MOCCASINS TERUG NAAh DE RIVIERA Aniersfoorlsch Dagblad Joh. Bottinga H. G. WELLS AAN HET WOORD PRIJSVERLAGING Wegens daling van het Eng. Pond Langestr. 28 - Tel. 59 Als de winter komt Amersfoortsche Radio Centrale OPMERKZAAMHEID „ER MOGEN GEEN OORLOGEN MEER ZIJN" VAN HET NOORDEN NAAR HET ZUIDEN MMB—HUM Sluit U aan bij de Het verhoogt Uw gezellig heid in huis Kantoor: Telefoon Lange Bergstr. 13 462 dooi II G. CANNKGIETER. In con harer romans vertelt Vicki Baura van een paar jonge meisjes, die als twee lingen zoo volmaakt op elkander gelijken, dat zelfs de eigen vader ze niet uit elkaar kent. Het zijn buitengewoon mooie meisjes en, daar zij zich voortdurend in de uit gaande wereld bewegen, trekken zij de aandacht van allerlei mannen. De volmaak te gelijkenis tusschen de beide meisjes brengt hierbij allerlei pijnlijke verwikke lingen teweeg. Op' de meisjes zelf, die door al dit wer ven verwend zijn, maakt do hoffelijkheid van de haar omzwevende jongemanschap op den duur geen indruk meer. Tot eens op een keer een jonge man werk maakt van een der twee meisjes en dit voor het eerst in haar leven de invloed van de liefde ervaart. Wanneer do jonge man haar veroverd heeft, vraagt hij haar, waaraan hij dit voorrecht wel te danken mag hebben, dat een zoo verwend en kies keurig meisje het oog op hem heeft laten vallen. En zij antwoordt: „Jij bent de eer ste geweest, dio mijn zuster en mij van el kander hebt onderscheiden. Nooit heb je je vergist en zelfs heb je je verontwaar digd getoond, wanneer er menschen waren, die beweerden, dat wij zoo op elkaar lijken Voor jou was er geen enkele gelijkenis Dit heeft mij bewezen, dat je de eenige bent, die mij lief heeft. Je hebt door de opper vlakte heengekeken en het groote onder scheid ontdekt, dat er innerlijk tusschen twee persoonlijkheden bestaat. Zóó schouwt alleen het scherpziende oog der liefde." Zou het dus niet waar zijn, dat liefde blind is? Zeker, liefde is blind, maar tevens is liefde scherpziend. Blind is zij voorzoo ver het betreft het over het hoofd zien van tekortkomingen, welke den niet-liefheb- bende ergeren. Maar dit wil niet zeggen, dat zij die tekortkomingen niet heeft ontdekt! Zij neemt ze wel waar,'maar zij aanvaardt ze als een vanzlf sprekend verschijnsel. Liefde is blind beteekent, dat liefde zacht moedig oordeelt, gemakkelijk vergeeft en vergoelijkt, bijkomstigheden niet van be lang acht. Liefde is blind beteekent, dat liefde van iemand houdt ondanks de ge- breken, welke den niet-li?fhebbende belet ten zou, van hem of haar te houden. Men misvatte het spreekwoord niet! Want uit het voorbeeld, waarmee Vicki Baum op zoo welsprekende wijze aantoont, dat juist de liefde scherpziende is, leert men haar karakter het beste begrijpen. De ware liefde kenmerkt zich door be langstelling. En belangstelling is de bron van opmerkzaamheid. Het tanen van de op merkzaamheid is het overtuigend bewijs van het tanen der liefde. Hoe pijnlük i- het voor een vrouw, wanneer haar echtge noot niet eens meer weet, of zij vandaag dezelfde japon als gister draagt. In do eerste dagen van de verloving merkte hij iedere kleine verandering in haar toilet op. Nu interesseert het hem niet meer. Het betreft hier geen kleinigheden. Want deze onachtzaamheid voor het uiterlijk lijk. Voor alle mannen waren de beide twee lingen gelijk. Alleen voor den waarach minnaar niet. Deze lette op de finesses, welke de persoonlijkheid onderscheiden van iedere andere persoonlijkheid. Het zijn juist de schijnbare kleinigheden, waarop de liefde leert letten. Want bij alles, wat alle menschen gemeen hebben, bezit iedere persoonlijkheid haar bizondere