•7 :,r VOOR GRAMAFOONS F. H. LOMANS, Utr.str. 15 ,BJE juleum van M§ Iwarfon ucus ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU F. H. LOMANS Utr.str. 15 - Tel. 843 Wij vertegenwoordigen de bekende DUCRETET en PHILIPS toestellen Betaling in overleg met den kooper De nieuwste Edison- en Tri Ergonplaten voorradig VAN 4 TOT 11 OCTOBER. li i I v or s u m: Zondag. Ik ben in 't geheel niet vechtlustig en ook geen heimelijke ij veraar. Zoo schrijf ik als een ijselijk-gewoon mensch .dc-Vries-en-te- Winkel"; vecht niet mee in de voorste rijen dor taalzuiveraars en bemin de traditie Zoo weet ik best, dat je heel dwaas doet door „school'* te schrijven en „sgool" te zeggen; dat'het allermalst is om „cent" met een „s" en „mensch'* met „ch" op het slot te schrij ven. Toch doe ik het, der traditie getrouw cn weiger ook om deze reden Tschaikow6ky, den naam van den meest beroemden Rus- sischen componist te spellen: „Tsjaikofski", eenvoudig onder de leus, dat je den naam zoo uitspreekt. Ik zou er niet over begonnen zijn, als deze spellingskwestie niet een klei ne moeilijkheid voor snuffelende muziek liefhebbers opleverd. Wie bijvoorbeeld in zijn encyclopedie de naam in kwestie op zoekt heeft natuurlijk onder de „Tsj" geen succes. En dat is nu met Tschaikowsky niet zoo erg, omdat we 6poedig genoeg op het goede spoor zijn. Maar er zijn andere en minder bekend klinkende namen. Waarom zouden wij nu juist in do spelling der com ponisten-namen zulke puristen willen zijn? Nu, de A.V.R.O. hoeft dan om 8.15 een uurtje Tschaikowsky (18-401893) op haar avondprogramma en zendt onder meer diens eenige vioolconcert uit. De jonge Andries Roodenburg een violist van opmerkelijk goede eigenschappen is de vertolker der solopartij. Tschaikowsky schreeft het werk in 1878 cn droeg het op aan den toenmalig zeer beroemden violist Adolf Brodsky. Deze Brodsky werd in 1851 geboren en moet nog ergens in de buurt van Manchester leven. Hij was de leider van het eertijds fenome-' nale „Brodsky-kwartet" te Leipzig en vurig propagandist al voor het vioolconcert van zijn landgenoot Tschaikowsky moot het stuk in veertien dagen te Clarens (Zwitser land) voltooid hebben. Hij wilde het eerst opdragen aan een zekeren violist Kotek, die het echter niet wilde spelen. Ook de bekende Leopold Auer moest niets van Tschaikows- ky's geestesproduct hebben. Maar als redder in den nood schreef onzen Adolf Brodsky, dat hij het vioolconcert wel buitensporig moeilijk, maar ook buitengewoon mooi vond en dat hij het in 1879 te Weencn onder lei ding van Ilans Richter zou spelen. De on barmhartige en vlijmscherpe criticus Hans lick beet zich echter in het stuk vast, doch wist slechtst de_zwakke eigenschappen naar voren te brengen. Tegenwoordig wordt Tschaikowsky's vioolconcert in D slechts ^overtroffen door het vioolconcert van zijn tijdgenoot Brahms; behoudens natuurlijk de concerten van de grootmeesters Mozart, Haydn, Beethoven en Bach. Men zegt niet ie veel cn te weinig, als men beweert, dat liet \ioolconccrt de voortreffelijke eigen schappen van Tschaikowsky geeft, maar ook diens zwakke zijde spiegelt. Ontegen zeggelijk behoort het tot „de"' grootc wer ken onzer huidige vioolliteratuur als zoo danig is het in onzen omroep welkom. Roo denburg 6pcelt hoogstwaarschijnlijk de ca densen van den componist, omdat die orga nisch binnen het werk besloten liggen. De ouverture 1812, waarmede