BALLY SrM0, Joh. Bottinga CIRCUSLEVEN EEN VOORSTELLING AAN HET ENGELSCHE HOF Langestr. 28 - Tel. 59 Als de winter komt Amersfoortsche Radio Centrale STERVEND EUROPA? ACTUEEL RADIO-NIEUWS Sluit U aan bij de Het verhoogt Uw gezellig heid in huis Kantoor: Telefoon Lange Bergstr. 13 462 door II. G. CANNEGIETER. De bekende declaraalrice Charlotte Küh- lep draagt een boek voor. dat „Stervend Europa" heet. „Stervend Europa', het is oen spreekwoord geworden. Tien jaar ge leden reeds heeft een Duitech wijsgeer „de ondergang van het avondland" aangekon digd. In groote groepen onzer bevolking staat het vast. dat onze westcrschc bescha ving den dood nabij is. Het is een dwang gedachte, waaraan het moeilijk is. zich te onttrekken. Toch geloof ik, dat een dergelijke moede- looze beschouwing op onjuiste gronden be lust, Misschien getuigt het van dieper in zicht en in elk geval van meer moed. zoo men van „stervend Europa" niet weten wil, omdat Europa nog moet worden geboren. Europa bestaat nog net. Europa moet nog beginnen te leven. Ook de wcstcnschc be schaving, ook do menschheid bestaat nog niet. Zij is geen verleden, maar toekomst. Men dient hier niet van ondergang, maar van opgang te spreken. Ongetwijfeld, wij beleven een crisis. Een crisis, zooals de wereldgeschiedenis nog nimmer gekend heeft. Misschien staan wij nog maar aan het begin. Misschien wordt alles nog duizendmaal erger. Maar is dit een reden tol moedeloosheid? De verschijn selen, die ons verontrusten, pijn, ellende, benauwdheid tot waanzin en verwildering toe, zijn geen doodstuipen maar geboorte weeën. Zij kondigen de geboorte van Eu ropa, beschaving en menschheid aan. Wie over stervend Europa, do ondergang van de beschaving, de vernietiging van de menschheid spreekt, dient zich af te vra gen of dat-geen, wat wij tot nog toe heb ben loeren kennen, Europa, beschaving, menschheid mag heeten. Behoorde het alles nog niet tot den oerstaat, tot den baaierd, do barbaarschheid, waaruit eenmaal groo te dingen als Europa, beschaving en menschheid zouden moeten worden gebo ren Wanneer de geschiedschrijver over dui zend, misschien zelfs reeds na honderd jaar, het tijdstip zal aangeven, waarop Eu ropa, beschaving en menschheid uit den schoot der lijden het levenslicht za gen, dan zal hij een jaartal noemen, dat niet zoover uit onze buurt ligt. De krampen nemen in hevigheid toe, de hlijdc gebeurtenis nadert. Is er zooveel vcvschil tusschcn den knots- drager uit liet steentijdperk en den wilde, die met gifgas gewapend tegen andere volksstammen ten strijde trekt? Zooveel verschil tusschcn den oermensch, die zich uit bijgeloovigén waanzin wontien toe brengt omdat hij de maan als een afgod aanbidt en den hedcndaagschen heiden, die zichzelf en den naaste verminkt en uit hongert uit eerbied van den god Kapi taal? Zooveel verschil tusschen het twee- bccnige dier, dat in de oerwouden om komt, omdat hem de kennis ontbreekt, den overvloed, door welken hij waadt, zich ei gen te maken en den tweebeenigen dwaas, die zijn overvloed verbrandt en in zee werpt, omdat hem de kennis ontbreekt, de ■productie ten aigemecnen profijte te dis- tribueeren? De beschaving moet nog worden geboren. «Gelijk Europa moet worden geboren. Want dot nog toe worstelen de cellen samen, zicli splitsend, zich verbindend tot 6tocds nieu we en steeds omvangrijker complexen: rijkjes, staatjes, deeltjes, onderdeeltjes, maar allengs tezamenklontcrend tot de embryonale eenheid, waarin bet beeld van Europa en de geest van Euopa zich aftce- kcn. De ftncnsch' moet nog