FILMS DIE WIJ HIER NIET ZIEN EEN DRAADJE IN DEN OCEAAN DE TOEKOMST EENER ILLUSIE AVOND SCHOENEN Joh. Bottinga PRIJSVERMINDERING QROOTE in de betere Langestr. 28 Tel. 59 Als de winter komt Sluit U aan by de Amersfoortsche Radio Centrale Het oerhocgt Uw gezellij- heid in hais Kantoor: Lange Bergstr. 13 Telefoon 462 Aan boord van een kabel-reparaiieschlp door ANTON E. ZISCHKA. Hebt u wel eens getracht met geblind doekte oogen een draadje garen uit een badkuip tc visschcn? Niet zoo eenvoudig, wel Nu wij zijn thans bezig uit den Atlantischen Oceaan eon kabel op te vis- schen, die men met twee handen geraakke lijk omspannen kan en die zoo ongevoer op 4700 Meter diepte op den zeebodem ligt! Of liever: wij zoeken de uiteinde van den kabei, want de transatlantische leiding is gebrokeD. Mijn avontuur met de „John W. Mackay" begon in het Newyorksche station van een Amerikaansche transatlantische kabel maatschappij. Mijn vriend Johnny O'Brien zat aan het toestel. En plotseling was de lijn „dood", had hij Londen verloren! Nn dat is een dagelijks voorkomend iets Want er kunnen stormen opsteken, die de zee omwoelen, zoolang, totdat de kabc' breekt, er kunnen stoomtreilers voorbijko men, die hun anker juist in den kabel worpen, of er kunnen ijsbergen opkomen die bij New-Foundland aan den grond ra ken en den kabel verpletteren. En als dat alles niet het geval is, dan zorgt een on derzcesche aardbeving wel er voor. dat de kabellcggers nooit zonder werk zitten. De radiotelegrafistcn van de maatschap pij zochten onmiddellijk verbinding mei het kabelschip „John W. Mackay". Hel kwam naar Halifax en op een wijze, die ik hier niet nader beschrijven zal, wist ik te bereiken, dat men mij meenam. Daarna 1^ dagen lang niets dan zware zeeën, stor men, nevels en wervelwinden, één dag zon ncschijn en dan weer 9 dagen storm, ijs en buizenhooge golven En tóch.... vischte kapitein Livingstone de kabeleinden op en liet ze weer aaneen hechten! Op welke wijze?.... Twee-en-twintig lijnen verbinden Europa met Amerika. Men weet, waar zij liggen, want de kabellcggers hebben zoo ongeveer de beste zeekaarten ter wereld. Maar don breekt er plotseling zoo'n lijn en do beide uiteinden blijven natuurlijk niet op de plaats liggen, waar zij gebroken zijn. Stroo raingen en grondbewegingen laten een ka bel niet met rust. Men moet inderdaad „zoeken". Met een galvanometeren mot een schip, dat er uit ziet als een luxe-jacht, glan/end wit, glimmend en blinkend, maar driemaal zoo groot als een jacht. Een schip dat tanks heeft, met vele Kilomctors kabel en dat ook bij halfvolle ruimen op de gol ven schommelt als een kameel in de woestijn. Zelfs reeds bij vlakke zee. Maar kabels breken haast uitsluitend bij storm. En de kabelleggers trekken er da delijk na het. breken op uit om te reparee- ren. 24 uur per dag moet de lijn in wer king zijn om genoeg dividend op te leve ren, ieder uur van oponthoud kost duizen den guldens. De „John W. Mackay" baant zich in het zwaarste weer een weg door de golven, door nevel en storm, cn al had men mij niet verboden om te fotografceren, bij dit licht De marconist heeft de handen vol. Pc chef-electricicn zit in zijn werkplaats, die er uit ziet als het laboratorium van den een of anderen professor, de navigator re kent en rekent. Want op een bepaald punt, midden in den Oceaan, moet aangestuurd worden. Een punt, dat op de kaarten van den kabellegger is aangegeven. Het land 6tation heeft namelijk vastgesteld, dat de eerste breuk op 899 Mijl van New-York ver wijderd is. Hoe men dat berekende? Plet is bekend, dat de electrische weerstand in een directe verhouding staat tot de lengte van den geleider. En die geleider is de ka bel! En de waarde, die iedere Mijl kabel aan electriciteit bevat, is bekend, die heeft men hij het leggen