„EEN OUVERTURE ZONDER OPERA" AMEOSFQQIffSCH DAGBLAD COMMENTAREN OP DE TROONREDE Woensdag 16 September 1931 „DE EEMLANDER" 30e Jaargang No. 67 WAT ER NIET IN STAAT... PERSOVERZICHT Welk een machteloosheid in de richting wijze nde slaatssl uk ken, ook in deze Troon rede, om de benarde problemen op te lossen Scherpe critiek van het Voik Uit de commentaren op de Troonrede, zoo als die verschenen in de avondbladen van gisteren, citeeren wij de volgende hoofdge dachten: „Gelukkig is zij zeer meegevallen." De Nieuwe R o 11 c r d a m s c h e C o u ra ut (lib.) schrijft, gezien de uitlatingen van minister De Geer in een interview met het Corr. Bureau: Gelukkig is zij zeer meegevallen. Het be sef van den ernst van den tijd komt er ter dege, in uit al blijft hier en daar ruimte voor de vraag, of de regeering zich in alle onderdeden den toestand geheel gereali seerd heeft. Zoo trekt het b.v. aandacht, dat de regeering noch in den aanvang, waar zij de takken van volkswelvaart opsomt, die het zwaarst van de crisis hebben ic leiden noch ook verder in de Troonrede, ook maai eenmaal het woord Scheepvaart gebruikt. Doch laten wij dit terzijde, dan mag dank haar worden erkend, dat de wereldcrisis en haar gevolgen voor het landsbestuur in de Troonrede op den voorgrond worden ge steld, en daarvan het belangrijkste, deel blij ven uitmaken. Dit niet alleen: er blijkt daaruit tevens, dat do regeering zich thans door de tijdsomstandigheden cenc dringen de, nieuwe taak opgelegd acht, waardoor het program, waarmede zij oorspronkelijk aangetreden is, op den achtergrond is ge drongen. „Plannen, welke de regeering aan vankelijk had gevormd, zullen dan ook wij ziging moeten ondergaan." Van de nieuwe plannen wordt nog weinig onthuld. Op één uitzondering na: dc aan kondiging van de instelling van een depar tement van economische zaken en arbeid het denkbeeld, nog onlangs in het adres van de Kamers van Koophandel van Am sterdam, Rotterdam, 's-Gravcnhage en Utrecht met warmte bepleit. Hebben wij dit gedeelte van dc Troon rede met vreugde gelezen, met nici" minder instemming hebben wij kcnni6 genomen van dat gedeelte, waarin de regeering hel vertrouwen uitspreekt, niet te vergeefs een beroep op dc natie, op de groole zedelijke kracht van ons volk te doen, om aan de crisis het hoofd tc bieden. Ook deze pas sage meenen- wij wat ruim tc mogen uit leggen. Wij zouden daarin willen zien een beroep op samenwerking, eensgezindheid, ai iet slechts in het maatschappelijk leven, doch ook in het politieke. In een tijd ole deze is niets gemakkelijker, dan critiek, af keuring en betweterij. Mogen deze drie bij uitstek I-Iollandsche genooten zich weten in te toornen. Natuurlijk, van beginsel kan niet dan tot schade van land en samenle ving worden afstand gedaan. Niets is vooi een land vernietigender dan beginselloos dal is karakterloos bestuursbeleid. Maar waarvan thans eer dan ooit afstand moet worden gedaan is de partijpolitiek, dc ge noegdoening van partij verlangens, partij stokpaardjes, die wol misschien in een be ginsel zoowat ingepast kunnen worden doch die toch overigens weinig of niets principieels hebben. Jammer is daarom, dat onder de enkele wettelijke maatregelen, die aaugekondigd worden, er één is, die in deze Troonrede den indruk maakt aan Room bchc partijpolitiek uiting te geven. Terecht wordt de bindend verklaring van de collec tieve arJieidso vereen komst terzijde gescho ven; was nu echter daartogenover aankon diging van de wcnschcUjkheid eèner wet telijke bedrijfsorganisatie noodzakelijk? Wij zien er slechts ccnc aanduiding in, clat dc- regeering niet stevig in de schoenen dei eensgezindheid staat. Over de buitcnlanclsehc paragraaf kunnen wij'kort zijn. Wij kunnen oiis .bepalen lol het gebruikelijke applaus. Een