worden geboren. Nog i6 het aan waan en dierlijke driften ten prooi levend en door angsten en droo- men uit den oerstaat gekwelde wezen, dat •de wereld bevolkt, niet de long aangekon digde homo sapiens, de wetende, zich zijn gedrag en gedachte bewust zijnde. Maar hij staat op 't punt, dit te worden. De tijd ligt in barensnood en reeds worden ide voorteekencn duidelijk: er slaat iets grootsch te geschieden. Denkbeelden, welke Sinds ecuwen slechts in kiem den hoogstcn en besten van ons geslacht als nevelachtige 'droomen voor oogen zweefden, nemen vas tten vorm aan: een ontwapende wereld, een stelselmatige wereldproductie, een doel treffende distributie. Da mensch bevrijd zich van de daemonen en spookbeelden der oor- horde en leert het voelen en denken als een bewuste functie, even planmatig en even redelijk als de functie van zijn glad- loopende fabriek of automobiel, kennen. Geweten, verantwoordelijkheid, plicht. {Vreugde, vrijheid, verlossing, het zijn langer geen klanken; het worden nu wer kelijkheden. Sterven wij heden? Wij worden geboren! [Wat 6terft is de afval, die men bij elke geboorte begraaft. Moeten wij voor deze blijde gebeurtenis geen benauwdheid, geen pijn, geen crisis- kramp overhebben? (SLOT). Tijdens het gesprek met in'n directeur informeerde ik eens hoe dc zaken gingen. Goed, wo zijn zeer tevreden. Veel belang stelling en dc pers zoo uiterst vriendelijk en welwillend Dankc, Ilerr Direktorl Nog 'een glas op dc valreep, afscheid en weer naar m'n kameraden, die al zalen lc wachten: „Je moet straks om 7 uur bij den kleer maker komen, vanavond ben je in liet cir cus. De oberstallmeister is er geweest." Zouden ze nu nog iets vermoeden, na deze onverwachte promotie? Maar nee.... en wc schoven om de tafel heen: brood, kaas, worst, en thee Als de post arriveert., „Is hier misschienIemand van dc administratie met de post Plotseling een felle belangstelling, want elk van deze zwervers langs 's hccren wegen beeft toch ergens wel iemand zitten, die aan hem denkt, een moedér, een liefje misschien of een vriend, die weet of voelt, hoe een woord uit de heimat het'hart wonderlijk kan beroeren en een ganschcn avond van een milden glans kan doorschijnen, een woord dat de oogen doet glanzen en dc stem schor maaktGisteren hier, mor- gc daar en wanneer thuis? Over 3 maanden over 'n jaar? Wie zal het zeggen? Vijf paar oogen: gespannen van verwach ting: voor mij, voor mij?... Twee brieven een ansicht werden afgegeven en toen dc man met dat heele pak brieven onder z'n arm al weer halverwege op het trapje stond, kwam de kleine, het Manusje-van-alles, schuchter: „Is er niks voor mij?" Misschien vraagt hij het eiken avond en altijd tever geefs „Wie zou ei* jou nou schrijven!" lachte ruw de bezitter van de ansicht met de prachtige juffrouw-in-hard-rosc '„Wie zou er jou nou schrijven?" En de kleine werd nog kleiner dan 'ie al was, boog liet hoofd en mompelde welhaast onverstaanbaar: „Ik heb toch dikwijls geschreven!" En zeg dan dc eerste minuut maar eens wat na zoo'n zinnetje. Sentimenteel? Ach wat Als het avond wordt. Als 's avonds de lichten branden in cp rondom 't circus, als de arena's wit onder bet schijnsel der felle booglampen, liggen te wachten, dan is bet ergste werk voor ons staljongens voorbij. De beurt is dan aan de artiesten. Wat hebben wij met de voorstel ling te maken? Behalve dan af en toe eens de paarden halen en terugbrengen, de ijze ren hekken wegnemen en wat dies meer zij. Maar ik zou er bij zijn! Na bet eten ging ik naar den kleermaker. Achter een schot