ROTATION AUTOMATISCH VLIEGEN Zeittheater van Hermann Kesser TROEBELE POLITIEKE EN JOURNALIS TIEKE MILIEU'S HOE LANG LEEFT ONS RADIOTOESTEL? Een groalo sleun voor den piloot. door L. V KIERA'N". De techniek is thans zoover, dat geduren- do pl.minus 80 van den tijd. dat een liogtuig in de Incht ia. het werk van den piloot door instrumenten kan worden verricht. Hiermee is een van de grootste moeilijkheden, die men bij het exploitceren van geregelde luchtverbindingen ontmoet, uit den weg geruimd. Er zijn demonstraties ge houden met vliegtuigen, die zonder piloot door de lucht vlogen, terwijl toch op het juiste moment de verschillende bewegingen werden uitgevoerd, die noodig zijn om het vliegtuig in evenwicht te houden, ook wan neer de toestand van de atmosfeer zeer onrustig is. De instrumenteen werken bo vendien automatisch; menschelijke vergis singen en oogenblikken van verslapte op merkzaamheid doen zich niet voor en de mogelijkheid, om bij elke weersgesteld heid geregelde vlicgdiensten to onderhou den, neemt toe, al was het alleen maar, om dat do piloot een belangrijken steun vindt in zijn instrumenten. Bij de demonstraties vlogen met zoo'n als 'door onzichtbare hand bestuurd vliegtuig altijd andere vliegtuigen mee. die door de meest geroutineerde piloten werden be stuurd. Dit deed men voor de contróle en het bleek telkens weer, dat de instrumen ten werkten met een verbazingwekkende nauwkeurigheid, die ook door do beste piloten niet geëvenaard kon worden, vooral wanneer er onverwachte plekken met ver minderden luchtdruk op den weg van het vliegtuig liggen. De instrumenten reageeren dan veel sneller dan een piloot en het ge volg is. dat veel gelijkmatiger gevlogen wordt en de kans op onwel worden der passagiers belangrijk vermindert. En dit alles wordt gedaan door een klein, gecom pliceerd toestel, da', slechts 13 K.G. weegt. De automatische piloot doet denken aan de automatische stuurinrichting, die men vgenwoordig op alle groote schepen vindt. Deze werkt echter slechts in twee dimen sies, terwijl men er voor een vliegtuig na- uurlijk drie noodig heeft. In twee afzon derlijke aluminium houders bevinden zich twee gyroscopen, één horizontale voor de voorwaartsche beweging en één verticale voor de zijdelingsehe beweging en voor het hoogteroer. Di: laatste kan tijdens de lucht ingesteld worden op kleine veran deringen in de hoogte van het vliegtuig, zoodat dit onder een vasten hoek kan stij gen of dalen, zonder dat de piloot iets an ders behoeft te doen dan het toestel even in te stellen. Evenals do stuurman van een schip bij het instellen van zijn automatische stuur inrichting rekening houdt met de kracht der zeestroomen, die hem bekend moet zijn, stelt de piloot zijn toestel in. wanneer hij door stijging of daling de vlieghoogte wil veranderen. Vooral bij blind vliegen is di; van groot belang, omdat daarbij zeer licht vergissingen worden gemaakt en men onwillekeurig de neiging heeft tot hot uitvoeren van bewegingen. die liet vliegtuig doen kantelen en tot een noodlottig ongeluk leiden, wanneer men niet door gunstige omstandigheden in de gelegenheid is de fout te herstellen. Er zijn nog andere voordeelen aan een automatische stuurinrichting verbonden. Een machine wordt niet vermoeid, zelfs niet op de langste trajecten en het is bekend, dat juist vermoeidheid van den piloot oor zaak is geweest van vele ongelukken bij het landen, omdat dan snel reageeren van zoo groot belang is. Bovendien reageert het toestel zelfs sneller dan een piloot in de beste lichamelijke conditie en het verschil is niet eens zoo klein, 10 ongeveer. Hef snel reageeren op atmosferische storingen tijdens de vlucht heeft tenslotte het voor deel. dat er minder gevergd wordt van het weerstandsvermogen der vleugels en an dere vliegtuigonderdeelen. zoodat deze langer goed blijven, en dat er minder brand. s:cf wordt