AMËPSFÖOIffSClH DAGBLAD
MINISTER DE GEE
AAN HET WOORD
Woensdag 11 November 1931
-DE EEMIANDEET
30e Jaargang No. 116
DE SALARISKORTING
De begrooting van P.T.T.
UIT DE STAATSCOURANT
DE REGEERING DE PERS
Het Kostbare Meesterstukje
TWEEDE KAMER
Het offer van H.M. de Koningin
bedraagt veel meer dan 10 pCt.
van haar totaalinkomen
Besloten wordt in avondvergadering te
Behandelen na de postbegrooting de begroo
ting van justitie.
Bij de voortzetting van de ajgemeene be
schouwingen der rijksbegrooting bespreekt
minister R u y s eerst ecnigc speciale pun
ten. Door middel van een circulaire heeft
hij het gebruik door de gemeenten van
Nederlandsche steenkolen bevorderd. De
autonomie van de gemeenten wordt niet
onnoodig aangetast. Van de onderdeden van
den Staat moeten echter ook groote bezui
nigingen geeischt worden. De werkverschaf
fing wordt zooveel mogelijk bevorderd. Do
regccring is bereid met behoud der 300
bijslag de kassen voor de landarbeiders in
6taat te stellen tot een reglementaire uit
peering van 13 in plaats van 7 weken.
liet ontwerp tot beperking van den invoer
kan voor den landbouwer van groote bctee-
kenis zijn. In verband met de depressie in
het Noord-Hollandscli luindersbedrijf heeft
de regeering besloten steun te verlecncn
aan den aardappelteelt in Noord-Holland.
Spr. bestrijdt het socialisme, dat zijn in
ziens de zielsbehoeften van den mensch
niet verstaat. Met den heer Marchant is
spreker het eens, dat er is een tekort aan
organisatie en een te veel van een naar
eigen inzicht gebruikte vrijheid. Spr. be
toogt verder, dat onze exportbedrijven mo
gelijkheden van bestaan moeten behouden.
Daarom ligt hier een taak voor de regee-
ring om overleg te plegen met de bedrijven.
Dc regeering verzet- zich daarbij tegen een
loondaling, die sterker dan noodig is.
De minister zette de noodzakelijkheid van
inkrimping der uitgaven en van verbetering
van de handelsbalans uiteen. Overwogen
dient daarom of overtollige invoer in ge
heel moet worden geweerd.
Minister R u y s hoopt dat het gewetens
vol verantwoordelijkheidsgevoel dat hij in
de Kamer heeft ontmoet, zal doordringen
in heel het volk en dat zoo noodig met ge
latenheid zal worden gedragen een terug
keer tot een lager levenspeil.
Minister De Geer betoogt, dat de saldi
van vóór 1920, die de heer Albarda als dek
kingsmiddelen wilde bezigen, reeds lang
hun bestemming hebben gevonden op den
kapitaaldicnst.
Het tweede dekkingsmiddel van den heer
Albarda, 25 bezuiniging op defensie,
wijst spreker ook af, evenals verhooging
der inkomstenbelasting, die thans het
draagkrachtbeginsel niet zou dienen.
Ook 6preker is van meening, dat met de
voorgestelde verhooging der benzinebelas
ting de laatste stap gezet is. De minister
bespreekt voorts de salariskorting en be-
.toogt, dat. de indexcijfers op zichzelf geen
rechtsgrond vormen voor korting. Het in
dexcijfer vormt een aanknoopingspunt in
verband met de noodzakelijke bezuiniging
In verband met de uitspraak van den
heer Kersten, dat hij hoopte dat. het Kon.
huis voor zou gaan met bezuiniging, deelt
spreker mede, dat de Koningin-Moeder en
de Prinses 10 van haar inkomen laten
staan en dat de Koningin vermindering
v an pacht toestond, zoodat het inkomen uit
het kroondomein zeer is gedaald. Het offer
van II. M. bedraagt veel meer dan 10
van haar totaal-inkomen. Tenslotte zet dc
minister uiteen, dat dc korting van de uit
keeringen aan de gemeenten geen schen
ding van beloften beteekent. De termijn van
5 jaren, in de wet op do financieelc ver
houding genoemd, beteekent slechts, dat
het bedrag niet voor onbepaaldon tijd zou
gelden.