trok ik een prachtig uniform aan: bruin met lange panden, vóél blinkende knoop en en gouden nestels. Een paai witte handschoe nen voltooiden het indrukwekkend geheel. Wat ik in dit mooie pakkic moest uitvoeren was mij voorshands nog een raadsel. Alleen wist ik dat ik mij om half acht bij den lei der der voorstelling moest melden. Even vertoonde ik mij in dc stallen. Zou den m'n kameraden zich niet verbazen over mijn plotselinge promotie? Niets daarvan bleek echter! Om half acht meldde ik mij. Stram, in dc houding. „Weet jc dat je 'n artiesten-uniform aan licht? „Er was geen ander." „Zoo-nou dan moet het maar voor dezen avond. Ga bij dien gang slaan cn wijs de mcnschen den weg." wat ik deed. Dc muziekcorpsen namen bun plaatsen in cn meteen dat dc eerste fanfare schetterde door dc kille, groote ruimte was dc stemming er, althans bij mij, want er gaat iels opwin dends uit van zoo'n circus-sfeer: de mcn schen die dringen schouder aan schouder, dc licllc lichten, dc wachtende arena's cn die walsen-cn marschen-klaroencndc mu ziek. Dan vaart er een siddering door je bloed, jc voelt jc veerkrachtiger. En-daarom ook is de muziek in oen cir cus een belangrijk onderdeel van liet pro gramma. Zij dient niet alleen tot verpoo- zing, tot vermaaknéén, een psycho logisch^ uist gekozen stuk vlak voor den aanvang van een belangrijk nummer doet de aandacht feller spannen. Dc plotseling ingevallen stilte accentueert de belangrijk heid, roept een sfeer van verwachting, van sensatie op. In de- daarop volgende geluid- looze stilte volvoert de artist zijn nummer, door duizenden oogen aangestaard-en *t donderend, overrompelend applaus, is niet alleen een bclooning voor hem maar even eens de reactie van het publiek op de eigen emoties. En daar stond ik dus. Langs mij stroom den de menschen „Stalles?" ,.Dez3 richting, Mevrouw, Mevrouw1-" „Ja, mijnheer, voor de galerij het trapje op." M n witte hand wees den weg. Verkeers agent bij liet circus. Het was waarachtig niet overbodig. In drie arena's werden de nummers afge werkt, en ik moet achteraf bekennen, dat ik dien avond meer een belangstellend toe schouwer was dan een doorkneed circus lid. Ik keek, keek „Hei daar, pas op!" Ik sprong achteruit. Rakelings langs niij galoppeerden een paar paarden het circus binnen. Dc artiesten die zooevcn nog aan dc trape ze's hadden gewerkt stonden nu naast mij in een zelfde uniform. Zc keken mij eens aan en ik keek eens terug, maar zij ver zwegen hun opmerkingen. Met z'n zessen, keurig op 'een rij, sloten wij den toegang naar dc stallen af. Petersen met z'n leeuwen was bezig. En-als icderen avond-stond zijn vrouw bij dc kooi toe te kij ken, do revolver gereed voor het geval dat er iets mis mocht loopen! Het eenc num mer volgde op het andere. Wij sjouwen de benoodigde attributen af en aandan: „Ivomm mal •her!" dc oberstallmeister, nu in een fraai blauw-met-goud-uniform, riep mc. Ik volgde hem achter liet gordijn. Drie paarden rnet bevallige rijdsters stonden te wachten. „Neem jij het tweede." Ik pakte liet aan geduide paard bij bet hoofdstel, keek eens naar boven cn ja waarachtig daar bad je m'n opdrachtgeefster van dien mor gen, voor wie ik zoo bloedig emmers water had getorst. De zwarte haren keurig gekapt, het gezichtje fel geschminkt, maar dc oogen keken herkennend, een toiletje van een bal let-danseresje: wijd-uitstaande rok, nauw keurslijf. Gespannen wachtte ik. daar zette de mu ziek invooruil jongens. Den oberstall meister volgende, rondo ik het circus bin nen met liet paard en z'n lieve