MARLENE DIETRICH X An\ersfoorisch S* VARIA L'HIRONDELLh IV. K. VROSSUM NAJAARSHOEDEN \'ai| hei li -v. /WA *v N. Hogenbirk SCHOENHANDEL v.h. Fa. JAC. KROES ANGESTRAAT78 TEL. 351 HET LIGT NIET OP MIJN WEG EE TR0M7ET-S0L0 18 LANGEL TRAAT Wij ontvingen de nieuwe als: CHASSEUR POSTILLON THREE -CORNE T Een hoed van Van Rossum Een hoed die U kleedt Vervormen Moderniseere Zoiid a osbl a d door H. G. C ANNS GIETER. Een mijner vrienden had bij een wclge stcld ingezetene gepleit voor een stakke die buiten zijn schuld in moeilijkheden gd raakt was. Op zijn verzoek om hulp kreeg hij een allerbeleefdst briefje terug, waarin de schrijver verklaarde, met buitengewone sympathie van het geval kennis te hebben genomen. „Maar het ligt niet op mijn weg mij met gevallen als dit bezig te houden voegde hij hieraan toe. Een dergelijke, veelvuldig uilgesproker, verontschuldiging leidt als vanzelf tot d vraag, wat wèl op onzen weg ligt en wa niét. Niet steeds is dit even eenvoudig ui te maken. Het gemakkelijkst beantwoorden di s rnenschen, die zich stipt houden aan ecu eenmaal ontworpen levensprogram, dez; vraag. Meestal is dit levensprogram van matericclen aard. Men studeert of bereid zich op andere wijze voor voor zijn maa schappelijken loopbaan. Dan tracht me een baantje te vinden. Heeft men dit eer rnaal, dan beproeft men. zoodra men hier toe de kans krijgt, dit voor een voordcel. ger baantje te ruilen. De. weg, diep riic vóór zich heeft aangelegd, is de weg de carrière. Aldus ligt op den weg van den kooprnai louter hetgeen winst belooft; op den we< van den geleerde louter hetgeen zijn on derzoek bevordert; op den weg van dei kunstenaar louter hetgeen hem voor zijn werk inspireert. Dit is waarlijk een zeer smalle weg, maar of dit de smalle weg is, die ten hemel leidt, waag ik te betwijfelen. Wat zou er van alle levensmogelijkheden terecht ko men, zoo men zich binnen de enge bermen van zjjn persoonlijk belang slechts bewoog! De levenswég is geen spoorbaan, waar de wagen langs rails, glijdt; geen met asfalt geplaveide; straat, waar verkeersbordjes en handwijzers het traject aangeven, maar een kronkelpad, dat zich tusschen duinen <»n bosschen voortslingert, zoodat men telkens het uitzicht verliest en zijn richting moet zoeken. De levensweg splitst en verdeelt zich; onophoudelijk staat men voor twee sprongen en driesprongen en men moet kaart en kompas raadplegen alvorens ver der te gaan. Op de rails zal men geen verrassingen vinden dn de asfaltstraat spiegelt zich on gerept in het licht der lantaarns. Maar op de kronkelende, zich splitsende, tusschen bosschen en heuvels uil het oog verdwij- iv ide levensweg ziet men zich hcrhaalde- j'j'k voor het onverwachte geplaatst. In een oud verhaal reisden drie rnen schen langs een eenzamen weg, waaraan kort te voren een man door roovers was aangevallen. Nadat de roovers hem had den geplunderd, lieten zij den gewonde halfdood liggen De eerste voorbijganger, een priester, zag den man, maar zei: ..Het ligt niet op mijn weg hem te helpen.' Want de priester moest naar den tempel, waar zijn ambts plicht hem riep. Ook de volgende voorbijganger had haast. Als Leviet was hij eveneens bij den tempel- arbeid betrokken. Ook hij wierp terloops een blik op den gewonde en, mompelend: „Het ligt niet op mijn'weg", liep hij door. Toen kwam een Samaritaan, die op reis was, voorbij. Hij verkeerde in een land, welks inwoners