dit uurtje Tschai kowsky besloten wordt, is eigenlijk bestemd om te worden uitgevoerd in de buitenlucht, op het groote plan voor een der kerken van Moscou. Het is een stukje programma-mu- ziek, welke de overwinning der Russen op het leger van Napoleon schildert. Het Rus sische volkslied moet de Marseillaise over stemmen de groote kannonade zal wel achterwege blijven evenals de beierende klokkcnpasages. Huizen. Een belangrijke daad van de K.R.O. vraagt aandacht. Van 10.30—12.00 wordt, de mis van Alphons Diepenbrock (18862—1921) uitgezonden. Dit werk beteekende in den tijd van zijn ontstaan, de jaren 18901891, een noviteit van ongehoorde moed. In 's Hertogenbosch, toen hij nog op de Markt woonde, is Diepenbrock er aan begonnen, geinspircerd door de „toenmaals nog half middcleeuwschc omgeving, waarin de machtige St.-Jans-kalhedraal domineerde'. De componist voelde zich, zooals hij in een brief bekende, „door een vreemde macht be stuurd te worden, die het hem onmogelijk maakte zich met iets anders bezig tc hou den, zooals ik vroeger of later nooit heb gekend." De mis is geschreven voor solo tenor, dubbelkoor van mannenstemmen en orgel. Dit dubbelkoor wordt geheel in oud- Venetiaanschen stijl gebruikt. Dit wil zeggen, dat de beide koren anliphonisch zingen zo worden namelijk afwisselend gebruikt. Niet onophoudelijk, doch in be ginsel. Harmonie- en melodie-bouw ztjn uiteraard geheel anders dan die der oud- Venetiaansche meesters (Willaort, Merulo, dc Gabrieli's). Diepenbrock'6 vooruitblik kende geest was niet bereid verder terug tc gaan dan het aanvaarden van een struc tuur-principe, dat hem om mystieke rede nen vertrouwd voorkwam. Voor onze mu ziek, dus óók voor Diepenbrock heeft hel Venetië van Willaert evenveel beteckcnis ajs Attica voor dc beschavingsgeschiedenis. Het woord Mis wordt in de stijlbcschrij- ving der muziek gebruikt voor een vocaal- lithurgisch werk, al of niet instrumentaal begeleid, dat geheel gecomponeerd is op vaststaande teksten. Deze teksten zijn: Gloria, Credo, Sanctus, Bonedictus en Agnus Dei. Diepenbrock veroorloofde zich enkele kleine vrijheden, zooals dc herhaling der woorden „Sanctus, 6anctus" na het „hosannah in excelcis". Over bet algemeen kan men niet genoeg doordrongen zijn van het feit, dat dc „missa in die festo" een zuiver lithurgisch werk is, geheel gedacht in de sfeer der gewijde handelingen tijdens de heilige mis. Do responsoria en grego- riaansche zangen mogen tusschen Ge doe len der Mi6sa niet ontbreken. Er zijn mu ziekliefhebbers, die Diepenbrock's missa slechts fragmentarisch mooi vinden. Ik hoop, dat deze dan zullen luisteren naar het groolschc en profetische „Sanctus". Dit is zeker het meest toegankelijk deel van het werk. Dc uitzending heeft plaats vanuit een kerk te Amsterdam cn slaat onder leiding van Alphone Vranken; Louis van Tulder zingt de solopartij. Wie is meer vertrouwd met Diepenbrock's subliem werk als deze voortreffelijk geschoolde tenor? D a v c n t r y. Duilschland heeft vandaag geen Bach- cantate, doch wel een massa voortreffelijke uitzendingen, te veel om op te noemen. En eigenlijk mocht ik het Brucknerfccst te Baden-Baden niet voorbijgaan. Voorals nog om den wille der continuïteit kies ik Davcntry (3.20). De 169ste cantate: „Gott soli allein mein Herze haben" is in 1731 ge schreven en behoort tot die kerk-cantatcs, waarin het koraal eenvoudig den grondslag vormt zonder