HET SPOORWEGONGELUK
TE GRONINGEN
DE DELFTSCHE BIJBEL
DE GRENSWIJZIGING TE
'S GRAVENHAGE
NIJVERHEIDSRAAD
Overbrugging van het
Hollandsch Diep
Rangeerder en machinist
voor de rechtbank
Een ongelukkig geplaatst sein
Voor de Groningsche rechtbank stonden
Donderdag terecht do rangeerder B. H. en
do machinist W. P. van den rangeertrein,
die op 26 Januari van dit jaar in botsing is
gekomen met den trein uit Niemvoschans,
tengevolge waarvan drie raenschen zijn ge
dood en zes gewond.
De trein uit Nieuweschans zou te 1902
uur te Groningon arriveeren op het derde
perron. Hij was reeds het viaduct vlak bij
het perron gepasseerd, toen do rangoerende
goederentrein naderde. Deze was door een
onvoillg signaal gereden en toen hij reeds
te ver was gereden bij eon wissel gekomen,
waarvan de stand door het passeeren van
de locomotief veranderde. Zoodoende heb
ben de beide treinen elkaar op hetzelfde
spoor ontmoet. Hoewel de rangeertrein lang
zaam reed, was de schok hevig en waren
de gevolgen ontzettend. Do bagagewagen,
direct achter de locomotief van den perso
nentrein, werd in een tweede klasse rijtuig
geschoven. Van de drie personen, die aan
den kant zaten, waar de wagen doorschoof
en die zich reeds gereed maakten om uit te
stappen, overleden er twee dadelijk en een
spoedig nadat hij uit den geheel vernielden
wagen was gehaald.
Het waren D. S. Diddens te Groningen. 57
jaar, aannemer, gehuwd; H. D. v. d. Veen, 33
jaar, reiziger tc Groningen, ongehuwd en J
Bollcgraf te Amsterdam, uitgever. Van do
zes geworden werden vier, n.l. do heeren R.
Morces te Groningen, Th. Verlaan te Win
schoten, R. Klei te Groningen en de assis
tent-treingeleidor J. Meijer te Huizum naar
het Academisch ziekenhuis overgebracht.
Do verwoesting had zich uitsluitend be
perkt tot den personenwagen en den bagage
wagen. De bagagewagen was van het on
derstel gerukt en evenals het personenrij
tuig bijna geheel versplinterd.
De commissie van onderzoek, bestaande
uit de heeren ir. R F. baron van Haersolte,
inspecteur van het vervoer bij de N. S. en
Ir. B. S. van Zanten hebben geconstateerd,
dat van een nalatigheid van don rangeer
der sprake is geweest en daarnaast van den
machinist van den rangeerenden trein. Do
rangeerdor heeft n.l. den trein door een
onveilig sein laten rijden en ook de ma
chinist heeft niet voldoende acht gegeven
op het sein, dat op onveilig stond.
Er waren 'tien getuigen A charge gedag
vaard. -
Voor de behandeling van deze zaak, wel
ke eerst laat in den morgen aanving, be
stond ~zcer veel belangstelling, vooral ook
uit spporwegkringen.
Het eerst traden als getuigen op prof
Michael, die den patient Kamphuis in hel
Academisch ziekenhuis had behandeld en
dr. Mellor, de wnd. politie-dokter. die het
slachtoffer v. d. Veen op het station heeft
behandeld, onder welke behandeling de
man, vermoedelijk tengevolge van een sche
delfractuur, is overleden.
Vervolgens werd de inspecteur der re
cherche F. Kraayenga gehoord, die mede
deelde, dat hem is gebleken, dat hij op de
plaats van den machinist op een rangeer-
deel onder dezelfde omstandigheden als bij
het ongeluk op een afstand van 41.7 meter
het bewuste sein heeft waargenomen.
