DE HERFST NADERT!
JTRECHTSCHEWEG10 - TEL. 170 AMERSFOORT
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
VULT UW GARDEROBE TIJDIG AAN.
FANNY BURNEY.
Een energieke vrouw
Macaulay vertelt in zijn beschrij
ving over de geschiedenis van Enge
land, dat aan het einde der 17e eeuw
de ontwikkeling der vrouwen op een
laag peil stond, ook nog in het begin
der 18e eeuw werden in Engeland
slechts weinige pogingen in het werk
gesteld om meisjes eenige ontwikke
ling bij te brengen.
Een vrouw gold reeds voor buiten
gewoon ontwikkeld, als zij behalve
dansen en het spinet bespelen, lezen,
schrijven en een weinig rekenen kon.
Kwam een meisje op een iets hoogere
trap van ontwikkeling, dan was dit in
hoofdzaak toe te schrijven aan hare
eigen leergierigheid en onvermoeide
ijver, en aan het feit, dat zij zich door
geen tegenstand liet afschrikken.
In 1752 werd in Norfolk Fanny Bur-
ney geboren, wier vader een zeer be
kende organist en muziekleeraar was.
Haar moeder stierf reeds vroeg en liet
haar man zes kinderen na, met wier
opvoeding hij zich niet veel bezig kon
houden; twee der zusjes van Fanny
werden naar een kostschool in Parijs
gezonden, maar zijzelf bleef bij haar
vader, met wien zij in Londen ging
wonen.
Hier kon zij overdag studeeren', had
een groote bibliotheek tot hare be
schikking en 's avonds ontmoette zij
allerlei beroemde mannen, in wier ga
zelschap haar vader altijd vertoefde.
Toen zij 16 jaar was, begon zij een
dagboek te schrijven, waarin zij een
getrouw beeld gaf van den kring,
waarin zij zich bewoog.
Mevr. Muriel Masefield, die deze
levensgeschiedenis van haar heeft ge-
resenceerd (The Diary and letters of
Madame d' Arblay) betreurt het, dat
Fanny in haar dagboek geen mode
beschrijving heeft gegeven, wat ons
echter nu niet van zoo'n bijzondere
waarde lijkt. Ook had zij gaarne de>
sociale toestand in de tweede helft
der 18e eeuw beschreven gezien.
Hoe zou het 16-jarige jonge meisje
daar echter toe in staat geweest kun
nen zijn? In haar tijd toch kwamen
zij nauwelijks op straat, zeker niet al
leen; meestal reden zij of werden in
een draagstoel gedragen.
Op 25-jarigen leeftijd publiceerde zij
haar eerste roman „Evelina", die voor
het grootste deel een beschrijving van
haar eigen leven was; zij gaf hem ech
ter anoniem uit, en eerst toen het
boek zoo'n groot succes bleek te zijn,
werd haar naam bekend gemaakt.
Ten gevolge van hare beroemdheid
werd zij benoemd tot kamenier van
koningin Charlotte, gemalin van
George II in 1786.
Iemand, die minder geschikt was
voor een dergelijk „eerebaantje"
kon men zich wel moeilijk denken;
zij had een hekel aan de strenge hof
etiquette en niet minder aan het
voortdurende wisselen van toiletten,
in één woord: zij miste alle hoedanig-
teden, waarover een goede kamenier
•loest beschikken. De arme koningin
beklaagde er zich over, dat Fanny
maar nooit kon leeren haar halssnoer
vast te maken, zonder haar haren mee
te trekken. Toch was zij bijzonder op
Fanny gesteld, en het speet haar bui
tengewoon, toen deze in 1791 haar
betrekking neerlegde om zich weer
aan haar letterkundigen arbeid te
wijden.
In 1793 trouwde zij met den Frar.-
schén emigrant Camelia d' Arblay,
en door de uitgave van haar derde
roman kon zij zich de middelen ver
schaffen om hare huishouding in te
richten. Zij woonde eenigen tijd in
Frankrijk, maar keerde weer naar En
geland terug om zich gedurende de
laatste levensdagen van haar vader
aan hem te wijden, waarna zij weer
naar Parijs terug ging en zij na den
dood van haar man diens „Memoires"
uitgaf. Zij zelf werd 88 jaar oud en
was tot haar laatste levensjaren een
bijzonder prettige en opgewekte
DE KNIE EN HET KARAKTER.