vastgesteld. De bereke ning is dus eenvoudig. Minder eenvoudig is het, de speld in de hooischelf, in dit ge val het punt in don oceaan te vinden. Maar het werd gevonden. Door radiopei ling, enz. Door middel van het echo-lood kan men_.de diepte tot den zeebodem me t^n. De tijd, die het geluid aflegt tot aan den zeebodem, waar het teruggekaatst wo: Jt en weer opgevangen, geeft de diepte o.jfi. Op de plaats aangekomen, maakt de «John W. Mackay" een sierlijke boog. en manoeuvreert zoodanig, dat de boeg lood récht op de kabel komt te staan op onge veer 5 Mijl afstand van de vermoedelijke plaats hiervan. Een grondproef wordt ge nomen en daarna het daarbij passende speelanker gekozen. Er zijn er, die de vorm van een tang hebben, spiraalvormige, groo- te cn kleine, voor iedere bodemsoort een bepaalde. Maar alle sluiten zich automa tisch om de kabel heen, als zij er langs gaan. Tweeduizend tweehonderdtwintig Kilo gram waterdruk rust hier op iedere vier kante centimeter van den kabelEn wij neginncD het anker verder te slccpcn. Met oen snelheid van één mijl per uur. En in- uerdaad wij hebben geluk. Maar op het geluk alleen gaat geen enkele kabellcgger af. Voor den start zetten wij een boel bui tenboord. een stalen boei van 6 voet door snede met blinklichten. Dikwijls kruist het schip drie weken rond. Dan weet men ten minste, waar de kabel niet is. Living ston, do kapitein, is op het dek, verliest de groote schijf niet uit het oog, waardoor de weerstand van het sleepanker wordt aangegeven, de kracht, waarmede dit. aan de lijn trekt. Op de brug staat de tweede 9tuurman en stuurt net schip met den machinetelegraaf, want het roer is niets waard bij dit tempo. Men stuurt met de schroeven. Een uur zoeken wij, nog een, nog twee, nog vier! Livingston gaat zitten op de staalkabel van het sleepanker, want zijn kunst, zijn aangeboren talent is het te voelen of de kabel beet heeft, Livingston zit in rlen storm op de staaldraad, die in zijn lichaam snijdt, hij wacht, hij zoekt... dan een kreet! Wij hebben de kabel Dadelijk stoppen, want deze kabel is 40 jaar oud en nog al breekbaar. Er kan aarde boven op liggen en als wij to hard trek ken. kunnen er uit één breuk tien andere ontstaan. Voorzichtig wordt de druk be proefd. de wijzer is omhoog gedraaid, het anker zit. Acht uur duurt het, voordat de kabel goed en wel uit het grijsgroene wa ter opduikt. F.n dan begint het eigenlijk pas. Als een reusachtige zeeslang komt de kabel uit het grijsgroene water tc voorschijn, bedekt met planten en begroeid met schelpen. Het ein de iiP.bbe.n wij nog niet. Maar de chef- ingenieur in dn proefkamcr laat vanaf de uitgezette boei een leiding leggen, hij werkt met speciale galvanometers, berekent nauw keurig den weg tot het einde van de ka- hel. Langzaam vaart de Mackay langs de kabel. Reuzenboeien houden het einde b^»- ven water. Het eene einde. Waar zal het tweede zijn? Drie miil of tachtig mijl van ons verwijderd?... Weer hetzelfde, weer onweer, storm, een voortdurende strijd met den oceaan. Twee tot vijf duizend dollar kost een mijl k-hel! Acht dagen zoeken wij, vinden wij nict9. Steeds minder hooren wij de klanken van de gramofoon in de leeszaal, de gesprek ken van do racnschcn verstommen allengs 5Ü00 Dollar kost een week varen met den kabellegger. Maar een veelvoud daarvan komt er minder binnen aan telegrammen. Zoekenzoeken. Men jaagt op een klem dun draadje in de zeeAardmassa's moe ten den kabel begraven hebben, verande ringen van den zeebodem... Livingston laat het gevonden uiteinde mot een nieu wen kabel verbinden, legt 12 mijlen uit 20, nu 34... Een dag van duisternis, nevel, eeuwig gebrul vari den misthoorn; het schip zwaait cn stampt, zoodat 12 van de 93 man halfdood zijn. Reeds langen tijd doe ik niets anders dan verlangen naar