MET EEN TEKORT VAN 2.5 MILUOZN IN ZEE AM EPSFOORTSCH BA6KLAJD CR00TE BESNOEIING OP DE UITGAVEN Woensdag 16 September 1931 .DE EEMLANDER." 30e Jaarang No. 67 5% KORTING OP DE RIJKS SALARISSEN HET GEHEIM VAN DE HEIDE M1LLIOENENNOTA Verhooging van het tarief van invoerrechten van S op 10 Vorige dienstjaren. De algemeene rekening over het dienst jaar 1929 heeft een voordeelig saldo opge leverd van 58.207.90i.82 wat den gewonen dienst betreft, en op den kapitaaldienst een nadeelig saldo van 58.792.670.58. Het overschot op den gewonen dienst werd in de vorige Nota gesteld op 50.856.779.07. Thans blijkt een overschot aanwezig van 58.207.904.82. Dit gunstig verschil is toe te schrijven aan een wijzi ging. zoowel in de cijfers der uitgaven als in die der ontvangsten Ten vorigen jare werd voor de uitgaven van den gewonen dienst een voorloonig totaalcijfer genoemd van 598.934.606,65. Dit totaal is thans nader vastgesteld op 598.934.606,65. Dit totaal is thans nader vastgesteld op 598.252.079.21, gevende een vermindering van 682.527,44. Het voor het jaar 1930 op den gewonen dienst becijferd overschot bedraagt, blijkens vorenstaand overzicht, 22.739.470.79. Blijkens de aanvankelijk toegestane he grootingen werd aan gewone uitgaven ge raamd 613.535.044 en van gewone midde len 620.699.531. Aanvankelijk werd dus een overschot verwacht van 7.164.487, het welk bestemd was als „stootkussen" ter opvanging van den schok, welken de be grooting voor 1931 zou ontvangen als gevolg van de invoering van de nieuwe wet op de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten. Het thans becijferd over schot geeft dus, in vergelijking met hel aanvankelijk geraamde, een gunstiger uitkomst van 15.574 983,79. Onder het bedrag van 620-699.531, waar op do gewone middelen aanvankelijk warep geraamd, was begrepen een som ad 474.735.000 aan middelen, opgenomen in den maandclijkschen middelenstnat, bene vens f 145.964.531 van niet tot deze groep behoorende ontvangsten De middelen, behoorende tot eerstge noemde groep, brachten 17.987.396 meer op dan de raming. De middelen, behoorende tot de tweede groep, bleven daarentegen met een som van 5.772.636 bij de raming ten achter. De gewone uitgaven naar de voorloo- pige gegevens, waarbij ook de, naar de on derstelling, nog te doen e uitgaven in rekening zijn gebracht blijven beneden de oorspronkelijk toegestane bedragen met 3.380.224.26. Met toepassing van art. 24 van de Comp tabiliteitswet is voor zooveel den gewonen dienst betreft, een bedrag van 12.728.871 van den dienst 1929 naar hei dienstjaar 1930 overgebracht. Is de gewone dienst 1930 derhalve door het overbrengen van die 6om aan te doene uitgaven ongunstig beïnvloed, daar staat tegenover, dat zich deze overboeking weder van 1930 naar 1931 zal herhalen. Het be drag daarvan is thans uit den aard dei- zaak nog niet met juistheid bekend, doch naar uit de voorloopige gegevens blijkt, zal het voor den gewonen dienst ongeveer een som van 16 millioen bedragen. De dienst van 1931. Naar de huidige gegevens is dan ook op een tekort van rond f 26 millioen over het jaar 1931 te rekenen. Do nieuwe begrooting. Thans kan worden overgegaan tot een be spreking van do. cijfers van het dienst jaar 19 32. De begrooting voor den gewonen dienst wijst aan: in uitgaven 593.656.078 in inkomsten 541.268.092 zoodat een nadeelig saldo is geraamd van 49.387.987 Zooals hieronder zal blijken, heeft dit te- kortcijfer slechts formeele waarde. Het we zenlijke tekort op de begrooting voor 1932 bedroeg 75 mill'oen Het tekort, waarmee in zee zal worden gegaan, bedraagt 2,5 millioen. De omstandigheid, dat een deel der overbruggingsiraatregelen reeds in etc millioen te overbruggen, h>eft