ken- teekenen. Zij zijn het, welke de bekoring uitmaken voor dengene, die zich juist door 'deze bizondere kenteekenen aangetrokkken gevoelt. Er beslaan talloozc anecdoten over ver strooide geleerden. Dit menschensoort be merkt niet, dat het een verkeerde paraplu meeneemt en zoekt den hoed, die het op zijn eigen hoofd draagt. Maar op één punt zijn deze blinden scherpziend. Geen tittel of jota gaat voor hun speurzin verloren, wanneer het hun studieveld geldt. Want daar zijn zij bezig met hun volle belangstelling; daar zoekt niet slechts hun oog, maar hun hart. Er zijn van die men schen met een beperkt gezichtsveld, die binnen de grenzen van het gebied hunner liefde geen onderdeeltje ontgaat. Verzame laars, maniakken, berijders van stokpaard jes. Opmerkzaamheid is het teckcn der liefde, De liefde onthoudt het vluchtigsle woord, ontraadselt het onwillekeurigst gebaar, leest zielsgeheimen tusschen de regels van den banaalslen brief. Aandacht is het or gaan der liefde; belangstelling haar voor waarde. Er wordt veel liefde geveinsd, maar deze huichelarij is te ontmaskeren door een een voudige proef. De valsche minnaars kennen de tweelingen niet uit elkaar, maar de ware minnaar is verontwaardigd, wanneer men van een gelijkenis spreekt; voor hem is er maar één in het gansche heelal, die de kenteekenen draagt, welke liefdelooze oppervlakkigheid ontgaan. Een collega vertelt. De bekende Engelsche schrij ver H. G. Wells heeft zich naar Amerika begeven om den cconomischen toestand van dit machtige land te beetu- deeren. We kunnen onze le zers een artikel aanbieden waarin een van Welle' Amcri- kaansche collega'6 de resulta ten van een onderhoud met den auteur heeft neergelegd. II. G. Wells, de veelzijdige auteur, die een vijftigtal boeken heeft geschreven over ver leden, heden en toekomst, die begonnen is met wetenschappelijke boeken en naam ge maakt heeft met zijn romans, bestudeert in de laatste jaren met groote belangstelling politieke en economische onderwerpen. Zijn veelzijdigheid heeft hij wellicht te danken aan zijn merkwaardigen levensloop. Hij was bestemd voor de lakenindustrie, doch stu deerde inplaats daarvan onder Huxley aan het Royal College of Science Na gepromo veerd te zijn, doceerde hij twee jaar lang bi ologie aan het University Tutorial College. Toen begon hij te schrijven en nu woont hij al jaren in eon met klimop begroeid huisje te Dunmow, in do rustige laagvlakten van Essex. Toen hij na zijn aankomst te New-York geïnterviewd werd, zat hij in een drukkerij de proeven van zijn laatste boek te corri- geeren. Telkens werden er telegrammen voor hem binnengebracht-of-moest hij ie mand té wóórd staan. Ik had dus eenigen tijd om hem op te nemen en ik moet beken nen, dat hij er vreemd ouderwetsch uitzag in dit moderne en bedrijvige milieu bij het onophoudelijk geraas der machines. De klei ne man, met zijn dunne bruine haar over het hoofd geplakt, met zijn droomerige blau we oogen onder borstelige wenkbrauwen, met zijn roso gelaatskleur, slordig snorretje en timide houding, ziet er absoluut niet als iemand, die als een tweede Jules Verne tal van toekomstige veranderingen voorspeld heeft, doch met een grootcrc literaire be kwaamheid. Hij zag er eerder uit als een koopman, die een bestelling noteert. Hij bleef doorgaan met corrigeeren, toen ik aan de beurt kwam. Een oppervlakkig toeschouwer zou denkon, dat hij mij in het geheel niet had opgemerkt. Hij had echter zeer goed gezien, dat ik hem geschetst had en ik wist dit, doordat hij een paar maal een zijdclingschcn blik op mij had geworpen door zijn lorgnet. Op mijn vraag, hoe de naaste toekomst zou zijn, antwoordde