in dc compositie verwerkt te worden. Bach bestemde het werk voor den ISden Zondag na Trinitalis. De instrumentje levert een kleine moeilijkheid op. Onze huis- en podium-orkesten kennen namelijk niet meer de ouderwetsche „taille". Een „Taille" is gewoonlijk een soort tenor-alt viool; m.a.w. een instrument, dat met de uitvoering der middenstemmen belast is. Bach evenwel noemt de oboè da caccia („jachthobo") vaak „taille", omdat dit blaas instrument dan vulstemmen heeft tc spe len voorzoover die hij Bacli voorkomen! Ontbreekt een oboè da caccia, dan neemt men gewoonlijk althobo (Engelsche hoorn) of klarinet. De laatste methode is op z'n minst bedenkelijk. Dat Bach gedwongen werd, uithoofde van zijn positie als mu ziekdirecteur van een kerkkoor veel can tates te schrijven is bekend. Doorgaans i6 zijn genie ruimschoots toereikend om aan dc dagelijkschc behoeften aan muziek te voldoen. Ilij vervalt dus zonder vejl uit zonderingen weinig in heihalingcn. Met deze cantate staan de zaken echter een beetje anders. Het piano (of 6.v.v. „cem balo") concert in E bracht reeds eerder dc inleidingssinfonia van deze cantate. Do. Siciliano uit dit concert is verwerkt in alt aria: „Slirb in mir", jSlechts dc orgelpartij is wat minder bewegelijk in deze cantate, hetgeen met dc tekst verband houdt. Overi gens moet men nu maar niet denken, dat Bacli klakkeloos een 6tuk uit een vroeger werk in nieuwe composities opnam. De alt aria is een toon lager gez^t cn er is een zelfstandige vocale partij bij gecomponeerd! Voor een allzangcres is deze cantate bij zonder leerzaam. Het slot is een koraal, „choralitcr" voor tc dragen. Maandag. Het blijkt, dat sommige lezers onzer over zichten een andere verwachting koesteren van het doel, van deze rubriek dan wij ons voor don geest gesteld hebben. Wij kunnen niet alles bespreken; het is ook niet de be doeling om in dit overzicht alle goeds en alle merkwaardigs te signalaeren. Wij kiezen en moeten kiezen; dit kan nu een maal niet anders. Dat sommige belangstel lenden gegronde wenschcn hebben wij zijn dit bij voorbaat met hen eens. Hetgeen deze week niet aan dc ords komt is moge lijk voor later... Zoo gaat er vandaag veel goeds, maar ook veel, dat rieds uit cn te na bekend is. Het Algemeen Programma brengt bijvoorbeeld op een avondconcert de wals uit der Roscn- kavalicr, de Hongaarsche marsch van Liszt c.d. Niet kwaad: maar zelfs dc Toccata van Pachclbel en de Suite gothique van Boell- niann, noch het vioolconcert van Beetho ven, w elke muziek door de N.C.R.V. ge bracht wordt ga ik voorbij. M n c h e n. De strijkkwartetten van Dvorak zijn een tijdlang zéér in dc mode geweest. Dat kwam voor een deel door den ongehoord-grootcn invloed, die de Bohemers op het muziekle ven van geheel de beschaafde wereld heb ben uitgeoefend. De Bohemers, het thans niet meer bestaande strijkkwartet, waren geestdriftige propagandisten voor de Tsche- chisclic muziek cn Dvorak (1841190-4) was hiervan waarlijk niet dc minst begaafde cn onvruchtbaarste vertegenwoordiger. Zijn reeks kamermuziokwerkon is tamelijk uit gebreid en hieronder sohuilt menig uitmun tend stuk. Dvorak is een eenvoudig orkest- musicus geweest; hij werkte zich op tot di recteur van een conservatorium in New- York én Praag cn was een tijdlang toon aangevend componist van Europa. Tegen woordig is zijn 5e symphonic niet meer zóó „en vogue*'; zij is nu volksvoedsel ge