AHERSFOOKTSCH DAGBLAD HET DRAMA IN DEN MAJELLATOREN Feuilleton Maandag 19 October 1931 .DE EEMLANDER" 30e Jaargang No. 96 VOORTZETTING VAN DE BEHANDELING ÉN.V. COMPAGNIE LYONNAISE JU ONTVANGEN GEKLEEDE PULL-OVERS VANAF f 4.50 E. FRANKENHUIS 'T ZAND 3 WILLEM GROENHUIZEN JUWELIER Het Kostbare Meesterstukje Mislukte pogingen van den verdachte tot het forceeren van een alibi Briefjes uit het Huis van Bewaring Amslerdam, 17 October. lieden heeft de Strafkamer der rechtbank te Amsterdam onder groote belangstelling de behandeling voortgezet van de geruchtmakende straf zaak tegen de 46-jarigcn leidekkerspatroon .T. G. M., verdacht van moord, subs, doodslag meer subs, zware mishandeling. Zooals men weet, speeld zich op 29 Maart 1929 in den toren van de R.K. Gc- rardus Majellakerk aan het Ambonplcin te Amsterdam een drama af. De leidekker Lecnd^rt Arkenbout werd in stervenden toestand aangetroffen, naar men meende, ten gevolge van een val van groote hoogte. De brandweer moest te hulp komen en door middel van redlijnen werd de stervende op een brancard in het ruim van de kerk af gelaten. Dienzelfdcn dag nog stierf de man in het O. L. Vrouwegasthuis. Anderhalf jaar later begon men te twij felen of Arkenbout inderdaad het slacht offer van een ongeluk was en er waren re denen om den compagnon van den leidek ker, J. G. M„ te verdenken van het feit, dat hij den knecht had doen vallen of op een andere wijze zwaar lichamelijk letsel had toegebracht. Het bleek, dat M. bij do Natio nale oen verzekering had afgesloten van 50 000. Dit was een z.g.n. conipagnonsver- zekering, die wederkecrig is. Voor een an deren knecht trachtte M., na het „ongeluk'' met Arkenbout een- wrzckering te sluiten aanvankelijk van 20.000, later van 50.000 en de derde maal van 80.000. Alle drie keér mislukte dit, want de maatschappij wilde er niet van weten. M. werd gearres teerd, evenals de knecht, die mede op den toren was geweest. Laatstgenoemde werd echter spoedig op vrije voeten gesteld. M bleef ontkennen; op 20 Mei 6tond hij terecht voor dc rechtbank, verdedigd door mr F. A. Kokosky. Verdachte bleef tijdens de behandeling zijner zaak ontkennen en trachtte dc schuld op zijn''knecht tc werpen. Verschillende getuigen legden zeer be zwarende verklaringen af over de verhou ding tusschcn M. en Arkenbout. De deskun digen achtten unaniem een val uitgesloten, daar dan de verwondingen van anderen aard zouden zijn geweest. Als doodsoorzaak werd opgegeven scliedelbasisfracluur, hoe wei, naar men zou mogen concludccrcn uit con door get. desk. dr. Jak, niet weerspro ken opmerking van den president, het ver band na den dood niet werd verwijderd. De getuige Wcssendorp heeft verklaard in dien zin, dat daarin een beschuldiging van verd. als dader lag opgesloten. Voorts had M. vóór dc Mei-behandeling een briefje geschreven aan een gedetineer de in het Huis van Bewaring, waar hij toen zelf vertoefde, wien hij daarin een goede toekomst voorspiegelde wanneer deze gede tineerde voor de rechtbank zou willen ver klaren, dat hij met M. op den dag van het gebeurde van 11 uur tot half 12 in de om geving van de Majellakerk had staan pra ten. Dit briefje, verstopt tusschcn twee bo terhammen, werd in beslag genomen, even als een tweede briefje, dat hij nu onlangs, dus n& de geschorste zitting, richtte tot zijn zoon, waarin een tot in de finesses uitge werkt plun om den getuige Wesscndorp om het leven te brengen, stond omschreven. De zoon zou zoo wilde M. Wesscndorp met een revolver neerschieten en het vuurwa pen naast den doode leggen teneinde den indruk te vestigen, dat W. zelfmoord had gepleegd Voorts zou de zoon een brief naa6l het lijk van W. leggen, geschreven in het handig nagebootst schrift van W„ waarin deze bekende A. to hebben neerge slagen. Zooals gezegd werd ook dit briefje, dat de positie van verd. niet verbetert, in beslag genomen. Op