hij slechts- „Zeer tragisch, als wij niet oppas sen". En toen ging hij weer corrigeeren. Zijn stem is van nature laag. doch hij dwingt haar bij het spreken tot een hoogen klank weer zooiets ouderwetsch Hij spreekt lang zaam en weloverwogen. Zoo is hij heele- maal. Er is niets vurigs aan hem. Men zou reactionnaire meeningen van hem verwach ten, geen radicale voorstellen. Na een klein zenuwachtig kuchje vervolgde hij: „Tegen woordig veranderen de dingen zoo snel, dat de snelheid ervan niet eens meer gemeten kan worden. Deze veranderingen zijn geko men door één man hier en een groepje daar, die met hun uitvindingen een omwenteling in ons leven tot stand hebben gebracht. Aanvankelijk wisten wij niet, welk proces zich eigenlijk voltrok en zelfs nu hebben wij nog geen juist inzicht in die veranderingen. In onze eeuw. zijn de afstanden afgeschaft, nadat in do vorige eeuw de snolheid en de veiligheid van het reizen reeds voortdurend waren toegenomen. Nieuwe middelen, om met zijn medemcnschen in contact te ko men, ontstonden en ontwikkelden zich snel. Streken, die eenmaal ontoegankelijk waren, werden bevolkt, dank zij spoorwegen, stoombootcn en telegraaf, de steden groei den en de industrieeie centra werden afhan kelijk van ingevoerd voedsel". Hij nam zijn lorgnet af en keek mij aan. De drukpersen deepen het gebouw dreunen: een passende begeleiding voor wat hij nu zei. „Men beschouwde dit alles slechts als een verbetering der bestaande toestanden; men zag niet in, welke gevolgen voor het dagelijksch leven der menschen eruit voortvloeiden. Eerst op het einde van de negentiende eeuw waren er enkelen, die verder zagen dan de massa en in de af schaffing van den afstand slechts één der verschijnselen zagen van veel ingrijp'cnIer veranderingen. Al die „knappe uitvindin gen" en „gelukkige ontdekkingen", zooals bet gebruik van machines en het ontdek ken van nieuwe materialen, veranderden het productieproces, vermeerderden de productie en deden de groote bedrijven ontstaan. Kleine producenten en kleine tusschcnhandelaars werden verdrongen, oude fabriekjes maakten plaats voor groo te en nieuwe; het geheelo landschap is veranderd en in een wereld, waar men nog nooit genoeg had gehad, kreeg men een teveel. Voeg daarbij den vooruitgang van do medische wetenschap en de biologie, dan zijn alle factoren aanwezig om den mensch in theorie een gemakkelijk en vei lig leven te verzekeren". Hij glimlachte even. „Ik zei: in theorie" herhaalde hij nadrukkelijk. „De vrijheid van beweging, de macht en de overvloed zijn voor de meeste menschen 6lechts mo gelijkheden. Zwaar werk en armoede zij» nog veler lot en wij worden nog steeds be dreigd door oorlogen, die door de moderne uitvindingen des te vreeselijker zijn gewor den. Dit komt omdat de volkeren ondanks de afschaffing van den afstand niet in staat zijn, do oude tradities los te laten en elkaar nog steeds wantrouwen en zelfs haten. Het nationalisme is verouderd en wordt nog slechts in stand gehouden d^or hen, die er belang bij hebben. Het ergste is, dat deze overgeërfde misstanden niet beperkt blijven tot de politiek, maar zich uitstrekken tot het dagelijksch leven. Ons eten en drinken, onze kleeding en huis vesting en onze levenswijze is ook onna tuurlijk. Om ons heen zien wij werkl 'os- hcid; de koopkracht is ontwricht, het eco nomische stelsel kraakt in zijn voegen. De wereld wordt in haar ontwikkeling tegen gehouden door verouderde ideeën. Hij vertelde mij toen, hoe de wereldoor log hem gebracht had tot het besef, dat er een betere wereldorde mogelijk moest zijn. „Er mogen geen oorlogen meer zijn'*, be sloot hij, „maar iederecD, die