AHERSFOOKTSCH DAGBLAD
HET DRAMA IN DEN MAJELLATOREN
Feuilleton
Maandag 19 October 1931
.DE EEMLANDER"
30e Jaargang No. 96
VOORTZETTING VAN DE
BEHANDELING
ÉN.V. COMPAGNIE LYONNAISE JU
ONTVANGEN GEKLEEDE PULL-OVERS VANAF f 4.50
E. FRANKENHUIS
'T ZAND 3
WILLEM GROENHUIZEN
JUWELIER
Het Kostbare Meesterstukje
Mislukte pogingen van den verdachte
tot het forceeren van een
alibi
Briefjes uit het Huis van Bewaring
Amslerdam, 17 October. lieden heeft
de Strafkamer der rechtbank te Amsterdam
onder groote belangstelling de behandeling
voortgezet van de geruchtmakende straf
zaak tegen de 46-jarigcn leidekkerspatroon
.T. G. M., verdacht van moord, subs, doodslag
meer subs, zware mishandeling.
Zooals men weet, speeld zich op 29
Maart 1929 in den toren van de R.K. Gc-
rardus Majellakerk aan het Ambonplcin te
Amsterdam een drama af. De leidekker
Lecnd^rt Arkenbout werd in stervenden
toestand aangetroffen, naar men meende,
ten gevolge van een val van groote hoogte.
De brandweer moest te hulp komen en door
middel van redlijnen werd de stervende op
een brancard in het ruim van de kerk af
gelaten. Dienzelfdcn dag nog stierf de man
in het O. L. Vrouwegasthuis.
Anderhalf jaar later begon men te twij
felen of Arkenbout inderdaad het slacht
offer van een ongeluk was en er waren re
denen om den compagnon van den leidek
ker, J. G. M„ te verdenken van het feit, dat
hij den knecht had doen vallen of op een
andere wijze zwaar lichamelijk letsel had
toegebracht. Het bleek, dat M. bij do Natio
nale oen verzekering had afgesloten van
50 000. Dit was een z.g.n. conipagnonsver-
zekering, die wederkecrig is. Voor een an
deren knecht trachtte M., na het „ongeluk''
met Arkenbout een- wrzckering te sluiten
aanvankelijk van 20.000, later van 50.000
en de derde maal van 80.000. Alle drie
keér mislukte dit, want de maatschappij
wilde er niet van weten. M. werd gearres
teerd, evenals de knecht, die mede op den
toren was geweest. Laatstgenoemde werd
echter spoedig op vrije voeten gesteld.
M bleef ontkennen; op 20 Mei 6tond hij
terecht voor dc rechtbank, verdedigd door
mr F. A. Kokosky.
Verdachte bleef tijdens de behandeling
zijner zaak ontkennen en trachtte dc schuld
op zijn''knecht tc werpen.
Verschillende getuigen legden zeer be
zwarende verklaringen af over de verhou
ding tusschcn M. en Arkenbout. De deskun
digen achtten unaniem een val uitgesloten,
daar dan de verwondingen van anderen
aard zouden zijn geweest. Als doodsoorzaak
werd opgegeven scliedelbasisfracluur, hoe
wei, naar men zou mogen concludccrcn uit
con door get. desk. dr. Jak, niet weerspro
ken opmerking van den president, het ver
band na den dood niet werd verwijderd.
De getuige Wcssendorp heeft verklaard
in dien zin, dat daarin een beschuldiging
van verd. als dader lag opgesloten.
