc-
dcclingen over genoemd middel. Zij heeft
het toegepast te Nijmegen, evenals Bouma
zelf.
Dc niet behandelde boomen bleken er be
ter aan toe tc zijn dan die waarop het mid
del wel was toegepast, zoodat het middel
erger bleek dan de kwaal.
Voor Driebergen cn Dordrecht bleek het
zelfde en ook in het Noorden van het land
zijn geen resultaten tc boeken. Toch zijn cr
gemeentebesturen, die goed geld naar
kwaad blijven gooien; maar een middel is
nog niet gevonden, noch door prof. Röbker,
noch door prof. Westcrdijk.
De heer Fransen doet nog ecnige mede-
deelingcn over de iepzickte. Volgens spreker
zijn de houtopslagplaatsen een broeinest
voor dc iepenspentkever, waartegen midde
len beraamd moeten worden.
Dc heer Doornbos deelt zijn bevindingen
mee over dc proeven, genomen met verschil
lende boomen die den Hollandschen Iep
kunnen vervangen. Dc ülmu6 Jeponica leek
zeer geschikt, maar deze is ook vatbaar
voor dc ziekte. Alleen de Ulmus Primila-
penata recemosa zou er voor in aanmerking
kunnen komen, maar diens 6t-am blijft te
laag.
DE NED. REISVEREENIGING
IN CANADA.
De reis onder de beste om
standigheden volbracht.
Naar uit New York wordt gemeld, heeft
dc reisgroep van de Ned Reisverecniglng,
welke voor het eerst een rondreis door Ca
nada ondernam, deze reis onder dc beste
omstandigheden volbracht. Het gezelschap
vertoefde nog een week in ArovrjKa, ten
einde tc New York de bezienswaardighe
den in en buiten de stad te bezichtigen.
O.a. werd een bezoek gebracht aan Chrys
ler Building en des avonds aan Empire
State Building, thans hjt j.cogsio g«*.N;uw
der wereld; 102 verdiepingen (ruin 400 M)
hoog. Op speciale uitnoodtgSng van dc Na
tional Broadcasting Company woonde bet
gezelschap in dc studio's eenigc zeer inte
ressante radio uitzendingen bij. De re.w-
groep vertrok ton slotte, ii den'besten wel
stand, met dc Berengaria het 53.000 ton
groote schip der Cunard lijn naar Frank
rijk, waar nog een bezoek ral worden ge
bracht aan de koloniale Tentoonstelling to
Parijs.