zijn natie haatten. De man, die gewond neerlag, was zijn „vijand". Wat had hij te maken met dezen Jood? Maar de Jood was een gewonde en deze gewonde lag op zijn weg. Hoe hij daar kwam? Wie hem (laar als een struikelblok neergelegd had? Het toeval? Het noodlot? God? De Samaritaan vroeg er niet naar; de man lag op zijn weg, dat was voldoende. Hij ging naar den gewonde me, verbond zijn voeten en zette hem op zijn lastdier. I-Iij bracht henr naar een herberg, verpleegde hom, en toen hij den volgenden dag moest vertrekken, gaf hij den waard geld om ver der voor den gewonde te zorgen. Dit overbekende verhaal kan ons het ant woord geven, wanneer wij voor een geval komen te staan, dat niet rechtstreeks samenhangt met ons bedrijf, onze studie of onze dagelijkschc taak. Vaak legt het lot op onzen weg een strui kelblok lieer, dat ons noopt een oogenblik onzen pas te vertragen. Som6 is het een hulpbehoevend persoon, dan weer een aan gelegenheid van algemeen maatschappelijk belang. Do verleiding is groot om de óogen te sluiten cn voorbij te loopen, als de priester cn de Leviet Maar een innerlijke stem maant ons, te doen als de Samaritaan. Juist omdat het geval op onzen weg ligt, op ónzen weg juist! Wij kunnen ons aan zoo'n struikelblok ergeren, wij kunnen zeg gen, (lat wc er ons niet mee willen be moeien, omdat wij geen lust hebben ons persoonlijk gemak of ons rechtstroeksch be lang prijs te geven voor hetgeen onver wachts als een taak voor ons staat. Maai de uitvlucht, dat het niet op onzen \vt6 ligt, strijdt mot de waarheid. Met ligt o». Voor ons! Op het oogenblik draait in Amsterdam oil Den Haag de nieuwe filrn van Mariene Dietrich „Ónteerd". Deze film, die wederom door Jozef von Sternberg is geregisseerd, moet een groot succes zijn. Naar aanleiding daarvaon bieden wij onzen Izers een artikel, waarin wordt besciirevén hoe Muticnc Die trich werd „ontdekt" cn waarin de schrijve) haar figuur poogt te karaktcriseercYi. Het was in den tijd dat er te veel doktoren in dc letteren en kantoorbedienden verliefd weruen op Greta Carbo, dc groote „ster" van de Metro Goldwijn, dat de hccrcn van de Paramount in vergadering bijeen kwamen. Er moest „iets" gedaan worden, zei men. De wereld vereert nu eenmaal een ster cn geen maatschappij. Greta Garbo speelde toevallig voor de Metro cn deze firma maakte „goede zaken" met haar. Ook de Paramount moest nu zoo iemarid hebben, zoo'n vrouw waar mee de geheclc wereld dweept In het luxe privékantoor vergaderden de liceren die gages van 10.000 dollar per week kunnen betalen als ze willen. Ze rookten groote sigaren, staken zich dc duimen in het vest en lieten clc verschillende filmdames, de revue passeeren. Wie zou het parade paardje worden Men zoekt, speurt, bekijkt portretten en schudt mistroostig het hoofd. Tot daar plot seling Jozef von Sternberg, dc regisseur, komt met z:jn ontdekking. Weer wordt er gepraat, gewikt en gewogen. Honderd procent sex appeal", zegt vort Sternberg De vergadering neemt een besluit: dc ont dekking van den cineast zal gepousseerd worden. En den volgenden dag reeds begint dc gigantische reclame-campagne voor Mar iene Dietrich. Ziehier, lezer, dc min of meer poenige vóórgeschiedenis zooals Maurice Decobra, de békende Fransche schrijver, haar teekent in een van zijn brieven uit Hollywood, brieven die de verdienste hebben dat ze zóó geschre ven zijn, dat de oppervlakkige ze als leutige .nformatie waardeert, terwijl de nauwkeu rige lezer er van die kleine opmerkingen uit weet te halen, opmerkingen die ons zoo'n juiste kijk geven op de dikwijls zoo vooze „business" in de filmstad. Men vraagt zich af: hoe is het m vredes naam mogelijk, dat een jonge vrouw, een van dc vélen, die in haar v roegere rollen in het geheel niet opviel, plotseling een door bijna ieder aanbeden „ster" wordt. Men zou nicrop kunnen antwoorden; eenvoudig om dat ze, zooals boven geschreven werd, zoo uitmuntend „gepousseerd" werd. Maar dat is' niet zoo. Weliswaar is het mogelijk een ster kunstmatig cn met behulp van veel dollars populair te maken bij dc gioote ma«a. ja deze te suggcreeren dat ze met iets bijzon ders te doen heeft, maar c-r is en blijft nu eenmaal een categorie van rnenschen lie zich niet voor den mal laat houden, die zich niet door geld cn fraaie woorden laat ver blinden, doch dine alleen vraagt: wat is het wat men ons ondringen wil. Mariene Dietrich. En ook deze categorie waardeert Mariene Dietrich, zoodat we*een andere verklaring voor haar plotselinge populariteit moeten zoeken. Deze verklaring is overigens een oude waarheid: bijna, iedere ster moet een cineast hebben die haar begrijpt. En anders staat ze alleen en valt niet op; verzinkt in de groote hoop. Een voorbeeld: een oude film van Mariene Dietrich, die ze samen met Willy Forst speelde, voordat von Sternberg haar ontdek te, heet: „Gevaren van den Verlovingstijd." De een of andere onbekende voert d£ regie Deze regisseur nu, heeft in liet geheel niet begrepen met wat voor een' figuur hij hier te doen had. Hij had voor zijn film het een of andere aardige meisje noodig, koos toevallig Mariene Dietrich cn liet haar het hopeloos vervelende, hopeloos bekende rolletje spelen. Maar, jaren daarna, komt von Sternberg. Hij ziet Mariene Dietrich, bestudeert en doorziet haar. Nu maakt hij „De Blauc En gel" en hij geeft haar daarin een rol die vol komen bij haar wezen past En de wereld staat verstomd: Is dut diezelfde Mariene Dietrich uit „De gevaren van den verlo vingstijd"? Inderdaad, dezelfde. Maar nu staat er een man naast haar die haar kent en die haar gelegenheid geeft „zichzelf" te zijn. Ze behoeft zich niet te wringen in een karakter dat haar niet ligt. Want Mariene Dietrich is geen doorsnee meisje, is geen lief vrouwtje dat zoo graag een fatsoenlijken man met een vaste positie cn een eenheids-glimlach wil trouwen. Zij is een canaille, een overmoedige jonge, ver leidelijke vrouw. Haar plaats is niet in de keuken achter een blinkend fornuis, maar zij hoort in ee'n rommelig cabaret, (lat vol grauwe sigaretten-rook hangt. Ze moet op het tooneel staan met bloote bccnen, de handen in de zij, scherp uitdagend in een waas van rook en met haar schorre stem, een stem die vertelt van een hard leven vol teleurstelling cn verbittering, meet ze een gewaagd liedje zingen. Haar fel-gesneden glimlach moet alles wat fatsoenlijk en dugdzaam Is bespotten, haar onheilspel lende oogen moeten hooncn en uitdagen. •Ms Lola Lola in „De Blauc Engel" staat ze in haar element: op het kleine toonecltje in een omgeving die voos en rot is. En ze zingt: „Tch bin von Kopf bis Fusz auf Lïehe cingcs'cllt" cn „N.mm dich in acht vor Blandc Fraucn" of „Ich bin die Fesche Lola." Ze zegt ze uit, al d'e gewaagde, haast immoreele tekstjes, met haar lage geëmotio neerde stem en ze tart, hoont en bespot