De dansmeester van een groot ate
lier te Hollywood heeft zich bezig
gehouden met de graphologie van de
vrouwenknie en beweert, dat men uit
de knie het karakter van de eigenares
kan opmaken. Een ronde knie wijst
op kunstzinnige neigingen, een rechte
knie schijnt kracht en energie te ver
raden. Naar buiten gerichte knieën
bewijzen, dat de eigenares onhandig
en plomp is. Half gebogen knieën be
wijzen, dat iemand zit, sterk gebogen
knieën, dat hij kniebuigingen maakt.
Een zeer interessante wetenschap:
„De relativiteit van de knie in ver
band met hersenverweeking."
VOOR DE SCHOOL.
Aardige schooljurk van roestroode
wollen crêpe met een kraagje en man
chetten van wit linnen en een vestje
met fijne plooitjes.
Onze jongens zullen in de wolken
zijn over dit pak van bruin tweed en
soepel leer. De blouse is geheel ge
voerd met gebreide stof in de kleur
van de broek; het geheele pak is bij
uitstek Draktiscb.
DRIE NIEUWE SPORTMODELLEN.
Links op het plaatje zien wij een
Japon van moussa-jersey in de nieuwe
Vrijnroode tint, met een groote strik
van witte mousseline.
In het raidden een japon van zeer
dunne zwarte wol, met afneembare
accessoires van wit piqué.
Rechts een ensemble van gebreide
wollen stof in beige en bruin»
moeder, dat ik hierdoor zelf ook ge
leerd had en dat ik tot de conclusie
gekomen was, dat wij, ouderen, ons
niet genoeg in acht kunnen nemen in
den omgang met kinderen. Indien wij
hen fouten toekennen, die zij nog niet
begaan hebben, vestigen wij zelf daar
op vaak de aandacht
HOE LIESJE OP EEN GOED IDEE
GEBRACHT WERD.
De herfst deed ons van een van zijn
zeldzame mooie zonnedagen genieten
en dit lokte mij aan om de stad met
al zijn drukte van auto-getoeter, ge
wirwar van menschen en wagens, in
één woord, om alles te ontvluchten
wat maar aan het stadsleven deed
denken en heerlijk in een .van de
mooie parken buiten de stad te genie
ten van de overvloed van groen en
bloemen. Hoe heerlijk deze rust,
dacht ik, waarom zoeken zoovelen
toch altijd nog hun ontspanning om
's middags naar overvolle bioscopen
te gaan, terwijl de natuur zoo onein
dig veel te genieten geeft, voor allen
die het willen aanvoelen.
Verschillende moeders met kinde
ren hadden er blijkbaar evenals ik,
over gedacht, en waren naar buiten
getogen, waar men aan het gejuich der
kleinen hoorde, dat zij genoten.
Gaarna sla ik vanaf mijn rustige
plekje het spel der kinderen gade en
verheug mij er over, dat er buiten de
eentonige stadstraten, hier zoo veel
te genieten is op het groote grasveld
en de vijvers met eenden en zwanen.
Toen ik een poosje gezeten had,
kwam er een jong moedertje aanwan
delen met haar naar schatting vier
jarig dochtertje, die bij mij op de bank
kwamen zitten. Het aardige, vlugge
ding leek sprekend op haar moeder,
die er zelf nog als een groot kind uit
zag. Terwijl zij het breiwerk, een wol
len manteltje voor het kind, voor den
dag haalde; speelde deze op het laan
tje, waar wij zaten, met haar hoepel
en bal en had het op haar manier heel
erg druk.
Nadat zij een poosje gezeten had
den, riep de moeder Liesje, terwijl zij
uit haar tasch een fleschje melk en
een paar boterhammetjes te voor
schijn haalde en het Liesje gaf, die
liever speelde, dan dat zij at, telkens
een stukje brood in de hand. Melk-
drinken vond ze heerlijk, maar hef
brood beviel haar minder goed en met
lange tanden verwerkte zij het; liet
eerst nog een stuk op den grond
vallen.
Moeder, die zich ongerust maakte,
dat Lieske niet genoeg zou krijgen,
nam haar het brood uit de hand en
gaf haar telkens een stukje in het
mondje. Liesje scheen deze maatregel
heelemaal niet prettig te vinden en
liever was zij naar de andere kinde
ren gegaan, wier spel zij met verlan
gen gadesloeg.