ouverture zonder opera Het Ila-ndelsblad (lib.) schrijft onder het opschrift „Ouvcrturo zonder opera", dat reeds in 1930 de Troonrede in mineur ge steld was cn thans, twee jaren na dc ..Pas torale" van '*29 en één jaar na dc „Klop- symphonic" van het noodlot in 1930 is dc toon zóó somber geworden en :s er zulk oer stilte gevallen in het document van de Rid derzaal, dat er eigenlijkweinig muziek meer in is. De crisis „moet het, regccrbclcid beheerschcn, hier evenals in andere lan den". Én dc ecnigc lichtpunten in deze Troonrede zijn, dat cr in Curasao tenminste nog maar „cenigc teruggang" is tc bomer ken; en dat in Indié althans de i r< h e e m- sche bevolking dank zij „overvloedige oogsten" is gevrijwaard voor voedselgebrek Inderdaad, vooral dit laatste blijft een ge zegend gevolg van het nog overwegend agrarische karakter der valkshuishoudinia daarginds. Wie nu rnoclu hebben verwacht, dat men naast dc diagnose van den crisistoestand ook liet remedie zou vinden, dat de re geering binnen haar bereik meen' te vin den, zal wel zeer teleurgesteld zijn. Hel meest opmerkelijke van deze Troonrede dunkt oils de stille cv van. het zwijgen over wat cle regeering 'denkt te doen. Zelfs op het terrein van de builonland- sclic politiek blijft het bij diagnose zonder duidelijk perspectief. De toespeling op de mogelijkheid dat dc Belgische kwestie „eer lang" op bevredigende wijze zou kunnen worden geregeld doet iets hopen, maar biedt niet het minste houvast. En evenmin dc aankondiging van „werkdadigc waak zaamheid" in liet internationale ruilverkeer Deze Troonrede is, uittoraard, somher van toon, maar voorts ook vooral verontrustend stil. Voorloopig krijgt rnen uit clezc Troon rede wel een onhehagelijken indruk van tekort aan actie Dit is wel een ouverture zonder opera, zonder werken. En ook :o dien zin, dat men geen enkel motief uit het wcrk-in-aanlocht tc hooren krijgt. Wc moeten dus maar hopen, dat' dc re geering meer zal doen dan zc aankondigt Hetgeen zeker beter ware dan bet omge keerde. De oorzaak van de wenschelijk- heid eoaer wettelijke bedrijfs organisatie. Het Vaderland (lib.) doet lezen: Dat de overbrenging van dc verschillende takken van ons volksbestaan, den land bouw, dc lïaifdei cn dë nijverheid naar een nieuw departement van economische zaken en arbeid, een zeer goede maatregel zal kunnen 'zijn, wordt niet door ons ontkend al zal natuurlijk veel afhangen van dc wij zo waarop dat wordt uitgewerkt. Het doel ons echter vreemd aan, dat Arbeid nu niet alleen van de werkloosheidsverzekering maar zelfs van dcarbeidsbemiddeling ge scheiden zal worden. En waarom men in deze moeilijke tijden dc regccringstaak ver zwaait door tc wijzen op de wclischclijk heid van een wettelijke bedrijfsorganisatie zouden wij niet begrijpen, als wij niet in zagen, dat staatsman de Brüijn,' dén vóór zittcr van het R.-K. Werkliedenverbond, die in zijn vrijen tijd lid van de Eerste Kamer is, na zijn roerig optreden van de laatste dagen een kluifje moest worden toegewor pen. Als wij verder memoreeren, dat dc Troon rede eene zinsnede bevat die hoop schijnt tc geven, dat dc lange onderhandelingen tusschcn België en Nederland tot een ook voor ons land bevredigend resultaat hebben geleid, en dat. wij liet met Suriname weer eens zullen gaan pröbeere.n, eindigen wij met den wcnscb, dat de regeering zal on dervinden. dat ieder Nederlander will do his duty. Een krachtige toon gemist. Dc Nieuwe Courant (lib.), had naast den ernsligen toon ook gaarne een krachtigen loon gehoord, waaraan de re geering het niet had laten ontbreken, in dien zij ook dc noodzaak van bezuiniging cn beperking van clen staatsdienst onder de aandacht had gebracht. Hiervan straalt in dc rede niets door. Men zou dc bereid heid om nieuwe lasten