De heer W. Majolee, stationschef te Gro
ningen, bevestigde deze verklaringen. Naar
zijn meening is het technisch onmogelijk,
dat hot sein op den avond van het ongeluk
heeft stilgestaan. Hij heeft het tien minu
ten na het ongeluk op onveilig zien staan
Op een vraag van den president ant
woordde getuige, dat de machinist in elk
geval vóór het sein had moeten stoppen.
Z.i had bovendien de rangeerder een stop
sein aan den machinist moeten geven en
deze had moeten stoppen.
Op een vraag van den president ant
woordde getuige, dot de rangeerder zelf
standig werkte. Volgens hem is den ran
geerders bekend, dat zij den plicht hebben
op de soinen te letten. Het rangceren was
echter niet H.'s gewone werk.
De verdediger, mr. Dambrink te
Utrecht, vroeg of het normaal is. dat een
groot signaal als dit, dat toegang geeft tot
het geheele station, pas wordt gezien op
een afstand van 40 a 50 M, ter linkerzijde
van de machine.
Getuige zeide, dat rechts normaal is. Het
signaal staat niet gelukkig, maar het staat
er. Omtrent het feit of de machinist, die *e
Zwolle woont, ter plaatse bekend was, wist
getuige niets te vertellen, ook niet of al
iets bekond is omtrent kleurwisseling bij
vorst.
Ook de volgende getuige, de heer J. van
Ililto, ingenieur bij het seinwezen. noemde
de plaats van het sein ongelukkig. Als er
een andere plaats was geweest zou het
daar zijn geplaatst.
De pres. vroeg, of het verstandig was. dal
de rangeerder aan denzelfden kant stond als
de machinist, waarop getuige antwoordde,
dat het beter was geweest, als hij aan den
anderen kant had gestaan. Z.i. zijn de ran
geerders er niet voldoende van op de hoog
te, dat zij op de seinen moeten letten.
Een van de rechters vroeg, of het nog in
vloed zou hebben, als deze personen ver
oordeeld worden.
Getuige dacht van niet. Zij zijn reeds
disciplinair gestraft.
Getuige deelde nog mede, dat men thans
bezig is een ander sein tc maken, waartoe
reeds vóór het ongeluk was besloten.
Ir. H H. de Jongh, van net toezicht op
de Spoorwegen, zeide. dat hij meende, r'M
de machinist de schuldige is Zijns inziens
is do rangeerder H. alleen schuldig, omdat
hij te veel op den machinist heeft ver
trouwd en omdat hij geen signaal heeft
gegeven.
Nadat een der gewonden was gehoord
trad op als getuige de heer Becude uit Leeu
warden de machinist van den trein uit N'ieu
weschans, die verklaarde, dat hij na door
een voillg sein te zijn gereden plotseling
een anderen trein tegenover zich zag. Hij
kon niet meer zoo gauw stoppen en ge
raakte bewusteloos.
Vervolgens kwam do getuige 4 décharge
aan do beurt.
De hoer A. de Wit, commies bij do N.S.,
zeide dat z.i. H. niet de eerst verantwoor
delijke is. Deze getuigo noemde de plaats
waar H. was gezeten technisch Juist, omdat
hij vandaar do meosto seinen, die hij moest
zien, zou kunnen waarnemen
Nog tweo andere getuigen, verklaarden,
dat de machinist zeer gunstig bekond staat.
Vervolgens kwam verdachte H aan de
beurt Deze zeide, dat zijn plaats de juiste
was. HIJ heeft getracht den stand van het
sein waar te nemen, doch hoeft het niet
kunnon zien.
Verdachte P., do machinist, zeide niet te
weten, dat er een trein uit Nieuweschans
zou komen. Hij meende in den seinpaal een
wit licht te hebben gezien.
Hierna werd do zitting geschorst.
(Msb.)
Het requisitoir.
In zijn requisitoir zeide mr. Mcindersma,
dat vast staat, dat het sein waardoor do
goederentrein is gereden op onveilig stond.