Zaterdag 25 Mei schorste de rechtbank de verdere behandeling om een onderzoek te doen instellen naar de geestvermogens van verd. Dit rapport is intusschen ingediend en verdachte is toerekeningisvatbaar gesteld. Heden zette dc rechtbank dc behandeling der zaak voort. Mr. Kokosky begon met mede te dec- len, dat hij van verdachte een briefj i had gekregen uit het Iluis van Bewaring, waar in M. schreef, dat hij onder zijn mede-ge detineerden den man had ontdekt, die op 29 Maart 1929 bij him stond te praten in dc nabijheid van den toren, op het oogen- blik dat Arkenbout den dood vond. PI. wilde het verzoek van verdachte slichts overbrengen om dezen gedetineerde, waarvan het nummer bekend is, alsnog te hooren. De off. van Justitie, mr. Versteeg, zei- de, dat verd ook aan dezen man een briefje had willen doen toekomen. De m;dedeelin- gen van M. zijn zoo onbetrouwbaar, dat de officier het onnoodig oordeelde alsnog de zen getuige tc hooren. Mr Kokosky persisteerde bij zijn verzoek. Het is niet onmogelijk, aldus pl., dat verd. de waarheid spreekt. De officier tot verdachte: U wilde uw zoon indertijd aanstoken om Westenberg te vermoorden. Verdachte wond zich meer en nT3cr op. Hij struikelde over zijn woorden en schreeuwde steeds luider. Steeds weer kwam hij terug op zijn verzoek om den g3- dclineerde alsnog te hooren. Na een hardnekkig debat kwam een brief ter sprake aan „vriend Herman". Dit was een herhaling van den 'eersten brief. Na in raadkamer te zijn geweest, besloot de recht bank den gedetineerde alsnog te hooren. Hierop werd dr. Bakker gehoord. Deze had een rapport uitgebracht over verd. De deskundige was tot dc conclusie gekomen, dat verd. toerekeningsvatbaar is. De deskundige verklaarde, dat verd. geen ziekelijke afwijkingen vertoont naar z-ijn meening. M. simuleert, om telkens weer een andere verklaring to geven van het briefje aan zijn zoon. Daarna werd d'-ï zitting geschorst om te wachten op de komst van den gedetineerde, die met M. op het plein voor dc kerk zou hebben staan praten. Na een onderbreking van 15 minuten werd de zaak voortgezet. Verd. was weer wat tot rust gekomen. Intusschen was do gedetineerde dc 28-ja- rige J. E. de B. verschenen. M. stelde dc vragen. Get verklaarde dat bij M. inderdaad ken de, maar uit hot Huis van Bewaring. UTRECHTSCHEWEG SO TEL. 179 AMERSFOORT W Steads voorhanden een groote keuze modern SCHEPWERK in zeer voordeeligc prijzen. Tel. 386. Voor zoover hij wist, had hij M. nooit eer der gezien, ook niet op 29 Maart in de Obi- 6traat, waar verdachte toen met een verre kijker naar den toren stond tc kijken. Verd. M. hield vol, dat hij met getuige op den bewusten dag had staan praten. De B. had M. om werk givraagd. Get. vertelde nog dat hij oen briefje van M. had gekre gen. Er stond een teekeningetje in, enkele bedragen werden genoemd doch een groot deel was onleesbaar. De Officier tot get.: Wat was de be doeling van het briefje? Get Ik moest als getuige optreden en bepaalde verklaringen afleggen. Dc Officier bracht hierop den brief van verd. aan zijn zoon in het geding. Verd. had den brief laten vallen of verloren op de binnenplaats en deze was door een Be waarder gevonden. Zooals men weet, 6telde M. zijn zoon voor Westendorp tc vermoor den. Verd. erkende den brief tc hebben ge schreven. Daarop was het woord aan den officier van Justitie mr. Vcrstecgh tot het uitbren gen van zijn requisitoir. Mr. Vcrsteegh be gon met een woord van hulde te brengen aan dc politic, die in deze zaak zulk een uit stekend werk heeft verricht. Met nam»; bracht spr. dank aan de rechercheurs Veen stra en de Boer, alsmede aan commissari« Reysinga en hoofdinspecteur van Sloobe. Spr. laakte het optreden van den kroonge tuig© Westendorp, die zoaals hij niet onmid dellijk begrepen heeft, wat er gebeurd is, 1/2 jaar lang het geheim bewaard heeft en daarvan gebruik gemaakt heeft