meteen dc wereld waarin ze thuis hoort. Maar als ze daar zit, dc stoel met de leu ning naar voren en 7-. zingt haar: „Ich bm von Kopf bis Fusz", dan zit daar een nensch, een verbitterd, verhard, mensch, een vrouw, die het leven door en door kent. ervan walgt, doch te indolent is om er af scheid van tc nemen. Want zelfs e-.n zelf moord zou ze koud en cynisch bespoken. Ze z ligt, sukkelt mee met uewereld en kerft waar ze ken en kan. Dit alles zag von Sternberg. En hij be greep dat het naar voren brengen van deze vrouw, zooals zc was, een geweldig succes zou beteckenen. En te recht: de wereld vol indolente cynische rnenschen, de wereld waarin Iwan Goll tot zijn boek zonder een sprankje hoop „Stervend Europa" kwam, aanvaardde en waardeerde Mariene Die trich. Zeker, clc hoogste laag van het pu bliek was de Amerikaansche patent-goed- he'd beu. Deze wondere, bittere vrouw die met al die goedheid spotte cn zich.zonder schaamte gaf zooals ze was: verveeld ge waagd, canailleus, veroverde de wereld. Het nieuwe type is geschapen, gepous seerd en succesvol bevonden. En de publi city-managers zorgen voor kleine stukjes in dc pers: „Wie zal het winnen, Mariene Dietrich of Greta Garbo?" En de doorsnee- tnenschen vinden den wedstrijd in dezen tijd van records wel aardig. Alen kiest par tij, de een verkiest deze, de ander die Maar de onzinnigheid van dezen wed strijd ligt er dik boven op. Immers er is hier geen sprake van concurrentie, althans op kunstgebied. Greta Garbo is als figuur duizendmaal waardiger dan Mariene Die trich. Ik zeg niet: „beter", want dan zou ik me schuldig maken aan de kapitale vcrgc- Jjjkingsvergissing. Er is tusschen deze twee fpuren een geweldig verschil, een verschil zóó groot dat het spreken van concurren tie cn het maken van vergelijkingen ge woon absurd is. In tusschen werkt de componist Fricdrich Hollander met von Sternberg zeer succes vol samen. Ook hij begrijpt Mariene volko men. Daarvan getuigen alvast de liedjes uit „Dc Blauc Engel" die ik U hierboven noemde. Hij schreef deze, om een cliché- term te gebruiken „aan haar lijf' cn logde in muziek cn tekst die zonderlinge driest» beid, die Mariene Dietrich zoozeer past. In latere, door Hollander gecomponeerde lied jes die Mariene Dietrich voor de gramo- foonplaat zeng, zooals „Johnnv", drijft hij dit wel efii beetje op de spits. Het chanson is naar onze mecning wel wat al te zeer op de lagere instincten der massa geschreven, die Mariene Dietrich op het oogenblik als een geliefd stuk fél-gckleurd speelgoed be schouwt- Hoe lang zal ze nog „gevierd" worden door de massa, wier smaak met b°- hulp van veel dollars en veel sensatie-arti kelen zoo kneedbaar is Maar al zou er morgen aan den dag een nieuwe ster worden gepousseerd die Mar iene Dietr ch verdringt, in de harten van hen die haar begrepen hebben, zal zc blij ven voortleven. Want naast al haar, dikwijls zoo béte en leege Hollywood zusters geven wc Mariene Dietrich het hoogste predicaatwe noemen haar een ménsch S. CARMIGGELT. Jozef von Sternborg, de regisseur, die Mariene Dietrich ontdekte. DE REGENBOOM. In Peru groeit een eigenaardige boom. „TamaisCr ui" genaamd. Bij droog weder, als er weinig water in dc rivieren is en de hitte zeer hevig, neemt hij allen waterdamp in zijn dichtbeblader- den kruin tot zich en laat dan een waren regen van al zijn bladeren, zelfs van zijn stam neerdruppelen. Een woud van zulke