Voorts had M. vóór dc Mei-behandeling
een briefje geschreven aan een gedetineer
de in het Huis van Bewaring, waar hij toen
zelf vertoefde, wien hij daarin een goede
toekomst voorspiegelde wanneer deze gede
tineerde voor de rechtbank zou willen ver
klaren, dat hij met M. op den dag van het
gebeurde van 11 uur tot half 12 in de om
geving van de Majellakerk had staan pra
ten. Dit briefje, verstopt tusschcn twee bo
terhammen, werd in beslag genomen, even
als een tweede briefje, dat hij nu onlangs,
dus n& de geschorste zitting, richtte tot zijn
zoon, waarin een tot in de finesses uitge
werkt plun om den getuige Wesscndorp om
het leven te brengen, stond omschreven. De
zoon zou zoo wilde M. Wesscndorp met
een revolver neerschieten en het vuurwa
pen naast den doode leggen teneinde den
indruk te vestigen, dat W. zelfmoord had
gepleegd Voorts zou de zoon een brief
naa6l het lijk van W. leggen, geschreven
in het handig nagebootst schrift van W„
waarin deze bekende A. to hebben neerge
slagen. Zooals gezegd werd ook dit briefje,
dat de positie van verd. niet verbetert, in
beslag genomen.
Op Zaterdag 25 Mei schorste de rechtbank
de verdere behandeling om een onderzoek
te doen instellen naar de geestvermogens
van verd.
Dit rapport is intusschen ingediend en
verdachte is toerekeningisvatbaar gesteld.
Heden zette dc rechtbank dc behandeling
der zaak voort.
Mr. Kokosky begon met mede te dec-
len, dat hij van verdachte een briefj i had
gekregen uit het Iluis van Bewaring, waar
in M. schreef, dat hij onder zijn mede-ge
detineerden den man had ontdekt, die op
29 Maart 1929 bij him stond te praten in
dc nabijheid van den toren, op het oogen-
blik dat Arkenbout den dood vond.
PI. wilde het verzoek van verdachte
slichts overbrengen om dezen gedetineerde,
waarvan het nummer bekend is, alsnog te
hooren.
De off. van Justitie, mr. Versteeg, zei-
de, dat verd ook aan dezen man een briefje
had willen doen toekomen. De m;dedeelin-
gen van M. zijn zoo onbetrouwbaar, dat de
officier het onnoodig oordeelde alsnog de
zen getuige tc hooren.
Mr Kokosky persisteerde bij zijn verzoek.
Het is niet onmogelijk, aldus pl., dat verd.
de waarheid spreekt.
De officier tot verdachte: U wilde uw
zoon indertijd aanstoken om Westenberg te
vermoorden.
Verdachte wond zich meer en nT3cr op.
Hij struikelde over zijn woorden en
schreeuwde steeds luider. Steeds weer
kwam hij terug op zijn verzoek om den g3-
dclineerde alsnog te hooren.
Na een hardnekkig debat kwam een brief
ter sprake aan „vriend Herman". Dit was
een herhaling van den 'eersten brief. Na in
raadkamer te zijn geweest, besloot de recht
bank den gedetineerde alsnog te hooren.
Hierop werd dr. Bakker gehoord. Deze
had een rapport uitgebracht over verd. De
deskundige was tot dc conclusie gekomen,
dat verd. toerekeningsvatbaar is.
De deskundige verklaarde, dat verd. geen
ziekelijke afwijkingen vertoont naar z-ijn
meening. M. simuleert, om telkens weer een
andere verklaring to geven van het briefje
aan zijn zoon.
Daarna werd d'-ï zitting geschorst om te
wachten op de komst van den gedetineerde,
die met M. op het plein voor dc kerk zou
hebben staan praten.
Na een onderbreking van 15 minuten
werd de zaak voortgezet.
Verd. was weer wat tot rust gekomen.
Intusschen was do gedetineerde dc 28-ja-
rige J. E. de B. verschenen. M. stelde dc
vragen.
Get verklaarde dat bij M. inderdaad ken
de, maar uit hot Huis van Bewaring.
UTRECHTSCHEWEG SO TEL. 179 AMERSFOORT W
Steads voorhanden een groote
keuze modern SCHEPWERK
in zeer voordeeligc prijzen.
Tel. 386.
Voor zoover hij wist, had hij M. nooit eer
der gezien, ook niet op 29 Maart in de Obi-
6traat, waar verdachte toen met een verre
kijker naar den toren stond tc kijken.