de Regee ring in de eerste plaats zich beijverd op de uitgaven, voor zoover dit kan geschie den, zonder vtiale belangen t? schaden, aanzienlijke besnoeiingen aan tc brengen. Zooals uit de afzonderlijke begrootingen zal blijken, is het hierdoor gelukt, alle hoofdstukken der Rijksbegrooting bcnodin het eindcijfer van het loopende jaar te hou den, sommige zelfs in zeer aanzienlijke mate. Het gchcelc hoofdstuk Financiën is nog m?t 2 millioen kunnen verlaagd worden. De begrooting van Arbeid, Handel en Nij verheid dankt haar verlaagd eindcijfer in hoofdzaak aan een tijdelijke reductie van de bijdrage aan het Invaliditeitsfonds waar voor tegelijk rnet deze nota een afzonder lijk wetsontwerp wordt ingediend. De ver laging van hoofdstuk VI11 Is onder meer te danken aan een voorgenomen vertra ging van den nieuwbouw voor de vloot. De verlaagde raming van hoofdstuk IX vloei» voornamelijk voort uit een ook ove rigens wenschelijk gebleken opschorting van de verdere Zuiderzee inpolderingswer- ken. Die opschorting maakte het mogelijk „Wij rijden op hei oogenblik economisch en fiscaal in een nevel, waar in niet al le ver vooruit kan worden gezien, en waarin bij het schaarsche licht, dat ons gegeven is, voor veiligheid op den nabijzijn den weg zoo goed mogelijk dient te worden gewaakt" Minister DE GEER in de Millioemnnota. alle wedde slechts 2lA pet, zal worden ge kort en van de volgende 1000 van alle wedden van gehuwden ?venoens slechts 2Ys pet.; 2. zal de pensioensgrondslag op het oude bedrag worden gehandhaafd, zoodat de pen sioenen van de weddekorting geen nadeel zullen ondervinden; 3. zal de korting tijdelijk zijn, in dien zin dat zij, indien zij niet te voren door een nieuw besluit is opgeheven of gewijzigd, na drie jaar automatisch vervalt; en dat ten aanzien van het overig deel om velerlei redenen met een aankondiging wordt volstaan, leidde tot het tusschen lig gende bovengenoemde cijfer, dat derhalve slechts accilcnteele beteekenis heeft, Titel 6. Kapitaaldienst De Kapitaaldienst wijst voor 1932 een totaal in uitgaven aan van 412.497.967 en in ontvangsten van 275.C58.415 i de afschrijving van het verlies op do tot begroot,nacijfer* kon worden uitgedrukt duswr (otJ sta* d gekomon wirkcn jn ccn langzamer tempo te doen geschieden dan zoodat het bedraagt nadeelig saldo 136.839.5 Voor 1931 is geraamd: Uitgaven Ontvangsten Nadeelig saldo 1931 155.356.920 53.859.115 101 497.805 Aan de voorgaande cijfers voegt dc Mi nister van Financiën het volgende toe: Commentaren van den minister. De ernstige depressie, welke op dit oogen blik in dc gehcelo wereld woedt, heeft zoo als van zelf spreekt, haar invloed doen ge voelen ook op dc raming der middelen voor het jaar 1932. Dit geldt niet uitsluitend voor de dusgenaamde middelen A—F. welke iedere maand in den bekenden middelen staat worden gepubliceerd, maar ook voor sommige andere inkomsten De geheele middelenraming blijft voor het aanstaand jaar ruim 63 millioen ach ter bij die voor 1931, zooals deze luidde na de verhooging van den gedistilleerd-accijns. Daar bovendien dc begrooting voor 1931, na de verhooging van dien accijns, sloot met een geraamd tekort van 5 millioen, stond de Regeering bij het opmaken van de begrooting voor 1932, bij gelijkblijvende uitgaven, voor een tekort van 6S millioen. Het is echter duidelijk, dat de uitgaven niet gelijk konden blijven. Immers naast dc opbrengst van 's Rijks middelen moest ook die van dc gcmeentefondsbelasting la ger worden uitgetrokken. Hierdoor steeg de Rijksuitkcering aan het Gemeentefonds met 7.5 millioen. Alleen reeds ten gevolge van het terug loopen der gezamenlijke inkomsten ont stond derhalve.een tekort van rond ƒ75 mil