het einde van dit avontuur. Maar dan komt er tenslotte één dag, waarop de zon zich weer vertoont, waarop de storm de woorden niet meevoert, zoodra zij gesproken zijn. Al len leven weer op. Enof het zoo moest zijnLivingston vindt het tweede kabel einde! Vierendertig jaar is de „eerste hydro- graaf' reeds werkzaam voor de maat schappij, 40 jaar de machinemeester van de trommels. Maar steeds gaat er weer een golf van vreugde over de geheele beman ning, als dc kabel weer hersteld is, als de radiotelografist aan dek komt en meldt, dat alles „O.K.' is, dat het kuststation ae herstelling van de verbinding heeft gemeld. Want dat is nog niet steeds zeker. Het kan zijn, dat de fcabvl op meerdere plaatsen gebroken is, dat de eerste herstelling nog geen verbinding geeft. Dan moet er wéér gezocht worden. Eerste steward Smith komt met zijn beste spullen voor den dag; do tafel is dien dag bijzonder feestelijk; Livingston steekt zijn pijpje aan, tot der. laalsten man is men vergenoegd aan boord. De „John W. Mackay" vaart naar huis... Misschien zendt men het schip halverwege de haven alweer ergens anders heen. Brand stof is er voor drie maanden aan boord. „Hard werken hij ons", zegt dc kapitein in zijn telegramtaaltje, „clc kabels... do zenuw en cler wereldoveral zijn die ze nuwen kapot..." Beursberichten cn wereldschokkende tij dingen loopen weer door do draad. De man echter, die het telegram aan het loket af geeft, denkt alleen ovor.de prijs van die woorden- En hij weet niets van dc eeuwigen strijd tegen het geweld van de zee, van den storm, hij weet niets van kabel leggers en dat jaarlijks vele malen onbeduidende draadjes uit een oceaan gevischt moeten worden... Onbeduidend? door H. G. CANNEGIETER. Het is de titel van het boek van Freud waarmee de volgende beschouwing verder in geen enkel verband staat. Maar de titel op zichzelf dwingt tot nadenken. Hééft een illusie een toekomst? En h02 stelt men zich deze toekomst voor? Do illusie is als zoodanig het tockomöt- Iooze. Had zij toekomst, zij zou geen illusie zijn. De toekomst eener illusie is noodwen dig negatief. Want. illusie is in strijd met de werkelijkheid, slaat daar buiten en daar tegenover. Zij behoort tot het rijk der schimmen. Men kan een illusie vergelijken met het aroma, dat ontsnapt, wanneer men een flacon parfum opent. Een heerlijke geur stijgt op en bedwelmt oen moment do zin nen. Maar het volgende oogeiiblik is de vluchtige stof in het luchtruim verdwenen, opgelost, weggevaagd, tot ondeelbaar fijne bestanddeelen verwaaid Men kan een illusie vergelijken met een zeepbel, welke in prachtige kleuren om hoog stijgt. Een seconde later bewondert men haar, dan spat .zij uiteen cn van haar glanzende pracht i9 geen spoor overgeble ven. Men kan een illusie vergelijken met het gefluit van een eenzamen vogel, die slapen gaat. In den stillen zomeravond klinkt deze enkele toon den wandelaar als mu ziek in het oor; hij zou hem graag nog maals willen hooren, maar de vogel her haalt hem niet. Er zijn dingen, die zich nimmer herhalen. Als een gift zijn zij uit den hoorn des ovorvloods neergedaald, zoo maar, bij toe val, onverwachts en de begenadigde houdt zijn hand op en kijkt naar boven. Maar geen tweede uitstrooiing volgt. Hij wil houden, wat de fortuin hem geschon ken haeft, maar hetgeen zijn hand om klemt, is slechts lucht Vergankelijk is het geluk van het oogenblik, voorbijgaande zonder toekomst. Men geniet den geur van een fijn par fum, de kleurenpracht van een zeepbel, het zoete gefluit van een vogel zonder aan dc toekomst te denken. Er zijn dingen, welke geen toekomst hebben Wij weten allen, dat de illusie geen toekomst heeft. Toch hangen wij aan on ze illusies. Een mooie .droom houdt ons gevangen. Het kan zijn, dat midden in den nacht onze mooie droom wordt