verbruikt. Wat op het oogenblik nog aan de auto matische stuurinrichting van het vliegtuig ontbreekt, is het volkomen vertrouwen van het publick. Dit vreest, dat het toestel zich misschien toch nog zal begeven en er een ongeluk gebeurt. Deze vrees is natuurlijk ongegrond en men heeft dan ook al eens demonstratie gehouden met een vliegtuig, waarin achttien passagiers zaten. Eenige oogenblikken na het opstijgen verliet de pi loot opzettelijk zijn plaats en ging door de cabine op en neer wandelen, wat spoedig een zeer kalmeerenden invloed op de pas sagiers had. Dit gebeurde natuurlijk in Amerika en wel bij de demonstraties van 'de Sperry Gyroscope Company onder lei ding van den directeur Sperry en den tecli- nischen bedrijfsleider P. R. Bassctt. De stuurinrichting is oorspronkelijk ontworpen door den vader van den tegenwoordigen directeur. Er bestaan zelfs plannen, om een massaproductie van deze toestellen te beginnen. De automatische stuurinrichting zal eens algemeen worden ingevoerd op de vliegtui gen, evenals dit op de schepen is geschied. De veiligheid van het luchtverkeer zal er ten zeerste door toenemen. Ook voor rnili taire vliegtuigen is een automatische stuur inrichting van veel belang, wat o a. duide lijk blijkt bij do bombardeervliegtuigen waarvoor een geheel andere werkwijze kan worden ontwikkeld. De piloot behoeft zich niet met het besturen van het vliegtuig bezig te houden en kan zich geheel wijden aan het goed plaatsen der bommen en aan de verdediging tegen andere vliegtuigen. De automatische stuurinrichting doet al bet werk van den piloot, behalve het lan den en opstijgen en ook deze laatste ma noeuvres zullen ongetwijfeld binn6n af- zienbaren tijd automatisch verricht kun nen worden, zoodaf dan do vliegongelukken beperkt zouden blijven toi de overigens zeldzame gevallen, dat de constructie vart het vliegtuig aan stevigheid te wcnschcn overlaat. TOON EEL TE BELLIJN Een jaar geleden wie zich op do hoogte houdt van wat op tooneelgobied ook in ons land af cn toe ..gebeurt'' kan hef weten werd in de groote steden door het ensemble Bouber te Amsterdam ten too- neele gebracht en ook hier voor het Insti tuut voor Arbeidereontwikkeling opgevoerd, het dramatische werk van Richard üu- schinsky „Geef ons Arbeid" (in hot Duitsch geschreven onder den titel „die Stcmpcl- bruder"). Het was een werk dat gedoemd was al heel spoedig van het repertoire te verdwijnen het heeft het in Berlijn geen tweo maanden volgehouden (wat voor 'n wereldstad al heel povertjes is) en ook In ons land heeft het weinig gedaan, hoewel vaak opgevoerd voor groepen belangstellen- do vooringenomen toeschouwers, vanwege do z.g. tendens van het werk. Het kón het niet houden, omdat „Geef ons Arbeid" dra matisch een uiterst zwak stuk Is, hoewel het onderwerp; „IVerkloosheid beteekent ellende'een dankbaar onderwerp is. Maar Duscbinsky toekende schrijnende, grove, waanzinnig makende werkloosheids- ellende, hij toekende en teekende en.... het bleef bij teekenen, in steeds sohiberder en zwarter kleuren, groepeerde materiaal, stapels materiaal, die tenslotte de sugges tieve kracht van een pamflet of een strijd- brochure niet misten, tnaar alles tesaam toch. nog geen tooneel vormden, omdat een dramatisch conflict aan „Die Stempei- bruder" ontbrak, dat liet tot tooneclwerk zou stempelen. Een paar jaar later kornt nu een tijd genoot van Duscliineky. n.l. Hermann Kes ser-en behandelt hetzelfde werkloosheids vraagstuk als grondslag voor een drama tisch gebeuren. En ziet: li lor ontstaat een tooneelstuk dat uiterst merkwaardig ge noemd mag worden cn een voorbeeld is van wat men zou willen noemen „modern" tooneel, of liever „Zeittheater". En toch is het „Zeittheater" een nog te beperkende benaming voor een werk als „Rotation". Want het is onze overtuiging dat wegens het 6terke dramatische conflict dat ..Rota tion' tot tooneel