Zi. Is do schuld van den rangeerder hierin
gelegen, dat hij niet zoo op het rangcerdeel
heeft plaats genomen dat hij het sein heeft
kunnen zlon, terwijl hij ook niet voldoon-
de hepft opgelet en dat hü den machinist
geen teeken h°eft gegeven Al 6taat niet in
het reglement zoo zeer omschreven dat de
rangeerder op de seinen moet letten, hij
was toch de leider en dus de verantwoorde-
'ljke persoon.
Wat de machinist betreft zijn schuld
schuilt er ook in, dat hij niet op de seinen
heeft gelet en dat hij door een onveilig
sein ia gereden Dat deze op de seinen moet
letten ondanks hel begeleiden van een ran
geerder staat duidelijk in het reglement.
Wie de mee6t schuldige is komt er bij een
dergelijke gebeurtenis niet op aan. In geen
geval hadden machinist en rangeerder op
elkaar moeten vertrouwen. Spr was van
meening dat ofschoon de verdachten reeds
voor het verzuimde zelf zijn gestraft, de ge
volgen ervan niet over het hoofd kunnen
worden gezien Er zijn verschillendo ver
zachtende omstandigheden. maar hier geldt
toch de veiligheid van het reizend publiek
bet zwaarst Er is provo nalatigheid ge
pleegd. die buitengewoon ernstige gevol
gen heeft pehad.
Mr. Mcindersma oischte tenslotte tegen
den rangeerder II een hechtenis van veer
tien dagen en tegen den machinist
P een maand hechtenis
Hierna kwamen do verdedigers mrs.
Dambrink uit Utrecht als raadsman voor
den rangeerder II. en H. P. .1. Wa6lander
eveneens uit Utrecht als raadsman voor
den machinist P. aan het woord. Beiden
weten het ongeluk aan de verkeerde
plaa(6 van de seinpaal, terwijl mr. Dam
brink er nog eens weer op wees. dat ner
gens is omschreven dat de rangeerder een
stopsein moet geven
Beide verdedigers waren Van oordeel, dal
hier van vrijheidsstraf geen sprake kan
zijn.
De uitspraak is bepaald op 22 October as.
CONGRES CHEMIE INDUSTRIELLE.
Drie Nederlandsche sprekers.
Van 27 September tot 4 October vond to
Parijs plaats het elfde Congres do la Che
mie Industrielle.
Nadat op Maandag 2S September de offi-
ciecle opening was geschied door Mr. Dc-
ligne, den minister van openbare werken,
werden tot en met Donderdag de verschil
lende sectievergaderingen gehouden in de
lokalen der Sorbonne.
Als Nedcrland6che sprekers vinden we
vermeld de heeren Prof. Dr. Ir. Waterman,
en Dr. Ir. van Dijk uit Delft en Dr. Ir.
Verschuur uit Wapeningen.
De Nederlandsche Chemischo Vereeni-
ging was vertegenwoordigd door Dr. Ir.
Sieger, directeur der Amsterdam6Che chi-
ninefabriek.
Verschillende excursies, een receptie op
het ministerie van Buitenland6Che Zaken
en een soiree op do Koloniale Tentoonstel
ling besloten deze congresweek.
Door een bezoek aan Meaux werd op Zon
dag 4 October een grootsche hulde gebracht
aan de nagedachtenis van den grooten
Franschen scheikundige Henri Moissau.
PROF. T. J. HAARHOFF UIT
JOHANNESBURG.
Promoveert te Amsterdam.
Voor de tweede maal binnen korten tijd
zal een professor van een Zuid-Afrikaansche
Universiteit promoveeren aan een Neder
landsche universiteit.
Ditmaal is het prof. T. J. Ilaarhoff, die
klassieke letteren doceert aan de Universi
teit van den Witwatersrand te Johannes
burg.