gekruist door een vreemde, nuchtere gedachte: het besef, dat wat wij beleven niet waar is, de aanmaning tot het ontwaken Deze ge dachte gaat door onzen droom als een barst door een geschilderd kerkvenster, als een valsche noot door een symphonie Maar we droomen na deze stoornis weer verder, al weten wij nu dat de sprookjes wereld, waarin wc verkeeren, zinsbedrog is en dat de toekomst van onzen droom de ontgoocheling zal zijn. Illusies wc kunnen er niet buiten, ook al weten wij, dat ze tcckomstloos zijn. Ook de waan, heeft haar waarde in den sa menhang aller dingen. Wie het genot kent van een trekje tabak tijdens dc rust na volbracht werk, tuurt dommelig Jen rook na, die zich in steeds ijler woidende krin kels oplost in lucht. Wat is'dc toekomst van rook? Toch zou geen rooker het genot van den rook willen verliezen. Illusies kunnen van waarde zijn, maar ook zijn illusies dikwijls gevaarlijk. Er zijn menschen, die op hun illusies de toekomst bouwen. Zij golooven er in als in werkelijkheden. Zoo gewennen zij zich, in een waanwereld te leven. Zij laten zich bedriegelijka dingen voorspiegelen; een ge luk, dat op inbeelding berust; een bestaan, dot een hersenschim is. Wie van dc illusie een toekomst ver wacht, komt teleurgesteld uit. Zijn ontgoo cheling zal onverdraaglijk zijn Zijn voor uitzicht is de wreede koude ontnuchtering. Men moet met zijn illusies loeren om gaan. Men ruoet overtuigd raken van de toekomstloosheid zijner droomen en toch deze droomen op prijs stellen. Als genie tingen van het oogenblik, die liet verduren van den langen strijd om het bestaan mo gelijk maken. Als vlagen verbeelding, wel ke verademing schenken in dc overzettclij- ke werkelijkheid Als een spel van het oogenblik alleen is de illusie van waarde. Hol spel is een lusschenpoos, noodzakelijk om kracht te vergaren voor de werkelijkheid, welke ae toekomst heeft DE „GANGSTER-PICTURES.0 Wat de bioscoop voor Amrika beteekeot. (Van onzen Now-Yorkschen correspondent). Ncw-York, 19 December 1931. Vijf en zestig procent van 's werelds film productie komt uit Hollywood, dat tachtig procent van de inkomsten weer oogenblik- kelljk omzet in nieuwe producten. Quanti tatief levert het bijna tweemaal zooveel films op dan alle andere landen bij elkaar, een vijfde van het Amerikaansche kapitaal is belegd in deze industrie, die de derdo in grootte van de nationale industrieën is. Natuurlijk zou ik nog veel meer cijfers kunnen aanhalen: hoeveel menschen er hun brood meo verdienen, welke salaris sen sommigo sterren ontvangen, hoeveel de grooto films koeten en dergelijke din gen meer. Maar het ligt eenmaal niet in onzen Europeeschcn aard om door cijfers overrompeld to worden en priori aan te nemen, dat het goed moet zijn, omdat er zoo met milliooncn in gesold wordt. Wij vragen eerder naar de hoedanigheid dan naar de hoeveelheid, een gedachtongang, die langzamerhand ook bij dc Amerikanen meer en meer populair wordt. Wat de bioscoop voor Amerika beteekent. is niet in een paar woorden tc zeggen, en met Amerika bedoel ik natuurlijk het ko lossale werelddeel, vol kleine steden, dor pen cn gehuchten, behalve de groote ste den. Dc bioscoop, 's avonds door de week of 's middags en 's avonds op Zondag neemt er de plaats in van allerlei bezig heden en amusementen in ons vaderland, die hier of niet mogen of niet bekend zijri Waar is hier het café of de daarmee ver wante sociëteit of club? Dd Volstead Act heeft niets overgelaten dan de ice crearn partörs, waar de atmosfeer even kil is als liet genotcne en waar men even lang op een hoogc kruk blijft zitten als de soda of sundae duurt. Het blijft voor den A me rikaanschcn toerist altijd een wonder, dat men in Europa met een enkel glaasje bier voor zich uren ongestoord van het café leven geniet, kijkend naar