Op een vraag van den heer Vliegen of
gemeentelijke obligaties betrouwbaar zijn
antwoordt de minister, dat dit een kwestie
is van appreciatie.
Do minister zegt, dat het de vraag is of
onze generatie misschien een opbloei van
de wereld zal beleven. Maar thans moeten
vvü met vertrouwen mogelijkheden schep
pen voor laxcrc nieuwe welvaart.
Na repliek van den heer Braat wordt de
vergadering geschorst tot 8 uur.
De vergadering wordt te 8 uur heropend
Aan dc orde is de bcgrooting van het P.
T. T.-bedrijf.
De heer v. d. Bilt (V.-B.) pleit voor ta.
riefsverlaging en verklaart veel waardee
ring to hebben voor de wijze, waarop het
bedrijf van de P.T.T. is gerationaliseerd,
doch spreker vreest toch dat men het doel
voorbij is geschoten. De coulance ten op
zich te van het publiek is er niet op voor
uitgegaan. Voort6 wil spreker het telegraaf
verkeer gestimuleerd zien.
De heer Boon (V.-B.). het radiovraag-
stuk besprekend, vraagt o.a. nadere inlich
tingen omtrent het zendervraagstuk, do
zendtijdverruiming, de uitzending naar In-
die, do 5 overschot voor de kleine par
tijen, de politiek in den aether en over een
mogelijke beroepsinstantie. Spreker dringt
aan op een proef met het Gleichwellen-
systeem.
De heer Schaepman (Bi-K.) pleit voor
een vluggere verzending van dc dagbladen,
vooral wat betreft de distributie over het
platteland. Ook de tarieven acht hij veel te
hoog. Speciaal wenscht 6preker de telefoon-
en telegraafdienst meer ondergeschikt te
maken aan het gebruik door dc pers, als
zijnde een algemeen belang
Dc heer Krijger (C.-If.) staal, wat de
zcndtijdverdeeling betreft, aan de zijde van
den minister. Wèl waarschuwt hij tegen
willekeur ten opzichte der omroepvereeni-
gingen en dringt aan op het scheppen van
een beroepsinstantie.
De heer T e u 1 i n g s (R.-K.) verdedigt de
huidige wijze van zéndtijdverdecling cn
hoopt op een komende trouwe, hechte sa
menwerking tusschen de groote omroep
vereenigingen. Bij het bepalen van de wijze
waarop, het algemeen programma moet
worden samengesteld, dient men rekening
te houden met dc vraag, welke vereeniging
dat programma uitzendt. Dit in verband met
het geval der N.C.R.V Ook deze spreker
wcnscht een beroepsinstantie.
Dc heer Bakker (C.-II.) pleit voor di
verse personeelsbelangen bij het P.T.T.-be
drijf. In het bizonder wat dc bcvordcrings
kansen betreft.
De heer Van D ij k (A.-R.) wijst cr op.
dat er geen duidelijke verhouding schijnt te
bestaan tusschen de radioconlrölccommis-
sie en dc algcmcene programma-commissie.
Er is sprake van verwarring van bevoegd
heid, gezien de afbreking va^ de uitzen
ding der N.C.R.V. op den hervormingsdag,
die volgens spreker onrechtmatig geschied
de. Men heeft niet tijdig gewaarschuwd,
voorts heeft men gebruik gemaakt van een
sanctie, die niet voor dit geval gegeven was
Spreker zegt het zeer te betreuren indien
het algemeen programma tot een laffe
kleurloosheid gedoemd zou zijn.
Dc heer Van Braambeek (S.-D.) cn
Mej. S u z e Groeneweg (S.-D.) pleiten
voor diverse personeelsbelangen.
Dc heer Guit (R. K.) dringt aan op de
invoering van den acht-urcndag bij het
P. T. T.-bedrijf, voorts op een tariefsver
laging over de ganschc linie, als zijnde een
dringende cisch des tijds.