zijn verstand gebruikt, weet dat onze vernielzuchtige dwaasheid 6lechts verdwijnen kan, wan neer er een algemeene staatsmacht komt. die de gejieele aarde beheerscht, niet door geweld van wapenen, doch door de re geling van productie en afzet en van de emigratie, waardoor de bevolking op de juiste wijze over de oppervlakte der aarde wordt verdeeld. Een godsdienstige geest, verlicht door de moderne wetenschap, kan de menschheid uit enkele harer moeilijk heden opheffen, doch de wederopbouw van deze wereld hangt af van een staatkun dige, sociale en economische eenheid naast een godsdienstige eenheid Inplaats van een lappendeken van verschillende landen en regeeringen moet er één regeer.ng ko men, met een nieuwen geest bezield, de geest der economische samenwerking waardoor om tc beginnen aan de voor naamste levensbehoeften der menschheid kan worden voldaan". Wells beschreef nu zijn stelsel, dat naar hij zich voorstelde de grootste voldoening zou geven bij den minsten arbeid. De groo te eenheidsregeering zou het toezicht heb ben over alle materieele behoeften der menschheid. De zee, de lucht en zeldzame wilde dieren zouden als collectie! eigen dom van de gehecle menschheid worden beschouwd, natuurlijke rijkdommen van den bodem en ruwe grondstoffen zouden niet door concessies gemonopoliseerd wor den. doch ten algemeene nutte moeien worden geëxploiteerd. Inplaats van Jen particulieren eigendom zou op grooto schaal collectief eigendom komen met één muntstelsel en één credietsysteem. dat over de gehecle wereld geldt, zoodat men het geld. dat men eenmaal verdiend en overgespaard heeft, ook zelf behoudt. Door ieder het werk te laten doen, waar hij het mec6te voor voelt, zal ook de gemeenschap het beste worden gediend. Er zal g*3n grondbezit meer zijn, doch slechts pacht met langdurige contracten. De huizen zullen ook gehuurd worden van de collectieve eigenaren. Bij dit alles zal het hoofddoel zijn. dat de landbouwer van zijn eigen werk profiteert en elke huurder zijn huis en tuin geheel naar eigen smaak kan inrichten. Wanneer men Wells zoo hoort vertellen, is hij zoo kalm alsof hij een wiskundig vraagstuk uitwerkt, inplaats van een pian, dat het geheele leven der menschheid zou veranderen. Toen ik opmerkte, dat de meeste menschen zijn plan als een utopie zouden beschouwen, antwoordde hij: ier of vijf jaar geleden zou het dat oofc ge weest zijn en drie jaar geleden zou het nog met recht als gedurfd zijn bet.teld. doch het denkbeeld, om de moeilijkheden der wereld uit den weg te ruimen door een wereldorganisatie, wint meer veld, meer dan men over het algemeen beseft". „Was Rusland in eenig opzicht een voor beeld voor Uw plan?" „Ik ben slechts in 1920 in Rusland ge weest, doch hoewel ik persoonlijk tegen dc revolutionnaire ideeën gekant ben. zie ik in dat Rusland thans op weg is naar eer; betere toekomst, ook als gevolg van het vijfjaarplan. Wij moesten ook een plan. hebben, dat zich niet baseert op par'.icu liere ondernemingen, al moet het er an ders uitzien dan het Russische plan cn al kunnen wij op een hooger peil beginnen. De drie eerstkomende jaren zulen van overwegend belang zijn en het Russische vijfjarenplan kan ons daarbij een aanspo ring zijn". Verder sprak hij nog over een diner dat hij met Loenatsjarsky had gehad en waar op zij voornamelijk over literatuur gespro ken hadden. De Russische volkscommissa ris van onderwijs had er zich bij d'^ ge legenheid over uitgelaten, dat niet s echts' de literatuur, doch alle kunstvormen on der het tegenwoordige regime kwijnden, ondanks de pogingen om ze te bevorde ren. Dit laatste beschouwde hij juist als het grootste