Verd. M. hield vol, dat hij met getuige
op den bewusten dag had staan praten. De
B. had M. om werk givraagd. Get. vertelde
nog dat hij oen briefje van M. had gekre
gen. Er stond een teekeningetje in, enkele
bedragen werden genoemd doch een groot
deel was onleesbaar.
De Officier tot get.: Wat was de be
doeling van het briefje?
Get Ik moest als getuige optreden en
bepaalde verklaringen afleggen.
Dc Officier bracht hierop den brief
van verd. aan zijn zoon in het geding. Verd.
had den brief laten vallen of verloren op
de binnenplaats en deze was door een Be
waarder gevonden. Zooals men weet, 6telde
M. zijn zoon voor Westendorp tc vermoor
den. Verd. erkende den brief tc hebben ge
schreven.
Daarop was het woord aan den officier
van Justitie mr. Vcrstecgh tot het uitbren
gen van zijn requisitoir. Mr. Vcrsteegh be
gon met een woord van hulde te brengen
aan dc politic, die in deze zaak zulk een uit
stekend werk heeft verricht. Met nam»;
bracht spr. dank aan de rechercheurs Veen
stra en de Boer, alsmede aan commissari«
Reysinga en hoofdinspecteur van Sloobe.
Spr. laakte het optreden van den kroonge
tuig© Westendorp, die zoaals hij niet onmid
dellijk begrepen heeft, wat er gebeurd is,
1/2 jaar lang het geheim bewaard heeft en
daarvan gebruik gemaakt heeft om verd
herhaaldelijk geld af te persen. Uitvoerig
ging spr. na, hoe verdachte verwijdering te
weeg bracht tusscten Arkenbout en zijn
vrouw en zelf van zijn vrouw scheidde, ten
einde een deel van hun eigendom machtig
te worden.
Deze scheiding bracht echter niet het go
hoopte profijt op, want verd. was niet in ge
mcenschap van goederen gehuwd. Dc ver
daclite moest bij Arkenbout gaan inwonen
en leefde geheel op kosten van zijn com
pagnon. Dc vrouw van de laatste stuurde 't
op instignatic van verdachte ook op een
scheiding aan. Spoedig echter werd het
haar duidelijk, welke bedoelingen verd.
koesterde ten opzichte van haar cn haai
man.
Over de verhouding tusschen M. en Ar
kenbout weten we uit de getuigenverklarin
gen 't volgende
Arkenbout was de knecht, om niet te zeg
gen de slaaf van zijn compagnon. Dc laatste
moest M. aan geld helpen. Wanneer dit niet
goedschiks zou gaan, dan zou M. er wel iets
op vinden, volgens zijn eigen verklaring.
Tegen ecnige getuigen heeft M. verklaard,
dat, als het hem ging vervelen, hij Arken
bout wel van den toren zou smijten. Andere
getuigen hebben verklaard, dat M. ook
tegenover lien of in bun bijzijn over een
dergelijke daad beeft gezinspeeld. Spreker
ging de pogingen na, door M. gedaan, om
het leven van zijn compagnon tc verzekeren
Het merkwaardige is wel, dat Arkenbout
bij het afsluiten der verzekering nog geer»
compagnon van M. was. Dat is bij eerst in
Januari 1929 geworden. Bovendien is wel
gebleken, dat Arkenbout niets voor een ver
zekering voelde. Het afsluiten van een ver
zekering van 50.000 op zijn leven, was
trouwens overbodig, want Arkenbout was
geen leidekker, maar timmerman van zijn
beroep. Wanneer Arkenbout een ongeluk
kreeg, zou hij direct door den eersten den
besten leidekker te vervangen zijn geweest,
zonder dat het bedrijf er schade door gele
den zou hebben. Verdachte verklaart zelf.
dat hij de verzekering heeft afgesloten, om
door het belcenen van de polis aan bcdrijfs
kapitaal te komen. Dit is intusschen wel
heel onnoozcl, want hij zou zeker wel 6 i 7 j.
vrij hooge premiën hebben moeten betalen,
alvorens ccn bedrijfskapitaal van 5 6 dui
zend gulden te kunnen krijgen. Welk be
lang kan derhalve M. gehad hebben bij h.t
afsluiten van deze verzekering Hierop is
slechts óén antwoord mogelijk. M. had al
leen belang bij den spoedigen dood van
Arkenbout.