Prof. Haarhoff is in Paarl geboren. Hij
studeerde klassieke letteren in Berlijn en
Oxford en van zijn hand zijn verschenen
'verschillende publicaties. Nog onlangs zag
het licht de dichtbundel „Tria Corda",
waarin vele klassieke gedichten in hot
Afrlkaansch zijn overgebracht.
Prof. Haarlioff's groote liefde voor de
klassieken, zijn kennis en belezenheid hier
van en ook zijn dichterlijke bekwaamheid
worden overal in Zuid-Afrlka erkend en
gewaardeerd.
p,.„f tt--,..u~" i
schrift getiteld; Vergil in the experience of
South Africa.
De promotie heeft plaats op Vrijdag 9
October a s. des n.m. 4 uur in de aula van
de Universiteit, Oudemanhuispoort, Ara
sterdam.
Het is geen vondst
Men schrijft aan de Delftsche Crt.:
Vóórdat er zich ccn legende vormt om
den Delftschen Bijbel van 1477, alsof hij tc
voorschijn gehaald ls uit hot stof, waarin
hij onbekend eeuwen „geslapen" heeft, wil
ik even de zaak recht zetten Deze Bijbel
is in het archief van de afdecling Delft van
het Ned. Bijbelgenootschap. Hij 16 in zeeT
goeden staat en ia ongeschonden bewaard
tot op heden door de opvolgende bibliothe
carissen. Hun treft dus geen blaam.
Het bestaan was ook aan meerdere per
sonen bekend. Maar zooals het vaak gaat
er kunnen jaren overheen gaan, zonder dat
er reden is om over het bestaan van zulk
een werk te 6prekcn. Die gelegenheid doet
zich nu voor, waar een bijbeltentoonstelling
gehouden wordt Vanzelf zal die Bijbel ook
daar te zien zijn en zal men het gave.
prachtige drukwerk met zijn rood- en
blauw-gekleurde en uit de hand geteekende
initialen kunnon bewonderen. Van een
kostbaar stuk raag men dus wel spreken
maar niet van een kostbare vondst, want
van vinden is hier geen sprake. Voor zoover
ik kan nagaan, is hij voor t laat6t in 1863
in het publiek te zien geweest op een ten
toonstelling van Delftsche merkwaardighe
den en in den catalogus, bij die gelegenheid
verschenen, is hij beschreven. Bekend was
ook, dat er meerdere exemplaren van deze
uitgave bestaan, o.a. in Kassei, waarin aan
geteekend is, dat de drukker onthoofd is
om het vervaardigen van dezen Bijbel Dit
schijnt echter niet vast te staan. Nog min
der zeker is, dat deze Bijbel gedrukt is in
het bekende Bijbelhuis op den hoek van de
Markt bij de Bijbelbrug.
De Delftsche Ct. teekent hierbij aan:
We nemen natuurlijk gaarne aan, dat de
Delftsche Bijbel niet na eeuwen lang vei
loren te zijn gewaand weer is ontdekt. Maar
dan heeft do redactio van het bericht in de
Kerkbode van Zaterdag toch aan duidelijk
heid te wenschen gelaten. Daarin werd ge
sproken van een „hervonden schat" en me
degedeeld dat het kostbare 6tuk „te voor
schijn was gebracht". Alles wees er dus op
dat het hier een groote verrassing gold en
dat de zaak in den grond zoo weinig „sen
sationeel" was als do heer Koster nu meo
deelt kon niemand vermoeden. De belang
stelling voor het fraaie werk zal door deze
omstandigheden wel niet verminderen. In
verband met de laatste zinsnede in het ar
tikel van den heer Koster kunnen wij nog
meedeelen, dat de Bijbel niet is gedrukt in
het „Huis met den Bijbel" aan de Markt.
Dat is een vergissing die destijds door mr.