om verd herhaaldelijk geld af te persen. Uitvoerig ging spr. na, hoe verdachte verwijdering te weeg bracht tusscten Arkenbout en zijn vrouw en zelf van zijn vrouw scheidde, ten einde een deel van hun eigendom machtig te worden. Deze scheiding bracht echter niet het go hoopte profijt op, want verd. was niet in ge mcenschap van goederen gehuwd. Dc ver daclite moest bij Arkenbout gaan inwonen en leefde geheel op kosten van zijn com pagnon. Dc vrouw van de laatste stuurde 't op instignatic van verdachte ook op een scheiding aan. Spoedig echter werd het haar duidelijk, welke bedoelingen verd. koesterde ten opzichte van haar cn haai man. Over de verhouding tusschen M. en Ar kenbout weten we uit de getuigenverklarin gen 't volgende Arkenbout was de knecht, om niet te zeg gen de slaaf van zijn compagnon. Dc laatste moest M. aan geld helpen. Wanneer dit niet goedschiks zou gaan, dan zou M. er wel iets op vinden, volgens zijn eigen verklaring. Tegen ecnige getuigen heeft M. verklaard, dat, als het hem ging vervelen, hij Arken bout wel van den toren zou smijten. Andere getuigen hebben verklaard, dat M. ook tegenover lien of in bun bijzijn over een dergelijke daad beeft gezinspeeld. Spreker ging de pogingen na, door M. gedaan, om het leven van zijn compagnon tc verzekeren Het merkwaardige is wel, dat Arkenbout bij het afsluiten der verzekering nog geer» compagnon van M. was. Dat is bij eerst in Januari 1929 geworden. Bovendien is wel gebleken, dat Arkenbout niets voor een ver zekering voelde. Het afsluiten van een ver zekering van 50.000 op zijn leven, was trouwens overbodig, want Arkenbout was geen leidekker, maar timmerman van zijn beroep. Wanneer Arkenbout een ongeluk kreeg, zou hij direct door den eersten den besten leidekker te vervangen zijn geweest, zonder dat het bedrijf er schade door gele den zou hebben. Verdachte verklaart zelf. dat hij de verzekering heeft afgesloten, om door het belcenen van de polis aan bcdrijfs kapitaal te komen. Dit is intusschen wel heel onnoozcl, want hij zou zeker wel 6 i 7 j. vrij hooge premiën hebben moeten betalen, alvorens ccn bedrijfskapitaal van 5 6 dui zend gulden te kunnen krijgen. Welk be lang kan derhalve M. gehad hebben bij h.t afsluiten van deze verzekering Hierop is slechts óén antwoord mogelijk. M. had al leen belang bij den spoedigen dood van Arkenbout. Van betcckenis is ook, dat de verdachte kort voor den dood van zijn compagnon alle achterstallige termijnen van de verzeke ringspremie tegelijk heeft bepaald. De ver dachte heeft beweerd, dat hij bang was, dat de verzekering, wanneer er in 6 maanden niet betaald was, geroyeerd zou worden Deze veronderstelling van den verdachte is op niets gebaseerd, want de polis bevat geen enkele desbetreffende bepaling. Bepaald verdacht was deze premie-betaling, wanneer men bedenkt, dat de verdachte zelfs zijn meubelen heeft moeten bcleenen, om aan geld te komen. Omtrent het gebeurde op Goeden Vrijdag van 1929, den dag waarop de moord werd gepleegd, bezitten wij verschillende getui genverklaringen, die ten sterkste wijzen op M.'s schuld De getuige Wessendorp heeft verklaard, dat de verdachte dien morgen in gezelschap van zijn compagnon in den koe pel is geklommen. Andere getuigen hebben de twee mannen buiten op den koepel zien staan. De deskundigen zijn na een nauw gezet onderzoek tot dc conclusie gekomen, dat Arkenbout op den binnenkoepel, in de nabijheid van het luik, is doodgeslagen. De getuige Wessendorp vond het lichaam van Arkenbout inderdaad bij het luik en toen hij dit aan M mededeelde, beval deze hem onder bedreiging, dat bij nooit mocht ver raden, dat M. op den koepel was geweest. De verdachte begaf zich daarna naar de pastorie en Wessendorp beeft hem daar op nieuw van het gebeurde in kennis gesteld, om daardoor voor den verdachte een alibi te scheppen. D_> verdachte heeft omtrent het gebeurde op