Van betcckenis is ook, dat de verdachte
kort voor den dood van zijn compagnon alle
achterstallige termijnen van de verzeke
ringspremie tegelijk heeft bepaald. De ver
dachte heeft beweerd, dat hij bang was, dat
de verzekering, wanneer er in 6 maanden
niet betaald was, geroyeerd zou worden
Deze veronderstelling van den verdachte is
op niets gebaseerd, want de polis bevat geen
enkele desbetreffende bepaling. Bepaald
verdacht was deze premie-betaling, wanneer
men bedenkt, dat de verdachte zelfs zijn
meubelen heeft moeten bcleenen, om aan
geld te komen.
Omtrent het gebeurde op Goeden Vrijdag
van 1929, den dag waarop de moord werd
gepleegd, bezitten wij verschillende getui
genverklaringen, die ten sterkste wijzen op
M.'s schuld De getuige Wessendorp heeft
verklaard, dat de verdachte dien morgen in
gezelschap van zijn compagnon in den koe
pel is geklommen. Andere getuigen hebben
de twee mannen buiten op den koepel zien
staan. De deskundigen zijn na een nauw
gezet onderzoek tot dc conclusie gekomen,
dat Arkenbout op den binnenkoepel, in de
nabijheid van het luik, is doodgeslagen. De
getuige Wessendorp vond het lichaam van
Arkenbout inderdaad bij het luik en toen
hij dit aan M mededeelde, beval deze hem
onder bedreiging, dat bij nooit mocht ver
raden, dat M. op den koepel was geweest.
De verdachte begaf zich daarna naar de
pastorie en Wessendorp beeft hem daar op
nieuw van het gebeurde in kennis gesteld,
om daardoor voor den verdachte een alibi
te scheppen.
D_> verdachte heeft omtrent het gebeurde
op Goeden Vrijdag 1929 verschillende uit-
cenloopende verklaringen afgelegd. Niet
alleen zijn die verklaringen onderling met
elkaar in strijd, maar zij worden boven
dien ook absoluut door dc gatuigenverkla
ringen unaniem weersproken. De verdachte
heeft gepoogd de schuld te werpen op den
getuige Wessendorp, doch deze beschuldi
ging is zoo volkomen ongemotiveerd cn zoo
ongerijmd, dat de verdachte beter had ge
daan tc zwijgen.
Op verdachte's 6chuld wijst ook het feit,
dat M negen maanden na den moord ge
poogd heeft om een nieuwe verzekering af
te sluiten op het leven van zijn nieuwen
compagnon, maar nu ccn verzekering tot
een bedrag van acht ton. Gelukkig is deze
verzekering niet tot stand gekomen. Maar
wel werd de aandacht der politie erdoor
getrokken. Met gerechtelijk onderzoek is
uiterst moeilijk geweest, maar nu staat het
wei vast, dat dc verdachte de dader is van
het gebeurde in de Gerardus Majellakerk.
Ondanks die zekerheid vragen wij ons
toch af hoe een mensch iets zoo onmensche-
lijks kan doen. Er is maar een verklaring
voor te vinden. Deze rnan hunkerde, hon
gerde naar geld cn rijkdom cn zag geen
ander middel om dien honger te stillen dan
een misdaad. En toen hij bemerkte dat die
misdaad niet ontdekt werd, deed de geld
honger zich in steeds heviger mate gelden
en beraamde hij een nieuw misdrijf. Zulk
een man is een gevaar voor dc samenleving
en er kan geen twijfel over beslaan, dat deze
man niet in de maatschappij mag terugkec-
ren
Ten slotte eischt de officier tegen den ver
dachte wegens moord levenslange ge
vangenisstraf.
De president bepaalde de uitspraak op 30
October dos morgens om tien uur.
Pleidooi.
Des middags hield dc verdediger mr. Ko-
koksky zijn pleidooi.