Soutendam in zijn .„Wandelingen langs
Delftsche straten en grachten" het eerst
schijnt te zijn begaan. Sindsdien heeft men
op het archief hiernaar een onderzoek in
gesteld en is gebleken dat de hoek bij den
Langendijk en. die tegenover Un'ger dooreen
werden, gehaald en dat de Bijbelbrug in de
15e eeuw dezen naam nog biet eens dróeg.
MELKRIJDERS VAN FABRIEKEN.
Niet in loondienst.
De Raad van Arbeid te Heerenveen had
van den directeur eener zuivelfabriek te
Noordwolde premie ingevolge de Invalidi
teitswet nagevorderd ten behoeve van
ecnige personen, met wie hij was overeen
gekomen, dat zij geregeld een a tweemaal
per dag met eigen paard en wagen langs
een vastgestelde route de voor do fabriek
bestemde melk van de boerderijen naar de
fabriek zouden vervoeren. Volgens den
Raad van Arbeid had de directeur voor be
doelde personen rentezegels moeten plakken
op grond van art. -ia der Invaliditeitswet.
Naar-aanleiding van het beroep, door den
directeur der zuivelfabriek tegen de navor
dering ingesteld, heeft de Raad van Beroep
te Groningen beslist, dat deze ten on
rechte heeft plaats gehad. De Raad was
n.l. van oordeel, dat deze melkvcrvoerders,
die niet tot persoonlijke dienstverrichtin
gen verplicht waren, bedoelde werkzaam
heden voor de zuivelfabriek hebben ver
licht niet ingevolge een met hen gesloten
arbeidsovereenkomst, derhalve niet in loon
dienst, doch als zelfstandig voerman. Naar
'sRaads oordeel kunnen deze personen ook
niet ingevolge het bepaalde in art. 4a der
Invaliditeitswet geacht worden, die werk
zaamheden krachtens arbeidsovereenkomst
in klagers dienst tc hebben verricht, aan
gezien ten deze geen sprake was van het
verrichten in aangenomen werk, als in dit
artikel bedoeld, daar toch de door hen ver
richte arbeid het uitvloeisel was van een
tusschen ieder hunner, als zelfstandig voer
man en klager gesloten vervoerovereen-
komst, in aard en gevolgen verschillend
van die tot het verrichten van arbeid ra
aangenomen werk, als bedoeld in gemeld
artikel ia.
De Centrale Raad van Beroep heeft zich
in hooger beroep met doze uitspraak geheel
vereenigd en haar met overneming der
gronden bevestigd.
(Telegraaf).
DE PLANNEN VOOR EEN BOUW-
TENTOONSTELLING.
Gemeld wordt:
Zooals in de pers destiids is medegedeeld,
hebben eenige personen zich in comité ver
eenigd tot het organiseeren van een Neder
landsche Bouwtentoonstelling in 1932 te Den
Haag te houden.
De besturen van: Bond van Nederlandsche
Architecten B.N.A.; Tentoonstellingsraad
voor Bouwkunst en verwante kunsten; Ne
derlandsche Maatschappij voor Nijverheid
en Handel; Alg. R.K. Werkgeversvereniging
Chr. Werkgeversvereniging; Commissie van
advies voor de Groep Bouwmaterialen en
- Koninklijke Nederland
sche Jaarbeurs, zijn van oo. c!-"1, voor
het organiseeren van deze tentoonstelling op
do gedachte wijze geen aanleiding bestaat
cn verklaren dan ook op geenerlei wijze de
ze tentoonstelling te zullen steunen.
JOURNALISTIEK AAN DE
UNIVERSITEIT.
De eerste openbare les van den
heer Lievegoed.
*s-Gravenhage, 8 Oct. De minister van
Ondenvijs, Kunsten en Wetenschappen, mr.
Terpstra, is voornemens morgenmiddag in
het klein-auditorium van de Leidsche Uni
versiteit de openbare les bij te wonen, waar
mee de heer A. J. Lievegoed zijn weten
schappelijke voorlezingen over de jour
nalistiek zal openen.