verheft, dit 6fuk bij do successievelijke crisis die het kapitalisti sche stelsel op den weg zijner evoluties tot een nieuwen maatschappijvorm nog zal moeten doorworstelen steeds „de planken zal houden" zooals men dat noemt, zoo dik wijls er weer acute of chronische verschijn selen van werkloosheid zich zullen voor doen in de wereld, met al den treurigen aankleve van dien. En zoo sterk van scè- nischc suggestie is „Rotation" en van een stoute fantasie (vooral wat betreft com binatie van tooneel en film) dat hot niet uitgesloten is dat hot nageslacht „Rotation" nog gaarne op liet grooto tooneel zal zien, al zouden de toestanden zich reeds funda menteel hebben gewijzigd, zooals ook wij nog kunnen genieten van bijv. „Op hoop van Zegen", „Ghetto" of ,Dc opgaande Zon", al weten we zeer goed dat de om standigheden die hier tot basis dienden ge heel of groolendecls veranderd zijn. Onze interesse gaat hier hoofdzakelijk in de rich ting van het zuiver damatiscli gebeuren; dat zulks hier aanwezig was en in sterke mate, is de reden van de blijvende belang stelling, ook na tientallen jaren, en vormt den grondslag voor da artistieke waarde die aan geen tijd gebonden is. We willen het liier geenszins hebben over het vraagstuk der werkloosheid zelve. Men kan het standpunt van den auteur, al naar gelang van eigen sociale orienteering, be strijden of goedkeuren; de bewondering kan niet onverdeeld zijn of omgekeerd. Maar daar gaat het niet over. Ook Heycrmans werd niet altijd en doof allen zoo reclit gulhartig op liet tooneel ontvangen. Waar we het bij de behandeling van „Rotation" over zullen hebben is uitsluitend over de suggestieve kracht van het tooneehverk als zoodanig. En dan moeien we dadelijk be kennen dat Kesser hier inderdaad heeft ge schreven een tendenz-werk van breed allooi, maar bovendien sterk en raee- sleepond tooneel van het beste soort. Kesser is trouwens niet de eerste de beste. Zijn drama „Kaiserin Mcs6alina", zijn tragl- comedic „Summa Summarum", „Die Bol der", „Zinnoberspjtze" en „Beate" zijn alle, liet een al meer dan liet ander, vrij stevig gebouwde tooneelwerken. En als roman- en novellensclirijver heeft Kesser zicli naam weten te maken onder de moderne auteurs, evenals hij met zijn bundel cultuur-poli tieke opstellen „Vom Chaos zur Gestaltung" het bewijs leverde, inzichten te hebben in de geweldige problemen die den geest van den modernen mensch op dit oogenblik in voortdurende onrust houden. De scenische structuur van „Rotation" is op zichzelf een aanwijzing voor de gewel dige bewogenheid cn den driftigen onder stroom van liet werk: achttien, in hoofd zaak korte, maar zeer suggestieve tooiico- len, geven den schrijver gelegenheid tot liet behandelen van de twee hoofdmotieven waarop „Rotation" berust: een internatio naal congres tot onderzoek van liet vraag stuk der werkloosheid en zekere toestanden aan een krant, de „Internationale Metro- pol-Zeitung (I.M.Z.)- In deze courant wordt met den ernst der tijden een beetje geco- cruetfeerd. Een eerlijk beeld wordt er van de tijdelijke, sociale moeilijkbedon niet ge geven, noch van de vaak lugubere, pregnante gebeurtenissen van den dag (op sociaal-politiek gebied dan altijd; er ziin ten deele duidelijke ten deele verbor gen en geheimzinnige invloeden die „de houding en de politiek" van de redactie der I.M.Z. beinvloedcn of bepalen. Die invloe den zijn nu eens van zuiver persoonlijk karakter; ze wortelen 6oms in de sociaal- politieke oriënteering van de I.M.Z.