te dragen hebben verhoogd, zoo blijk ware gegeven van liet inzicht, dat hoe uitgebreider een staatsap paraat is en hoe talrijker zijn bemoeiingen, des to zwaarder het door de occonomische nooden getroffen wordt. Toejuiching verdient het voornemen van het kabinet om de belangen van den land bouw en" van de nijverheid en den handel onder tc brengen bij een departement van O economische Zaken en Arbeid, waarin dan het bestaande departement van Arbeid, Handel en Nijverheid zal worden gereor ganiseerd. De bindcndvcrklaring van de collectieve arbeidsovereenkomsten, zoo vernemen wij voorts, verliest door dezen tijd van druk aan urgentie. Dit is een. geluk bij een onge luk. Overigens zou de bindcndverklaring tocli eerst na de bcclrijfsraclcn aan de orde zijn gekomen. Met twee zinnen wordt het nationale pe titionnement. aan de Ontwapeningsconfe rentie onderstreept, hetgeen ook door mi nister Bcclaerts van Bioklancl te Genèvc gedaan is. Do verklaring over dc tusschcn' Neder land en België hangende vraagstukken biedt in verband met dc loopendc geruchten geen positieve zekerheid, doch na dc tegen spraak van den minister van Buitenland- sciie Zaken moet men er vast op vertrou wen, dat ons geen nieuwe teleurstellingen worden bereid, die met alle antecedenten in strijd zouden zijn. Dc passages over de overzeesche gewesten zijn ditmaal al zeer mager uitgevallen. Er komt in elk geval geen letter nieuws in voor. Na de bcstuursoverdracht in Oost-In- die zal men een zekere reserve hebben be tracht voor dat deel van het rijk. Maar ook voor West-Indië worden, geen nieuwe ge zichtspunten geopend. Zoo is ook reeds her haaldelijk aangedrongen op proeven tot mechaniscering van het landbouwbedrijf, evenals men zich daarbij bewust was, dat die hervorming veel kapitaal zou vergen. „Woorden, woorden, woorden." Dc Telegraaf (ncutr.) schrijft: dc troonrede is geen Troonrede, dc regeering geen Regeering meer, alleen ons Volk is nog ons Volk. Zoo is dan de Troonrede van dit jaar op nieuw een kolom vol desillusie, langer dan gewoonlijk, ondiep als gebruikelijk. Men moet het zelfs betreuren, dat de redeloos heid der regeering nog niet geleid heeft tot do Troonredeloosheid van het volk. Wat haat het of wij een paar stukjes de partementaal bestuur van plaats doen ver wisselen, wanneer gelijktijdig nieuwe wette lijke maatregelen worden aangekondigd, die ons, als hun voorgangers, duur tc slaan zullen komen? Wat helpt het, of wij al op jammerklachten worden onthaald, wanneer het opbouwend element der Troonrede zich lot holle, zij het fraaie, woorden beperkt? De schatkist loopt leeg. De uitgaven stij gen niettemin. De regeering ziet geen kan9 om de koe hij de horens te grijpen. Gekop peld aan den leiband der partijpolitiek, on machtig om, hoezeer ook „extra-parlemen tair", zich to stellen boven alle groepsbe langen, aanvaardt het kabinet-Ruys den bestaanden dcsolaten toestand en zet zich neer bij dc pakken. Wanneer het Neder- landsche volk „zijn verleden getrouw" zal zijn, gelijk dc Troonrede hoopt, dc regeering zal het roemrijk verleden van vele harei* voorgangers in gapende bewondering na staren, tot navólgen buiten staat Met een beetje protectie, een handvol nieuwe belas tingen, een zee van fraaie woorden, cn de hoop op betere tijden steekt zij van wal Mag men waarlijk geloöven, dat een zoo zwak bemand schip tusschcn de klippen van partijpolitiek cn financieel bankroet door geloodst zal worden? Wachten wij af. Ook al ontbreekt het heldere geluid dat do Troonrede tot Staats stuk gestempeld zou hebben, ons volk is niet zonder energie en levensdurf. In zijn midden zal wellicht het besef rijpen, dat dc partijpolitiek bezig is het land tc ont redderen cn het volk te ontrechten. Ge schiedt dat, dan mag men hopen, dat