Het jonge moedertje werd nu boos
op haar dochtertje en zeide tegen mij:
„U moest eens weten hoeveel moeite
Liesje mij geeft; zij is zoo speelsch en
altijd even druk in de weer; aan ta
fels zijn er bijna dagelijks scènes, om
dat zij niet eet,"
Wij kwamen zoodoende met elkan
der in gesprek, toen zij zich naar
Liesje wendde, met de woorden: „Wat
heb je je mondje al leeg? Liesje, je
hebt het brood toch zeker niet uit
gespuwd? Pas op, als ik dat bemerk,
hoor."
„Ik heb niet gespuwd", antwoord
de klein Liesje,
Het viel mij op, dat zij haar moeder
bij deze woorden op een eigenaardige
wijze aankeek, alsof zij ineens een in
geving kreeg.
Wij zetten het gesprek weer voort
en Liesje's moeder begreep heelemaal
niet waarom ik moeite had niet te
lachen.
Liesje was namelijk door de vraag
van haar moeder op het idee gekomen,
dat men zijn brood ook kan uitspu
wen, indien men er geen trek in had
Zoodra haar moeder haar een stukje
in den mond had gegeven, haalde zij
het met een handige beweging weer
uit het mondje en deponeerde het
achter de bank, maar zóó voorzichtig,
dat de moeder er niets van bemerkte.
Op deze manier was al het brood
gauw op en Liesje mocht weer gaan
spelen.
Toen zij op eenigen afstand van ons
was, kon ik de moeder vertellen hoe
slim haar dochtertje geweest was en
zeide tegen de van haar stuk gebrachte
WAT PARIJS ZEGT.
In de kleeding, die bestemd is om
overdag gedragen te worden, zien wij
het meest zwart, lila en verschillende
tinten groen en rood. Fijne diagonaal
geweven wollen stoffen, jersey en
geribt fluweel zijn het materiaal er
voor. In den namiddag ziet men meer
laken, crêpe marocain en dof fluweel
en 's avonds chiffon, tulle, satijn, kant
en glanzend fluweel. Naast zwart ziet
men 's avonds veel lichte tinten
blauw, rozerood en lila. De minder
gekleede avondjaponnen hebben dik
wijls kleine mouwtjes. De avondman
tels hebben mouwen die onder den
elleboog zeer wijd uitloopen en zijn
gewoonlijk in de eene of andere pas
telkleur gekozen.
Vele avondjaponnen, die men in de
elegante gelegenheden ziet dragen,
zijn spaarzaam versierd met echte
kant. Het is opvallend, dat er minder
wit wordt gedragen dan ooit in het
afgeloopen jaar het geval is geweest
De meest bewonderde toiletten heb
ben rokken, die tot de knie nauw zijn
en eerst daaronder wijder worden
Sommigen rokken reiken tot de
enkels, andere tot op den grond. Men
ziet veel ruches dragen en groote,
uitstaande strikken, dikwijls van
fluweel op een zijden japon. De korte
avondjasjes zijn veelal van lamé en
ook de met kristal of andere steenen
bezette haarbanden geven iets vroo-
j lijks en lichts aan het publiek als
j geheel. De schoenen komen in kleur
'en stof met de japonnen overeen; de
elegante handschoenen eindigen juist
boven de pols.
De eenvoudigere, rechtere namid
dagjaponnen, die door alle couturiers
getoond worden, zullen door velen als
een welkome verandering worden be
groet. Door aardige en origineele
détails hebben ze toch alle iets aparts.
Patou gebruikt er veel grijs of bruin
satijn of crêpe marocain voor zwart
wil hij nu eens een tijdlang niet ge
bruiken. De meeste andere couturiers
gebruiken er echter zwarte crêpe de
chine voor.
TWEE JAPONNEN VAN JERSEY.
Jersey is nog steeds in de mode en
wordt meer en meer voor namiddag
japonnen gebruikt. Het is dan ook een
mooie en toch praktische stof, voor
zeer uiteenloopende doeleinden ge
schikt en bovendien warm, wanneer
men geheel wollen jersey neemt.
Onze modellen zijn vooral aantrekke
lijk door de ingeweven nauwsluitende
taille en de plooien in den rok, v°r-
door deze bevallig -~">erhangt.