worden Met de strijkkwartetten opus 51, 61 cn 96 is het echter anders gesteld. De mu ziek voor strijkkwartet is nog niet tot alle kringen van muziekliefhebbers doorgedron gen De moeilijkheid ligt - geloof ik in het npprccicercn van deze fijne, muziek, waarin het onmogelijk is crescendo's te ver wekken. die aan aardbevingen doen don ken. Als bet niet zoo vreemd stond, zou ik 7-r.ggen. dat kamermuziek is i n t e r 1 e u r e muziek. Inderdaad, zij i s ook meer sub- actief, meer naar binnen gericht; zij heeft inderdaad iets meer van het gemoeds leven van don mensch te verklanken. Tot de beste werken van Dvorak behoort het kwartet, dat München om 8.35 uitzendt: opu6 61 in C. In het voorbijgaan wil ik wij zen op de gen^geerd^ jeugdkwartetten van Dvorak (opu6 16), die in een cyclus een plaatsje zonder bedenken verdienen. Doch opu3 61 is de vrucht van een veertigjarig, rijp kunstenaar. In 1881 ont6tond het kwar tet cn het werd opgedragen aan het kwar tet van Ilcllmesbarger, waarvan ook een tijdlang onzen hbrboven besproken vriend Brodsky deel uitmaakte. Het bestaat uit vier deelcn: allegro, poco adagio, scherzo (allegro vivi), vivace. Het adagio is een bij zonder dramatisch deel, vol krachtige ac centen en romantische kleuren. Typisch „Slavisch" is het scherzo met zijn vael- eischende rhythmiek cn aan het volksdans- aclitige laatste deel zal ieder waarachtig muziekliefhebber zijn vraugde stellig bele ven. Wa hebben hier, in dit strijkkwartet een superieure Dvorak te beluisteren. En het avonduur maakt liet u gemakkelijk een twintigtal minuten voor genot cn ontwikke ling te re6erveercn. Dinsdag. Hilversum. Hoe de beide jonge en onbekende violis ten (v. Vcndeloo en Trijtel) zich voor den microfoon zullen houden weet niemand, dat zijn dc geheimen van het solistendom. Maar dat zij de beste goden hebben aange roepen, lijkt een gelukkige inval. Ilct con cert voor twee violen wordt weliswaar be geleid op de piano, die dan de taak heeft een orkest min of meer bedrieglijk na te bootsen, doch dit sluit fivcntuecle waardee ring van hun beider spel niet buiten. Het concerto grosso van Vivaldi 16801743 opus 3 is een arrangement. Doch hot viool concert in a van denzelfden componist vraagt eerder de aandacht. Vivaldi schreef meer dan honderd vioolconcerten en van al deze hooren wij er zoo nu en dan één; en, nota bene, gewoonlijk hetzelfde. Deze Italiaansche componist is Bach's grootste voorganger geweest. Bach moest, op last van zijn broodheer te Weimar een aan tal concerten van Vivaldi aan het hof uit voeren. Daartoe arrangeerde hij cenige vi oolconcerten tot cembalöconcertcn, hetgeen den Meester er toe bracht, later cembalo- concerten te componcercn. De geest van Vivaldi (en Corelli niet te vergeten) werd door Bach en Ilaendcl naar Noordelijker landen overgeplant. Beter ware het dus ge weest, als de concerteercndc musici hun programma omgedraaid hadden: Vivaldi eerst, dan Bach. Hoogst belangrijk is de uitzending van de A.V.R.O. van 9.30—10.15 (avond). Het nieuwe conservatorium van „Toonkunst'Me Amsterdam, dat tegcn\voprdig een geheel zelfstandige instelling'is, wordt Plechtig met een concert geopend. Het orkes1. bestaat uit leerlingen cn oud-leerlingen v;\n het Con servatorium. Dit is nieuws, maar geen be langrijk nieuws. De werken, welke dan worden uitgevoerd mogen meer aandacht hebben. De ouverture „dc Vogels" (waar over dc Radiobode een