ccn gezonder basis voor ons staatsbeleid gescha pen zal worden, een, die ruimte laat voor durf cn karakter, voor persoonlijkheid en regeerkracht, een, die ons door alle eeuwen heen stoer volk waardig is. H. M. de Koningin sloeg gistermorgen van het bordes van het „Huis ten Bosch" het défilé der Koloniale Reserve gade. „Kunnen thans de door ons voor spelde en hardnekkig terugkee- rende overschotten niet tot hun recht komen?" De Maasbode (R. K.) plaatst boven haar. beschouwing over dc Troonrede een citaat van Kcyncs: (,.De wereld is slechts langzaam tot het besef gekomen, dat wij dit jaar leven in de schaduw van een van dc grootste economische catastrofes van de moderne geschiedenis"). Wij citeeren: De sombere loon van het, vooral in den aanhef ook stylistisch forsch gestelde Staatsstuk, doet denken aan den donkeren oorlogstijd cn de vrees schijnt gewettigd, dat de moeilijkheden, welke ons wachten, althans in den ccrstvolgenden tijd, niet veel minder zullen zijn dan die der zeer- booze jaren. Men fluistert, hardnekkig,-dat er tijde 1 ij k en met inachtneming van degressic, 5 pCt. zal worden gekort op de salarissen. Welnu, indien de Regeering naast tarief" verhööging, naast berizinebelasting, naast beperking van de uitgaven voor defensie, en mèt inachtneming van dc belangen dei kleinste inkomens en der gezinnen, werke lijk geen kans ziet dc bcgrooting sluitend te maken, tenzij door zulk een vcrlagin; van de ambtenaren-salarissen, als door dc daling van zekere levensmiddelenprijzcn niet onrechtvaardig schijnt, dan zouden wij deze verlaging, hoezeer wij haar uiteraard voor de belanghebbenden betreuren, niet a priori durven afwijzen. In dit verband zal menigeen echter met ons de vraag stellen, of dc vroeger door ons steeds voorspelde en hardnekkig terugkee-, rende overschotten thans niet tot haar rcclit kunnen komen. Minister de Geer heeft wel herhaaldelijk betoogd: „zij zijn opgesoupeerd", maar met prof. van Gijn meenen wij tccli, dat deze overschotten wel ergens als stille reserve zullen schuil gaan. Met grootc voldoening cn een zucht van verlichting zullen velen, vooral in het Zui- den des lands, kennis genomen hebben van dc Koninklijke medecleeling, dat de vraa; stukken, die tusschcn Nederland en België hangende zijn, „eerlang op bevredigende wijze kunnen worden geregeld". Toch klinkt deze passage weinig stellig. Indien ook de veelbesproken „geest" van sanmhoorighcid op de a.s. Ontwapenings conferentie niét alleen „tot uiting moge ko men". maar allen daadwerkelijk zal bezie len. kan onze vreugde over het goedgeslaag de petitionnement pas volmaakt zijn. Zöndert men den titularis van Buitcn- landséhc Zaken en den Minister \an Kolo niën uil, die na den nieuwen G.G. ook Indic tot finaneicelc voorzichtigheid maant en tc vens hulp belooft aan dc Suriiiaamschc plantages, dan zwijgeii dc andci'e Ministers. Zij werken en bezuinigen. Moeten dc Zuiderzee-ingenieurs van den bruggenbouwenden Minister Revmer wat kalmpjes aan doen? Zal Minister Decker mede ter aanmoediging van de a.s. Ont wapeningsconferentie Mars zoowel to land als te water in zijn cischen matigen en heeft Minister Terpstra misschien een snel bezuinigend ontwerp tot herziening der Lager Onderwijswet iu petto, in annslui ling op het rapport-Rutgers? Dc Troonrede schildert het schip van staat als worstelend in den orkaan, welke momenteel ons nationaal-economisch leven teistert. Wat wonder dat zij, al is 't in ge- sluierden vorm, allermeest spreekt over liet bereiken van de veilige haven! „Welk een machteloosheid in de richting wijzende staatsstukken, ook in deze Troonrede." De Tij d (R..K) betoogt, clat men deze sombere Troonrede evengoed een Crisis- rede zou kunnen noemen. De noodklok luidt van de eerste zinsnede tot d2 laatste. Van