Alvorens de heer Lievegoed zijn eerste
voordracht begint, zullen er korte toespra
ken worden gehouden door de heeren mr.
L. J. Plemp van Duiveland, namens de com
missie van advies, welke voor deze voor
lezingen is benoemd, en D. Hans, namens
den Nederlandschen Journalisten Kring.
TAL VAN INBRAKEN TE OOSTZAAN.
Belastingplaatjes verdwenen.
Oostzaan, 8 Oct. In dan nacht van
Woen6dag op Donderdag is in verschil
lendo plaatsen in deze gemeente «ngsbro-
ken. De inbraken hebben voornamelijk
piaats gehad in de Kerkstraat te Oostzaan.
De dieven hebben het voorzien gehad op
de rijwielplaatjes.
Wij vernemen o.a. dat in één woning 6
plaatjes worden vermist. Ook van anJore
inwonenden vernamen wij, dat toGn zij
hedenmorgen naar hun werk gingen, de
rijwielmerken van hun fietsen waren ver
dwenen. Een oud pak, alsmede een loeren
jas, werden ook vermist.
Het begint er een beetje bedenkelijk uit
te zien, nu reeds begonnen wordt met het
berooven van arme gezinnen, temeer laar
in de vorige nacht ook reed6 een tweetal
nieuwe manchester pakken in genoemde
6traat zijn ontvreemd. De politie heeft het
onderzoek in handen. Van de daders geen
spoor.
PERMANENT HOF VAN INT. JUSTITIE.
Onder dagteekening van 3 October 1931
heeft het Permanente Hof van Internatio
nale Justitie beschikking gewezen ter vast
stelling van de termijnen voor de proce
dure in de zaak, welke onlangs bij het Hof
aanhangig is gemaakt ter fine van advies
en die betrekking heeft op den toegang tot
en het verblijf van oorlogsschepen in de ha
ven en de waterwegen aan de vrije stad
Danzig.
Deze beschikking bepaalt op 20 October
1931 den termijn voor de indiening van een
schriftelijke uiteenzetting en op 5 Novem
ber 1931 voor het indienen van een tweede
uiteenzetting.
Een hierop betrekking hebbende bizon
dere en rechtstreekschc mededeeling is ge
richt tot de Danzigsche en Poolsche regee
ringen, die door het Hof worden beschouwd
als in de termen vallende inlichtingen over
de bewuste kwestie te verschaffen.
Bij deze gelegenheid zij er aan herinnerd,
dat bij het Hof thans nog een andere zaak
betreffende Polen cn de Vrije Stad aanhan
gig is. n.l. inzake de behandeling binnen het
gebied van Danzig van Poolsche onderda
nen en andere personen van Poolsche oor
sprong of taal. De termijnen voor schrifte
lijke procedure in deze zaak, aanvankelijk
bepaald op 17 September cn 15 October 1931,
zijn bij beschikking van 11 September j.l
resp. verlengd tot 1 en 29 October 1931.
WEER EENS EEN NIEUWE PARTIJ.
De corporatieve staatspartij.
'sGravenhage, 7 Oct. In café Baga
telle is hedenavond een vergadering gehou
den, waarin is opgericht de Corporatieve
Staatspartij. In deze vergadering hebben de
heeren A. Smit en Joh. van Hengel een uit
eenzetting van de beginselen gegeven. Daar
aan is ontleend:
De Nederl. Corp. Staatspartij is een gees
telijke strijdvereeniging, dus niet alleen een
nieuwe politieke partij. Haar taak is in de
verschillende factoren, die de economie nu
nog zoo onrustig maken, meer overeenstem
ming te brengen. Daarbij stelt zij zich tot
taak de verzachting en verdwijning der
klassetegenstellingen.
De arbeidsplicht en -recht worden door de
N. C. B. P. erkend. Arbeidsrecht heeft iedere
staatsburger van 16 tot 56 jaar.