EEN VREEMD MODESNUFJE.
De sandalen zonder neus, die een
maand geleden zoo'n rage waren en
alle teenen door de kousen lieten
doorschemeren, hebben een nog op
merkelijker modesnufje in het leven
geroepen, n.l. de handschoenkous met
vijf afzonderlijke teenen. Andere kou
sen veroorzaken bij deze dracht zoo
licht rimpels cn verdraaiingen, juist
op de plaatsen, waar het 't leelijkste
staat bij het open netwerk van riemp
jes, waaruit deze sandaalschoenen be-
staan. Dit si bij handschoenkousen on
mogelijk.
KOUSENBANDEN MET MUZIEK.
Een Berlijnsch warenhuis brengt
waren met begeleidende muziek in
den verkoop. Men koopt een paar
kousenbanden en de verkoopster
vraagt u of men die met of zonder
begeleidende muziek wil hebben. Om
dat men nieuwsgierig is, zegt men:
„Met muziek", en krijgt nu twee kou
senbanden, die op een karton zijn
vastgemaakt. Dit carton kan men op
de gramofoon leggen en spelen. Want
op den achterkant is een gramofoon-
plaatje aanwezig. Het prijsverschil
bedraagt slechts een paar cent en de
muziekstukken zijn passend uitge
zocht. Een paar handschoenen spelen:
„Wie eiskalt is dein Handchen". De
lippenstift murmelt: „Eine Freundin,
so goldig, wie du."
KEUKENHOEKJE.
Zoo algemeen als
de kaas op onze
ontbijt- en lunch
tafel voorkomt, zoc
weinig wordt zij in
de keuken gebruikt,
en toch, wanneer
we wisten, hoeveel
smakelijker en ook
voedzamer sommi
ge gerechten reeds
door een kleine toe
voeging hiervan
worden, dan zou
den wij er zeker
meer gebruik van maken. Bij maca
roni, rijst, gestoofde aardappelen, ver
schillende soorten soep, kan een
schaaltje geraspte kaas afzonderlijk
gepresenteerd worden, maar ook in
allerlei sausen, bij verschillende
groenten-gerechten smaakt kaas uit
stekend.
Hieronder een combinatie van
bloemkool met kaas:
Bloemkool-schoteltje.
1 groote bloemkool (of 1 kleinere
met wat fijn gemaakte koude gekook
te aardappelen), een halve liter melk,
een kwart liter bloemkoolwater, 30
gram bloem (3 afgestreken eetlepels),
40 gr. boter (2 afgestreken eetlepels),
30 gr. boter, 50 gr. oude geraspte kaas,
1 theelepeltje Maggi's Aroma en een
beschuit.
Maak de bloemkool schoon en kook
ze gaar in water met zout. Neem de
kool uit de pan, laat ze uitdruipen en
leg ze in een vuurvast schoteltje. Ver
warm roerende boter en bloem en
voeg er langzaam steeds roerende een
kwart liter bloemkoolnat bij en daar
na de warme melk, de geraspte kaas
en de Maggi's Aroma. Giet de saus
over de bloemkool. Stamp de beschuit
fijn, strooi deze over het schoteltje,
leg hier en daar een klontje van de
20 gr. boter en laat het schoteltje in
den oven zachtbruin kleuren.
MENU VAN DE WEEK.
Zondag: Bloemkool-schoteltje,
Blinde vinken, doperwten, warme
appelpudding.
Maandag: Tomatensoep, andijvie,
gehakt, gestoofde aardappelen.
Dinsdag: Rosbief, roode kool,
aardappelen, wentelteefjes.
Woensdag: Varkenscarbonade,
savoye kool, aardappelen, drie in
de pan.
Donderdag: Gekruide runder
lapjes, bruine boonen, aardappelen,
appelmoes.
V r ij d a g Gebakken bot, kropsla,
gebakken aardappelen met toma
ten, rijst schotel.
Zaterdag: Varkenslapjes, zoete
appeltjes, aardappelen, rijstenbrei.
GROENTEN VAN'BE MAAND.
Groene kool, witte kool, savoye
kool, roode kool, Chineesche kool,
bloemkool, postelein, spinazie, schor-
seneeren, bieten, uien, sla, tomaten,
snijboonen, spersieboonen, selderij,
andijvie, worteltjes, koolraap, prei,
spruitjes, kastanjes.