-direc- teur Fliesser, maar hoofdzakelijk drijven ze op den invloed der advertentiepagina's, zoo als dat in den tegenwoordigen tijd in do journalistiek maar al te vaak liet geval is. Voor Fliesser is een krant „Rollmuterial": dat is zijn leuze. En zijn strevon is liet steeds geweest zijn hoofdredacteur Kclier- marm in dat zuiver zakelijke streven te be trekken. I'licsser is liet typo van den oppor- tunistischen zakenman, die liet met eigen geweten cn eigen overtuiging niet al te nauw neemt en die voor zijn opportu- nitcitsieer een hoofdredacteur noodig lijceft die als oen deel van bet „Roll- matcrial" met bet geheel meedraait. I'licsser is ervan overtuigd dat er, wat er ook in de wereld gebeuren moge, ho9 de toestanden zicll ook mogen wijzigen, ten gunste of ten ongunsto van eigen per soonlijke overtuiging, er tocli nog altijd als krantenman „zaken" zullon zijn te doen. Ais men maar aan den gang blijft, als alles maar blijft „draaien", dan loopt het wel, dan „rolt" het wel en dan varen wij bei den er wél bij: voor u en voor mij is er voor onze moeite dan nog wel wat over. Ziedaar de mentaliteit van Fliesser, de dag blad-directeur. die voor geen gemeenheid terugdeinst. Waar hij een angstige sclirik voor heeft is voor rust, voor stilstand want rust is ondergang. Tegenover Fliesser plaatst Kesser de fi guur van Kcllermann, hoofdredacteur. In Kcllermann wordt het dramatische conflict toegespitst. Kellermann voert in zijn bin nenste een verierenden, vvanhopigen, 6loo- penden strijd tussclicn zijn innerlijk, zijn persoonlijk wezen en zijn ambt aan de I.M.Z. Wie Dr. Kcllermann is, dat leeren we in de vergadering van het congres tot onder zoek van liet werkloosheidsvraagstuk. Daar zegt Kellermann o.a. het volgende „Ik meen dat wij, Europeeërs, in de laatste tientallen jaren niet goed gehandeld hebben. Met de liclft van liet geld dat we vier jaar lang gebruikt hebben om menschen. landstreken en waardevolle arbeid te vernietigen, zou liet mogelijk geweest zijn, allen op de we reld, zonder uitzondering, mcnsclnvaardige levens- cn arbeidsvoorwaarden te verzeke ren. Tracht eindelijk ditmaal een weg te vinden. Geen uitweg! Uitwegen zijn er niet meer. Uit liet verleden kuilt ge loeren lioe een staat liet moet aanleggen om aan alle onverdraaglijke en onuitstaanbare toestan den van tegenwoordig een einde te maken!" Interruptie: „Het zal er wel zoo wat als de Soivjctrepubliek uitzien;" Kellermann: Doet het beter! Bouw in één handomdraai een socialen staat op, kant en klaar! Zet hier in deze zaal, voor een geniaal programma, alles opzij wat tot biertoe ondernomen werd! En begin dade lijk met dë uitvoering! Toon dat ge supe rieur zijt aan alle socialistische theoretici en praclici! Ons wereldwarenliuis dreigt uit een te vallen. Er moet een wereld opge bouwd worden van zuiverder orde cn ar beid! (In de richting sprekend van de logo met de vertegenwoordigers der buitenland- sehe regeeringen}: Maar denkt erom dat overal menschwaardige staten moeten wor den gevormd en dat, zoolang die er niet zijn, het niet meer gelukken zal de men sehen kalm te houden. Wij. die volksgenoo- ten zijn van een grooten en nijveren staat; wij, die liet lijden en de ellende meegemaakt hebben van geduldig, gesard en geplaagd cn vaak op dwaalwegen geleid volk, dat vooraan staat op liet gebied van arbeids prestaties, wij weten dat \yc niet alleen aan onszei vc denken mogen wanneer wc stroven naar de redding uit nood cn ellen de. Ons goed recht te mogen deel hebben in hot licil cn de zegeningen van een w e r el d-ge m e e ns c li a p van den arbeid, hebben we duur genoeg betaald door de ervaringen van een paar tientallen jaren! Voor Kelïei'niann's verdere leven is dit moment, waarop hij in hot openbaar be- keol wie hij is en wat liij wil, n.l. de op richting van een wereldgemeenschap van den Arbeid, beslissend. De arbeidersdeloga- tie in liet congres schreeuwt liem toe „waarom hij niet zoo iets schrijft in zijn krant, de I.M.Z.", waarop hij repliceert niet aanwezig te zijn als hoofdredacteur. „Dus. u houdt er twee meeningen op na?" Kellermann: „Ik werp het van mij of dat ik twee mceningen zou hebben! Breng eerst verandering in liet feit dat kranten geredigeerd worden door de krin gen \an belanghebbenden en door