Dc heer D u ij s (S. D. A. P.) vraagt maat
regelen tegen een der groote radio-omroep-
vcreenigingen, die volgens spreker al sinds
jaren doende is een behoorlijke uitzending
te saboteeren. Voorts oefent spreker scherpe
critiek uit op de gestic van dc radio-con-
trólccommissies.
De heer Slotemakcr de Bruine
(C. H.) dc samenwerking tusschen de groo
te omroepvereenigingen besprekende, zegt
niet overtuigd te zijn van den onwil van
de A.V.R.O, tot samenwerking. Spr. laat
ruimte voor de mogelijkheid, dat de Minis
ter de A.V.R.O. een zeker cachet heeft op
gedrongen.
De heer L. de Visser (C. P.) wil drin
gend verbetering in de werktijden van het
P. T. T.-personcel. Een tweetal moties wor
den niet voldoende ondersteund en komen
dus niet in behandeling.
De heer Drop (S. D. A. P.) wenscht de
C. A. O.'s ook voor het P. T. T.-bedrijf bin
dend te zien verklaard.
De heer van Dis (S. G. P.) noemt de
onderbreking van de N. C. R. V.-uitzen
ding een onrechtmatige daad.
Minister Reijmer, aan het woord ko
mende, brengt dank voor de weinige critiek.
die op het bedrijf der P. T. T. is geoefend.
Wat dc verlaging der porti betreft, zou het
niet. verantwoord zijn thans tot verlaging
over te gaan. Rationalisatie is doorgevoerd
zonder de belangen van den dienst en van
het publiek te schaden. De medewerking
van het P. T. T.-bedrijf aan persbe-
langen voldoet aan redelijke eischen; met
de belangen van het personeel zal op de
meest nauwgezette wijze rekening worden
gehouden. Invoering van den 8-urigen
werkdag zou neerkomen op een toename
van gemiddeld 500 man personeel.
Wat de radiokwestie aangaat, een ideaal
is spreker als er vrede in den aether zou
hcerschen, doch hij vreest, dat daarvan wel
nimmer sprake zal kunnen zijn. De kwes
tie van de politiek in den aether houdt
nauw verband met de zcndtijdverdeeling
der groote omroepvereenigingen. De basis
van het zcndtijdbesluit is samenwerking. De
A.V.R.O. maakt die onmogelijk. Dc minister
zegt de A.V.R.O. eenvoudig niet anders te
zien dan de andere omroepvereenigingen.
Spreker zegt bij dc verdeeling bestaande
feiten te hebben geregistreerd- Voor het
Glcichwellensystccm voelt spreker niets.
Preventieve controle kan nog niet worden
gemist. De taak van de controlecommissies
is zwaar en moeilijk. «Het is begrijpelijk,
dat de beslissingen aan critiek bloot staan.
Ook een beroepsinstantie zou daaraan niet
ontkomen. Spr. zegt het instellen van een
beroepsinstantie sterk te overwegen, doch
eerst dc resultaten van dc commissie-Koo
ien te willen afwachten.
De kwestie van de afbreking der N. C.
R. V.-uitzending besprekende, verklaart dc
minister, dat hij in afwachting van een
nader onderzoek, dc straf, de N. C. R. V.
opgelegd, heeft opgeschort.
Dc begrooting is daarop z. h. s. aange
nomen, nadat do artikelsgewijzc behande
ling enkele minuten heeft geduurd.
De vergadering wordt te 1.30 uur ver
daagd.
DS. T. W. STUTTERHEIM. y
Tc Nijmegen is Zondag overleden, 86 jaar
oud, dc emeritus-predikant T. W. Stuttcr-
heim. Hij heeft 46 jaar het predikambt ver
vuld, de eerste 3 jaren bij de Luthcrsche ge
meente te Middelburg, daarna 3 jaren bij
de Luthcrsche gemeente te Stadskanaal.
Daarna heeft hij gedurende 50 jaren de Ned.
Herv. kerk gediend. Achtereenvolgens bij
de gemeenten tc Oosterland (Zeeland), Aus-
lerlitz (Utrecht) en 30 jaren te Ginneken.