lioen. Met hei normaal accres dar uitgaven ten gevolge van de bevolkingstoename is hier bij nog niet gerekend. Het wordt gewoon lijk geschat op 10 millioen 'sjaars, en heeft natuurlijk ook dit jaar gewerkt, doch wordt wegens dc onzakerheid van het bedrag hier verder builen beschouwing gelaten. Teneinde het zeer grootc tekort van 75 aanvankelijk in -de bedoeling lag. Voorts hebben ook de ovarige. hier niet genoemde hoofdstukken belangrijke besparingen aan gebracht, waardoor niet alleen het natuur lijk accres hunner uitgaven is opgevangen, maar zij ook benerlen het eindcijfer van het jaat 1931 zijn gebleven. Voor hoofdstuk VI hetwelk een natuurlijk accres haeft, dat op wellicht 4 millioen kan geschat worden, zulks onder meer bereikt door reeds rek-ning te houden met de inwerkingtre ding op 1 Juli as. van het tegelijk met deze nota in te dienen wetsontwerp tot wijzi ging van de Lager Onderwijswet. De bovenbedoelde besnoeiingen hebben tot het resultaat gehad dat het gezamenlijk eindcijfer rond 19 millioen lager is kun nen geraamd worden dan dat van het loo pende jaar. Het tekort van 75 millioen is hierdoor gedaald tot het bovenvsrmelde bedrag van 49 millioen Het spreekt van zelf, dat ook met een dergelijk tekort niet in zee kan worden gegaan. En waar. vooral met het oog op dc onrustbarend? stijging van de buiten de be grooting gehouden „crisis-uitgaven" het be waren van het financieel evenwicht op den normalen dienst meer dan ooit geboden is, ligt het voor dc hand, dat naast dc boven- bedo?lde besparingen andere maatregelen moesten worden genomen. Korting op salarissen. Eén daarvan betrof dc verdere beperking der uitgaven. Als zoodanig heeft de Regee- ring besloten, tot een met 1 Januari a.s. in gaande korting op de salarissen. De over weging, dat een zeer groot deel van de be volking in dezen tijd in inkomsten is ach teruitgegaan en bovendien nog zeer onzeker is van de inkomsten die het voorshands zijn overgebleven,' alsmede de omstandigheid, dat het indexcijfer sinds de laatsta vast stelling van dc wedden met 7 a 8 pet. is gedaald, heeft, al kan in geen dezer beid? feiten op zich zelf natuurlijk een reden tot salariskorting gezien worden, het wel rede lijk doen achten, dat, nu terzelfder tijd aen aanzienlijke beperking der uitgaven vol strekt geboden is, ook dc wedderegcling hiertoe in bescheiden mate bijdraagt. In het voornemen ligt een korting van 5 pet. onder aanbrenging van de volgende vier mitigaties: 1. zal zekere degressic worden toegepast in dier voege, dat van dc eerste ƒ1000 van DE GEER. 4. zullen de kindertoelage aan d? korting woidan onttrokken en dus op 3 pet. van de vigeerende wedden blijven bepaald. Door den voormelden maatregel zal het tekort tot ongeveer 42 millioen worden teruggebracht. Versterking van inkomsten Naast dc tot dusver besproken beperking der uitgaven zal voorts eenige versterking der middelen niet kunnen worden gemist Twee tegelijk met deze Nota ingediende wetsontwerpen voorzien daarin. Het eerste strekt tot een fiscale verhooging van hef bestaande tarief van invoerrechten, waarbij hei normale percentage van S op 10 wordt gebracht, en in verband hiermede ook de meeste der afwijkende percentages een soortgelijke verhooging ondergaan. Het tweede entvrerp strekt tot de invoe ring van een tijdelijke benzinebelasting waarloc speciaal aanleiding gevonden is in dc enorme daling, welke de benzineprijs in Nederland, in onderscheiding met dien in de omringende landen in den loop van hel laatste jaar ondergaan heeft. Een heffing van f i per 100 Kg. als in hei ontwerp voor gesteld, beteckent een verhooging van den prijs per liter met ongeveer 3 cent. Zij zai gedurende drie jaren gelden en bij ccn