Uitvoerig ging deze o. m. na, welke de
verhouding is geweest tusschen den ver
dachte en den getuige Wessendorp.
Pleiter achtte de mogelijkheid niet uilgc-
BRUINTJE BEER
als hanger en broche 60 ct.
gevestigd 1885 Langostraat 43
Tel. 852.
ten, dat dc moord gepleegd was door den
laatste, hetgeen hij met enkele details
trachtte aan tc tooncn. Pleiter wilde hier
mede niet beweren dat deze getuige inder
daad de schuldige was, doch wilde 6lechts
twijfel wekken aan de juistheid van het
requisitoir.
De officier heeft zich in zijn requisitoir
ook beroepen op dc verklaringen van de ge
scheiden vrouw van Arkenbout Ter terecht
zitting is echter wel gebleken dat deze
vrouw, die vijf jaar geleden reeds van haar
echtgenoot gescheiden is cn haar man
sindsdien nooit meer ontmoet heeft, een
groote comediante was. Een beroep op haar
verklaringen achtte pleiter dus niet juist.
Wat de verzekering betreft, wees pl. er
op dat cr tusschen het sluiten ervan cn den
dood van Arkenbout een groote tijdsruimte
ligt. Er is geen reden om aan tc nemen,
dat de verdachte twee jaar te voren reeds
rondliep met het plan om Arkenbout te ver
moorden. De officier heeft er op gewezen,
dat dc vermoorde bij het afsluiten van de
verzekering nog geen compagnon van den
verdachte was. Juridisch is dit wel juist,
maar voor leeken en de verdachte is op
juridisch gebied een leek waren Arken
bout cn M. wel degelijk compagnons.
l)c getuigenverklaringen, die in deze zaak
zijn afgelegd en waarop de officier van
justitie zich beroept, zijn niet allemaal be
trouwbaar Sommige verklaringen zijn per
tinent met elkaar in strijd en het is dan
ook zeer de vraag, of men deze verklaringen
mag bezigen bij de beschuldiging van den
verdachte.
Pleiter vestigde er de aandacht op, dat de
verdachte cn zijn slachtoffer op den ochtend
van den moord zonder gereedschap bij zich
te hebben, in den koepel gcKlomrnen zijn.
Blijkbaar was dus dc verdachte niet van
plan zijn compagnon te dooden. Dit plan
zou eerst op 't laaste moment in M.'s brein
gerijpt zijn. Als dit echter zoo is, dan kan
hem geen moord ten. laste worden gelegd
doch slechts doodslag en dan kan hem ook
geen levenslange gevangenisstraf worden
opgelegd, doch op zijn hoogst een straf van
twintig jaar.
Ik vraag voor mijn cliënt, aldus besloot
pleiter, niet het medelijden van de recht
bank. Want als hij inderdaad de dader is,
verdient hij geen medelijden. Maar mis
schien is hij de rechtbank zelf nu wel twij
fel gerezen omtrent de schuld van den ver
dachte en in dat geval zal zij er niet toe
mogen besluiten dezen man voor,altijd uit
do maatschappij tc bannen.
VEERBOOTJE OMGESLAGEN.
10 personen te water.
Amsterdam, 18 Oct. Zondagmiddag
heeft op de Kostverlorenkado nabij de Ja
cob van Lennepkade een ernstig ongeval
plaats gehad, dat gelukkig buitengewoon
goed is afgcloopen.
Op dit punt onderhoudt een kleine platte
veerboot de verbinding tusschen de beide
oevers.
Op een moment dat het bootje van den
wal voer sprongen nog twee personen op
het bootje ten gevolge waarvan dit over
belast werd en omsloeg. Alle tien opvaren
den geraakten te water Op het zelfde mo
ment passeerde een motorboot cn deze
slaagde cr in de meeste drenkelingen op te
pikken. De anderen werden van den wal
af gered.
Voor zoover bekend zijn alle drenkelin
gen uit het water gehaald Zij werden bii
omwonendmi voorloopig onderdak gebracht
cn van droge kleeren voorzien.