Up verzoek is kapitein A. L. Schlinge-
mann eervol ontslagen als secretaris der
lcgercommissic;
benoemd tot kantonrechtcr-plaatsvcrvan-
gcr in het kanton Oostburg M. Gonlag, in
specteur der directe belasting enz. aldaar;
benoemd bij de landmacht tot officier
van gezondheid tweede klasse J. A. M.
Kamberg, arts;
benoemd bij dc landmacht tot reserve-
paardenarts 2c klasse II. Kniggc, veearts.
Benoemd tot ridder in dc orde van Oranje
Nassau dr. C. C. van der Heide, geneesheer-
directeur van het kinderziekenhuis te Arn
hem.
Aan den kapitein ter zee D. Scalongne is
vergunning verleend tot het aannemen der
Dannebrogsorde van Denemarken (com
mandeur 2e klasse), hern geschonken door
Z. M. den koning van Denemarken).
Op zijn verzoek met 15 November eervol
ontslagen met dank, mr. C. G. J. Varen
kamp, als kantonrechter-plaatsvervanger in
het kanton 's-Gravcnhagc
Op zijn verzoek eervol ontslagen met dank
jhr. mr. W. H. Nahuys als lid van het
college van regenten over dc gevangenis tc
Winschoten.
Herbenoemd lot secretaris van den voog
dijraad tc Tiel jhr. mr. E. J. J. van Lidth
de Jeudc.
Bij beschikking van den directeur-gene
raal der P.T.T. is met ingang van 16 Ja
nuari 1932 aangewezen als directeur van
het telegraaf, en telefoonkantoor te Dor
drecht, Y. Bakker, thans directeur van het
telegraaf en telefoonkantoor te Leeuwar
den.
Geen uitbreiding der op-
r uiï ngs artikelen
Uit de Memorie van Antwoord op Hoofd
stuk IV der Rijksbegrooting (Justitie) blijkt
dat ook de minister meent, dat het wen-
schelijk is, dat de pers zich een zekere
matiging oplegt bij het publicccrcn van bij
zonderheden betreffende moordaanslagen,
zedendelicten enz. Ilij zou echter in dezen
allereerst willen vertrouwen op krachten,
in den kring der periodieken zelf in de
goede richting werkzaam, daar een invloed
oefenen op de pers van regeeringswege,
indien niet strikt noodzakelijk, in beginsel
moet worden vermeden.
Overigens merkt de minister op, dat ten
aanzien van "tt zedelijk evenwicht van de
jeugd ook een taak is weggelegd voor
ouders cn opvoeders. Dc dagbladen toch
worden in de eerste plaats voor volwasse
nen geschreven. Het ligt op den weg van
ouders en opvoeders cr voor te waken, dat
zij niet in handen van al te jeugdigen
komen.
liet bedoelde dagblad (Do Tribune, Red.)
houdt de minister in het oog. Wat betreft
de vraag, of de bestaande wettelijke bepa
lingen tot het tegengaan van t publicccrcn
van staatsgevaarlijke artikelen voldoende
zijn inderdaad, aldus de minister, zullen
strafwet cn strafvordering, uit haar aard
van bindende algerneenc maatregelen, voor
afdoende bestrijding van het strafwaardige
wel steeds practische moeilijkheden opleve
ren, terwijl op dit bepaalde terrein de uit
sluiting door dc Grondwet van preventieve
censuur aan radicale oplossingen in den
weg staat, doch van de noodzakelijk
heid van aanvullingen is dc minister nog
niet overtuigd.
Na nauwgezette overweging van de be
staande opruiïngsartikclcn is de minister
niet tot de conclusie gekomen, dat uitbrei
ding voorshands door de feiten geboden is.
Aan een strafbepaling tegen het schrif
telijk of in anderen vorm openlijk tot oor
log aanhitsen bestaat naar 't oordeel van
den minister, gezien den in binnen- cn bui
tenland bekenden vredelievenden aard
onzer bevolking, geen behoefte.
A7 BLIJVEN!