vroc ger prijsherstel kunnen worden ingetrok ken. Verwezen moge overigens worden naai de memorie van toelichting op de beide be doelde wetsontwerpen. De opbrengst van iiet eerstgenoemde ontwerp wordt geraamd op ƒ11 millioen, die van het tweede op rond 10.5 millioen, zoodat het tekort hier door slinkt lot 20.5 millioen. Na nog 20 millioen. Ter overbrugging van dit laatstgenoemde tekort voorzoover het niet zal worden opgevangen door de bekende „besparing op de uitgaven, waarvan echter bij den hui- digen opzet der begrooting geen groot be drag mag worden verwacht heeft do re- gecring zich beraden een zoodanig deel van bet overschot op het dienstjaar 192Ö, als inancieel te verantwoorden is, aan dec dienst van 1932 ton goede te schrijven. De overschotten van vorige dienstjaren. Het wil der regeenng voorkomen, dat in do omstandigheden, waarin wij thans ver- keeren, het te verantwoorden i6, het voor- deelig saldo over 1929 alsmede straks dal over 1930 althan6 gedeeltelijk ten goede te doen komen aan de bijbehoorende dienst- jaren 1932 en 1933. Dit sluit uiteraard ia dat alsdan ook het, op dit oogenblik reeds vaststaande, tekort over 1931 behoort te drukken op het dienstjaar 1034. De regeering is bij deze materie wel ge noodzaakt. een ruimer perspectief te ope nen dan dat van één enkel jaar, wijl men in komende jaren in ernstige moeilijkheden zou geraken, indien een verkregen saldo over een vroeger dienstjaar in zijn geheel verd aangewend om het budget van drie laar later sluitend ie maken en op die wijze dit budget op een zóódanig hoog niveau werd gehandhaafd als waarvoor het eerst volgend jaar geen dekking zou zijn. Dubbel bedenkelijk zou dit worden, indien, zooals ihans het geval is, nog een jaar later bo vendien een tekort zou zijn in te halen. Op de aangeduide basis komt men tot bei volgend resultaat. Van het overschot van 58 millioen over 1929 rnag 18 millioen wor den gebruikt al6 sluitpost voor 1932. Deze sluitpost moet er dan mede zijn voor 1933. Daar er nog 40 millioen over is van 1929 en hierbij 22 millioen komt van 1930. zijn de 18 millioen voor 1933 beschikbaar, met een restant van 44 millioen. Deze laatste 44 mil lioen zijn voldoenode om den sluitpost ad 18 millioen te leveren voor 1934 en in dat zelfde jaar het tekort van 26 millioen (over 1931), in tc halen. Men kan ditzelfde, iets minder systema tisch, maar korter, uitdrukken door het ge zamenlijk saldo over de jaren 1929. 1930 er 1931, zijnde 58 4- 22 - 26 54 millioen U deelen door 3, waardoor het bedrag wordt verkregen, dat in elk dezer drie Jaren als sluitingspost aan den gewonen dienst mag ten goede komen. (18 millioen). De minister meent, dat deze opzet thans kan worden aanvaard. Eenig vertrouwen cp een betere toekomst moet in het huidig tijdsgewricht wel de onmisbare laatste sluitpost blijven. Mocht dit vertrouwen on gegrond blijken, dan zullen te zijner tijd nieuwe buitengewone maatregelen noodig zijn. De regeering hoopy dat ook dan daar bij vitale belangen zullen zullen kunnen blijven gespaard. „Niet te hard rijden.'' Uil het voorafgaande blijkt reeds, dat de boven gegeven cijfers, voorzoover ze dt- eerstvolgende jaren betreffen, naar den gc dachtengang van den minister meer als een werkmethode dan als een voorspelling moe ten worden beschouwd. Wij rijden op het oogenblik economisch en fiscaal in een ne vel, waarin niet al te ver vooruit kan wor den gezien en waarin bij het schaarsche licht, dat ons gegeven is. voor veiligheid op den nabijzijnden weg zoo goed mogelijk dient tc worden gewaakt. „Niet te hard rij den'' is daarbij de eerste cisch. De regee ring wil zich beijveren, zich hiernaar te ge dragen en zij doei een beroep op allen, die