Nederland tot dc Koloniën. De N'ederland- schc zorgen passen in dc resonnans van den Duilschen nood, van de crisis-kreten in Engeland, geschrokken voor dc gapen de bcgrooting, cn van de internationale klachten, die de wereld meer vervullen dan de internationale samenwerking. Welk een machteloosheid in d> richting w ijzende staatsstukken, ook in deze Troon rede, om dc benarde problemen op tc los sen. Wat kan Nederland in dezen weerslag van dc wereldcrisis meer clan werken voor .besef van saamhoorighoid". zooals minis ter Beelaerts van Blokland in Geneve ver maant, liet aanroepen van bet gezond ver stand tegen <13 ruilverkcer-belcmmcringcn en de economische ontreddering, in clc hoop „dat op dc legen het volgend jaar bijeen geroepen ontwapeningsconferentie" clj wed ren der naties-in-het-harnas. eindelijk vast loopt? Maar de mond. die dezen middag uit een Christelijke traditie en een levend gHoof heeft gesproken heeft in de nationale geest kracht van liet verleden een moedig woord gevonden voor list lieden: „Dc geschiedenis kan menige bladzijde aanwijzen van ten minste zoo diepen ernst en steeds weer heeft de groote zedelijke volkskracht onder Gods huil» de mocilijkhediii overwonnen. Ik twijfel niet, of ook thans zal liet Neder- landschc volk zijn verleden getrouw zijn." Dit is een woord om historie te maken, al gebruikt de politiek h»t, om op een zui nig beheer en ongemakkelijk leven voor tc bereiden. Want liet noodzakelijk behoud van liet. financieel evenwicht stelt cischen van buitengewone ingetogenheid cii.offsr- zin. Tot in Nederland en Indië zal dc uiter ste krachtsinspanning het huishouden uit de opdroging moeten redden „van nage noeg a 11 e bronnen van inkomsten." Naar de uitvoering van vroegere groote feg e c r i ngsv o or n e m e ns tenzij naar de eindelijkc regeling der Nederlandscli- Belgische vraagstukken, die men bovon en onder cl2 Schelde met voldoening zal le zen moet men maar niet tc veel vra gen. De eerste Sint Nicolansavond is voor bij, en minister De Geer stuurt do kinde ren naar bed, want hij presenteert aan do Kamer dc milliocnen-nota. Het sympathieke beroep op de natie. De Sta 11 d a a r cl (a.-r.) zegt: Dc middelen, die de Regeering ais eisch stelt, 0111 liet schip drijvend te houden, zijn: buitengewone ingetogenheid en offerzin. In derdaad, die zullen er moeten zijn, cn God geve aan de Regeering wijsheid, om op de offervaardigheid des volks een zoodanig beroep te doen, dat het rechtvaardigheids gevoel er niet door belèedlgd wordt. Dat is zeer moeilijk, te meer, omdat niet bij ieder dat gevoel op de juiste wijze zich uit. Wij wachten niet groote belangstelling af, wat de Regeering tc dezen aanzien doen zal. Aan allerlei geruchteri heeft liet. tot. li?den niet ontbroken. Wij zullen spoedig weten, wat er van die geruchten waar was. Zeer sympathiek is de zinsnede in de Troonrede, waarin de Koningin >en beroep doet op cic natie. „Het is", zoo zeide Zij, „niet'de eerste maal, dat ons volk een ern st igen tijd bobeft; dc geschiedenis kan me nige bladzijde aanwijzen van ten minste zoo diepen ernst, cn steeds weer heeft de groote zedelijke volkskracht, onder Gods hulp, de moeilijkheden overwonnen. Ik twijfel nici, of ook thans zal het Ncderland- sclie vólk zijn verleden getrouw zijn." Inderdaad, zoo moet het zijn. Meer dan ooit behoort ons volk, behooren dc lei- dsrs van het volk tc beseffen, clat het na tionaal belang in den ccrstvolgenden tijd dominccren moet. Dat behoeft aan de cri tiek niet het zwijgen op te leggen, maar het moet wel den parlementairen strijd beheer- schen „Belangrijk door hetgeen er niet in staat." De Rotterdammer (a.