boomen doet in het naburige land wezenlijke beekjes ont staan. Natuurlijk hebben de geleerden daar statistieken op gemaakt. Gesteld dat op een voldoende oppervlakte tien duizend boomen van die soort geplant worden, dan zouden zc per dag 385.000 liter water ge ven. Wij gunnen die boomen en den regen gaarne aan Peru: in ons land hebben we gewoonlijk regen te over. TURKSCHE ZEGWIJZEN. Vraag het muildier, wie zijn vader is, cn het zal antwoorden: „Mijn moeder is een merrie!" Wie bij een woordenstrijd het eerst zwijgt, is van goede familie. HET VERHAAL VAN DE WEEK door JAMES VANSELL. Dick Copper voelde zich hcelcmaal niét goed. Had men hem gevraagd, wat hem nu eigenlijk mankeerde,' dan zou hij dat met geen mogelijkheid hebben kunnen om schrijven. Toch had hij redenen genoeg voor zijn depressie. De eerste was, dat hij na het diner aan Jack's Bar tien dollars had omgezet in „als van ouds het gewone". Dc tweede, wel, die was moeilijker te defineeren cn ook veel belangrijker dan die eerste alcoholi sche. Die had eigenlijk al weken, al maan denlang in hem gewerkt. Misschien lag het wel aan zijn trompet. Want wat zoo gek was: den laatsten tijd héétte hij'zoo nu en dan dat instrument. Er was een tijd ge weest, dat hij zijn glanzend koperen trom pet gewoonweg aanbeden had, een tijd, dat hij het instrument wel eens streelde cn er tegen sprak als tegen een ouden trouwen vriend Dat Was al lang geleden, in den lijd dat Dick voor het eerst op Broadway speelde, toen hij zich verbeeldde in staat te zijn dc geheelc wereld verstomd te doen staan over zijn spel. Dat was in het begin, toen hij er naar had gestreefd een stei van dc eerste grootte op Broadway te worden. Maar zijn enthousiasme was langzaam, maar des te zekerder uitgedoofd; zoo nu en dan flikkerde er nog iets van op, maar met hoe langer hoe grooter tusschenpoo- zen. Soms, wanneer hij in het orkest speelde, vaagde een crescendo in do muziek dc ne vels weg, die "zijn verstand omsluierden, maar alleen voor korten tijd. Met hst vol gend diminuendo liep de branding, die in hein omhoog kwam, weer terug, en vloei de zijn leven voor telkens langeren tijd weer als een traag bewegende, slijmerig- trocbelc rivier. Hij schrok wakker uit zijn sombere gc- dachtenscbcmering, doordat de slem van Bower, den dirigent, opgehouden had met zeuren. Allemachtig! ITij had weer zitten suffen! Als Bower nu maar niets bijzonders gezegd had, cn geen veranderingen had aange bracht in het programma dat ze gisteren gerepeteerd hadden Automatisch sloeg hij zijn partijen op: 4e trompet. Hardman, aan de microfoon, .vas juist alweer aan het kweelen. als elkci> avondwe zul len dan thans overgaan tot onze eerste foxtrott: Moonlieht. Bower hief 7ijn dirigeerstokje op. Copper haatte dien man op het oogen blik. Hij zette (lc trompet aan den mond en m zijn woedende bui blies hij veel tc hard. Brrr! Wat koek Bower nijdig! Misschien zou hij hem daarvoor al wel ontslaan! 