De staatsburger moet georganiseerd zijn
in zijn corporatie. Ouderdomspensioen wordt
verzekerd na het 56ste jaar.
Het effectenbezit wordt omgezet in be
leggingen bij de Staatsbcleggingsbank, zoo
dat men den geheclcn effectenhandel uit
sluit uit onze economische welvaart, wat
zeer ten goede aan de stabiliteit en waar
debepalingen komt van onze industrie.
De rol van het geld wordt zooveel moge
lijk verkleind.
De grondwaardebeiasting is een der
mee6t gerechtvaardigde belastingen door de
speculatie in gronden cn de waardever
meerdering.
Vrijhandel wordt in principe aanvaard.
HET PAVILJOEN LARENBERG.
Onder veel belangstelling ver
kocht.
In hotel Hamdorf te Laren is onder vrij
groote belangstelling, ten overstaan van no
taris mr. J. B. Luykx, te Hilversum, het be
kende hotel en café-restaurant paviljoen La
renberg aan de Naarderstraat te Laren in
het openbaar verkocht. Het geheel was ge
splitst in twee perceelen, welke eeret afzon
derlijk en daarna in combinatie werden ge
veild. Voor perceel I, n.l. het café-restaurant
paviljoen Larcnbcrg met stal en koetshuis,
tuin en bosch, groot ongeveer 90 are, werd
25.000 geboden, terwijl men voor perceel
II, n.l. het hotel met bijgebouwen, schuur,
erf en bosch, gronzende aan perceel I, groot
1 H.A., 29 A. en 80 c.A. f 23.000 bood. In com
binatie werden de perceclen I en II voor de
som van 48.000 opgehouden. Naar men
weet werd het paviljoen Larenberg in 1879
in opdracht van den Amerikaanschen hout-
kooper Desraons volgens ontwerp van den
architect A. C. Boerma gebouwd. De totale
bouv.I:'-'-- ^«hben 112.000 bedragen De
toren zelf droeg hei 1:" van een Chi-
neesche pagode, terwijl zich daaronder hef
café-restaurant bevindt.
Verkiezing van een commissie
van ingezetenen
De verkiezing van do commissie van in
gezetenen, welke zich zal hebben uit te sprx
ken over het voorstel tot grenswijziging
van „Gravenhage, heeft den volgendjn uit
slag opgeleverd;
Aantal kiezers 228.669
Aantal uitgebrachte stemmen 200.039
Van onwaarde 30.317
Geldige stammen 169.722
Kiesdeeler 3371H.
Lijst 1. Anti-Rov. Partij (tegen annexatie)
18125 stemmen, 5 zetels. Gekozen mr. J. W.
Noteboom, J. L. Vsrbeek Wolthuys,, J. Zand
berg, D. Hoekstra, C. van Spronsen Anthzn.
Lijst 2. Comm. Partij Holland (voor an
nexatie), 4691 stemmen, 1 zetel. Gekozen
M. Hageman.
Lijst 3. Christ.-Hist. Unie (tegen annexa
tie), 9880 stemm-n, 3 zetel6. Gekozen H. W.
Tilanus, mr. dr. A. A. van Rhijn, A. Kloos
terman.
Lijst 4. S.D.A.P. (voor annexatie) 64.918
stemmen, 17 zetete. Gekozen: ir. J. W. Al-
barda, D. van Slaveren, H. B. Wiardi Beek
man, H. Voor de Wind, L. Sandsrse,, B. J
Stapcle, N. C. Bouma van Strioland, H. J.
Baurt. Th. J. K. Kuiler, C. Hameetman, A.
II. Moll, K. G. M. Rlma, J. Wiarda, C. P.
Damme, C. H. P. W. van den Oever, J. C.
Schilds en J. F. Vosveld.