last, alsof ik nooit iets anders gedaan had. Een rond jc, dan vlug naar liet midden. Ik stond, wat je noemt, in lTet zonnetje! Hier cn daar zag ik in de 'loges bekenden zittenéén zag me, maar die was in het complot Op dc ruggen der paarden sprong en dui kelde m'n eendaagschc vriendin op en neer Ik hield mijn hart vast en dacht aan een gedicht van Hendrik Scliolte: „Bij 't joelen van de clownen kwam zij op, Haar vlugge knieën telden den galop, Waarin 't paard den maatgang der fan- faren Mjedroeg met pluimen, schellen en ta laren Zij sprong, en sloeg in tintlend karmozijn Den ï'appen 6alto op zijn baldakijn, En in het helder schettren der trompetten Tripte zij spits haar wentlcnde balletten Toen klonk een gong en de muziek werd stil De hooge lampen brandden wit en schril. Hoe zeker onder 't ademloos beloeren Trok zij den arabesk der grooto toeren.... Een glimlach.... door den bijval van pu bliek De daverende roffel der muziek, En rennend boog zij haar vermoeide armen Omhoog: een kandelaber van erbarmen!" Ja, want dit leven is vermoeiend! Zeker en luchtig, sierlijk en snel worden de kunst stukken volbracht, maar ik verzeker U dat de zenuwen 6lechts met moeite bedwongen worden. Ik heb ze *s avonds hun buigingen zien maken binnen de helle licht-cirkel zoo ar geloos en als onbewust van het doorstane gevaar, maar toen ik vlak bij hen stond na afloop zag ik het snelle ademhalen en hier en daar een nerveus-vertrokken mond. Nog eens klonk de muziek hoog op, ik stond gereed, greep het paard cn draafdo weg. En even later-daar reed de dochter van mijn directeur: Slank, donker en ele-» gant op haar prachtig paard op de maten der muziek. Zc lachte eens mijn richting uit, had me* herkend in mijn kostbare vermomming. IJas op! Men lacht niet tegen stalknechten! En zc deed het dan ook niet meer, jam-» mcr Wat zal ik meer van de voorstelling ver-» lellen, het ging alles zijn gewone gang. Toen 't publiek wegstroomde uit het circus, strompelde ik dood-moe naar mijn wagen, trok m'n ouwe plunje weer aan en leverde het uniform bij den kleermaker af. Ilefc zou me anders een boete gekost hebben.i Nog even de paarden nagekeken: afge-i droogd, de dekken erover en weer zaten wij rondom de tafel. „Een boterham? Een glas bier?* „Graag." Langzaam kwamen dc gesprekken voor het naar bed gaan. „Zie jc" zei er een „het circus, ach, het is niet maar wat het vroeger was. Vroeger trokken wc met twee, drie wagens van stad tot stad. Er werd harder gewerkt rnaar alles ging gemoedelijker. Nu is het een fabriek ge worden. Dan zat dc directeur met je aan één tafel in de kroeg, waarom ook niet? Wij beboeren immers zijn vermogen, zijn paarden! Nu is alles zoo uitgebreid gewor-» den, dat je niet eens allo leden kent!" De lamp hing laag van do zoldering, blauwe rook vulde de ruimte, vijf stali knechten vertelden hun herinneringen, en een pscudo luisterde toe. Er kwam een ver-» trouwelijke sfeer. Allengs werd het rondom den wagen stil. Je hoorde af en toe nog eens een dier onrustig brullen, dat was al - Ik moest foto's zien: dat was er een vau een fuif in den Helder en hier, dat is m'n vrouw.,., even stille.... Wanneer komt hij weer thuis?.... De nacht vielmorgerr weer een dag we gingen slapen: een stroozak, een paar dekken, binnen twe'j minuten sliep ik,,,. 