goed artikel publi ceert) van Diepenbrock opent bet program ma; daarna komt dc ouverture „de lachen de Cavalier" van Röntgen, den oud-direc teur van het conservatorium en tot slot een werk van den oud-lecraar aan het con servatorium Willem Pijper. Van dit alles, staan dc zes symphonische Epigramman van Pijper ons het meest nabij. De stukken werden geschreven voor het 40-jarig jubi leum van het concertgebouworkest te Am sterdam. Niemand weet b-iter dan de com ponist cn zijn naaste leerlingen cn vrien den, dat deze volkomen nieuwe Ncderland- schc muziek gehecht is aan dc grootsche cultuur der Nederlanders der vroeg. 15e tot 17e eeuw. Er staat bij wijze \an spreken evenveel oud-Nederlandsche liedmoticvcn cn contra- puntischc détails in als in Sweclincks chro matische fantasie. Alleenzc zi,'n verbor gen in plooien van het klank-gewaad en in dc activiteit van het felle rhythme en van dc licht-snelle tempi. K a 1 u n d b o r g. Denemarken heeft twee van onze jonge Nedciiandschc musici tot een bezoek uitgenoodigd: Carol van Leeu wen-Boomkamp cn Joh. Röntgen. Dc ver diensten van beide musici zijn slechts voor dc helft algemeen bekend. Carel van Leeu wen-Boomkamp is een begaafd cellist. Jo hannes'Röntgen is dc eveneens talentvolle zoon van Julius (den grijzen mecster-pia- nist). Hoogst verdienstelijk is het van beide jonge musici, dat zij Nederlandse he werken voor clcn Dcenschcn zender bren gen; dc llellcndael-sonate, eenige boeren dansen van Röntgen (senior); dc romance van Voormolen, een „dans" voor cello cn piano van van dar Horst en dc 2e celloso nate van Pijper. Wij hopen onze vrienden te beluisteren. Woensdag Huizen. Het middagconcert der N.C.R.V. van 3.00 4.30 brengt een kwartet, dat mij opviel. Het is namelijk het eersto kwartet van Ditters von Dittersdorf. Deze Karl (1739 1799) was een tijdgenoot van Jos. Haydn en het getal van zijn symphonieën heeft dit van Haydn nog met eenige eenheden overtroffen. Maar slechts zes strijkkwar tetten heeft hij ons nagelaten en \an deze zes is het eerste 'l meest bij onze kwarlcl- spelcrs in den smaak. Nu moet ik zeggen, dat Karl Ditter een verbluffend handig componist geweest moet zijn; zijn werk procédé heeft absoluut „stijl" en wel den stijl der barokke 18c eeuw. Waar echter nog zooveel tientallen strijkkwartetten van Haydn ongespeeld blijven is het niet altijd aan to bevelen zwakkere represen tanten uit dien eeuw ten gehoore te bren gen. Er steekt ook iets van een ideaal in ons muziekleven. Enfin, Ditters hooren we dan nog eens een keer, zij hot dan in een wat vreemd milieu; pal na hem komt Raff en iets van Draper. Zeker om eens wat ,succcs" te behalen na al die klassieken! B e r 1 ij n. Een man van zacliten inborst en dichter lijken geest is niet geschikt voor het uit oefenen van „accusateur publique", zoo veel als officier van justitie zou ik zoo denken. Toch was Jean Nicolas Bouilly accusateur publique aan de rechtbank te fours in dc laatste jaren dor I9e eeuw. Dat was dus in dc verschrikkelijke dagen van het Robcspierrc-bewind! Bouilly moest hoogstwaarschijnlijk veel dingen doen, die lijnrecht tegen zijn gevoelig gemoedsleven indruischten. Toen (na den 9den Thermh dor) Robespierre gevallen was legde hij zijn zwaar ambt dan ook neer en ging naar Parijs. Hij poogde aanstonds zijn ervarin- gen uit de praktijk van het rechterlijke ambt een dichterlijk-dramatischen vorm te geven. Doch