Juist voor dc-hol van o>*s slatioi»
Is ook nog een portiek
Vooral bij regenachtig ntrf
Een zegen voor 't publiek!
Soms wordt aldaar een fiets geplaats.
Door hem die binnen wacht
Dat mag, want nergens is 't verbod
Daartoe daar aangebracht!
Edoch het mag toch blijkbaar niet
Want menigmaal gebeurt 't
Dat men een rijwiel daar gestald,
Brutaal naar buiten sleurt!
Wie 't doet dat is me ook bekend
Maar 'k zeg het nu nog niet
Toch is het zaak dat men een „car"
Daar ongehinderd liet.
Wanneer dc spoordireclic zegt
Dat daar geen fiets mag staan,
Men brenge een verbod aldaar
Per bord heel duid lijk aan!
Dan is 't wat anders! Nu is 't vrij
Men blijvc van een fiets
Al staat hij daar dan in den hoek
Heel doodgewoon voor niets
Het is niet noodig dat een „car"
llier ruw verwijderd wordt
Wie 't wel doet, schiet in burgerplicht
Nadrukkelijk te kort!
Blijf dus van deze fietsen af
En plaag geen vrouw of man
Die nadien haast het stalen ros,
Schier niet meer vinden kan!
't Zijn onbevoegden die het doen
Dat weet ik positief
Wie and'rer fietsen graag versjouwt
Hij worde fietsendief
Dat 's lucratief en zoo een man
Weet net hoe of «het gaat
Hij accepteert ten minste nog
Gevolgen van zTi daad
Wie hier dc fietsen stil „verstopt"
Doet kinderachtig klein
Hij doet 't geniepig en moet dus,
Beslist een lafaard zijn!
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
OPZEGGING DER C.A.O. IN HET
MIJNBEDRIJF?
Mededeeling in de contact-commissie.
II c e r I e n, 10 Nov. Maandag kwam do
contact-commissie voor het mijnbedrijf bij
een. Nadat verschillende punten waren be
sproken, wijdde aan het slot der vergade
ring de voorzitter nog ecnigc beschouwin
gen aan dc moeilijke positie, waarin de
Nederlandsche mijnen verkeeren cn dio
sinds de laatste bijeenkomst der contact
commissie nog slechter is geworden tenge
volge van de daling van het pond sterling.
In deze omstandigheden maakt het bij do
directies een punt van ernstige overweging
uit, of zij de bestaande collectieve loon- en
arbeidsovereenkomst kunnen bestendigen.
Hoewel op bet oogenblik daaromtrent
nog geen mederlcelingen kunnen worden
gedaan, achten de directies het geenszins
uitgesloten, dat zij eerlang met bepaalde
voorstellen bij de contact-commissie zullen
moeten komen.
V.A.R.A, CONTRA DEN STAAT.
'sGravenhage, 10 Nov. Op de rol van
de eerste kamer der Haagsche rechtbank
kwam heden mede voor de zaak van de V.
A. R. A. tegen den Staat, in welke zaak de
V. A. R. A. zegt, dat een te Leiden gehouden
radio-rede van den heer Zwertbroek on
rechtmatig zou zijn afgebroken op grond
waarvan zij schadevergoeding van den
Staat vorderde.
De rechtbank bepaalde dc pleidooien in
deze zaak op 26 Januari 1932, des voormid
dags om half 11.
Om een tempel te kunnen bouwen, moe
ten de arbeiders daaraan hoog kunnen
klimmen.
.Uit het. Engclsch door Mej. C. M. G. de W
28
Ik geloof niet, zei ze heel langzaam,
terwijl zij de oogen vestigde op den man
tegenover zich, dat cr ergens op dc wereld
ccn stukje zou wezen, waar ik meer op ge
steld zou wezen dan op dit. Ik ben een
voudig dol op het ding.
Willem wist geen raad.
Dc oude man is cr ook zoo op gesteld.
Je hebt het aan mij cadeau gegeven,
lulic voelde tot haar grootcn spijt, dat ze
een kleur kreeg.
Deze verzekering werd niet tegengespro
ken.