's Morgens kwam de ontknooping, „Eet jc vanmiddag weer mee?" „Nee", antwoordde ik. „Waarom niet? Bevalt het je niet? Ga je weg?" En toen heb ik ze dc waarheid verteld, dat ik geen stalknecht was, maar journalist, een nieuwsgierig en copic-zoekendc journa-» list Er kwam iets verlegens op hun verweerde gelaten. „Schrijf niet te slecht over ons!" Hoe zou ik het kunnen? Door haar voorstelling aan het hof wordt een Engelsch meisje van hoogen stand als het ware opgenomen in de hofkringen cn verkrijgt zij het recht, in dien kleinen ex clusieven kring te verkceren. liet is dan ook geen wonder, dat er tal van aanvra gen binnenkomen van meisjes, die wel niet tot den hoogen adel behooren, maar om andere redenen in aanmerking komen of mcenen te komen voor een voorstelling aan den Koning en de Koningin. De Lord Chamberlain maakt uit, of een verzoek wordt ingewilligd; een van de eischen, waarop zeer den nadruk wordt gelegd, zelfs bij meisjes, die door geboorte tot de hoog ste adellijke kringen behooren, is een vol komen onbesproken gedrag. En zoo word; elk jaar opnieuw de keus gedaan voor do vier gala-avonden, die aan deze plechtig heid zijn gewijd. Zelfs uit andere landen, vooral uit Amerika, komen dc aanvragen binnen, waarover door den betrokken ge zant moet worden beslist nu juist niet het aangenaamste deel van zijn taak. Een prettige gebeurtenis is het voor de meisjes allerminst; zij zullen het in "naar hart wel beschouwen als de bekende zure appel, waar zij doorheen moeten bijten Het gelicclc ceremonieel is een vuurproef voor hen hebben daarom dc dames uit dc Engelschc „society" zoo'n volmaakte zelfbcheerschirig? En liet is mot de diepe buigingen alleen niet gedaan; tevoren zijn zij nog urenlang blootgesteld aan dc nieuws gierige blikken van het publiek, want ieder voor zich streven zij ernaar, dat hun auto niet te zeer achteraan zal komen in de file voor het palcis cn zoodoende zijn practisch alle „debutantes" reeds twee uur voordat dc poorten van bet palcis geopend worden, aanwezig. Het Londcnschc publiek weet dat natuurlijk en gaat zc bekijken, terwijl ze geduldig in hun auto's wachten op het oogenblik, dat reeds maanden lang hun ge dachten heeft vervuld. Er gaat n.l. een maandenlange oefening aan vooraf.Zonder dat zou niemand het er goed afbrengen. Feilloos en zonder dc min ste onzekerheid moet elke beweging wor den uitgevoerd. Elke stap is vooraf"bestu deerd; niets wordt aan het toeval overge laten: de oefening voor de révérence vcr- cischt weinig minder inspanning dan een sportieve training en veel meer geduld en nauwkeurigheid. Zonder dat zou de fcil- loozc uitvoering die men elk jaar opnieuw van honderden meisjes te zien krijgt, niet bereikt kunnen worden. Stel u voor: eerst het cncrvccrende wachten temidden van hot nieuwsgierige publick. Gewoonlijk i9 bot nog dag en dat doet de avondkleeding niet op zijn best uitkomen. Dc Cockney's springen op de treeplank, gluren naar bin nen, steken hun hoofden door dc open raampjes het is zomer en schijnen te vergeten, dat die wezens met hun vol komen onbewogen gezichten ook men schen zijn: zij uiten tenminste 'onbe schroomd elke op- of aanmerking, die hur. in do gedachten komt. Morden ze door dc polilic vermaand om door te loopen, dan gaan zij slechts naar eon andere auto cn hun plaats bij de eerste wordt dadelijk doov anderen ingenomen. Het is clan ook niet te verwonderen, dat ook bij de voorstelling zelf dc gezichten nog ccn bijna griezelig aandoende strakheid vertooncn. Eindelijk gaan de poorten van het palcis open: de meisjes doen hun avondmantels af in dc kleedkamers en hebben ccnige mi nutcn om moocï te verzamelen voor het noeilijkste gedeelte van den avond, dat nog komen moet: de révérences bij de eigenlijke voorstelling. Het maximum aantal voor stellingen per avond