Allen konden daarna huiswaarts keeren.
Kunst veredelt cn verheft het hart.
SEGANTINI.
Uit het Engelsch door Mej. C. M. G. de W.
8
Als u mij wijzen wilt waar de borstels
en stoff3rs bewaard worden, zal ik de keu-
kenkachcl wel schoonmaken.
Ach neen! bemoei u daar niet mee!
Er was ccn zekere aanmatigende toon in
haar stem.
De jonge man bloosde. Maar u zult uw
handen bederven, waagde hij in het midden
te brengen.
Met mijn handen heeft u zich niet te
bemoeien, zei Julie. Ze was wel wat getrof
fen, maar wilde het niet tooncn.
Uaat mij dc kcukenkachcl voor mijn
rekening nemen. En als u liet goed vindt,
zal ik den vloer van den winkel schoon hou
den.
Is cr nog iets meer dat u deen wou?,
zei Julie lachend, maar op boozen toon.
Ik wou graag al het ruwe werk voor u
doen, als ik mag.
Waarofn toch?
De jongen had zijn redenen al opgegeven
eh niettegenstaande zijn toenemende ver
legenheid, bleef hij bij zijn plan.
Op strenger) toon zei Julie: U moet u niet
met mijn werk bemoeien. En toch was cr
geen toorn in den blik, waarmee ze hcru
aanzag. .U. heeft uw departement, en ik
het mijne. Tot het utoc belmoren dc wind
molens. Keukenkachels cn vloeren boenen
zou u niet helpen orn windmolens tc vin
den. Daarenboven moet gij voor den winkel
zorgen en uitgaan om dingen voor Oom Si
te koopen cn een studie te maken van
kunstvoorwerpen en praten met dc klanten
cn de hemel weet wat u nog meer tc doen
hebt.
Nu, als het u niet schelen kan, zei Wil
lem vastberaden, dan zal ik in ieder geval
kolen halen
Julie schudde liet hoofd. U moet u niet
met mijn werk bemoeien, klonk haar laatste
woord.
En toch, toen Julic den volgenden mor
gen om kwart voor zeven benoden kwam,
zag ze den jongen man op de knieën hg
gen, druk bezig de kcukenkachcl te poet
sen. Hij had geen jas aan, geen vest en
geen boord; een zwarte veeg op zijn neus en
indien een jong meisje 's morgens in de
vroegte in staat is kortaf tc zijn, dan is
het geen wonder dat hij een standje kreeg.
Heb ik da)) niet gezegd, dat ik niet
wil hebben dat u zich met mijn zaken be
moeit? Ik kom ook niet in uw atelier om
naar molens te zoeken, nietwaar?
Willem, nog steeds op de knieën liggend,
moest bekennen, dat zij dat niet deed.
Het is een groote vrijpostigheid.
Hij zag haar doodongelukkig aan. O neen,
zeg dat niet.
Wat is het dan? In mijn keuken te
komen!
Ach, het 6pijt mij, maar
Maar wat?
Ik kan er niet aan denken, dat u die
mooie banden zou bederven!
Dc oogen van liet meisje stónden woe
dend, haar wangen gloeiden. Ga nu heen
en bemoei u maar niet meer met mijn han
den.
Maar zij besefte tot haar ergernis, dat zij
een vuurroode kleur kreeg.
HOOFDSTUK VII.
Den volgenden avond omstreeks ccn half
uur voor het avondeten klom Julie de
zoldertrap op en klopte flink op de deur
van het atelier.
Binnen, riep een vriendelijke stem.
Met een stukje wat in dc ccne hand cn
dc geheimzinnige flesch in de andere, was
Willem verdiept in zijn werk om een wind
molen te zoeken. Hij moest bekennen, die
dwaze jongen, dat vooralsnog zijn onder
zoek niet met succes was bekroond.
Dat had ik ook niet gedacht, zei Julie
weinig aanmoedigend.
Maar cr zijn wel boomen. Willem nam
een mes en legde de punt op een stukje
van het doek, dat reeds veel lichter was
dan gisteren.