Goeden Vrijdag 1929 verschillende uit- cenloopende verklaringen afgelegd. Niet alleen zijn die verklaringen onderling met elkaar in strijd, maar zij worden boven dien ook absoluut door dc gatuigenverkla ringen unaniem weersproken. De verdachte heeft gepoogd de schuld te werpen op den getuige Wessendorp, doch deze beschuldi ging is zoo volkomen ongemotiveerd cn zoo ongerijmd, dat de verdachte beter had ge daan tc zwijgen. Op verdachte's 6chuld wijst ook het feit, dat M negen maanden na den moord ge poogd heeft om een nieuwe verzekering af te sluiten op het leven van zijn nieuwen compagnon, maar nu ccn verzekering tot een bedrag van acht ton. Gelukkig is deze verzekering niet tot stand gekomen. Maar wel werd de aandacht der politie erdoor getrokken. Met gerechtelijk onderzoek is uiterst moeilijk geweest, maar nu staat het wei vast, dat dc verdachte de dader is van het gebeurde in de Gerardus Majellakerk. Ondanks die zekerheid vragen wij ons toch af hoe een mensch iets zoo onmensche- lijks kan doen. Er is maar een verklaring voor te vinden. Deze rnan hunkerde, hon gerde naar geld cn rijkdom cn zag geen ander middel om dien honger te stillen dan een misdaad. En toen hij bemerkte dat die misdaad niet ontdekt werd, deed de geld honger zich in steeds heviger mate gelden en beraamde hij een nieuw misdrijf. Zulk een man is een gevaar voor dc samenleving en er kan geen twijfel over beslaan, dat deze man niet in de maatschappij mag terugkec- ren Ten slotte eischt de officier tegen den ver dachte wegens moord levenslange ge vangenisstraf. De president bepaalde de uitspraak op 30 October dos morgens om tien uur. Pleidooi. Des middags hield dc verdediger mr. Ko- koksky zijn pleidooi. Uitvoerig ging deze o. m. na, welke de verhouding is geweest tusschen den ver dachte en den getuige Wessendorp. Pleiter achtte de mogelijkheid niet uilgc- BRUINTJE BEER als hanger en broche 60 ct. gevestigd 1885 Langostraat 43 Tel. 852. ten, dat dc moord gepleegd was door den laatste, hetgeen hij met enkele details trachtte aan tc tooncn. Pleiter wilde hier mede niet beweren dat deze getuige inder daad de schuldige was, doch wilde 6lechts twijfel wekken aan de juistheid van het requisitoir. De officier heeft zich in zijn requisitoir ook beroepen op dc verklaringen van de ge scheiden vrouw van Arkenbout Ter terecht zitting is echter wel gebleken dat deze vrouw, die vijf jaar geleden reeds van haar echtgenoot gescheiden is cn haar man sindsdien nooit meer ontmoet heeft, een groote comediante was. Een beroep op haar verklaringen achtte pleiter dus niet juist. Wat de verzekering betreft, wees pl. er op dat cr tusschen het sluiten ervan cn den dood van Arkenbout een groote tijdsruimte ligt. Er is geen reden om aan tc nemen, dat de verdachte twee jaar te voren reeds rondliep met het plan om Arkenbout te ver moorden. De officier heeft er op gewezen, dat dc vermoorde bij het afsluiten van de verzekering nog geen compagnon van den verdachte was. Juridisch is dit wel juist, maar voor leeken en de verdachte is op juridisch gebied een leek waren Arken bout cn M. wel degelijk compagnons. l)c getuigenverklaringen, die in deze zaak zijn afgelegd en waarop de officier van justitie zich beroept, zijn niet allemaal be trouwbaar Sommige verklaringen zijn per tinent met elkaar in strijd en het is dan ook zeer de vraag, of men deze verklaringen mag bezigen bij de beschuldiging van den verdachte. Pleiter vestigde er de aandacht op, dat de verdachte cn zijn slachtoffer op den ochtend van den moord zonder gereedschap bij zich te hebben, in den koepel gcKlomrnen zijn. Blijkbaar was dus dc verdachte niet van plan zijn compagnon te dooden. Dit plan zou eerst op 't laaste moment in M.'s brein gerijpt zijn. Als dit echter zoo is, dan kan hem geen moord ten. laste worden gelegd doch slechts doodslag en dan kan hem ook geen levenslange gevangenisstraf worden opgelegd, doch op zijn hoogst een straf van twintig jaar. Ik vraag voor mijn cliënt, aldus besloot pleiter, niet het medelijden van de recht bank. Want als hij inderdaad de dader is, verdient hij geen medelijden. Maar mis schien is hij de rechtbank zelf nu wel twij fel gerezen omtrent de schuld van den ver dachte en in dat geval zal zij er niet toe mogen besluiten dezen man voor,altijd uit do maatschappij tc bannen. VEERBOOTJE OMGESLAGEN. 