dat moest nog altijd vermomd gebeuren; de guillotine werkte cog in on verminderd tempo door. Bouilly wilde na melijk het voorval schilderen, waarbij een edele vrouw zich moedig had verzet tegen een bloeddorstige!) en woesten bewind hebber, toen deze haar echtgenoot onschul dig in de gevangenis had geworpen. Bouil ly liet het drama, dat getiteld was „Léono- rc ou lamour conjugal" (Leonorc of dc echtelijke liefde) in Sevilla spelen en hon derd jaar vroeger. Nu was de kans op ont dekking der werkelijkheid, die Bouilly het volk wilde toonen vrijwel uitgesloten. Dit libretto is hetzelfde, dal Beethoven ge bruikte voor zijn opera: Fidelco. Het is het zelfde, dat een zekere Paer te Dresden tot grondslag nam voor zijn opera „Eleonora ossia l'amore conjuqall. En Cherubini (17G01842) heeft van Bouilly een soortge» lijk libretto „les deux journécs", meer be kend als „der Wassertragcr" gebruikt. Het verschil met Fideleo is niet veel meer dan een porsoons variaties. Lconore redt haar rnan, de waterdrager redt Graaf Armand, die (der waarheid getrouw) inderdaad door Mazarin onschuldig was gevangen gezet In een waterton werd graaf Armand gered door Michcli, den waterdrager en bereikte goed en wel weer Parijs. Deze opera ((alléén mannenkoor en soliX wordt om 8.30 uitgezonden. Hilversum. De A.V.R.O.-uilzending brengt een mooi programma onder Pierre Monteux. Voor de pauze Russen, na de pauze de tweede symphonie van Brahms. Ik voor mij zou liever eens de derde van Brahms onder Monteux hooren. Dc derde toch heeft soms lichtere en doorschijnender tinten cn die zijn krachlens den natuur van den Franschman gemakkelijker te realisceren dan, de meer getemperde kleuren der an dere symphonieën. Midland (regional). Waar ik reeds meer op gewezen heb zijn de regelmatige uitzendingen van Britscha composities. Dezen dag kan men zijn kennis weer verrijken (6.55) met Purcell. Bantock en anderen. Het programma is echter te ontoereikend om er iets naders van te ver- lellen: een dans van Purcell, jawel! Er zijn er zèó tientallen! Welk nut het uitzenden van operafrag- menton heeft, is mij tot op dit uur nog niet duidelijk. De B.B.C. is daar sterk in ea zendt getrouwelijk iedere week een bedrijf van een of andere opera de wereld in. Lon don (regional) heeft om 9.40 het tweede bedrijf van Lohengrin. PIET T1GGER3. Moritz Rosenthal speelt het „eerste" pianoconcert van Chopin. Parlophone. Chopin wilde het concert in c (opus 11) bekend als het „eerste" opdragen aan Kalk- brenner. Maar zijn heide concerten (liet oudere in f opus 21) lagen nog in manus cript. Daarom liet hij in 1833 opus 11 druk ken cn wijdde dc opdracht aan Kalk- 'brcnncr. Do wereld dacht niet andere, dan dit concert is Chopins eersteling. In 1836 volgde het „tweede" opus 21, dat in wer kelijkheid echter zijn eerste was. Dc tijd- rekenaars zijn hierdoor zóö in de war ge komen, dat ze ook hun fantasie er aan te pas lieten komen. Breilhaupt vertelt onder andere, dat je hcèl duidelijk kunt hooren, dat Chopins concert in c (opus 11) een jeugdwerk is! Het tweede is veel rij per (volgens Breilhaupt, dan!) en toont meer den drooincrigcn cn mannelijken gcc6t van Chopin. De zaak is cn dit toont Moritz Rosenthal u óók, dat Chopins opus c een stuk is van grootcn kracht en ge weldige brcedc schoonheid. Zobals Rosen thal dit speelt, met volkomen beheerschte techniek is het werk een openbaring. Ook liet orkest