de abon- né's! Tot hiertoe zijn hier enkele „woorden" gehoord die voor de parlijpers bestemd zijn!" Het eerlijke pleidooi van Keilermaim wordt in zijn eigen krant een „opmerking" genoemd, „die geheel en ai buiten de orde van het congres stond"zooals het luidt in het officieele communiqué van de ver gadering. Maar Kellermann neemt er geen genoe gen mee. De mcnsch in hém komt in op stand tegen het stelselmatig verzwijgen en verdraaien van de waarheid en na enkele momenten un aarzeling grijpt liii in zijn redactiekantoor naar de proeven van do hoofdartikelen, schrijft bij iéder een per soonlijk commentaar, lot hij eindelijk vlam vat op do woorden van den corrector over liet congres: „Do arbeiders zion deze inter- nationalo comedio met spot on verachting aan!" Die woorden juist zijn voor Kcller mann liet aanloopje voor zijn definitieve verklaring dat de wereldeconomio van tegenwoordig het zinlooze resultaat van do machinaties van internationale politieko speculanten en zakenlieden, de eenige waar achtige internationale macht is, dio aan het roer staat. Die macht heeft schuld aan de ondraaglijke toestanden. Zij scheurt landen en volkeren uiteen en ver heft zich tegen de partijen die zich teweer stellen, door honger cn ellende gedreven. Laat ze bewijzen dat zij het beter kan! Veel belangrijker dan de handelaar is do arbeidende, do scheppende mensch. Die mcnsch zal. door do natuur zelve en door de zucht tot zelfbehoud gedreven, tenslotte In alle landen ter wereld een maatschap pelijke organisatie tot stand brengen die aan allen die arbeiden brood en plaats in de wereld waarborgt. Dat is de waarheid die zich zal baan breken! Hiermede beeft de mcnsch Kellermann bet van den hoofdredacteur gewonnen. Nu is hij vrij; voelt het aan alsof hij op het congres, op al zijn collega's, zijn directie cn beheerders, op de gclieele wereld waarmee hij liet sinds lang niet meer eens is, een overwinning heeft behaald. En het is er een, inderdaadmaar een die hem voert tot tragischen ondergang „Zeitung 1st Rollmaterial" is het devies van den sinistren directeur Fliesser. Niet stilstaan, niet ophouden, want dan wordt het angstig. Verder maar, verder, verder. Want bij iedere nieuwe constellatie i6 er toch nog altijd wel wat te doen en „voor onze moeite blijft er voor ons dan nog wel wat over Fliesser's levensleuze wordt ook bewaar heid bij den nieuw geschapen toestand voor de I.M.Z. tengevolge van Kellermann's arti kel. Een consumenten-concern gooit het met den beheerraad op een accoordje; men gaat een radicaler richting uit die beoogt in 6c)iijn-vricndscliap tc leven met de arbei dersmassa on tegen sterk verhoogd hono rarium tracht men Kellermann als redac tieleider tc behouden. „Ik ken de techniek van een winst- machine', zegt smalend Kellermann. „Maar we staan bij het keerpunt der wereiu-w schicdonis; we gaan e.-n u ruwen tijd tege moet en ik marcheer aan de spits dat, eu niets andere, is mijn plicht!" (Hooghar tig is hij voor zichzelf reeds zeker van de honderdduizenden arbeiders die hét voor hem zullen opnemen: „Wie arbeidt i6 voor mij!" zegt hij tot den president-commis saris van de I.M.Z. Doch deze schuift hem het laatste nummer van de „N'cue Arbeiter Zeitung" ioe, waarin wantrouwen wordt uitgesproken over de „plompe manoeuvre" van een „reformistiscbcr burgcrlicbcr So- zialpoliliker"al te doorzichtig lokaas voor zakelijke doeleinden, een taktiek dio de „radicale arbeidersmassa met spot- en hoongelach ontvangt". In de I.M.Z. krijgt hij gelegenheid voor zijn eer op te komen en „den Lcuten" van antwoord tc dienen. Maar Kellermann wijst ook dit van de hand: „Uwe eer", zegt hij tot den president commissaris, „is nog niet mijne eer...... Ik heb geen dool meer In een bovcnmensebelijko opwinding ijlt hij naar de schrijfmachine, wil een oproep typen, blijft 6teken, leest eenige regels uit de N'cue Arbeiter-Zeitung