10 personen te water. Amsterdam, 18 Oct. Zondagmiddag heeft op de Kostverlorenkado nabij de Ja cob van Lennepkade een ernstig ongeval plaats gehad, dat gelukkig buitengewoon goed is afgcloopen. Op dit punt onderhoudt een kleine platte veerboot de verbinding tusschen de beide oevers. Op een moment dat het bootje van den wal voer sprongen nog twee personen op het bootje ten gevolge waarvan dit over belast werd en omsloeg. Alle tien opvaren den geraakten te water Op het zelfde mo ment passeerde een motorboot cn deze slaagde cr in de meeste drenkelingen op te pikken. De anderen werden van den wal af gered. Voor zoover bekend zijn alle drenkelin gen uit het water gehaald Zij werden bii omwonendmi voorloopig onderdak gebracht cn van droge kleeren voorzien. Allen konden daarna huiswaarts keeren. Kunst veredelt cn verheft het hart. SEGANTINI. Uit het Engelsch door Mej. C. M. G. de W. 8 Als u mij wijzen wilt waar de borstels en stoff3rs bewaard worden, zal ik de keu- kenkachcl wel schoonmaken. Ach neen! bemoei u daar niet mee! Er was ccn zekere aanmatigende toon in haar stem. De jonge man bloosde. Maar u zult uw handen bederven, waagde hij in het midden te brengen. Met mijn handen heeft u zich niet te bemoeien, zei Julie. Ze was wel wat getrof fen, maar wilde het niet tooncn. Uaat mij dc kcukenkachcl voor mijn rekening nemen. En als u liet goed vindt, zal ik den vloer van den winkel schoon hou den. Is cr nog iets meer dat u deen wou?, zei Julie lachend, maar op boozen toon. Ik wou graag al het ruwe werk voor u doen, als ik mag. Waarofn toch? De jongen had zijn redenen al opgegeven eh niettegenstaande zijn toenemende ver legenheid, bleef hij bij zijn plan. Op strenger) toon zei Julie: U moet u niet met mijn werk bemoeien. En toch was cr geen toorn in den blik, waarmee ze hcru aanzag. .U. heeft uw departement, en ik het mijne. Tot het utoc belmoren dc wind molens. Keukenkachels cn vloeren boenen zou u niet helpen orn windmolens tc vin den. Daarenboven moet gij voor den winkel zorgen en uitgaan om dingen voor Oom Si te koopen cn een studie te maken van kunstvoorwerpen en praten met dc klanten cn de hemel weet wat u nog meer tc doen hebt. Nu, als het u niet schelen kan, zei Wil lem vastberaden, dan zal ik in ieder geval kolen halen Julie schudde liet hoofd. U moet u niet met mijn werk bemoeien, klonk haar laatste woord. En toch, toen Julic den volgenden mor gen om kwart voor zeven benoden kwam, zag ze den jongen man op de knieën hg gen, druk bezig de kcukenkachcl te poet sen. Hij had geen jas aan, geen vest en geen boord; een zwarte veeg op zijn neus en indien een jong meisje 's morgens in de vroegte in staat is kortaf tc zijn, dan is het geen wonder dat hij een standje kreeg. Heb ik da)) niet gezegd, dat ik niet wil hebben dat u zich met mijn zaken be moeit? Ik kom ook niet in uw atelier om naar molens te zoeken, nietwaar? Willem, nog steeds op de knieën liggend, moest bekennen, dat zij dat niet deed. Het is een groote vrijpostigheid. Hij zag haar doodongelukkig aan. O neen, zeg dat niet. Wat is het dan? In mijn keuken te komen! Ach, het 6pijt mij, maar Maar wat? Ik kan er niet aan denken, dat u die mooie banden zou bederven! Dc oogen van liet meisje stónden woe dend, haar wangen gloeiden. Ga nu heen en bemoei u maar niet meer met mijn han den. Maar zij besefte tot haar ergernis, dat zij een vuurroode kleur kreeg. HOOFDSTUK VII. Den volgenden