Je moet niet denken, dat ik inhalig
en hard ben als ik je aan de afspraak
houd.
Noen. juffrouw Julie. Als u cr op staat,
'dan zult u natuurlijk het stukje krijgen.
En mag ik er mee doen wat ik wil?
Ja, natuurlijk.
Julië bleef dc koo bij dc horens vasthou
den.
Heel goed, zei ze. Na het avondeten
zal ik je vragen het mij ter hand tc stellen,
'dan zal* ik het op oen veilige plaats bewa
ren.
.Willem loosde een 'diepen zucht. Het
scheelde niet veel of hij schreide. Julie ver-
wenschtc zich zelf om dc rol, die zij speel
de. Haar ecnlge troost was, dat zij han
delde zoowel in zijn belang als in liet hare.
Tegen achten kwam Oom Si thuis. In het
beste humeur van de wereld ging hij aan
tafel zitten om tc soupeeren. Wat zelden
gebeurde, hij was zeer conversabel.
ITct was duidelijk, dat hij nog zeer vervuld
was van het schilderstukje. Zonder ccn
oogenblik toe tc geven dat Willems vermoe
den waarheid bevatte en dat het stukje ccn
echte Van Roon was, had hij er nog eens
over gepraat met zijn vriend Thornton, met
wicn bij in den trein gezeten had; cn hij
had met hein afgesproken, dat deze zijn
vriend, den lieer Duponnel, den beroemden
Parijschc deskundige. Donderdagmiddag
zcu meebrengen. Mijnheer Duponnct, die
meer wist van Van Roon dan een andere
levende ziel en die cr dc laatste tien jaar
verscheidene in handen had gehad, zou in
staat zijn positief tc verklaren of Willem
ongelijk cn S. Godgc gelijk had of. met ccn
eerbiedig gebaar, waarvoor Julie hem wel
aan zij;; langen nc.is had willen trekken
„of andersom".
Nu was het oogenblik gekomen waarop
Julie dc stem moest verheffen. Heel bedaard
zei ze, dat Willem haar het stukje had
cadeau gegeven.
De oude man staarde baar letterlijk aan.
Het was echter duidelijk, dat de man nog
zoozeer vervuld was van mijnheer Dupon
nct en de lioogere mogelijkheden, dat hij
eerst niet in staat was dc koene bewering
van Julie te begrijpen.
Om den toestand nog eens duidelijk tc
maken, herhaalde Julie heel kalm dc woor
den van zooeveiL
Aan jou cadeau gegeven! zcide oude
man, wicn nu eindelijk een licht begon op
te gaan. Hoe meen je dat? Aan jou gegeven?
Kalm, vol geduld, trachtte Julie do zaak
duidelijk lc maken. Eu in tusschen waren
haar oogen wantrouwend cp het gezicht
van Oom Si gevestigd. Ilij voor zich geloof
de dat hij liet geval gemakkelijker opnam
dan zij verwacht Jiad Aan jou cadeau ge
geven, herhaalde hij steeds bij zich zelf.
Maar cr volgde geen uitbarsting. Ilij word
wat groen in liet gezicht, anders niet.
Eindelijk richtte Lij het woord tot
Willem.
Jongen, wat beteekent dat? Is dat
meisje dol? De zachtzinnigheid van zijn
toon was verwonderlijk.
Willem gaf een verklaring zoo goed dat
mogelijk was. Mot kwam er ongelukkig
zonder overtuiging uit cn op dat oogenblik
was Julie verre van trotsch op licm. Maar
zo was evenmin Irotsch op zich zelf. De rol,
die zij speelde, was niet schitterend, men
kan er van zeggen wat men wil. En Wil-
lem's verlegenheid was akelig om aan te
zien. Ilij stotterde cn werd rood cn zenuw
achtig cn de slem van dien goeden, vrien
delij ken mijnheer werd al meer en meer
verwijtend.
IToc kon je zoo iels doen? zei hij. Je
wist toch even goed als ik, mijn jongen, dat
ik je precies geven zou wat het ding waard
is precies evenveel. En daar zat hij te
6oupeeren als een toonbeeld van welwil
lendheid en geestdrift.