verantwoordelijkheid dragen, welke politie ke of maatschappelijke idealen zij ook koesteren, haar daarin te steunen. Het is zoo juist wat destijds door een orgaan van een strijdend vakverbond werd opgemerkt dat liet „een waan is tc meencn dooi machtsontwikkeling alleen do maatschappij te kunnen verplichten, meer te geven dan ze heeft". De jongste geschiedenis van twee grootc natbuurlandcn levert 'er opnieuw het bewijs van. Het beste wordt een volk geholpen, dat. zijn eigen helpt. Uit het Engclsch van MORICE GERARD door W. v. E.v. R. li Want de vcrdecling was allesbehalve ge lijk geweest, daar had dc gewezen mijn werker wel voor gezorgd. Hij had Manson genoeg gegeven, om liet dezen de moeite waard to doen vinden, met hém mee tc doen; doch de vuurtorenwachter wist zelfs de werkelijke waarde niet, van hetgeen 70 verhandelden. Als zij gelijk op hadden ge dceld, zou George honderden ponden heb ben gehad, waar hij nu slechts tientallen had gekregen. Manson begroette zijn schoonzuster, die zich op den achtergrond had gehoudpn. Toen wendde hij zich weer tot zijn vrouw. Wat is er dan, Maggie, als het niet het kind is? Je gezicht is wel ccn el lang! Tot. antwoord trok Margaret haar man naar den rand van dc klip. De vreemdeling was juist uit de bcot gestapt. Hij stond heel stil, met dc handen in dc zakken, alsof hij nadacht. Ik zie niet bijzonders. Het schijnt dat een of andere vreemdeling op het strand is gekomen, die een tochtje op zee wil ma kon. Ik denk niet, dat hij er iemand voor zal vinden. Er was niemand meer beneden, behalve Ducros, toen ik wegging, en dio zal nu ook wel weg zijn. Het zou trouwens geen nut hebben al? hij er nog was. Ik ga niet terug, Mag, dat beloof ik je. Ik ga naar huis, om naar het kind te zien en thee te drinken. Heb je dien man ooit tevoren gezien? hield Margaret aan. De vreemde, onderzoe kende blik lag nog in haar oogen. George keek weer naar den vreemdeling. Terwijl hij dat deed, kreeg do man hem blijkbaar in het oog. Hij tuurde tenminste- scherp in hun richting. Daarna liep hij snel naar den groolcn weg. Neen, ik heb hem nooit eerder gezien Hij ziet er flink en goed gekleed uit. Ik zon hem anders wel herkend hebben. Waarom stel je zoo'n belang in hem. Mag? Hij deed haar die vraag eenigszins ver wonderd Omdat hij, toen wij hem voor het eerst zagen, Delia en ik, zich achter een rots verborg, blijkbaar om Ducros tc bespieden. Hij bleef in zijn schuilplaats, totdat Ducros uit het gezicht was; toen ging hij naar de boot en klom er in. Nooit heb ik iemand iets zorgvuldiger zien doorzoeken dan hij het dc boot deed. Delia zal je hetzelfde zeg gen. Delia knikte. Manson floot zachtjes. Bijna uitte hij zijn gedachte overluid, doch hij hield zich bijtijds in. Dat moest do detective zijn. van wie.n Ducros hem had verteld, en dien Squire Jacq op hen had afgezonden. Geor ge had heelemaal niet meer aan hem ge dacht. 6inds Alice ziek was geworden. Nu schoot het hem weer tc binnen, en weer zou hij er alles voor over hebben gehad, om niet in deze zaak betrokken te zijn ge we est- George! riep Margaret, zijn arm vast grijpend, w9s er iets van belang in de boot, dat hij kon vinden? Zij liet haar stem da len: Was er iets gevaarlijks in, iets, dat er niet in mocht zijn? Al de martelende angst, die haar ziel de laatste weken en meander, had verlamd, lag in de trilling van haar stem. Neen, dat denk ik niet ik hoop het niet niet als Ducros behoorlijk voor den .boel gezorgd heeft, en hij ie over het alge meen heel zorgvuldig, dat moet ik hem na geven George wendde zich naar het huisje; Margaret liep naast hem, nog steeds zijn arm vasthoudende, ofschoon niet meer zoo stijf. Delia was naar den vuurtoren terugge gaan. Zij