avond omstreeks ccn half uur voor het avondeten klom Julie de zoldertrap op en klopte flink op de deur van het atelier. Binnen, riep een vriendelijke stem. Met een stukje wat in dc ccne hand cn dc geheimzinnige flesch in de andere, was Willem verdiept in zijn werk om een wind molen te zoeken. Hij moest bekennen, die dwaze jongen, dat vooralsnog zijn onder zoek niet met succes was bekroond. Dat had ik ook niet gedacht, zei Julie weinig aanmoedigend. Maar cr zijn wel boomen. Willem nam een mes en legde de punt op een stukje van het doek, dat reeds veel lichter was dan gisteren. Een oogenblik stilte. Julie spande haar oogen in als een deskundige, cn bij gevolg moest zij tot haar spijt bekennen, dat cr zonder cenigcn twijfel boomen tc zien wa ren. En nu komen wij bij het water, ziet u wel? zei dc jonge man op een toon van kalm genot. Waar is het water? Met de teederheid van een minnaar liet Willem de punt van het mes langs het doek gaan. Ziet u het niet juffrouw Julie? Zijn zachte stem trilde. O ja, zei Julie. Het is water, heel dui delijk. Nu hoefde zij niet meer tc probce- ren niet onder don indruk te zijn. Nu, dat noem ik eens knap! Ik wist zeke.r dat het daar mo^st wezen. En als je weet dat het er is, dan zul je het ook vinden. Weet u wat ik cr van denk? De verrukte toon van zooeven daal de eensklaps tot iets geheimzinnigs. Julie had geen flauw idee van wat Wil lem er van dacht, maar zij wou het heel graag weten wat het ook wezen mocht, want hij was op eens een heel eind gerezen in haar achting. Het zou mij in het geheel niet verwon deren als dit tenslotte eenHij zweeg plotseling met een ontstellend glimlachje. Wat zou het tenslotte wezen? Ach! 't is misschien beter het niet te zeggen. Deze woorden, zoo ernstig en om zichtig, maakten het slimme meisje nieuws gierig. Zij begon eigenlijk tegen haar zin eerbied te krijgen voor dezen zonderlingen jongen man. Denkt u dat het iets heel goeds kan wezen? Het zou iets al te goeds kunnen wezen. Willem's 6tem trilde Indien alles voor den dag k<»mt en lijkt op dit, dan kan liet won derlijk mooi zijn. Ziet u die wolk? Julic keek zoo scherp als ze maar kon, maar zij zag geen zweem van een wolk. Neem het microscoop. Zelfs met het microscoop was geen enkel wolkje voor haar oogen zichtbaar. Ik ben er zoo zeker van als van iets ter wereld, zei Willem. Er is daar een wolk o ja! De toon waarop hij dit zei, klonk als muziek in de ooren. En daar is de lucht! Een straal van de ondergaande najaarszon maakte zulk een merkw aardi- gen indruk in dc opgeheven oogen van den jongen man, dat Julio er eigenlijk moer aandacht voor had dan voor het schildcrtje. Heeft Oom Si die boomen gezien? vroeg zij plotseling. Ja, de baas is een paar minuten ge leden boven geweest om te kijken. En wat zei hij? Hij wreef over zijn wang en verzette zijn bril. Heeft u hem verteld wat u zoocven aan mij verteld hebt? De jonge man knikte. En geloofde Oom Si het? Hij zei, dat bij zou wachten tot dat hij het zelf zag Nu, de boomen kan hij in leder geval niet ontkennen. Neen, dat deed hij ook niet. Maar, hat schilderstukje begint pas voor den dag te komen, zooals u ziet. En toch heeft hij mij al een bod gedaan, zelfs in den toesJand zooals het daar 6taat. Als door een plotselinge ingeving ï-ep Julie: Ik hoop, dat u dat toch niet hebt aangenomen! Neen, dat spreekt van zelf, zei Willem kalm. Ik ben overtuigd, dat ik het voor mij zelf moet houden totdat ik heb gcvond-Mi wat het eigenlijk is. Ja, dat is verstandig. En nis de, vraag niet al to indiscreet is, wat bood Oom Si er voor? Vijf gulden. Maar dat is voor dc lijst alleen. Julie kreeg iets meestcrachtigs. U mag cr niet aan denken er afstand van te doen. Met een onschuldigen eenvoud, haast on- geloofelijk voor pen zoo verstandiger) jon gen man, vroeg hij waarom. (Wordt vervólgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5