voorbijgangers of nieuwe gasten, luisterend naar een strijkje, dc nieuwste kranten lezend of een spelletje biljartend. De zoogenaamde „pool rooms", waar ge- biljard wordt hier, zijn het toppunt van ongezelligheid cn hun bezoekers zijn in het algemeen van het allooi als wij in ongure kroegjes aantreffen: het zijn de plekken bij uitnemendheid, waar de politie gaat snuf felen naar verdachten. Waar zijn hier de kegelclubs, de zangvereenigingen, de Nuts- avönden, schaakclubs, damclubs e.cl.? Het cenigé wat er hardnekkig in den familie kring gedaan wordt is kaarten, poker c-n bridge, maar gezelligheid buitenshuls, zoo als wij Europeanen van het vasteland die kennen Engeland geldt ook in déze ecnigszins als'do vestibule van Amerika met onze Bicrgarten, tearoom:;, cafétafel - tjes op de trottoirs of terrassen onder ge kleurde parapluies, is hier ten eenenmale ondenkbaar en onbestaanbaar. Hetgeen wao'•schijnlijk een karaktertrek van het volk is, die aangewakkerd wordt door om standigheden. Maar ik heb genoeg in kleine Amerikaan sche plaatsen rondgekeken, om te weten, dat de eerste cn oenige groote afleiding de bioscoop is; in sommige heel kleine dorpen maar eens per week en ik heb het meeg* maakt, dat letterlijk de hecle bevolking, zuigelingen incluis, tegen dep avond het plaatsje leeg achterliet en per auto cenigc tientallen kilometers verderop ging om e« n filmvoorstelling mee te maken. Zoo iets bc wijst welk een macht de film op de Yun kee-mcnschhfid heeft en andersom hoe dit publick op zijn beurt dit eischt en het an dere vierkant weigert En nu is de eigen aardige coïncidentie, dat, wat de farmer van Oskaloosa wenscht to zien voor zijp amusement, ook genoten wordt door hot uitgaande publiek van Amsterdam of Ko penhagen, dat nu niet altijd zoo veel voelt voor Amerikaansche humor en drama maar dat in de afgeloopen jaren heeft moe ♦en aanzien bij gebrek aan beier of ander In vroeger jaren hield Hollywood zich voornamelijk bezig met de,vraag, hoe zoo veel mogelijk zaken te doen, alles wat hot de wereld inzond werd vertoond en toe gejuicht, enkele beroepscritici niet meega rekend, die andere dingen van do film eischten dan een onzinnig verhaal, veel klatergoud, mooie figuurtjes en knappe ze zichten en het onvermijdelijke Gelulckice Slot. Natuurlijk ging Europa speciaal Duitschland een anderen kant op cn an derc films vonden ook hun wég naar New York en meerdere groote steden hier, waar zij met verbaasde oogr n bekeken werden en over het algemeen niet gewaardeerd, als te realistisch, te. weinig opvrooliikend <-n technisch niet volmaakt genoeg. Buiten de groote steden kwamen zij niet eens cn wat de techniek betreft had men hier misschien gelijk. Dat laatste is echter veranderd en ik bohoef mijn lezers niet op een groot aan tal Russische, Fransche, Duitsche en zelfs Engelsche films te wijzen, die stuk voor stuk meer waard zij'n in ieder opzicht dan tien Amerikaansche. Langzaam cn met tegenzin heeft do groo te „men" moeten toegeven, dat Hollywood nooit in staat is geweest een „Potemkiu". een „Variété", een „Nibelungen", een „Dr. Caligari" af te leveren, en raakte gewqnd aan andere opvattingen, zij het mot gewel dig tegenstribbelen, zooals Jannings kun vertellen, die zijn „Way of All Flesh" met alle geweld een logisch en droevig einde wilde geven, maar in Hollywood wilde men even stellig een gelukkige familiehcrceni- ging onder den Kerstboom uitbeelden Jannings kreeg zijn zin en men weet met welk 6ucces. Vanaf dat oogenblLk hebben Amerikaansche regisseurs het aangedurfd om een beetje af te wijken van de suiker zoete cliché-beloonde deugd, gestrafte on deugd en aan het slot eon lange kus. Toen kwam de geluidsfilm met zijn pro blemen. De gedrukte teksten verdwenen, dialoog kwam er voor in de plaats cn Hol lywood stond