voelde, dat het beter was, rnan en vrouw op dit oogenblik alleen tc laten. Voor het eerst was tusschen hen onder woorden gebracht, dat de zaak, waaraan George zijn medewerking verleende, ge heim moest blijven voor de rest van de wereld. De sluier van geheimzinnigheid was nu voor een groot deel opgelicht, en misschien verheugden beiden zich. er over. Wat is de man? vroeg Margaret, toen zij eenige oogenblikken zwijgend naast el kander waren voortgegaan. Een detective, geloof ik. antwoordde George met een verlegen gezicht. Laatst zei Ducros tenminste, dat het er een was. O George. George1 Komt hij om jou? Wat moeten Allic en ik beginnen! Als zij haar verdriet niet kort geleden op •haar zuster's schouder had uitgeschreid, was- zij nu in tranen uitgebarsten. Marga ret'? vreps voor een detective was even groot, nu b^r kermt* van zijn macht be perkt wa6. Ze keek zelfs angstig over dc klip uit. om te zien, of hij langs den hoofd weg aankwam. Manson antwoordde eerst niet. Daarna zeide hij op schorren loon: Zoover zal het niet komen, Mag, als het God behaagt. Ach. als wij Hem behaagden, hadden wij niets te vreezen!, riep Margaret onwil lekeurig. George repte zich voort naar huis De gedachte, die nu bij hem de overhand had, was, bij zijn kleine lieveling te zijn en te zien of de meenin^ van zijn vrouw, dat zij wat beter was, juist was. .Margaret liet hem adeen het „wacht huis" zooals sommigen het huisje op de klippen noemden, b'nnengaan. Zij keerde naar haar zuster terug. De oudere vrouw heschuldigde z'.ch van zelfzucht Hare zor gen hadden Della's vertrouwelijke mede- deelinc, cn wat die voor haar te beteeke- nen had, geheel verdrongen. Delia kwam naar Margaret toe en arm in arm liepen zij naar het huisje. Denk niet, lieveling, dat ik niet heel blij ben, dat je een man hebt gevonden, dien je kunt liefhebben en voor wlen je eerbied kunt hebben. Niemand voelt meer met je mee clan ik. Maar juist den laatstcn tijd hebben George en ik iets, dat ons hin dert, en al onze gedachten in beslag neemt. Ja. dat weet ik, Maggio. Ik wou maar, dat ik je kon helpen. Voor niemand zou ik zoo eraag iets doen als voor jou Als eenig antwoord drukte Margaret Delia's arm. In al haar zorgen gaf de ver zoening met haar meestgelicfde zuster haar een groote vreugde. Op dit oogenblik kwam George hot hui6 uit m^t Alice in zijn armen. De ondergaan dc zon scheen vol op zijn krachtige gestal te en het gebronsde gelaat van den man en op het blonde haar en de teere gelaats trekken V9n het kleine meisje. Hoe ver trouwd haar die aanblik ook waé, Marga ret werd er toch door getroffen en een paar stille tranen gleden langs haar wan gen. Het scheen, of de vader en echtgenoot terug was op dc oudo plaats, waar hij be hoorde. Alice leunde met haar hoofdje tegen haar vaders schouder en scheen zoo goed te lig gen. dat zij niets anders meer verlangde George keek zijn vrouw veelbeteekenend aan, doch hij zeido niets. Twee kleine vuurroode plekjes teekenden zich 6cherp af op Alice'6 bleeke wangetjes en haar half gesloten oogjes gaven duidelijk blijk van vermoeidheid. Margaret nam de slap neerhangende handjes in de hare. Zo waren droog, heet en koortsig Het is het beste haar naar bed te brengen. George, opperde zij. Alice schudde knorrig de schoudertjes en begon verdrietig te huilen, waardoor dui delijk bleek, dat zij niet in orde was, daar zii gewoonlijk een gelijkmatig humeur be zat. Ik wil niet naar bed. ïk wil bij pap pie blijven! Het kind sloeg haar armpjes om T»nars vaders hals en omklemde hem stevig Papnie zal ie naar bed brengen, lieve ling, en je zult daar zoo makkelijk liggenl Moeder zal meegaan en je helpen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5