eu, lijder aan een «loopende hartkwaal, stort hij ineen, voor over op de schrijfmachinecn sterli. Kellermann ondergaat het lot dat een jonge arbeider in Ernst Glaeser's boek „Frieden" voorspelt aan den intellectueel: „De intellectucoïeii moesten met hun vin gers van de revolutie afblijven, ze denken niet proletarisch, ze denken anti-burgerlijk; ze blijven ondanks alle grootdoenerij bur gers. Een burger is mij duizendmaal liever dan een burgerlijke revolutionair; want de burger heeft zijn wet, maar de burgerlijke revolutionair heeft geen wet meer en wie geen wet meer heeft, komt lieelemaal niet meer in aanmerking." Op dezelfde wijze wordt met Kellermann 3cspot in arbeiderekringen en „zijn daad' wordt wantrouwend van de hand gewezen hij die niet aarzelde in zijn eigen milieu de wonde van het egoïsme bloot te leggen: „Angst om je villa! Orn je auto! Om je positie! Om de carrière van je kinderen Om je fabriek! Orn je bankrekening! En daarom alleen blijft alles bij het oude!" Een tendenz-drama dat Kesser schreef, maar een sterk brok looneei. waarbij icde ren regisseur dio liet lezen zal. de vingers zullen jeuken. Ik heb mij in deze beschou wing tot do hoofdmotieven van liet drama tische conflict moeten beperken. Doch Her mann Kesser heeft een buitengewoon ge compliceerd cn vast ineengrijpend aantal tafcreclen daaromheen geschapen, waarbij de suggestieve werking van de film tevens niet uitgesloten kon blijven. Het draai-too- neel moet er onvoorwaardelijk bij tc pas komen en hier en daar zelfs de „simultaan- scène". Taferoelen onder de arbeiders, re dactiebureau, soiree bij Fau von Scbwin- ger, congreszaal, enzmaar Kesser gaat vooral In den beginne boeiend en onver schrokken op zijn doel af; slechis hel inci dent van den wcrkloozc, die zich in wan hoop in de W.C. van do congreszaal van het leven berooft, stuit den logisclien loop van bet groeiende conflict, maar sluit de eerste episode ervan op aangrijpende, lugu bere wijze af. In liet volgende, tweede deel van „Rotation" is er liier en daar wel eenige opzettelijkheid: ook wel wat ccnzlj dighcid zelfs. Maar een liandig regisseur zal hier wel raad weten te schaffen. Overigens zijn deze „fouten" als we 't zoo noemen mogen, slechts biiraken die nimmer zullen vermogen (1e meesleepende actie te verflou wen en de krachtige werking van dit sterk gebouwde drama, waarin boven alles domi- neeren blijft het conflict dat wellicht nog vele Kellermanns in de wereld te wachten staat, die in zelfbcstrijding hun ondergang zullen vinden. Het algemeen menschelijke in dit conflict zal „Rotation" nog langen tijd als boeiend drama op het tooneel hou den, want al gaat Keilormann ten gronde, zijn gedachten cn zijn woorden züilen hun weg vinden bij de massa; zij zullen da zoo- cel steentjes zijn die bijgedragen masten werden, in leed on smart en ellondo raak, lat den opbouw van hot lcvensgcboilW >nn een nieuwen, beteren tijd. Wie ze aan bracht, d.w.z. wie de gedachten schreef of uitsprak, doet er niols toe. Dat persoonlijke element speelt ook heclemaal geen rol moer; want Kcllermann'e woord zal met een variatie in de massa overgaan: „Wer arbcitet ist für uns!" En hiermee zal het persoonlijke in do algemeenheid voor de komende tijden opgelost zijn. RADIO Raadgevingen voor de Kerst dagen voor radiollefhebbers. Wie van de vole, ontzaglijk vele radio luisteraars heeft nog zijn eerste toestel? Dat zullen er niet velen zijn. Een enquête over dit onderwerp zou een belangrijke statistiek zijn voor do ontwikkeling op technisch gebied van den Omroep. Soliode werk behoudt zijn waarde. Wat in 1924 en 1025 op de radiomarkt kwam, was grootondeels volgens de thans geldende opvattingen verder van een modernen Omroepen t vanger verwij derd dan een wankel rijtuigje, een aapje, van een glanzende sport-automobiel. Dit alleen ree.