bezwaar. Er is nog nooit een kun6t tot bloei gebracht door wettelijke maatregelen. Kunstenaars kunnen niet ge kweekt worden en kunstmatige poeingen daartoe zijn bij voorbaat gedoemd om to mislukken. Impressies van een reis (Van onze correspondente). Menton-Garavan. Holland!Een verwarrende massa indrukken: van brand-helderc huisgevels, glimmend gelakte voordeuren, groentekar- ren, die rijdende altaren der vruchtbaar heid zijn, vischboeren met armlange vis- schen op hun wagens; de dienstmeisjes óf Hollandsch óf Duitsch sprekend; mannen en vrouwen, hoeren cn dames, de blos der gezondheid op de wangen, allen rondrij dend in dure automobielen; een neger revue in den dpftigen Stadsschouwburg; de Noordzee, grijs cn mannelijk en bewo gen mooi. maar heel anders dan de liefe lijke Middellandsche Zee, die blauw, klaar en doorschijnend is, cn die zich in alle speelschheid van haar lange golvenspcl houdt aan de begrenzing van een klein strandje gesteund door een paar rotsblok ken. Een onderhoud met een transport maat schappij, met verschillende transport-maat schappijen, ach! hoevele zijn er in Amster dam, en ik moet met hen allen iets te ma ken hebben! Een verhuizing; de liefste za ken in koffers en manden, onverschillig omlaag gelaten, een vleugel, die een kwar tier lang tusschen hemel en aarde hangt en eindelooze discussies veroorzaakt over het feit, hoe men het beste 'tbalcon van twee hoog kan ontwijken; een eindeloos aantal mannen, die allen recht op een fooi schij- nen te hebben, een vreemd-lecgc groote ruimte; wég, wèg, naar het station! Eenige dagen van restauratie in de Bra- bantscheKeinpen, waar Ie fasanten weige ren uit den weg te gaan voor onze auto en de Vlaamsche gaai uit alle boomen om het huis naar ons zit te spotlachen. Dennen- bosschen in dc zon en loofboomen in den vollen pracht van hun bladertooi verdord. Bij den eersten, vrocg-ingevallcn vorst in volle schoonheid, gelijk Gijsbrechts broe der Arent van Amstel: in 't harre- nas gestorven Het vriest, wij staan te trappelen op liet Antwerpschc station, de kou kruipt langs onze zijden kousen op; een, gelukkig goed verwarmde trein Mechelen, Brussel, dc Franschc douane, de schemering begint in tc vallen, arbeiders wijken: Parijs Het motregent. Het asfalt glimt cn dc keien ketsen het licht terug, dat rondom het plein voor de Gare de Lyon schijnt. Nog eenige trieste festoenen, die aan de nog niet gesloten Exposition Coloniale helpen herinneren. Koud is het niet, maar de mot regen dringt langzaam door alles heen. Op het terras van het bohéiaicn-café de „Dóme" zitten de gebruikelijke lieden met lange haren cn platte pori^monnaies. Be halve dezen zitten er ook nette burgers uit alle landen zelfs Hollanders die zich aan dit schouwspel kornen verlustigen cn die straks in hun comfortabel hotel tus schen dc dekens zullen kruipen, als dc min der bedeelde behomiens al pratende bij één zwarte koffie op het terras, waar de kachel tjes staan te branden, den nacht doorbren gen, wat wilt u? Een heel pnclische manier als je geen huis hebt, nietwaar? En de di rectie van de „Dóme" laat hen maar zit ten. Zij weet, dat zij een attractie vormen voor de vreemdelingen, die allen zoo dol graag van „La Bohème en Mimi Pinson" lezen. Een bleeke Parijsche morgen aan de Gare de Lyon, de trein klaar voor den rit naar het Zuiden. Een vertrouwens-opdracht. Een jonge Armenische, die mij toevertrouwd wordt door een Franschc dame .Zijspreekt geen woord Fransch, wèl Grieksch, Arme- nisch en Turksch." Nu zijn dat toevallig de talen, waarin ik het minste sterk ben. Op de reis bepalen zij en ik en ons dan ook toe, om onze conversatie te beperken tot