-r.) zegt dat dc rede vooral belangrijk is door betgeen er niet in staat. Zij prikkelt dc nicuwsgie rigbeid door de wel- positieve, doch niet nader ontwikkelde regeéringsplannen. ÉÖn voornemen der regeering wordt dui delijk omschreven: het departement van arbeid, handel en nijverheid wordt gereor ganiseerd tot een departement van econo mische zaken (handel, nijverheid en land bouw;. cn arbeid; terwijl volksgezondheid, werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid- deling naar binnenlandschè zaken gaan. Hoewel liet cr niet nadrukkelijk 111 staat, kan 't 11 n gelanceerde voornemen toch wel beschouwd worden als een tegemoetkoming aan de ernstige critiek op het wetsontwerp, dat onlangs verscheen cn mag men ver wachten, dat aan het nieuwe departement heel de voorlichtingsdienst geconcentreerd zal worden. Dit is winst, al zal dc critiek niet zwijgen over dc vereeniging van economische zaken èn arbeid en al zullen vooral de arbeiders organisaties zich verzetten tegen net bren gen van dc werkloosheidsverzekering naar binneulandsche zaken. Bizonder rationeel iijkt ons deze schei ding ook niet: de sociale verzekering zal in 't algemeen immers bij Arbeid blijven. Na zoo het zakelijke en positieve uit de rede tc licbben meegedeeld, schrijft het blad verder: „De woorden salarisverlaging en belas- tingverhooging komen 111 dit staatsstuk niet voor. Wat dc regeering op dit punt wil, zai spoedig blijken, cn zij doet nu reeds een beroep op „ingetogenheid cn offerzin". Dat een bcnzinebclasting, welke 0. i. niet zoo verschrikkelijk is bij dc lage prijzen, op komst is. weten wc reeds. Of er op de Zui derzecwerken bezuinigd zal worden, wordt niet gezegd. Na deze troonrede is alles mo gelijk. Doch het lijkt uitgesloten, dat het kabi nct-Ruys-Dc Geer zich zal aandienen als een ehristelijk-politick ministerie. De Troon rede zwijgt, precies als het vorig jaar, over elke principieele politiek: van behoud dei christelijke grondslagen, van een Zondags- of begrafeniswet wordt niet gerept: het ka binet wil tot eiken prijs extra-parlementair zijn cn politiek zoo goed ais kleurloos. Het is een crisisministerie zonder meer. En hel licht zich dus alleen op en naar dc crisis.' Een staatsstuk van beteekenis cm den inhoud, een voorbeeld cm haar vorm. De N e d c r 1 a 11 d e r (C.-H.) laat een te vreden en optimistisch geluid hooren. De Troonrede van 15 September 1931 is een staatsstuk van beteekenis, om haren in houd. Zij rnogc bewaard worden als voor beeld. om haren vorm. De Troonrede trekt, iti grooten stijl slechts de brecdc lijnen. In de naaste toe komst zal het niet gemakkelijk gaan den bouw van nieuwe dingen tot stand te bron gen. Om tc behouden wat verkregen werd zullen reeds allo krachten moeten worden ingespannen. Pessimistisch is dc Troonrede allerminst Er spreekt kloekheid en vertrouwen uit de ernstige wijze, w aarop dc crisis wordt tege moet getreden. Dc hartelijke wensch tot het welslagen der naderende ontvvapcnings-confercntie en de uitgesproken hoop op eene „eerlang tc bereiken bevredigende regeling van de vraagstukken, die tusschcn Nederland en België hangende zijn'', sluiten zich in ge lijken geest van vredelievendheid en ver trouwen bij de buitcnlandschc paragraaf aan. liet" verdient tenslotte opmerking, dat ook de mededeel ingen omtrent West-Indië verre van donker gekleurd zijn. Zoo blijft deze Troonrede/die eindigt, mei het inroepen van Gods zegen over den ar beid der Staten-Generaal, in den toon welke juist in crisistijd zoo noodig is, den toon van rustig*:» ernst cn blijmoedig vertrou wen. Een dorre troonrede. Het is on verschillig of de bezuinigings- maniak Colijn of De Geer heet Het Volk (soc.-dem.) heeft ernstige be zwaren tegen deze troonrede om het veie dat er niet in staat. Het blad ontwikkelt die bezwaren onder den titel: Dorre troon rede.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 9