bedraagt honderd, doch door de zeldzame geoefendheid der meisjes loopt het nog vrij vlot van stapel. Toch duurt dc plechtigheid nog zeer lang, van negen uur tot na middernacht. liet is een prachtig gezicht, als men een maal de gedachte aan do langdurige voor Derciding van de meisjes vergeet cn zich niet afvraagt wat zij, die juist nu voorge steld wordt, aan onrust en vrees in haar hart moet voelen. Een fout, hoe gering ook, mag niet voorkomen. Do groote halzaal lijkt een looneel uit den spi'ookje: lioogc ramen met rood da masten gordijnen, vergulde, met rood plu che bckleede stoelen, ontelbare lichten, geu rende bloemen en twee vei'gulde tronen, waarvoor do koning in ambtgewaad met allo attributen van zijn waardigheid staat met naast liem do koningin, eveneens in purper cn hermelijn en schitterend van ju- vvcelen. Om het koninklijk paar staan an dere leden van het koninklijk huis en om dc groep staan in twee halve cirkels de lc den van het corps diplomatique, zwijgend cn onbeweeglijk kijkend naar de révérences der meisjes. Achter groen verborgen speelt oen militair orkest. Bij een breede deur aan de rechterhand van den koning staat dc op perste kamerheer in groot tenue; zijn stem klinkt boven de muziek uit door de gehec- ic zaal, wanneer hij eerst den naam noemt van dc dame, die het meisje aau liet hof brengt, en dan dien van de debutante zelf. Op dit oogenblik komt een witte gestalte binnen met struisveeren in het haar; men kan zich niet voorstellen, dat alleen voor haar dit alles is opgesteld. Doch voor en kele vrceselijke minuten is zij.de hoofdper soon op dit sprookjesachtige toonccl. Als haar naam genoemd wordt, komt zij door Je deur binnen, passeert den kamerheer en legt zonder cenig teeken van overijling, met zeer verzorgde passen, zonder ecnig men- schclijk gevoel te verraden, den langen af stand over (jen gladden vloer. af. D^i ko men de twee buigingen en dan opnieuw' een lang stuk vloer. Alles gaat met een bij na sprookjesachtige regelmaat. Men vraagt zich af, wat er zou gebeuren, als een dei' meisjes eens uitgleed op den gladdeit vloer of op andere wijze consternatie ver» oorzaakte. Maar zooiets doet zich niet voor? daarvoor is dc grondige voorbereiding een waarborg. Alles verloopt naar den eiscli. De microfoon in de opera- tiezaal. De chirurgische universiteitskliniek irt Milaan heeft besloten om hygiënische re-« denen een volkomen scheiding van luis-i ter- en operatiezaal lc maken. De sluden- ten zullen in dc toekomst door een gla-t zen beschot van de plaats der operatie wor-» den afgescheiden, terwijl do docecrendo professor door microfoon cn luidspreker, de studeerenden kan toespreken cn onder-» richten. De eerste inrichting in Italië is af komstig van de Duitsclie firma Siemens en Halske, die een 1,5 Watt-versterkcrinrich-< ting met standmicrofoon en de daarbij bc-< hooiende luidsprckcrinstallatie leverde. 3.750.000 Duitsche luisteraars. Op 1 October 1931 bedroeg het aantal in-» geschreven luisteraars in Duitscliland bijna; 3% millioen (3.731.9-48). Daaronder bcvin-» den zich 218.191 arbcidsloozen, blinden eit zwaargewonde oudstrijders, die geen radio-» belasting behoeven te betalen. Volgens het aantal inwoners vastgesteld bij do telling in December 1930 (64.484.000) komen dus op iedere 1000 inwoners 57.7 radioluisteraars Op 1 Juli j.l. bedroeg het totaal-generaal $.719.594 luisteraars. In het laatste kwar-» taal zijn er dus 12.354 luisteraars bijgeko men óf 0.3 procent. Een mooi euccca.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 15