wcderzijdsch geglimlach. Ik presenteer chocolade; zij bonbons. Wij lachen. Ik lees, zij maakt met handen, die door de lange treinreis steeds zwarter worden, een inge wikkeld en inderdaad beeldig stukje kant met de naald. Zij toont het mij; wij lachen. Als wij in Lyon zijn, weet ik, dat „Ik" in het Turksch „Ben" heet, en „Naam" „Ismiet". Zij heeft zich herhaaldelijk met de vuist op dc borst geslagen en „Ben" gezegd. En dan weer gelachen, waarbij ik me gehaast heb om deze vriendelijkheid weer tc retourneeren. Lyon, met zijn lage luchten, met zijn twee stroomen, die elkaar bij deze stad ont moeten, met zijn eeuwige nevels cn met bewoners, die elkaar om het half uur vra gen: „Regent het alLyon staat ge lukkig niet op onze lijst van pleisterplaat sen ingeschreven. Eerlijk zijn de menschen er, de Lyonnais hebben een uitstekenden naam, maar triest is het er, triest als in het Noorden, en men zoekt er ook tever geefs de bewegelijkheid, die den Franschen in het algemeen, den meridionalen in het bijzonder eigen i6. Vienne, oen nest, tegen den berg aange bouwd, een diepe kloof, waarin een stroom bruist; vlak voor dc plaats, waar de trein stil staat, een ruimte, waarin een machine een tapisserie-patroon weeft. Duidelijk ziet men de boomen van den weefstoel heen en weer gaan in de verlichte ruimte. Onzicht baar gedreven, geen mensch is er te zien. De Provence trekt in het duister voorbij. Er komen menschen in de coupé, die een heel ander type hebben. Donker, met droome rige oogen, iets Moorsch in hun uitdruk king. Dc Armenische werkt onafgebroken aan haar kantwerk. Buiten gaan ongezien de heggen van pluimige cvpressen voorbij, en de Rhóne stroomt mee, in dc richting, die dc trein gaat. Plotseling krijgt de lucht iets zoutigs. Wij naderen Marseille. Wan neer wij het station binnenrijden, wordt mijn Armenische onrustig, hangt onrust barend ver uit het coupé-raampje en begint opeens allerlei onverstaanbare klanken uit te stooten tegen iemand, die op het perron staat. „Ben", zegt zij stralend tegen mij, „bensoeur!" en triomfantelijk gaat zij met haar zuster, die haar afhaalt, door do controle. Een volle nacht en een dag voor Mar seille De heerlijkheid van het zuide lijke licht verrast mij den volgenden mor gen. Op straat waait een straffe wind, de eeuwige Proveneaalsche mistral. Hij is frisch, maar niet koud. De zon is weer on gekend warm, en ik bezwijk in de w inter- sche kleeren, die ik nog van de reis uit het Noorden aan heb. Ik bestijg de breede." monumentale trappen, met grootsche becl-. dengroepen ter weerszijden, die zeker naar iets grandioos moeten leiden. Heel lang ben ik geklommen, wanneer ik eindelijk boven voor het mediocre provincie-station netje staDan ligt de stad in de diepte, druk gezellig, en de haven blinkt in de verte met haar kolossale ijzer-constructie van den „Transbordeur", die menschen, wagens en goederen van den eenen kant van den „Vieux Port" naar den anderen brengt. En de hooggelegen kerk Notre-. Dame-dc-la-Garde sluit er den horizon naar het Oosten af. En aan de haven ligt een restaurant, waar men u een bouillabaisse opdient, geel van saffraan en geurig van smaak. De ingrediënten heeft men bij uw komst uit een mand met nog levende visch genomen, en a la minute toebereid. Druk is het in Marseille, en vol vreemde men- schen-typen. De Marokkaan is er weinige, uren van zijn geboorteland, de Chineezen, Annamieten, Lascaren krijgen er bun eer ste Europeesche indrukken en geven er zelf een stempel aan dooé hun verschij ningen: de Poort naar het Oosten. .V i T i r. ANNA BENAVENTfi. HQWt. lonsïsnc*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 15