Lijst 5. Vrijz. Dom Bond (voor annexatrj)
9069 stemmen. 3 zetels Gekozen R. Winkel,
W. A. L. Ros—Vrijman, T. P. de Vries.
Lijst 6. Democr. Partij (tegen annexatie),
859 stemm-n, 0 zetels.
Lijst 7. Vrijheidsbond (tegen annexatie)
21833 stemmen,, 6 zetels. Gekozen mr. G.
A. Boon, mr. S. Cohen Fzn„ prof. mr. C. W.
de Vries, K. E. Abbing, A. van Resteren,
mr. A F. Viss?r van IJzendoorn.
Lijst 8. Herv. Ger. Staatspartij (tegen an
nexatie), 5495 stemmen, 1 zetel. Gekozen
G. A Alblas.
Lijst 9. R.K. Staatspartij (tegen annexatie)
5283 stemmtn, 1 zetel. Gekozen J. H. van
Buijenen Sr
Lijst 10. R.K. Staatspartij (voor annexa
tie), 29569 6temmen, 8 zetels. Gekozen G. P.
Bon, S Brandenburg, A. C. J. van Gelder
Sr., H. B. J. Gerritsen van dïr Hoop. mej.
L. C M. Heeren. J B. H. Hulsman, G. W.
Hijstek, J G. PotharsL
Er zijn dus gekozen 29 voorstanders cn
16 tegenstanders van annexatie.
Verhoogde rechtsbescherming
tegen de Overheid
De Nijverheidsraad herdacht in zijne laat
ste vergadering het tienjarig voorzitterschap
van Dr. F. E. Fosthuma en richtte tot zijn
in het buitenland vertoevenden voorzitter
den telegrafischen wenscb, dat hij nog vele
jaren den Raad zou mogen leiden.
De Raad heeft uit zijn midden een com;
missie benoemd, om het vraagstuk van de
verhoogde rechtsbescherming tegenover de
overheid to bestudeeren en hem daarover
van advies te dienen.
De Vervoercommissie uit den Nijverheids-
raad heeft verslag uitgebracht over haar
onderzoek naar den bruggenbouw in hot
algemeen en de overbrugging van het Hol
landsch Diep in het bijzonder, ever welk
onderwerp zij zich door deskundigen heeft
laten voorlichten.
Naar aanleiding van dit verslag en do
daarover gehouden beraadslagingen heeft
di Raad ter kennis van den Minister van
.Arbeid, Handel en Nijverheid gebracht, dat
hij met voldoening heeft vastgesteld, dat
aan de uitvoering van de plannon tot over
brugging der groote rivieren, gelijk in het
wegenplan is voorzien, met voortvarendheid
wordt gewerkt en dat het hem daar^j in
het bijzonder heeft getroffen, dat de verbin
ding van het westen met het zuidea. des
lands over het Hollandsch Diep in het
nieuwe vijf-jaren-plan een voorname elaaU
inneemt. De Raad heeft de verwachting
uitgesproken, dat met de totstandkoming
van deze verbinding en de daarop aar slui
tende wegen zoodanige spoed zal worden
gemaakt, dat zij binnen den thans in uit
zicht gestelden termijn van tien jaren ge
heel gereed zal zijn en den Minister ver
zocht, dezen wcnsch bij zijn amtgenoot
van Waterstaat lo willen steunen.
Intusschen heeft de Raad nog nader in
studie genomen de vraag, of en in hoeverre
een bespoediging van de uitvoering van de
verbinding over het Hollandsch Diep mede
in verband met de daaruit voortvloeiende
financieele gevolgen, mogelijk zal zijn.
Over de voorstellen in behandeling bij de
Commissie voor de Europeesche Unie, heeft
de Raad een nader advies aan den Ministet
van Arbeid, Handel en Nijverheid uitge
bracht, terwijl over verschillende andere
Volkcnbondsaangelegenheden w.o. dubbelt
belasting en belastingontduiking, verdrag
-"-«nfabricage, met dien Minister is ge
correspondeerd