is uitnemend. In het bijzonder waardeer cn wij het tweede en het derde deel, waarin dc samenspraak met liet or kest zoo superieur is, dat men haast niet meer denkt aan een gramofoonplaat. Do serie omvat 5 platen; het zijn de nummers: P 12451, —52, —53 cn P 9558, —59. In uw bibliotheek; t is gauw December! Decca. Noviteiten van Decca zijn K 586, K 377, F 2386 en F 2387. Voor ons hebben al deze platen groote waarde, onder eenig voorbe houd. De Carmen-inlcidingen (F 586) wor den gespeeld door uitstekende musici; de fagotsolo in het voorspel tot het 2e bedrijf is voortreffelijk, evenals het volgende duet tusschen klarinet en fagot. Voorspel 3c be drijf (met de harp- en fluitsoli) is zeker geen nuance minder. De keerzijde beviel me minder; Chabricr. Een noviteit, aio bij Decca buitengewoon slaagde is dc Willem Tell-ouvcrturc F 2386 en 2387). De beroem de cello-solo is goed opgenomen; het dia loogje tusschen althobo cn fluit is even eens raak. Maar bovenal waardceren we de vlotle tempi en de miziUalo voordracht. Over het algemeen blijft het bezwaar der Decca-opnamen bestaan in de ietwat te massale tutti van de orkesten. Intus- schcn.... waar hoort men een virtuozer en gedurfder staccato in alle orkestgrocpcD dan bij Hastings Municipal Orchester on der Jules Harrison, dat voor dc Decca-op- namen speelde. P. T. Amusementsmuziek. Voor hot-liefhebbors hebben wij dezen keer eenige uitgezochte platen, door Dec ca aan de markt gebracht. In do eerste plaats Spike Hughe6 cn zijn orkest in tweo nummers, die de moeite waard zijn: „Roll Jordan" cn „Joshua fit de battle ob Jericho' het laatste gearrangeerd door Hughes „himself", men kan nagaan, wat dat bctee- kont: strak van rythme, eigenaardig van instrumentatie, maar toch boeiend. Het plaatnummer is F 2373. Arthur Lally met zijn Million-airs speelde voor Decca twee bekende moderne hits: „Steamboat Bill" cn „My brother makes the noises for the tal kies'. Vooral het laatste is den laatste» lijd erg bekend geworden, waarschijnlijk wel door de alleraardigste begeleiding met oilerlci bijgeluiden. Beide nummers staan op F 2401. Natuurlijk, nu do rumba in het dans- menu officieel is opgenomen, verschijnen er ook dansplaten met deze noviteit, die weer uit dc ncgcrlandon naar ons is over gewaaid. Het eigenaardige rythme, waar aan men even moet wennen, geeft waar schijnlijk do groote bekoring aan dezen dans. Decca brengt er twee: African La ment, cn Mama Inez, op F 2 402. Zij worden gespeeld door Rudy Starita and lus Ma rimba Players. Met de Westminster Singers maakten wij voor 't eerst kennis door middel van F 2376. Een mannen 5 capella kwartet, dat blijk baar zijn kracht hierin zoekt, dat het oud- Engelsche volkswijsjes op Revcller-manier voordraagt. Do lieoren slagen daarin, dank zij hun vocale talenten, doch niet hot minst door de keuze hunner nummers. „The noble Duke of York b.v. is héél goed. Maar wij vreczen, dat zij beperkt zullen blijven in bun repertoire. De banjospelep Phil Lenard geeft up F 2379 een tweetal soli, die hem doen ken nen ais eon vlot bespeler van zijn instru ment. Helaas is do toon van deze plaat niet bizonder vast. Ten slotte The Blue I.yres in twee Engelsche foxtrotte, die al meer den lyrischen kant opgaan: „I wanna sing about you" en „What a fool I've been". Maar dat zult u niet zeggen, als u de plaat heeft gekocht!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 19