Oude siang, zeiden de Vurige oogen,
die Julie op hom vestigde.
Een oogenblik was bot. of do oude ellen
deling ging schreien. Maar neen, hij verge
noegde zich met een zacht snuiven, anders
niet.
HOOFDSTUK XXIII.
Toen het lijd was naar bed te gaan cn
Julie naar haar zolderkamertje ging, was
ze tot het besluit gekomen dat ze geen
halvo maatregelen moest nemen. Zij was
meer dan ooit bang voor Oom Si. Er was
iets in dat gesnuif aan den avonddisch, in
dat jammerend gezicht over gekwetste ge
voeligheid, in die neergeslagen oogen, iets
dat haar veel ongeruster maakte dan een
uitbarsting van woedo gedaan zou hebben.
Vuor zoo iets huichelachtigs moest ze op
passen.
Er was licht in het atelier. Ze zag een
lichte 6trcep onder de deur. Julie klopte.
Zo hoorde duidelijk „binnen" roepen. Wil
lem was met toewijding bezig aan liet
stukje; die laatsto pogingen bewezen dui
delijk dat het een meesterstuk was. Er
was geen twijfel meer aan.
ITeb je het eindelijk schoon gekregen?
zei Julie. Zo trachtte dit op een luchthar-
tigen toon te zeggen, maar het gelukte niet
Ontroering cn inspanning kon ze niet ge
makkelijk verbergen cn actcercn neen,
dot kon ze niet zoo go«»cI als Oom Si.
Ja, zei Willem, met een trilling van
verrukking in zijn stem. En kijk, wat is
het prachtig!
Julio stemde dit toe. Ja, prachtig! En
ze haatte zicli zelve, omdat ze zoo beefde.
En nu moesten wij liet op een veilige
plaats opbergen.
Hij wierp haar een vluchtigcn blik toe.
Maar juffrouw Julie, staat het hier dan Diet
veilig?
Ik zou denken van niet, brandde op de
punt van haar tong. Maar Oom Si'6 mees
terlijk gesnuif herinnerde haar voorzichtig
tc zijn.
Ach! zei ze, ilc 'denk dat ik beter zal;
kunnen slapen als ik cr zelf zorg voor
draag. En dit klonk zeer afdoend.
Met een diepen zucht, die Julie een cN
'endig govocl gaf, overhandigde Willem
haar het schilderstukje.
Als u eens wist, als u maar half be
sefte hoe gelukkig dat mooie stukje den
goeden ouden man zou maken.
Julie had een ellendig gevoel, toen ze
hals over kop naar liaar kamer vloog. Zij
tastte naar haar kaars, stak die aan en be
gon haar schat dadelijk in haar koffer te
pakken. Zij duwdo zooveel van haar klee-
ren, als ze maar kon, in den koffer; deed
hem zorgvuldig op slot en stak den 6leutcl
in haar beurs. Toen kleedde zij zich uit,
deed haar gebed, blies de kaars uit en
kroop in bed met een gevoel van walging,
getemperd door grimmige voldaanheid over
zich zelf.
HOOFDSTUK XXIV.
Den volgenden morgen aan het ontbijt
verwachtte Julie met spanning wat er nu
weer gebeuren zou. Tot haar verbazing
ging echter alles zijn gewonen gang, be
halve dat Oom Si misschien een beetje
vriendelijker was dan gewoonlijk. sprak
Jn het geheel niet over de Van Roon, maar
in zijn manier van doen, hoe hij zijn ge
bakken ham en zijn koffie naar zijn mond
bracht, in alles nam hij het air van een
goed mensch. diep gekrenkt in zijn gevoel.
Niets van dit alles ontging zijn nichtje
>on wat van meer belang was. het ontging
Willem ook niet. Maar de uitwerking was
zeer verschillend op dio twee personen.
Terwijl Julie niets vuriger verlangde dan
d't oude monster een slag op zijn langen
neus te geven, scheen Willem moeite ld
hebben zijn tranen in te houden.
Wordt yeryolgd, j