-Is volgens de wettelijke bepa ling, die het vrije terugkoppelen destijds verbood! Sedert 192G begon do radio-industrie, be vrijd van beperkende bepalingen, ontvan gers te bouwen, waarvan nog enkele types thans bruikbaar zouden zijn. Over het een voudige driclamps-tcrugkoppclingsappa- raat is reeds heel wat gesproken, maar een feit is, dat een dergelijk toestel tegen woordig nog een vrij dragelijk figuur zou slaan. Natuurlijk zou men in den loop der tijden do lampen vervangen moeten heb ben door nieuwe. Gocdo draaicondcnsato- ren cn goéde spoelen waren in dien tijd reeds bekend Ook net-toe&tellen waren reeds in 1920 op enkele radio-tentoonstel lingen te zien. Een drielamps-Neutrodyn- ontvangcT uit dezen tijd gelat zelfs ols een der gevoeligste en beste toestellen. Do geweldige, ingrijpende verbeteringen dc-r latere jaren komen hoofdzakelijk neer op vereenvoudiging der bediening (éón- kn ops ontvangers), bestrijding der ver zwakkingen en vervorming van het ge luid, en Jast not least de verbetering der lampen! Daarmede werd bereikt, dat de radio-ontvanger thans een muziek toestel it, dat „wat betreft weergave van de opge nomen klanken bijna volmaakt to noemen is". Wel is liet le wijten aan de vele knut selaars- cn amateursvereenigingen in tal van groote sleden, dat vele toestellen van de periode 19201928 thans nog in gebruik zijn. De amateur vernieuwde zijn toestel meestal door verbetering van het laagfre- quente deel en liet het hoogfrequente deel en de rest onaangeroerd. Ook de luidsprekers van dezen tijd won den nog steeds gebruikt, al ziin zij slechts gering in aantal, want do eigenschappen tan den nieuwen luidspreker, alsmede het klankvolume daarvan kan men in geen enkel opzicht meer mot zijn voorgangers vergelijken. 1929 bracht de kentering. Het jaar 1929 was eigenlijk het jaar waarin een einde werd gemaakt aan hot cxpcrimenteele stadium en waarin men de fabricatie van ontvangers in Europa ernstig ter hand nam. Vooral in Duitschland was Dien reeds snel op do nieuwe industrie in gesteld. Nauwkeurige metingen en technische massafabricatie namen do plaats in van gedetailleerde onderzoekingen. Ontvangers uit 1929 kan men zonder meer thans ook nog heel goed gebruiken; door vernieu wing der lampen, vernieuwen van verou derde weerstanden cn transformatoren, kan men met deze toestellen thans nog heel goed ontvangen. Echter moet men wel bedenken, of het oudere 'toestel in kwestie destijds een waardevol toestel was of slechts een „koopje". Bij een drielamps- districtsontvanger (waarmede men echter ook nog wel eens op verren afstand kan ontvangen), zal het verbeteren meestal niet loonend zijn. Men kan den ontvanger dus verder gebruiken, zooals hij is of hem bui ten dienst stellen, wat tenslotte ook niet zoo vrees el ijk is, als men bedenkt, dat men er ruim drie jaar pleizier van heeft gehad. Het is echter wèl de moeite waard goede tweekring- of driekringontvangers ecnig- zin6 te verbeteren! Men mag dan echter niet verlangen, dat daardoor hot klankvolume, do gevoelig heid en de graad van vereterking van de ■tegenwoordige toestellen met evenveel tampen wordt beroikt. Menigeen, dio zich met recht „radioveteraan" mag noemen, zal er misschien toch nog loc overgaan, met Kerstmis een nieuwen luidspreker te' knopen, als hij zich slechts den tijd gunt in een rudiohandet naar een modern toe- stol te luisteren. Als er dan besloten wordt tot buitendienststelling van het oude toe stel, dan kan men dit besluit voor zijn ge weten daarmede rechtvaardigen (vooral in deze tijdon van „bezuiniging"), dat he«t ge not van schoonere klanken tenslotte do e^genWke bedoeling von het luisteren naay de radio is, en daarom kan men zich oil zijn familie in dezen zwaren tiid dit ge noegen niet ontzeggen! Men moet niet vergeten, dat een klein beetje vroolijkheid in deze sombere tijden, wel degelijk op zijn plaats is'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 16