voor een berg van bijkans on overkomelijke moeilijkheden. Die het in de eerste jaren ook haast niet to hoven kwam: oude beroemdheden werden waardeloos, gloednieuwe krachten stogen als vuurpijlen omhoog, de actie vertraagde, do fotografie werd intenser en bovenaan kwam te staan: het verhaal. Was de talkie een dozijn jaren eerder verschenen, dan was waarschijnlijk de Wild West met Tom Mix, Buck Jones cn zulke cowboys in sprekenden lijve op het doek gekomen. Ongelukkigerwijze leefde Amerika tijdens en na het verschijnen der geluidsfilm in do nachtmerrie der mi6da- iigersbenden, dc zoogenaamde „gangs", waaraan Al Capone. Jack Diamond en nog een heel leger minder aan mijn lezers be kende heeron zulk een internationalen room hebben verschaft. Dus kregen wij de „gang ster picture", de bendefilm. Men kent haar in het vaderland ook: „Dokken van Ncw- York", „Onderwereld van Chicago" en zul ke griezelondorwerpen. Hollywood heeft hen de wereld ingestuurd als afschrikwek kende les, omdat aan het eind natuurlijk altijd de wet de boosdoeners bij hun kraag pakte, maar inmiddels hadden de heerón boeven maar een fijnen tijd cn de film ein digde juist op het allerbelangrijkste punt voor het gekrenkte rechtvaardigheidsge voel, n.l. waar de schurken de gevangenis ingingen of op weg naar den electrischcn stoel. En zoodoende werd de straf aan de verbeelding overgelaten cn die is altijd nog een beetje onwezenlijker dan op het witto doek. Langzamerhand is het aan het minder worden, maar het is nog niet zoo lang gele den, dat de eeno gang-film na de andere verscheen en dat u er voor gespaard bent gebleven komt, omdat op do buitenlandsclie filmmarkt andere eischen gestold worden cn kunnen worden wegens concurrentie en omdat de Yankee-boeventaal voor een vreemdeling heelemaal onbegrijpelijk is. Maar toch blijft de vraag bestaan: waarom wor.it bendehooM en bendelid, kortom da misdadiger, zoo verheerlijkt? Ten eerste is het niets nieuws; vóór de films beston den, waren tooneelstukken en stuiverro mans van hetzelfde genre er. Jesse James, Wild Bill Hickok en niet te vergeten do nimmer overtroffen Buffalo Bill, die met de Wilsons, Nick Carter. Lord Raffles en dergelijke helden de jongensfantasia van een kwarteeuw geleden bezig hielden waren prototypen van Al Capone, Iamacla. Coll, Srhultz, Diamond cn onze bedendaag- sche misdadigers. Ten tweede is het een gevolg van de his torische landsontwikkeling. Het pionier schap van de immigranten over do laatste drie eeuwen ging gepaard met heel veel avonturen, waarin handhavers en overtre ders van de wetten zoo door elkaar heen leefden en nu het een, dan het andere wa ren. dat de grens tusschen beiden moeilijk te bepalen was Van welken kant men het ook bekijkt, de wet en haar vertegenwoordigers komen er altijd roemloos af en hier heeft President Hoover onlangs zijn verbazing nog eens over uitgesproken cn in een rede ten over staan van d» International Police Chiefs conferentie. „Sentimentaliteit bij sornmiee menschen maakt helden van misdadigers en in plaats van de verheerlijking der gangsters, dienen wij de politie te roemen, die ha-ur plicht doet en haar leven geeft voor de bescherming van het publiek. Met vertrouwen wacht ik op den dag. dat ieder een naar zijn beste krachten helnen zal om de wetteloosheid te bestrijden." Zoo denken or zonder twijfel velen over en het blijft nog altijd een onen vraag: doet een gang film meer goed dan kwaad of omgekeerd? Volgens hun eigen getuigenis vinden dc ïeeren vnn het vak de films van het begin ♦ot het eind een totaal schceve voorstelling van zeken en de nolitie is het daarmee eens. Hoe echfor de invloed van zulke ver toon ingen op de jeugd zal zijn Is maar mei één woord te bestempelen* verkeerdl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 13