Een oogenblik stilte. Julie spande haar
oogen in als een deskundige, cn bij gevolg
moest zij tot haar spijt bekennen, dat cr
zonder cenigcn twijfel boomen tc zien wa
ren.
En nu komen wij bij het water, ziet u
wel? zei dc jonge man op een toon van
kalm genot.
Waar is het water?
Met de teederheid van een minnaar liet
Willem de punt van het mes langs het doek
gaan.
Ziet u het niet juffrouw Julie? Zijn
zachte stem trilde.
O ja, zei Julie. Het is water, heel dui
delijk. Nu hoefde zij niet meer tc probce-
ren niet onder don indruk te zijn. Nu, dat
noem ik eens knap!
Ik wist zeke.r dat het daar mo^st
wezen. En als je weet dat het er is, dan zul
je het ook vinden. Weet u wat ik cr van
denk? De verrukte toon van zooeven daal
de eensklaps tot iets geheimzinnigs.
Julie had geen flauw idee van wat Wil
lem er van dacht, maar zij wou het heel
graag weten wat het ook wezen mocht,
want hij was op eens een heel eind gerezen
in haar achting.
Het zou mij in het geheel niet verwon
deren als dit tenslotte eenHij zweeg
plotseling met een ontstellend glimlachje.
Wat zou het tenslotte wezen?
Ach! 't is misschien beter het niet te
zeggen. Deze woorden, zoo ernstig en om
zichtig, maakten het slimme meisje nieuws
gierig. Zij begon eigenlijk tegen haar zin
eerbied te krijgen voor dezen zonderlingen
jongen man.
Denkt u dat het iets heel goeds kan
wezen?
Het zou iets al te goeds kunnen wezen.
Willem's 6tem trilde Indien alles voor den
dag k<»mt en lijkt op dit, dan kan liet won
derlijk mooi zijn. Ziet u die wolk?
Julic keek zoo scherp als ze maar kon,
maar zij zag geen zweem van een wolk.
Neem het microscoop.
Zelfs met het microscoop was geen enkel
wolkje voor haar oogen zichtbaar.
Ik ben er zoo zeker van als van iets
ter wereld, zei Willem. Er is daar een
wolk o ja! De toon waarop hij dit zei,
klonk als muziek in de ooren. En daar is
de lucht! Een straal van de ondergaande
najaarszon maakte zulk een merkw aardi-
gen indruk in dc opgeheven oogen van den
jongen man, dat Julio er eigenlijk moer
aandacht voor had dan voor het schildcrtje.
Heeft Oom Si die boomen gezien?
vroeg zij plotseling.
Ja, de baas is een paar minuten ge
leden boven geweest om te kijken.
En wat zei hij?
Hij wreef over zijn wang en verzette zijn
bril.
Heeft u hem verteld wat u zoocven aan
mij verteld hebt?
De jonge man knikte.
En geloofde Oom Si het?
Hij zei, dat bij zou wachten tot dat
hij het zelf zag
Nu, de boomen kan hij in leder geval
niet ontkennen.
Neen, dat deed hij ook niet. Maar, hat
schilderstukje begint pas voor den dag te
komen, zooals u ziet. En toch heeft hij mij
al een bod gedaan, zelfs in den toesJand
zooals het daar 6taat.
Als door een plotselinge ingeving ï-ep
Julie: Ik hoop, dat u dat toch niet hebt
aangenomen!
Neen, dat spreekt van zelf, zei Willem
kalm. Ik ben overtuigd, dat ik het voor mij
zelf moet houden totdat ik heb gcvond-Mi
wat het eigenlijk is.
Ja, dat is verstandig. En nis de, vraag
niet al to indiscreet is, wat bood Oom Si
er voor?
Vijf gulden. Maar dat is voor dc lijst
alleen.
Julie kreeg iets meestcrachtigs. U mag cr
niet aan denken er afstand van te doen.
Met een onschuldigen eenvoud, haast on-
geloofelijk voor pen zoo verstandiger) jon
gen man, vroeg hij waarom.
(Wordt vervólgd).