't Mocht wat! 4e trompet, zij het dan in hel beroemdste orkest van Amerika! Hij kon naar de pomp loopen! Het Kon Copper niets schelen, dat hcelc gedonderjaag hier' En juist omdat list hem niets kon schelen, wond Copper zich onder het spelen hoe laneer hoe n.eor op. Uit was het. Nieuw blaadje. Copper kreeg bet warm cn benauwd. De eerste saxofonist stond op en liep naar de microfoon voor zijn solo. Bower zwaaide wem*: een, twee.... Copoer zette een halve m^at te vro^g in. Bower werd vuurrood en de aivTo"en kelmn Tonner ver wonderd en bezorgd aan. Dat betcckcndc ontslag. In het meest geperfectionneerde orkest van de wereld mocht zooiets niet gebeuren. Copper ergerde zich geweldig, cn aan al les. Nu weer het meest aan dien saxofonist. Die kerel kende er geen steek van! Ze speelden een langzame „blues" en die man „voelde" het niet. Hij blies huilerig en met een van tranen oog^n verzadigd ge weeklaag. Het was afschuwelijk! Zouden nu al die luisteraars niet kunnen hooren, dat dit niet een „echte blues" was? O, ke rel, hou op! Gelukkig, het was uit. Omslaan. Ilei volgende nummer was er wéér een met een solo voor den saxofonist. Omdat hij zoocven zoo mooi geblazen bad en de luisteraars hem natuurlijk nog eens wilden hooren. Een, twee, daar gingen ze: een quickfox- trott. Hé, dat was nog eens wat: een schitte rende „introduction" en een zuiver-jazz „verse". Dc opzwecpendc synerpen stegen cn daalden, hun rhythmc steeg Copper naar "t hoofd. IIij transpireerde. Hè, wat was het warm! Plotseling was hst hem, alsof een ge spannen draad in zijn hoofd knapte. Zijn collega's. Bower, do hecle studio, zag hij voor zijn oogen ronddraaien. Die onmuzi kale vervelende snoeshanen, hij zou ze lecrcn! Hij lapte zc allemaal aan zijn laars, hij verachtte ze, de hcelc blboel: Bo wer. het „beste orkest van de wereld", de millioenen luistervinken, allemaal! En hij zou het ze tooncn ook! Hij stond op en liep naar de microfoon. Juist wilde de saxofonist zijn instrument aan de linnen brengen om bij h«H „chorus" in te vaBenl maar Copopr duwde b<>m op zij. zette de fvnmnct aan en h'ic*.. b1' .zoonis hij zijn leven nog niet geblazen had. Muziek, echte jazz, waanzinnige rnaar opzweepende jazz, onmelodieuze maar mee- sleepende klanken, wild maar prikkelend rythme vond zijn weg door de microfoon trilde in den aether, weerklonk bij millioe nen luidsprekers. Wilder en wilder klon ken de koperen tonen in Je studio, tot dc climax, toen werd het geluid zachter, vlei ender, betoovcrender, no^ zachter, weemoe diger, klagend, tot het in mineur wegstierf. Het orkest zat .stomgeslagen. Bower was spierwit. Hij opende zijn rnond al om te 6prcken, maar bedacht zich plotseling, dat. zc in de studio waren, cn elk woord over geheel Amerika te hooren zou zijn. Hij zweeg met zichtbare moeite en hief met trillende hand zijn dirigeerstokje op om het volgend nummer te laten beginnen. Geheel automatisch keerden de orkestleden het blaad'e om cn speelden de noten die daarop stonden.. Copper stond nog steeds stil. Wat bij ge daan had, drong eerst nog niet geheel tot hem door, totdat het als mokerslagen in zijn brein hamerde: de reputatie van bet. beste orkest van de wereld verguisd, de omroen btjjs^pmk gemaakt. Afwisselend werd hij ijskoud en gloeiwarm. Toen hij voelde, dat hij de macht over zijn becncn teruggewonnen bad, draaide hij zich om en verliet de studio. Hoe hij buiten kwam, wist hij niet. Hij 6tond plotseling op straat, waar hij het op ?en loonen zette, hoe langer boe harder, tot hij thuiskwam. Hij gooide zich gekleed on bed en huilde zichzelf als eert klem kind in slaap. Den volgenden morgen werden er ver scheidene telegrammen bij hem thuis be zorgd. vrijwel aDrn eender luidden: ..B;ed TT rdoniq 1-sfo trn-^n^t in ïïiü'i or kest aan stop. Uw salaris kunt U zelf noe- men".

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 15